Volgens de VN wordt meer dan 20% van de aardoppervlakte bewoond door inheemse gemeenschappen. Ook vandaag nog zijn ze vaak het slachtoffer van sociale en economische achterstelling.
In de projecten die TDC ondersteunt in Peru, Bolivia, Vietnam, DR Congo en Tanzania maken inheemse ondernemingen zelf werk van de economische ontwikkeling van hun gemeenschappen, met respect voor de tradities.
Boer & Tuinder, het wekelijkse ledenblad van Boerenbond wijdt een artikel aan Trias en Coprobich coöperatieve onder de kop 'Quinoa, Ecuadoraans supervoedsel voor de wereld?'
Uit enquêtes tussen 2009 en 2011 blijkt dat 250.000 kinderen gebruikt en uitgebuit worden op de cacaoplantages in West-Afrika. In 2001 tekenden grote namen uit de chocolade-industrie het Harkin-Engel-protocol waarmee ze zich engageerden om de strijd aan te binden met de ergste vormen van kinderarbeid. Tien jaar later is geen enkele doelstelling echter gehaald.
In het artikel "Ethiek in de chocoladeketen" beschrijft Het Trade for Development Centre de complexe structuur van de keten die tot gevolg heeft dat de arme cacaoboeren niet delen in de winsten. Het artikel lijst enkele initiatieven op van de beroepssector en de grote merken die een eerste stap zijn in de goede richting.
Burundi is een erg arm land gelegen in Centraal-Afrika. De koffieteelt vormt er de grootste bron van inkomsten voor bijna 750.000 families en genereert meer dan de helft van de exportinkomsten van het land. De privatisering van de koffiesector heeft ervoor gezorgd dat de boeren zich begonnen te organiseren en dat ze eigen verwerkingseenheden opstartten.
TDC ondersteunt het Consortium voor coöperaties van koffieproducenten (Cococa) en twee van haar leden zodat ze groter deel van de toegevoegde waarde van de keten kunnen ontvangen.
Vredeseilanden en Colruyt, een gedurfde cross-over (Vredeseilanden)pulsenetwerk
Jan Wyckaert (Vredeseilanden vzw) en Mieke Vercaeren (Colruyt Group) over hun samenwer- king als sparringpartners, met het oog op duurza- me voedselproductie en -distributie.
Het biedt rijstboeren uit Benin en Peruviaanse aspergeproducenten vandaag reeds een volwaardi- ge plaats in de keten. De tienjarige samenwerking be- staat uit leertrajecten rond aankoopbeleid, marketing, enzomeer. Ze illustreert de mogelijkheid om sector- overschrijdende allianties aan te gaan. Vredeseilanden werkt ook samen met Ikea, KHLeuven, Toyota e.a. inzake verduurzaming van sociale catering in grootkeukens.
Als maatschappelijke bank willen wij een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van welzijn & de welvaart in Nederland én de duurzame voedselvoorziening in de wereld. Dáár zetten we als bank op in, samen met onze klanten én samen met onze partners.
Volgens de VN wordt meer dan 20% van de aardoppervlakte bewoond door inheemse gemeenschappen. Ook vandaag nog zijn ze vaak het slachtoffer van sociale en economische achterstelling.
In de projecten die TDC ondersteunt in Peru, Bolivia, Vietnam, DR Congo en Tanzania maken inheemse ondernemingen zelf werk van de economische ontwikkeling van hun gemeenschappen, met respect voor de tradities.
Boer & Tuinder, het wekelijkse ledenblad van Boerenbond wijdt een artikel aan Trias en Coprobich coöperatieve onder de kop 'Quinoa, Ecuadoraans supervoedsel voor de wereld?'
Uit enquêtes tussen 2009 en 2011 blijkt dat 250.000 kinderen gebruikt en uitgebuit worden op de cacaoplantages in West-Afrika. In 2001 tekenden grote namen uit de chocolade-industrie het Harkin-Engel-protocol waarmee ze zich engageerden om de strijd aan te binden met de ergste vormen van kinderarbeid. Tien jaar later is geen enkele doelstelling echter gehaald.
In het artikel "Ethiek in de chocoladeketen" beschrijft Het Trade for Development Centre de complexe structuur van de keten die tot gevolg heeft dat de arme cacaoboeren niet delen in de winsten. Het artikel lijst enkele initiatieven op van de beroepssector en de grote merken die een eerste stap zijn in de goede richting.
