SlideShare a Scribd company logo
1
©Rikolto
2
De export van Senegalese bananen – bio én fair trade! – naar België is al een aantal keer
aangekondigd. Maar de obstakels op de weg van Tambacounda naar de winkels van
Colruyt zijn voorlopig erg groot. “Soms durven we in ons enthousiasme al eens vergeten
dat het leveren van kwaliteit en kwantiteit voor een moeilijk product als bananen geen
evidentie is, zeker niet voor boerenorganisaties zonder ervaring”, getuigt Leo Ghysels van
Rikolto, het vroegere Vredeseilanden. Dromen hebben plaatsgemaakt voor realisme, maar
het werk gaat door.
Bananen in Tambacounda p 3
Enorme troeven p 3
Stap voor stap p 5
Binnenland of buitenland? p 6
Conclusie p 7
BananeninTambacounda©Rikolto
3
Toen Senegal in de jaren 70 en 80 kampte met periodes van aanhoudende droogte,
migreerden heel wat boeren naar de regio’s rond de Gambiarivier, ten zuiden van de
stad Tambacounda. Met de hulp van de Senegalese ngo OFADEC organiseerden
ze zich in producentengroepen (GIE’s, Groupements d’Intérêt Economique) en in
een overkoepelende boerenorganisatie APROVAG (Association des Producteurs
de la Vallée fleuve de la Gambie). In de dorpen wonen verschillende gemeen-
schappen door elkaar: Wolof, Peulh, Sérères en Diola. Om het socioculturele even-
wicht niet te verstoren opteerde men voor een collectieve aanpak: de gronden zijn
eigendom van de GIE’s en zij verdelen de plots onder de boeren.
Al snel werd ingezet op de bananenteelt. De condities zijn er immers goed: de
Gambiarivier levert water en de luchtvochtigheid is laag, waardoor schimmels en
ziektes weinig kansen krijgen. Vandaag telt APROVAG ongeveer 1000 leden, waar-
van een derde vrouwen. Zij telen ook katoen, pindanoten en voedselgewassen,
maar voor hun inkomsten zijn ze vooral aangewezen op de verkoop van hun bana-
nen op de markten van Dakar, Kaolack en Touba. De ‘soudure’, de periode dat er
geen bananenoogst is, blijft een precair seizoen voor veel families.
Behalve het feit dat de regio geschikt is voor de
bananenteelt zit er nog wel meer muziek in het
verhaal van APROVAG. Senegal heeft zich intus-
sen voldoende bewezen als politiek stabiel land,
ook al is het multicultureel en -religieus. De Sene-
galese tolerantie houdt goed stand, zelfs nu het
moslimextremisme tot in de buurlanden Mali en
Mauretanië is genaderd. APROVAG telt onder zijn
leden boeren met namen als Jeanne, Michael of
Fréderic – katholieken dus – naast Issa’s en
Mohammeds. De infrastructuur is behoorlijk: de
weg van Tambacounda naar Dakar is naar Afri-
kaanse maatstaven onmiskenbaar een troef. Tot
slot wil de Senegalese overheid extra inzetten op
een aantal producten met exportmogelijkheden.
De banaan is er een van.
Nog belangrijker is het marktpotentieel. Senegal
heeft een eigen productie van ongeveer 36.000
ton per jaar. Omdat er in het land zelf jaarlijks zo’n
45 à 50.000 ton bananen worden geconsumeerd,
moet de rest worden geïmporteerd. Die invoer
komt hoofdzakelijk uit Ivoorkust. Zodra de Sene-
galese boeren er dus in slagen de kwaliteit van de
Ivoriaanse banaan te evenaren, hebben zij enor-
me troeven in handen.
In 2007 stapt Rikolto mee in dit verhaal. De Belgi-
sche ngo was al langer actief in het land en in de
streek en zag het potentieel. Het verhaal van
