De grootste uitdaging van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is (1) dat het extra geld terechtkomt bij de kinderen die het het hardste nodig hebben, en (2) dat het vervolgens doelmatig en effectief wordt besteed.
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?Driessen Research
De Inspectie van het Onderwijs houdt al decennialang toezicht op de scholen en op het onderwijsstelsel. Daarover rapporteert ze, geeft adviezen en waarschuwingen. Aan de hand van het thema ‘gelijke kansen’ wordt hier de vraag gesteld wat dat allemaal heeft opgeleverd.
Driessen, G. (2021). Is de Inspectie een tandeloze tijger? Blog Didactief Online, 12 januari 2021. Retrieved from https://didactiefonline.nl/blog/blonz/is-de-inspectie-een-tandeloze-tijger
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Driessen Research
Al sinds de jaren ‘70 krijgen scholen extra geld voor
achterstandsleerlingen. Maar dat gebeurt op basis van
indicatoren die prestatieverschillen nauwelijks verklaren. Het ontbreekt bovendien aan
bewijs dat de achterstandsmiljarden iets opleveren.
De grootste uitdaging van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is (1) dat het extra geld terechtkomt bij de kinderen die het het hardste nodig hebben, en (2) dat het vervolgens doelmatig en effectief wordt besteed.
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?Driessen Research
De Inspectie van het Onderwijs houdt al decennialang toezicht op de scholen en op het onderwijsstelsel. Daarover rapporteert ze, geeft adviezen en waarschuwingen. Aan de hand van het thema ‘gelijke kansen’ wordt hier de vraag gesteld wat dat allemaal heeft opgeleverd.
Driessen, G. (2021). Is de Inspectie een tandeloze tijger? Blog Didactief Online, 12 januari 2021. Retrieved from https://didactiefonline.nl/blog/blonz/is-de-inspectie-een-tandeloze-tijger
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Driessen Research
Al sinds de jaren ‘70 krijgen scholen extra geld voor
achterstandsleerlingen. Maar dat gebeurt op basis van
indicatoren die prestatieverschillen nauwelijks verklaren. Het ontbreekt bovendien aan
bewijs dat de achterstandsmiljarden iets opleveren.
PROCESOi makes a ranking basing on the three key factors that stablish the innovation capacity of a company: three key factors: employees’ brain preferences, innovative work behaviors and innovation practices within each firm
The document describes an end-to-end default services solution provided through a partnership between Channel Inc., Dialogue Marketing, and Quatrro. It involves managing the default process from initial contact and evaluation, through options like loan modification, short sale, or foreclosure. Key steps include borrower contact, evaluation of the best option, completing necessary documents, property preservation if needed, listing and selling the property with approval. The partners each bring expertise in areas like case management platforms, call centers, and business process outsourcing to complete all stages of default servicing.
The document discusses challenges with traditional waterfall software development approaches and how agile development methods address some of these challenges. It notes that waterfall projects often fail to meet schedules, budgets and user needs due to changing requirements. Agile methods use iterative development, prioritize working software over documentation, and emphasize collaboration between developers and customers.
Marilyn Monroe was an American actress, model, and singer. She became one of the most popular sex symbols of the 1950s and early 1960s and was renowned for her blonde hair, emphasis on sexuality, and breathy voice. Monroe's films grossed $200 million by the time of her death in 1962, and she continues to be considered a major popular culture icon.
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Driessen Research
Ledoux, G., Roeleveld, J., Veen, A., Karssen, M., Daalen, M. van, Blok, H., Kuiper, E., Dikkers, L., Mulder, L., Fettelaar, D., & Driessen, G. (2015). Het onderwijsachterstandenbeleid onderzocht. Werkt het zoals bedoeld? Nijmegen: ITS.
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2015). Voorschoolse educatie: Voor wie en hoe? ITS Nieuwbrief, 10 maart 2015. Retrieved from http://www.ru.nl/its/vm-afgerond-0/doelgroepenbeleid/voorschoolse/
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...Driessen Research
The frail empirical foundation of the educational disadvantage policy
Educational opportunities are influenced by factors lying in the home situation
of the children. In order to compensate for unfavorable circumstances, the
Dutch government launched the educational disadvantage policy in the 1970s.