Burundi is een erg arm land gelegen in Centraal-Afrika. De koffieteelt vormt er de grootste bron van inkomsten voor bijna 750.000 families en genereert meer dan de helft van de exportinkomsten van het land. De privatisering van de koffiesector heeft ervoor gezorgd dat de boeren zich begonnen te organiseren en dat ze eigen verwerkingseenheden opstartten.
TDC ondersteunt het Consortium voor coöperaties van koffieproducenten (Cococa) en twee van haar leden zodat ze groter deel van de toegevoegde waarde van de keten kunnen ontvangen.
Vredeseilanden en Colruyt, een gedurfde cross-over (Vredeseilanden)pulsenetwerk
Jan Wyckaert (Vredeseilanden vzw) en Mieke Vercaeren (Colruyt Group) over hun samenwer- king als sparringpartners, met het oog op duurza- me voedselproductie en -distributie.
Het biedt rijstboeren uit Benin en Peruviaanse aspergeproducenten vandaag reeds een volwaardi- ge plaats in de keten. De tienjarige samenwerking be- staat uit leertrajecten rond aankoopbeleid, marketing, enzomeer. Ze illustreert de mogelijkheid om sector- overschrijdende allianties aan te gaan. Vredeseilanden werkt ook samen met Ikea, KHLeuven, Toyota e.a. inzake verduurzaming van sociale catering in grootkeukens.
Als maatschappelijke bank willen wij een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van welzijn & de welvaart in Nederland én de duurzame voedselvoorziening in de wereld. Dáár zetten we als bank op in, samen met onze klanten én samen met onze partners.
Nadat de cacaoindustrie met de vinger werd gewezen omwille van de vele schandalen rond kinderarbeid op de velden en ten gevolge van de veel te lage prijzen die aan de cacaoproducenten werden betaald, namen grote bedrijven uit de chocoladesector initiatieven om de duurzaamheid te verbeteren. Hoe is de situatie vandaag, zeker nadat de cacaoprijs op de wereldmarkt het voorbije jaar een sterke daling kende?
Ondanks die moeilijke marktomstandigheden zijn er in alle cacaoregio’s coöperaties die resoluut kiezen voor een duurzame productie. Twintig ervan krijgen een duwtje in de rug van het Trade for Development Centre (TDC). Om hun hoop in beeld te brengen trekken we niet alleen naar Ghana en Ivoorkust, maar ook naar Bolivia en Vietnam.
De export van Senegalese bananen – bio én fair trade! – naar België is al een aantal keer aangekondigd. Maar de obstakels op de weg van Tambacounda naar de winkels van Colruyt zijn voorlopig erg groot.
Desondanks het grote potentieel en het engagement van verschillende partners - waaronder het Trade for Development Centre - blijft het leveren van kwaliteit en kwantiteit voor een moeilijk product als de banaan een enorme uitdaging.
Op 6 november 2010 werd de landelijke dag van het Burkina Faso Platform gehouden.
Cheryl van Kempen gaf in de workshop landbouw een korte introductie over de context waarin NGO's in landbouw in Burkina werken.
Bananen zijn krom, maar de bananenhandel ook. Moordende concurrentie, sociale uitbuiting en weinig ecologische teeltwijzen zijn een oud zeer. Hoe staat het vandaag met de bruine plekken op het ‘groene goud’? En welke rol speelt fair trade in het hele verhaal?
Duurzaamheid is complex. De wereldvoedselvoorziening wordt complex. En voor complexe problemen bestaan geen simpele oplossingen. Mooi genuanceerd stuk van de WUR.
We are on the brink of a new era. We want to team up with frontrunners, who – like us – believe we can create change by entrepreneurial action using a holistic vision. By actions that take into account the safeguarding of the equilibrium of natural resources, the positive impact on societal changes and the financial benefits, which are reinvested to serve innovative new action. Collaborating with entrepreneurial organisations, we offer our expertise and knowledge to serve initiatives that benefit the society and nature we envision.
De VN heeft 2012 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Coöperaties omdat "het commerciële ondernemingsmodellen zijn die talrijke gezinnen en gemeenschappen uit de armoede halen.”
Coöperatief ondernemen betekent dat leden zich vrijwillig verenigen omdat ze samen meer hulpmiddelen kunnen inzetten dan elk individueel. Dit solidair en participatief model vertegenwoordigt waarden die perfect overeenkomen met die van eerlijke handel: het betalen van een eerlijke prijs en het ontvangen van een rechtvaardig loon.
How to feed the planet in 2025 (Zorgtotaal 2013)VNUEE
Deze presentatie draait om:
- uitdagingen waar de culinaire wereld voor staat
- logische richtingen waarin de eetcultuur zicht ontwikkeld
- oplossingen die de culinaire sector te bieden heeft
- komt de zorg met haar eigen specifieke oplossingen?