APROVAG paste ook perfect in de weg die Rikolto
met zijn partners wereldwijd was ingeslagen, de
zogenaamde ‘keten-aanpak’.
©Rikolto
4
Daarin staat de kleinschalige, familiale landbouw nog steeds centraal, maar wordt
heel nadrukkelijk de positie van de producent in de hele keten bekeken. Binnen
zo’n keten zijn de consumentenvraag en de markten drijvende krachten en Rikol-
to ziet zichzelf als een bruggenbouwer tussen de verschillende stakeholders. Dit
met één doel: proberen te bewerkstelligen dat de boeren niet langer als zwakste
schakel in de kou blijven staan.
Daardoor concentreert de
samenwerking tussen
Rikolto en APROVAG zich
niet louter op organisatie-
versterking of kwaliteits-
verbetering, maar ook op
contacten met andere
spelers binnen de bana-
nenketen.
Een eerste belangrijke
partner werd Agrofair,
importeur van tropisch
fruit, vooral in de bio- en
fairtradesector. Momen-
teel komen hun EkoOké
bananen hoofdzakelijk uit Peru. Aangezien de vaartijd vanuit Dakar veel korter is
dan vanuit Zuid-Amerika, zien zij zeker brood in Senegalese bananen en zijn ze
bereid hierin te investeren.
In 2011 werd ook het Trade for Development Centre partner met een investe-
ring van € 320.000 over meerdere jaren. In eerste instantie werd hiermee de
bouw van een aantal verpakkingsstations gefinancierd waar de bananen konden
worden gewassen en verpakt in kartonnen dozen. Dat is niet alleen noodzakelijk
voor de export, maar ook voor de supermarkten in Dakar.
Een tweede deel van de financiering diende om APROVAG te helpen een bio–
en fairtradecertificering te behalen. Door producenten op te leiden in kwaliteits-
controles en de principes van biolandbouw, door procedures te formaliseren,
door audits voor te bereiden, door testvelden op te starten… werd de organisatie
klaargestoomd om aan alle noodzakelijke cri-
teria te voldoen. Dit moet hen toegang geven
tot de Europese markt van de bio– en fairtra-
debanaan, een commerciële niche die een
behoorlijke meerwaarde met zich meebrengt.
Deze dubbele certificering was eveneens de
voorwaarde die Colruyt had vooropgesteld
om met APROVAG in zee te gaan, wat ze in
2013 ook effectief deden. Rikolto en Colruyt
kennen elkaar al langer, onder meer van een
intensieve samenwerking rond rijst in Benin.
Philippe Toussaint van het Corporate Social
Responsability team van Colruyt Group
omschrijft de visie van de retailer als volgt:
“Een aantal jaren geleden zijn we gestart met
‘ketenprojecten’ waarbij het doel is de keten
van producent tot consument te verduurza-
men. We investeren mee en engageren ons
om op termijn, wanneer de organisatie er klaar
voor is, een vast en aanzienlijk volume te
kopen.”
Met een importeur (Agrofair), een retailer
(Colruyt), een facilitator (Rikolto) en de Belgi-
sche Ontwikkelingssamenwerking (via TDC)
aan boord leek de toekomst van de Senegale-
se banaan veelbelovend. “Maar we hebben
ons allemaal iets te veel laten leiden door ons
enthousiasme,” geeft Leo Ghysels, Program
Advisor sustainable chain development van
Rikolto, toe. “Er lagen en liggen nog steeds
veel obstakels op de weg. Trouwens, mocht
het een simpel verhaal zijn, dan zouden de
Chiquita’s en andere grote bananenspelers
van de wereld al lang in Senegal actief zijn.”
©Rikolto
5
“Om bananen te exporteren moet de hele keten georganiseerd zijn als een indu-