The core of this policy is the so-called weighted student funding system. This
policy instrument departs from the premise that students can be discerned
according to level of disadvantage, and that schools with disadvantaged
students should receive extra financial resources accordingly to combat
educational delays. When this system was developed in the early 1980s, three
indicators of disadvantage were applied, viz. parental educational level,
occupational level, and country of birth. Analyses performed at the time
showed a predictive validity estimate of 0.50, or 25 percent of explained
variance in the students’ educational attainment. In the course of years the
demographic circumstances have changed and the funding system has been
adapted. Nowadays there only is one indicator of disadvantage left, that is,
parental educational level. Analyses performed on data from the 2014 measurement
wave of the national large-scale COOL5-18 cohort study show a validity
estimate of 0.20, or no more than 4 percent of explained variance. It is argued
that the empirical foundation of the educational disadvantage policy has
become questionably frail and that instead of employing demographical family
characteristics, focusing on the actual performance of children based on test
achievement or teacher observations probably offers a more valid alternative.
Rechten en plichten: kennis vereist. Wat mogen en moeten ouders, leerlingen e...Frederik Smit
Kunnen ouders de school aansprakelijk stellen voor een gepest kind? Heeft een leerling die geschorst is in afwachting van verwijdering recht op onderwijs? Mag een leraar politieke standpunten verkondi- gen in de klas? De mr heeft een zekere juridische knowhow nodig om een bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Welke rechten en plichten hebben ouders, leerlingen en personeel? Welke knelpunten en oplossingen zijn er?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) betreft educatieve stimuleringsprogramma’s voor peuters en
kleuters die vanwege factoren gelegen in de thuissituatie onderwijsachterstanden dreigen op te lopen.
VVE kent al een lange geschiedenis en er wordt jaarlijks ruim 250 miljoen euro aan besteed. Het is dan
ook merkwaardig dat de empirische basis ervoor onduidelijk is, zeker in het licht van een trend naar meer
evidence-based overheidsbeleid. In dit artikel wordt op zoek gegaan naar de oorsprong van VVE en beoordeelt
op kritische wijze de kwaliteit van het bewijs dat wordt opgevoerd voor de positieve werking ervan.
Bovendien worden drie recente Nederlandse publicaties op het gebied van VVE samengevat en gewogen.
Het bewijs voor positieve effecten blijkt vooralsnog te ontbreken.
PROCESOi makes a ranking basing on the three key factors that stablish the innovation capacity of a company: three key factors: employees’ brain preferences, innovative work behaviors and innovation practices within each firm
The document describes an end-to-end default services solution provided through a partnership between Channel Inc., Dialogue Marketing, and Quatrro. It involves managing the default process from initial contact and evaluation, through options like loan modification, short sale, or foreclosure. Key steps include borrower contact, evaluation of the best option, completing necessary documents, property preservation if needed, listing and selling the property with approval. The partners each bring expertise in areas like case management platforms, call centers, and business process outsourcing to complete all stages of default servicing.
The document discusses challenges with traditional waterfall software development approaches and how agile development methods address some of these challenges. It notes that waterfall projects often fail to meet schedules, budgets and user needs due to changing requirements. Agile methods use iterative development, prioritize working software over documentation, and emphasize collaboration between developers and customers.
Marilyn Monroe was an American actress, model, and singer. She became one of the most popular sex symbols of the 1950s and early 1960s and was renowned for her blonde hair, emphasis on sexuality, and breathy voice. Monroe's films grossed $200 million by the time of her death in 1962, and she continues to be considered a major popular culture icon.
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Driessen Research
Ledoux, G., Roeleveld, J., Veen, A., Karssen, M., Daalen, M. van, Blok, H., Kuiper, E., Dikkers, L., Mulder, L., Fettelaar, D., & Driessen, G. (2015). Het onderwijsachterstandenbeleid onderzocht. Werkt het zoals bedoeld? Nijmegen: ITS.
Geert Driessen (2015) ITSNieuwsbrief Voorschoolse educatie voor wie en hoe.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2015). Voorschoolse educatie: Voor wie en hoe? ITS Nieuwbrief, 10 maart 2015. Retrieved from http://www.ru.nl/its/vm-afgerond-0/doelgroepenbeleid/voorschoolse/
Geert Driessen (2015) M&M De wankelijke empirische basis van het onderwijsach...Driessen Research
The frail empirical foundation of the educational disadvantage policy
Educational opportunities are influenced by factors lying in the home situation
of the children. In order to compensate for unfavorable circumstances, the
Dutch government launched the educational disadvantage policy in the 1970s.