Deze thematiek zal in internationaal verband worden belicht.
BeeSupport promotes beekeeping for rural developmentbeesupport
Deze presentatie, gemaakt en geplaatst door BeeSupport, Amsterdam.
Het gaat over de samenwerking van BeeSupport met REMODA, een NGO in Kasese, Uganda, die training en voorlichting over duurzame landbouw en bijenhouden geeft aan de boerenbevolking van het Rwenzori Mounitans gebied.
Ppt prowse neo patrimonial developmentalism in malawi - 27-04-12 so [compatib...jdhondt
This document provides an overview of the political economy of Malawi from 1964 to 2011 under three different ruling parties. [1] Under Kamuzu Banda and the Malawi Congress Party from 1964-1994, there was successful development and growth when rents were allocated productively, but this declined over time. [2] Under Bakili Muluzi and the United Democratic Front from 1994-2004, there was limited development despite aid due to lack of strategy and rents being exported. [3] Under Bingu Mutharika's Democratic Progressive Party from 2005-2011, food security was achieved but fiscal discipline eroded and attempts to control tobacco rents failed.
Ppt hickey sh antwerp seminar april 2012 presentationjdhondt
The document discusses new thinking on the politics of development beyond mainstream approaches. It summarizes insights from a seminar presentation on Uganda's political economy given by Sam Hickey from the Effective States and Inclusive Development Centre. Some key points:
1) Mainstream approaches focus too much on material incentives and fail to consider the role of ideas and discourse.
2) Uganda has seen shifts toward a more programmatic and less clientelistic political settlement, though patronage persists.
3) Achieving structural economic transformation will require aligning political, policy, and social coalitions behind a new development strategy focused on ideas of modernization and equality, not just incentives.
Nadat de cacaoindustrie met de vinger werd gewezen omwille van de vele schandalen rond kinderarbeid op de velden en ten gevolge van de veel te lage prijzen die aan de cacaoproducenten werden betaald, namen grote bedrijven uit de chocoladesector initiatieven om de duurzaamheid te verbeteren. Hoe is de situatie vandaag, zeker nadat de cacaoprijs op de wereldmarkt het voorbije jaar een sterke daling kende?
Ondanks die moeilijke marktomstandigheden zijn er in alle cacaoregio’s coöperaties die resoluut kiezen voor een duurzame productie. Twintig ervan krijgen een duwtje in de rug van het Trade for Development Centre (TDC). Om hun hoop in beeld te brengen trekken we niet alleen naar Ghana en Ivoorkust, maar ook naar Bolivia en Vietnam.
De export van Senegalese bananen – bio én fair trade! – naar België is al een aantal keer aangekondigd. Maar de obstakels op de weg van Tambacounda naar de winkels van Colruyt zijn voorlopig erg groot.
Desondanks het grote potentieel en het engagement van verschillende partners - waaronder het Trade for Development Centre - blijft het leveren van kwaliteit en kwantiteit voor een moeilijk product als de banaan een enorme uitdaging.
Op 6 november 2010 werd de landelijke dag van het Burkina Faso Platform gehouden.
Cheryl van Kempen gaf in de workshop landbouw een korte introductie over de context waarin NGO's in landbouw in Burkina werken.
Bananen zijn krom, maar de bananenhandel ook. Moordende concurrentie, sociale uitbuiting en weinig ecologische teeltwijzen zijn een oud zeer. Hoe staat het vandaag met de bruine plekken op het ‘groene goud’? En welke rol speelt fair trade in het hele verhaal?
Duurzaamheid is complex. De wereldvoedselvoorziening wordt complex. En voor complexe problemen bestaan geen simpele oplossingen. Mooi genuanceerd stuk van de WUR.
We are on the brink of a new era. We want to team up with frontrunners, who – like us – believe we can create change by entrepreneurial action using a holistic vision. By actions that take into account the safeguarding of the equilibrium of natural resources, the positive impact on societal changes and the financial benefits, which are reinvested to serve innovative new action. Collaborating with entrepreneurial organisations, we offer our expertise and knowledge to serve initiatives that benefit the society and nature we envision.
De VN heeft 2012 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Coöperaties omdat "het commerciële ondernemingsmodellen zijn die talrijke gezinnen en gemeenschappen uit de armoede halen.”
Coöperatief ondernemen betekent dat leden zich vrijwillig verenigen omdat ze samen meer hulpmiddelen kunnen inzetten dan elk individueel. Dit solidair en participatief model vertegenwoordigt waarden die perfect overeenkomen met die van eerlijke handel: het betalen van een eerlijke prijs en het ontvangen van een rechtvaardig loon.
