4. Klanten en projecten SPP
Rijksoverheid, ministeries
Gemeenten, provincies
Universiteiten, HBO’s
Vervoersbedrijven
Zorgsector
Supermarkten
Oliemaatschappijen
Water en energiesector
Etc.
5. SPP, Procrustes en maatwerk
• Praktijkervaringen bij meer dan 300
organisaties. Een rits aan complexiteit
en pragmatisme. Anything goes….
• SPP mag niet een procrustes’ bed
worden.
• Elke organisatie heeft andere maten en
mogelijkheden
• SPP is en blijft maatwerk.
SPP = PDP:
Proces
Data
Product
6. Urgentie en motivatie
SPP is geen doel op zich, maar een middel.
Commitment in de lijn is cruciaal voor
succes.
1. Op welk probleem van de lijn moet SPP
antwoord geven?
2. Wat denk je dat het gaat opleveren?
7. Scope en scale
3. Waar (voor welke functies?) levert SPP
het meeste op?
4. Waar zit betrokkenheid en motivatie
om ermee aan de slag te gaan? Betrek de
juiste mensen.
5. Wat gebeurt er nu al? Bouw voort op
wat er al is (proces, data, product).
8. Uitgangspunten SPP
• HRM is verweven met organisatiebeleid
• HRM is gericht op benutting van
resources en ontwikkeling van waarde
en potentieel
• SPP vereist intensieve samenwerking
tussen lijnmanagement en HR.
• SPP maakt deel uit van Planning &
Control cyclus
• SPP is een managementinstrument,
• HR faciliteert waar nodig
10. Alice: “Cheshire Puss, would you tell me, please,
which way I ought to go from here?'
`That depends a good deal on where you want to get
to,' said the Cat.
`I don't much care where--' said Alice.
`Then it doesn't matter which way you go,' said the
Cat.
`--so long as I get SOMEWHERE,' Alice added as an
explanation.
`Oh, you're sure to do that,' said the Cat, `if you only
walk long enough.’”
Cheshire the Cat …………
Als je niet weet waar je heen gaat, zal elke weg je er brengen…..
Carol Lewis, “Alice in Wonderland”
14. SPP = K3R = schaken op 4 borden
1. Right size: kwantitatief (handjes)
2. Right shape: kwalitatief (hersens)
3. Right costs: arbeidskosten (euro’s)
4. Right agility: veerkracht (arbeidsrelaties)
15. Geen SWOT maar TOWS
• Van buiten naar binnen redeneren
• Strategie: plan A, B, C, D,
en niet “KWW”
• Toekomst is niet voorsPelbaar, wel
voorsTelbaar
16. Bouwsteen 3 Gewenste formatie
1. Per scenario de organisatiestrategie duiden. Wat
ga je als organisatie in die specifieke wereld
doen? Positionering.
2. Consequenties voor gewenste formatie
Drie draaiknoppen:
–Welke producten en diensten,
–Welke functiemix,
–Welke efficiency (bruto-netto)?
1. Per scenario invulling geven aan K3R:
–Welke kwantiteit,
–Welke kwaliteit,
–Welke kosten,
–Welke flexibiliteit?
24. Wat maak je, wie maakt het en hoe
maken we het?: PFM
product junior medior senior leiding totaal
Basisregi-
straties
2.000 5.000 20.000 3.000 30.000
Gemeente-
werken
3.000 6.000 10.000 1.000 20.000
Vastgoed 1.000 1.000 0 0 2.000
WMO en
jeugdhulp
4.000 8.000 10.000 6.000 28.000
totaal 10.000 20.000 40.000 10.000 80.000
25. Step in gemeente X
Dimensie Variabele Impact Onzekerheid Keuze
Sociologisch Mondige burger xx x
Krimp/ontgroening
Technologisch ICT xx x
Economisch Conjuctuur xxx xxx Driver
Politiek Taakstelling xxx x
Transitie xxx x
Samenwerking xxx xxx Driver
Keuzes Raad/ collegevan
B&W
xxx x
J
31. Tips – Ken de valkuilen
Onderschatting:
“SPP, daarvoor kunnen we wel
een stagiaire inschakelen”.
Voor het opzetten van een
SPP is een multidisciplinair
team nodig.
•Projectleider/coordinator
•Management – visie
strategie scenario’s
•HR – beleid, faciliteren
proces
•ICT – data / systeem