The core of this policy is the so-called weighted student funding system. This
policy instrument departs from the premise that students can be discerned
according to level of disadvantage, and that schools with disadvantaged
students should receive extra financial resources accordingly to combat
educational delays. When this system was developed in the early 1980s, three
indicators of disadvantage were applied, viz. parental educational level,
occupational level, and country of birth. Analyses performed at the time
showed a predictive validity estimate of 0.50, or 25 percent of explained
variance in the students’ educational attainment. In the course of years the
demographic circumstances have changed and the funding system has been
adapted. Nowadays there only is one indicator of disadvantage left, that is,
parental educational level. Analyses performed on data from the 2014 measurement
wave of the national large-scale COOL5-18 cohort study show a validity
estimate of 0.20, or no more than 4 percent of explained variance. It is argued
that the empirical foundation of the educational disadvantage policy has
become questionably frail and that instead of employing demographical family
characteristics, focusing on the actual performance of children based on test
achievement or teacher observations probably offers a more valid alternative.
Rechten en plichten: kennis vereist. Wat mogen en moeten ouders, leerlingen e...Frederik Smit
Kunnen ouders de school aansprakelijk stellen voor een gepest kind? Heeft een leerling die geschorst is in afwachting van verwijdering recht op onderwijs? Mag een leraar politieke standpunten verkondi- gen in de klas? De mr heeft een zekere juridische knowhow nodig om een bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Welke rechten en plichten hebben ouders, leerlingen en personeel? Welke knelpunten en oplossingen zijn er?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) betreft educatieve stimuleringsprogramma’s voor peuters en
kleuters die vanwege factoren gelegen in de thuissituatie onderwijsachterstanden dreigen op te lopen.
VVE kent al een lange geschiedenis en er wordt jaarlijks ruim 250 miljoen euro aan besteed. Het is dan
ook merkwaardig dat de empirische basis ervoor onduidelijk is, zeker in het licht van een trend naar meer
evidence-based overheidsbeleid. In dit artikel wordt op zoek gegaan naar de oorsprong van VVE en beoordeelt
op kritische wijze de kwaliteit van het bewijs dat wordt opgevoerd voor de positieve werking ervan.
Bovendien worden drie recente Nederlandse publicaties op het gebied van VVE samengevat en gewogen.
Het bewijs voor positieve effecten blijkt vooralsnog te ontbreken.
Onderwijsinspectie: meer focus op basisvaardigheden. Vergroot vakinhoudelijke...Frederik Smit
Steeds meer leerlingen verlaten het onderwijs zonder dat zij goed kunnen lezen, schrijven en rekenen en dat percentage stijgt nog elk jaar. De Onderwijsinspectie concludeert in de Staat van het Onderwijs 2022 dat als scholen deze gestage achteruitgang willen keren, ze moeten focussen op de basisvaardigheden taal en rekenen. Ook moe- ten ze meer aandacht besteden aan burgerschapsvaardigheden. Drie experts op het gebied van onderwijskwaliteitsverbetering gaan in op de knelpunten voor bestuur en toezicht en de medezeggenschap.vVoor de (g)mr blijkt het lastig te zijn de basiskwaliteit te beoordelen en in te gaan tegen een enthousiaste bestuurder die weer een nieuwe methode introduceert.
Wilco Roobol
Tijdens de workshop ga je in groepjes aan de slag met een onderzoeksopzet om met name
18+-studenten actief in de lessen te behouden. Vooraf presenteren we vanuit de literatuur
en eerder onderzoek bekende speerpunten en conclusies.
Het domino-effect duidt op de dalende aanwezigheid, de dalende motivatie en de dalende
betrokkenheid van de student bij school. Zou er ook nog sprake kunnen zijn van een dubbel
domino-effect? In deze workshop zoek je zelf de antwoorden.
Samenvatting van de handreiking voor het verbeteren van het oudercontact vo scholen in grootstedelijke context. Onderdeel van het promotieonderzoek \'oudercontact in het vmbo\' van Mariette Lusse.
Presentation on inclusive educational policy 'passend onderwijs,' to students on the Master in Education Studies, University of Groningen. Presented on 11 October 2010 by Dr. Ernst Thoutenhoofd (Dutch language).
Similar to Integratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijs (20)