How to feed the planet in 2025 (Zorgtotaal 2013)VNUEE
Deze presentatie draait om:
- uitdagingen waar de culinaire wereld voor staat
- logische richtingen waarin de eetcultuur zicht ontwikkeld
- oplossingen die de culinaire sector te bieden heeft
- komt de zorg met haar eigen specifieke oplossingen?
Deze thematiek zal in internationaal verband worden belicht.
BeeSupport promotes beekeeping for rural developmentbeesupport
Deze presentatie, gemaakt en geplaatst door BeeSupport, Amsterdam.
Het gaat over de samenwerking van BeeSupport met REMODA, een NGO in Kasese, Uganda, die training en voorlichting over duurzame landbouw en bijenhouden geeft aan de boerenbevolking van het Rwenzori Mounitans gebied.
Ppt prowse neo patrimonial developmentalism in malawi - 27-04-12 so [compatib...jdhondt
This document provides an overview of the political economy of Malawi from 1964 to 2011 under three different ruling parties. [1] Under Kamuzu Banda and the Malawi Congress Party from 1964-1994, there was successful development and growth when rents were allocated productively, but this declined over time. [2] Under Bakili Muluzi and the United Democratic Front from 1994-2004, there was limited development despite aid due to lack of strategy and rents being exported. [3] Under Bingu Mutharika's Democratic Progressive Party from 2005-2011, food security was achieved but fiscal discipline eroded and attempts to control tobacco rents failed.
Ppt hickey sh antwerp seminar april 2012 presentationjdhondt
The document discusses new thinking on the politics of development beyond mainstream approaches. It summarizes insights from a seminar presentation on Uganda's political economy given by Sam Hickey from the Effective States and Inclusive Development Centre. Some key points:
1) Mainstream approaches focus too much on material incentives and fail to consider the role of ideas and discourse.
2) Uganda has seen shifts toward a more programmatic and less clientelistic political settlement, though patronage persists.
3) Achieving structural economic transformation will require aligning political, policy, and social coalitions behind a new development strategy focused on ideas of modernization and equality, not just incentives.
The document discusses different perspectives on the relationship between state, economy, and society. It argues that governance is not necessarily a precondition for development, as institutions are malleable and reflect socio-economic interests. Development can be a byproduct of these interests pressing for good governance. Alternative views discussed include leadership-driven development, limited access orders focused on peace dividends, and "clientelist" political settlements where distribution of resources maintains power. The document concludes that patrimonialism can be compatible with development, and formal institutions evolve gradually in the interests of the economy within local political contexts.
This paper examines Uganda's shift from a poverty agenda to a new focus on economic growth and structural transformation as outlined in its National Development Plan (NDP). It finds that several factors influenced this change, including declining reliance on traditional donors, the return of multi-party politics, and the discovery of large oil reserves. The NDP process differed significantly from previous Poverty Eradication Action Plans in both content and reduced involvement of donors and civil society. While the NDP aims to move beyond past paradigms, questions remain around its distributional impacts and whether Uganda has the governance capabilities to implement such an ambitious agenda and ensure oil wealth benefits the population. The paper argues the NDP signals a new politics of development in
Ppt nilgun gokgur rwanda’s party statals- april 27 2012jdhondt
The document discusses Rwanda's party-statals and their potential impact on development. It defines party-statals as entities owned by Rwanda's ruling party, government, and military, with unclear ownership structures and lack of transparency. It analyzes three major investment holdings - Crystal Ventures, Horizon Group, and Rwanda Investment Group - and their subsidiaries operating across various economic sectors. While Rwanda has experienced strong economic growth, concerns are raised about the party-statals' efficiency, cross-ownership with state firms, and impact on stakeholders such as domestic competitors and unemployed citizens. The document calls for reforms to increase transparency and separate analysis of state-owned and party-owned entities.
The document discusses economic transformation in Africa compared to Southeast Asia. It makes three key points:
1) While Southeast Asia has seen rapid economic growth and development, Africa's economic growth has not translated to the same level of transformation and poverty reduction.
2) Economic growth in Africa needs to be accompanied by productivity increases, structural economic changes, and skill development - not just more of the same growth.
3) Conventional views of "good governance" and democracy as prerequisites for development are incomplete, as developmental states in Asia transformed without conforming to these models. Rent allocation and political settlements may be more important factors.