strie”, benadrukt Leo Ghysels. “Vanaf het plantgoed tot de levering in Dakar, elke
handeling moet een routine zijn die kan herhaald worden, elke week, met
regelmaat op het vlak van kwaliteit en kwantiteit. Bovendien moet die discipline
doordringen tot bij elke individuele boer. Want op één plantage gaat het vaak over
150 individuele boeren, die elk een lapje grond bewerken. Al die handelingen
stroomlijnen tot een goed draaiende keten is een werk van vele jaren.”
Zo zijn de systemen voor kwaliteitscontrole nog niet operationeel in elke
boerengroep. Iedere producent moet met veel zorg snoeien en uitdunnen, de
kleine bananen wegnemen zodat andere bananen beter kunnen groeien. Nog niet
iedereen werkt met gekleurde lintjes die aangeven welke trossen op welk moment
klaar zijn om te oogsten. Wie levert aan een supermarkt in Dakar of aan een
Europese importeur moet bovendien voldoen aan strikte normen rond traceer-
baarheid. Ook die registratiesystemen staan nog niet overal op punt.
Essentieel is het irrigatievraagstuk want een bananenplant heeft 50 à 60 liter
water per dag nodig. De plantages liggen langs de oever van de Gambiarivier,
dus water is er zeker voldoende. Maar veel boeren irrigeerden hun stukje tot voor
kort manueel, met tuinslangen. Dat is al snel vijf uur werk per dag. Intussen heb-
ben enkele plantages sprinklerinstallaties, waardoor zuiniger, gerichter en
frequenter kan besproeid worden.
Recent werd nog een waterpomp en een elektrische installatie geschonken door
Colruyt en getransporteerd naar Tambacounda. Dit zijn essentiële stappen want
bananen die tijdens de groei waterstress hebben, beginnen al aan de plant te rij-
pen. Aan de buitenkant is dat niet te zien, maar als ze nog tien dagen in een con-
tainer op een schip voor de boeg hebben, is dat nefast. Ongetwijfeld is het daar
misgelopen met de testcontainer die in 2015 in Rotterdam toekwam.
Een ander heikel punt is de bemesting. Met het oog op biocertificatie is de
productie van organische mest belangrijk. Daarom is in Sankagne in 2014 een
compostbedrijfje opgericht dat ook werkgelegenheid creëert voor jongeren uit de
buurt. Een echte doorbraak wordt echter maar verwacht wanneer de fondsen er
zijn om een tractor, een aanhangwagen en een
composteerder aan te kopen. Zonder was het haast
onmogelijk om de mestproductie op te drijven. Dat
irrigatie en bemesting lonen staat vast. In het dorp
Nguène, waar de boeren de voorbije jaren intensie-
ve begeleiding gekregen hebben, is de opbrengst
meer dan verdubbeld.
Tot slot is er nog het beheer. Een boerenvakbond
heeft geen commerciële logica en daarom werd
naast APROVAG een bedrijfspoot opgericht, APRO-
COB. Maar die structuur operationeel krijgen is
opnieuw een proces dat vorming en tijd vraagt.
IrrigatievanuitdeGambiarivier©Rikolto
6
De droom om naar België te exporteren heeft
zaken in beweging gebracht. Dat bewijst het
verhaal van de certificeringen. De boerengroep
Nguène II behaalde in de zomer van 2016 zijn
certificaat voor bio, GlobalGAP en APROVAG
voor fair trade. “Dit bewijst dat het verhaal blijft
leven bij alle partners”, vat Leo Ghysels de
huidige stand van zaken samen. “Maar intus-
sen is iedereen er zich ook van bewust dat er
nog heel wat stappen moeten gezet worden