This document discusses the relationship between neo-patrimonialism and development in Africa. It questions the orthodox view that neo-patrimonialism necessarily hinders development. It provides examples from Asia, such as Indonesia under Suharto, that achieved rapid growth despite high levels of rent-seeking and corruption. It argues that the organization of clientelism and rent management may be more important for development than the existence of neo-patrimonialism alone. The document proposes exploring different types of patrimonial regimes and their relationship to economic performance in Africa.
1. Many countries that developed did so behind substantial trade protections and subsidies, contradicting the notion that free trade alone leads to growth. Britain and the US both used protectionism to develop industries before opening markets.
2. Trade theory does not guarantee benefits for poor countries and the poor within them. Gains from trade depend on complementary policies and distributional impacts are uncertain. Liberalization has not clearly reduced world poverty.
3. NAFTA negatively impacted small farmers in Chiapas, Mexico who rely on maize. It increased risks, costs, and dependence on cash/imports while undermining traditions and food security. A gender analysis found greater burdens and insecurity for women.
The document summarizes a presentation given at the University of Antwerp on fieldwork conducted in the Rwandan hills. The presentation covered: 1) an overview of Rwanda, 2) fieldwork conducted, 3) local governance structures, 4) Gacaca courts used to address the past, and 5) a specific hill called Ntabona located among 1000 others.
24. Traditioneel verkiezen consumenten in Benin Japanse rijst. 5000 boerinnen willen hier iets aan veranderen door hun rijstkwaliteit te verbeteren.
25.
26.
27. 2. Politieke werking Stimuleren van een “vriendelijke” politieke en economische omgeving voor familiale landbouw vanuit de praktijk rond duurzame landbouwketens
28. 2. Politiek Alliantie met spelers in de landbouwketen, onderzoekers, boerenorganisaties Experimenteren en innoveren Bewijsvoering ‘ Politieke’ allianties Lobbywerk naar private sector en overheid.
Algemene presentatie Vredeseilanden, laatste revisie 19/8/2009
Regio’s Medewerkers Voorbeeldcases
Regiokantoren + antennes in programmazones VECO Mesoamérica: Managua (Nicaragua) + 1 persoon in Tegucigalpa (Honduras) VECO Andino: Quito (Ecuador) + 1 persoon in Lima (Peru) VECO Senegambia: Dakar (Senegal) VECO West Africa: Cotonou (Benin), met antennes in Bohicon (Benin) en Dapaong (Togo) VECO East Africa: Kampala (Oeganda), met antennes in Mbale (Oost-Oeganda), Same (Tanzania), Chunya (Tanzania) en Dar es Salaam (Tanzania) VECO Congo: Butembo (Oost-Congo) VECO Lao: Houasay (Laos) VECO Vietnam: Hanoi (Vietnam) VECO Indonesia: Denpasar (Indonesië), met antennes op verschillende eilanden.
Indirect honderduizenden meer. In Afrika: directe getallen vermenigvuldigen met ongeveer acht (cfr Teopista: in cluding members of the extended family). Voor ons totale programma gaat dit over bijna 60.000 mannen en 58.000 vrouwen. Maar de impact van een ontwikkelingsprogramma lees je niet alleen af van het aantal mensen dat je direct bereikt. In de regio’s waar onze programma’s lopen heeft ook een omvangrijke groep onrechtstreeks baat bij onze activiteiten. Deelnemers aan opleidingen verspreiden hun nieuwe inzichten verder. Door politiek werk veranderen wetten ten gunste van een hele groep mensen. Mentaliteitsveranderingen zijn ook niet in cijfers te vatten. Bovendien kiest Vredeseilanden ervoor om regelmatig een pilootproject op te zetten met een kleine groep mensen en met de resultaten hiervan grotere ngo’s, bedrijven of overheden te overtuigen om de positieve aspecten over te nemen
In juni 2009 meldde de FAO dat het cijfer van het aantal hongerlijders gestegen is tot meer dan één miljard. We zijn dus nog verder af van de Millenniumdoelstellingen. Vorig jaar stond de teller van de FAO op 963 miljoen personen met honger, en nu is de kaap van één miljard dus voor het eerst overschreden. Het Wereldvoedselprogramma van de VN schreeuwt om meer fondsen.
Vandaag leven er 6.8 miljard mensen op deze planeet Onze planeet staat onder druk. Als onze ecologische voetafdruk even groot blijft, hebben we in 2050 twee planeten nodig om te voorzien in voedsel en energie. We zullen dus op een andere manier met de wereld moeten omgaan. Transitie naar meer duurzaamheid is nodig.
Duurzaamheid Armoede en honger aanpakken, voedselzekerheid Boeren en boerinnen een sterkere positie in de landbouwketen geven => Vredeseilanden heeft deze drie elementen in haar missie (volgende dia)
= landbouwketen De evolutie naar industrialisering maakt de landbouwers meer afhankelijk van bedrijven die steeds meer economische macht verwerven. Boeren telen geen eigen zaad meer en verkopen niet langer rechtstreeks aan consumenten. De afhankelijk gemaakte boeren kunnen geen kant meer op. Enkele cijfers: -Eenennegentig procent van de genetisch gewijzigde sojabonen die boeren gebruiken, en zelfs zevenennegentig procent van de genetisch gewijzigde maïs, komen van één bedrijf, Monsanto. -Eén kwart van de volledige voeding- en drankverkoop in de wereld is in handen van amper tien bedrijven , met Nestlé als grootste. -Van alles wat mensen in de hele wereld kopen in winkels, wordt ruim acht procent aangekocht in een winkel van éénzelfde supermarktketen, Wal-Mart. Dit Amerikaanse bedrijf is dan ook veruit de grootste distributiereus. -In vele landen zijn de vijf grootste distributiebedrijven goed voor zestig tot zelfs tachtig procent van de distributie. -Er wordt geschat dat in Europa nog slechts een 110 aankoopverantwoordelijken van supermarktketens optreden als tussenpersonen tussen 3.2 miljoen landbouwers en 160 miljoen consumenten.
IAASTD-rapport: kleinschalige landbouw kan wereldbevolking voeden De onderzoekers besluiten in dit rapport dat we moeten inzetten op gediversifieerde en kleinschalige landbouw, die volgens hen zowel op ecologisch, sociaal als economisch vlak de meest duurzame landbouwmethode is. Deze vorm van landbouw produceert immers het grootste deel van het voedsel op wereldvlak, levert de meeste milieudiensten, houdt biodiversiteit in stand en biedt het meeste garantie op het halen van de millenniumdoelstellingen door een hoge en duurzame productiviteitstoename. Om deze kleinschalige landbouwvorm te stimuleren is er nood aan meer publiek onderzoek en investeringen, verbeterde toegang tot landbouwinputs en betere educatie van landbouwers, met speciale aandacht voor vrouwen in het zuiden. Het rapport benadrukt met klem dat het huidige industriële landbouwmodel, gebaseerd op het gebruik van grote hoeveelheden kunstmest en pesticiden, geen oplossing is. Wereldwijd is landbouw verantwoordelijk voor de uitstoot van 25% van de broeikasgassen. Grootste boosdoener is de veeteelt. FAO: Agriculture is responsible for an estimated one third of global warming and climate change. It is generally agreed that about 25% of the main greenhouse gas, carbon dioxide, is produced by agricultural sources, mainly deforestation and the burning of biomass. Most of the methane in the atmosphere comes from domestic ruminants, forest fires, wetland rice cultivation and waste products. Agriculture contributes to greenhouse gas increases through land use in four main ways: CO2 releases linked to deforestation Methane releases from intensive rice cultivation Methane releases from enteric fermentation in cattle Nitrous oxide releases from fertilizer application Livestock and livestock-related activities such as deforestation and increasingly fuel-intensive farming practices are responsible for over 18% of human-made greenhouse gas emissions. Worldwide, livestock production occupies 70% of all land used for agriculture, or 30% of the land surface of the Earth
Duurzame familiale landbouw = antwoord op duurzaamheidsvraagstuk wereldwijd Verschillende analyses bewijzen dat investeren in familiale landbouw de beste manier is om boerenfamilies in het Zuiden uit de armoede te halen én bovendien zeer efficiënt met betrekking tot de voedselproductie in het algemeen. Familiale landbouw is dus ook in staat om anderen te voeden. Onlangs werd dit nog bevestigd in een groot rapport van de VN, waar een 400-tal wetenschappers uit verschillende disciplines aan meewerkten: the International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development (IAASTD) Er is een wetenschappelijke consensus onder landbouweconomen dat (grondgebonden) familiale landbouw productiever is dan agro-industriële landbouw (boer heeft meer kennis van zijn grond en gewassen, draagt er meer zorg voor) Familiale landbouw zorgt ook voor meer werkgelegenheid in de streek in vgl. met industriële landbouw Familiale landbouw helpt ook beter mee aan het behoud van biodiversiteit Voorwaarde is wel dat er volop geïnvesteerd wordt in familiale landbouw. Vredeseilanden wil daaraan zelf haar steentje bijdragen, maar vooral ook beleidsmakers en bedrijven investeren om dit te doen.