om een constante kwaliteit en kwantiteit te
garanderen. Dat zal geen verhaal van maanden zijn, maar van jaren.”
Op korte termijn zijn er mogelijkheden op de binnenlandse markt. Vroeger lever-
de APROVAG vooral ‘in bulk’ aan opkopers die de trossen naar de Senegalese
grootsteden brachten. Maar inmiddels zijn er contacten gelegd met supermarkten
in Dakar zoals Casino en CityDia. Zowel expats als de groeiende Senegalese
middenklasse doet daar zijn boodschappen en betaalt prijzen die niet zo gek veel
lager liggen dan in Europa: 900 FCFA per kg, ongeveer 1,5 euro. Voorwaarde is
wel dat de bananen in dozen geleverd worden.
“Dat is de uitdaging voor de komende periode”, zegt Leo Ghysels. “Om te
beginnen verder experimenteren met leveren aan grote importeurs en grossisten
in Dakar. En vooral: uitzoeken hoe we dat proces het meest rendabel kunnen
maken. De verschillende opties voor transport naar Dakar zijn een belangrijke
factor daarbij. Tambacounda ligt langs de drukke weg naar Mali en er passeren
veel vrachtwagens die leeg uit het buurland terugkeren. Maar ook de optie van
een eigen vrachtwagen met koelcontainer moet zeker bekeken worden. Dat ver-
onderstelt dat je regelmatig voldoende bananen kan leveren en dat je cargo vindt
om niet leeg terug te keren uit Dakar. Uittesten, berekenen en vooral leren, dat is
de boodschap. Maar het is enkel vanuit die ervaringen dat de exportoptie weer
dichterbij zal komen.”
In het project dat TDC financierde waren
ook twee studiereizen voorzien naar Peru.
“Onze Peruaanse collega’s zijn erin ge-
slaagd om veel processen sterk te ver-
eenvoudigen, waardoor de kosten gedrukt
worden”, herinnert Valentin, lid van
Aprovag, zich. “De irrigatie, het transport
van de bananen naar de opslagplaats, het
wassen van de bananen, ... Vaak zijn het
eenvoudige oplossingen die het werk
verlichten en die we op korte termijn kun-
nen overnemen.” Onder meer de bouw
van de verpakkingsstations werd geënt op
Latijns-Amerikaans model.
©Rikolto
7
Productie is één zaak. Duurzame productie, inclusief bio- en/of fairtradelabel een tweede. Maar zelfs dan ben je nog niet meteen klaar om te expor-
teren, dat bewijst dit Senegalese bananenverhaal. Voorlopig blijft het voor de boeren van Tambacounda zeker nog een tijdje bij de binnenlandse
markt. “De hoop om te kunnen exporteren naar de Colruytwinkels heeft de Senegalezen een boost gegeven. En ja, er is veel vooruitgang geboekt.
Maar neen, we zijn er nog lang niet”, zegt Leo Ghysels. “Belangrijk is dat de boeren tijdens dat lange proces vooruitgang blijven voelen. Wat geluk-
kig het geval is, van irrigatie over compost tot de gestegen prijs voor hun bananen. “
Voor de verschillende partners in het project is het nogmaals een bewijs van de complexiteit van onze aanpak. “Soms willen we te graag en te snel
aantonen dat een keten werkt. Terwijl de langzame weg doorgaans de enig mogelijke en de meest duurzame is”, besluit Leo Ghysels.
Rikolto: https://www.rikolto.be/nl/project
bananen-uit-senegal
Agrofair:
www.agrofair.nl
www.fairtaste.nl/current-projects/24-prj6-fair
-trade-and-organic-certified-bananas-from-
senegal
Colruyt: https://www.colruytgroup.com/wps/
portal/cg/nl/home/verhalen/bananas-
senegal-chain-project-export-local/bananen-
senegal-ketenproject-export-lokaal
©Rikolto