Land = in Afrika dikwijls niet als eigendom, maar toegewezen door ‘chef des terres’ ‘‘ The average African small holding farmer swims alone,’’ Kofi Annan, the former secretary general to the United Nations stated. ‘‘She has no insurance against erratic weather patterns, gets no subsidies and has no access to credit. I say ‘she’ because the majority of small-scale farmers in Africa are women.’’
De volledige tekst: Het verhaal achter de film: Le Belge in drie vragen 1. Waarom wil een Senegalese boer de 11e Belgische provinctie stichten? Kans op een goede opleiding Toegang tot een grote markt Goede wegen en economische infrastructuur Toegang tot krediet, technologie, sociale vangnetten... Europese subsidies 2. Waarom is dat geen oplossing? Boeren hebben hier wel toegang tot opleiding, technologie en vormen van inkomenssteun Maar ook hier hebben ze de grootste problemen om stabiele en kostendekkende prijzen te krijgen voor hun producten. Ook hier staat het inkomen van boeren en boerinnen onder druk omdat ze de zwakste partij zijn in de voedselketen. 3. Wat is dan wel de oplossing? Er is nood aan een globale oplossing die inspanningen vergt van alle partijen in de voedselketen. Boeren moeten een volwaardige, sterke partner zijn in de voedselketen. Niet de zwakste schakel die enkel kan berusten bij verlieslatende prijzen. Sterke boerenorganisaties spelen daar een sleutelrol bij. Daarom zet Vredeseilanden in op het versterken van boerenorganisaties. Boerenorganisaties kunnen diensten verlenen aan hun leden zoals opleiding, verschaffen van marktinformatie, krediet, belangenverdediging, enz. Door zich te verenigen in APROVAG konden boeren de nodige kennis opdoen om de kwaliteit van hun bananen te verbeteren, samen hun product te commercialiseren en te investeren in moderne irrigatietechnologie, verpakking, enz Overheden en bedrijven moeten met hun beleid kansen scheppen voor duurzame familiale landbouw Overheden: Erkennen dat voedsel meer is dan koopwaar en de markten reguleren zodat er leefbare prijzen tot stand komen. Betere internationale coördinatie voor landbouw en voedsel op wereldniveau om het recht op voedsel waar te maken. Dat recht moet voorrang krijgen op vrijhandel. Daarom wordt landbouw best buiten de Wereldhandelsorganisatie gehouden. Overheden in Ontwikkelingslanden moeten minimum 10% van budget in ondersteuning van landbouw steken: onderzoek, opleiding, instellingen, infrastructuur (opslagcapaciteit, wegen),... Budgetten voor ontwikkelingssamenwerking moeten ook hun focus verleggen naar landbouw. Vredeseilanden lobbyde daarvoor bij de Belgische overheid. Tegen 2015 zal het aandeel van landbouw in het budget van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking naar 15% opgetrokken worden. Bedrijven (vooral de verwerkende voedingsbedrijven en de distributiesector): Langetermijncontracten afsluiten met boerenorganisaties om vraag en aanbod beter af te stemmen en voor stabiele prijzen te zorgen. Een bijdrage leveren aan Millenniumdoelstelling 1 (tegen 2015 het aantal mensen halveren dat vanminder dan 1 dollar per dag leeft) door familiale landbouwbedrijven een plaats te geven in hun aankoopbeleid. Het is ondertussen duidelijk dat hen dat op langere termijn ook geen windeieren legt. Vredeseilanden werkt op dit punt nauw samen met ondermeer Colruyt. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de core van de bedrijfsvoering inbouwen, niet in de rand of er van losgekoppeld door af toe een schenking te doen aan het goede doel. Het bevoordelen van duurzame producten afkomstig van familiale landbouw door ze een prominente plaats te geven op de schappen, ze te promoten en zichtbaar te maken... Consumenten kunnen een bewuste keuze maken door producten te consumeren afkomstig van familiale landbouw in België of in het Zuiden. Zo levert iedereen een bijdrage aan het halen van de eerste millenniumdoelstelling, want tweederde van de armen wereldwijd zijn boer of boerin.
Nguène, dorp in regio Tambacounda, voor even een filmlocatie, en wie weet binnenkort een stop op de Senegal Classic
Zie case study uit senegal dossier; aprovag haalt meer uit bananenteelt
Biorijst i.p.v. chloorgebleekte pesticidenrijst ▪ Ze verenigden zich in een organisatie die de rijst in het groot verkoopt of rechtstreeks, zonder tussenpersonen ▪ o.a. aan consumentengroepen in de stad ▪ Boeren hebben zelf rijstketen in handen en bepalen prijs
In Chunya, zuidwest Tanzania steeg het aantal boeren dat actief is in de zonnebloemteelt 200 (2006) naar 1600 (2008). 11 bedrijfjes in 2008. Verkoop op de lokale markt. Nog veel groeipotentieel!
VECO bracht spelers uit de hele pindaketen samen, zodat ze elkaars visie en problemen leerden kennen. Er werd een ontmoeting georganiseerd tussen de pindatelers, verwerkers, opkopers, handelaars, lokale overheden en landbouwvoorlichters. Uit deze gesprekken bleek dat het loont voor de boeren om zich te organiseren als groep, zich beter te informeren en als groep te onderhandelen met de opkopers. Een succesvolle dialoog!
De leiders en leden van Chuya Mikuna wouden uit de oneerlijke cirkel komen die de kracht en middelen van de boeren en boerinnen van Chuya afroomde. De vrouwen van Machala (kuststreek Ecuador) hadden een organisatie waarmee ze groenten kochten op de grootmarkt om ze dan in manden verder te verdelen voor een zachte prijs aan vrouwen met weinig middelen. De leiders van Chuya legde de eerst contacten met de vrouwenbeweging van Machala. Na het eerste gesprek was iedereen overtuigd: de producenten van de Chuya zouden het aankunnen. Ze hadden een goed opkoopsysteem, ze hadden zich in de loop der jaren goed georganiseerd en ze hadden een strak geplande productie. Zo ontstond een schitterende band tussen stad en platteland. Om de toelevering te garanderen sloot Chuya Mikuna nog verbanden met honderden andere producenten uit verschillende provincies. Chuya Mikuna verkoopt bijna 95% van de producten van de aangesloten organisaties en betaalt ze eerlijke prijzen. De verkoop aan de vrouwen van Machala loopt nu echt als een trein.
Pilootproject met 500 rijstboeren: kwaliteitsverbetering zodat ze sterker staan op de lokale markt. Een symbolisch deel van de rijst zal –als alles volgens plan verloopt- ook geëxporteerd worden en in de rekken van de Colruyt terechtkomen.
BertW: Een handtekening van De Gucht is meer waard dan 10000 handtekeningen van boeren… Vredeseilanden is o.a. lid van de Belgische regeringsdelegatie naar de FAO-top in Rome (juni 2008) lid van de Global Food Crisis Roundtable van de World Bank lid stuurgroep IAASTD landbouw-studie (Wereldbank e.a.) voorzitter van de voedselveiligheid-groep van Concord, de koepel van Europese ontwikkelings-NGOs
De meeste voedselhulppakketten komen van Europa, VS, e.d. Lokaal aankopen van voedsel, betekent een stimulans voor lokale economie + Wereldvoedseprogramma bespaart op transportkosten + voedsel is aangepast aan smaak en dieet van de streek. Leden van Congolese boerenvakbond Sydip en coöperatieve Coocenki (samen goed voor 24.199 leden) leveren bonen en maïsmeel aan vluchtelingen in Congo en buurlanden. Dit project wordt nu als voorbeeld aangehaald op verschillende fora, om ook andere landen ervan te overtuigen dat het lokaal aankopen van voedsel de beste optie is.
Bv in Benin: rijstboeren hadden er tot voor kort geen idee van hoe hun klanten in buurland Nigeria de rijst klaarmaken en welke variëteiten ze het lekkerste vinden. Een ander duurzaam aankoopgedrag is beter voor familiale landbouw, voor landelijke ontwikkeling wereldwijd, voor het klimaat en milieu.
In Vlaanderen heeft Vredeseilanden ook veel aandacht voor projecten die het aankoopgedrag van consumenten ten voordele van producten uit duurzame landbouw stimuleren. FTG speelt in op beschikbaarheid en aankoop van duurzame producten uit eerlijke handel en duurzame landbouw. Eind 2008 werkten er 173 gemeenten mee aan FTG, 62 gemeenten waren in het bezit van de titel. Foodhunt: jeugdbewegingen gaan op jacht naar gratis en duurzaam voedsel voor op kamp Changethefood: dit is een samenwerking binnen FTG, “deze school is verkocht”, leerlingen worden ertoe aangezet om na te denken over duurzame voeding.
Rol van VECO medewerkers = moderator / facilitator: overleg met partnerorganisaties, ideeën aanbrengen, plannen maken, opvolging van plannen, problemen, mislukkingen en resultaten bespreken met andere VECO kantoren, specialist/expert ketenontwikkeling, advocacy, vermarkting, consumenten…