More Related Content

Similar to De langzame weg van de Senegalese banaan

Filip Cuyers Vredeseilanden
Filip Cuyers VredeseilandenFilip Cuyers Vredeseilanden
Filip Cuyers Vredeseilanden
jdhondt
 
Coöperaties en eerlijke handel gaan hand in hand
Coöperaties en eerlijke handel gaan hand in handCoöperaties en eerlijke handel gaan hand in hand
Coöperaties en eerlijke handel gaan hand in hand
TradeForDevelopment Centre
 
De Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld GeoptimaliseerdDe Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld Geoptimaliseerd
TomPlat
 
The world optimized
The world optimizedThe world optimized
The world optimized
TomPlat
 
De Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld GeoptimaliseerdDe Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld Geoptimaliseerd
John Poppelaars
 
Zeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen
Zeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketenZeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen
Zeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen
TradeForDevelopment Centre
 
LandEnTuinbouw_DS_2015
LandEnTuinbouw_DS_2015LandEnTuinbouw_DS_2015
LandEnTuinbouw_DS_2015Anke Baeten
 
Fair trade uit Europa
Fair trade uit EuropaFair trade uit Europa
Fair trade uit Europa
TradeForDevelopment Centre
 
TDC in de bres voor inheemse gemeenschappen
TDC in de bres voor inheemse gemeenschappenTDC in de bres voor inheemse gemeenschappen
TDC in de bres voor inheemse gemeenschappen
TradeForDevelopment Centre
 
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_websiteDuurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_websiteLaurien Danckaerts
 
Maatschappelijke impact Rabobank
Maatschappelijke impact RabobankMaatschappelijke impact Rabobank
Maatschappelijke impact Rabobank
Rabobank
 
De steun van TDC aan burundese koffieboeren
De steun van TDC aan burundese koffieboerenDe steun van TDC aan burundese koffieboeren
De steun van TDC aan burundese koffieboeren
TradeForDevelopment Centre
 
Side by Site
Side by Site Side by Site
Side by Site
Wendy van Rooden
 
De zwammerij
De zwammerijDe zwammerij

Similar to De langzame weg van de Senegalese banaan (14)

Filip Cuyers Vredeseilanden
Filip Cuyers VredeseilandenFilip Cuyers Vredeseilanden
Filip Cuyers Vredeseilanden
 
Coöperaties en eerlijke handel gaan hand in hand
Coöperaties en eerlijke handel gaan hand in handCoöperaties en eerlijke handel gaan hand in hand
Coöperaties en eerlijke handel gaan hand in hand
 
De Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld GeoptimaliseerdDe Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld Geoptimaliseerd
 
The world optimized
The world optimizedThe world optimized
The world optimized
 
De Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld GeoptimaliseerdDe Wereld Geoptimaliseerd
De Wereld Geoptimaliseerd
 
Zeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen
Zeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketenZeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen
Zeg het met bloemen! Over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen
 
LandEnTuinbouw_DS_2015
LandEnTuinbouw_DS_2015LandEnTuinbouw_DS_2015
LandEnTuinbouw_DS_2015
 
Fair trade uit Europa
Fair trade uit EuropaFair trade uit Europa
Fair trade uit Europa
 
TDC in de bres voor inheemse gemeenschappen
TDC in de bres voor inheemse gemeenschappenTDC in de bres voor inheemse gemeenschappen
TDC in de bres voor inheemse gemeenschappen
 
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_websiteDuurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
Duurzaamheidsrapport Responsibly Fresh 2014-2015_website
 
Maatschappelijke impact Rabobank
Maatschappelijke impact RabobankMaatschappelijke impact Rabobank
Maatschappelijke impact Rabobank
 
De steun van TDC aan burundese koffieboeren
De steun van TDC aan burundese koffieboerenDe steun van TDC aan burundese koffieboeren
De steun van TDC aan burundese koffieboeren
 
Side by Site
Side by Site Side by Site
Side by Site
 
De zwammerij
De zwammerijDe zwammerij
De zwammerij
 

De langzame weg van de Senegalese banaan

  • 2. 2 De export van Senegalese bananen – bio én fair trade! – naar België is al een aantal keer aangekondigd. Maar de obstakels op de weg van Tambacounda naar de winkels van Colruyt zijn voorlopig erg groot. “Soms durven we in ons enthousiasme al eens vergeten dat het leveren van kwaliteit en kwantiteit voor een moeilijk product als bananen geen evidentie is, zeker niet voor boerenorganisaties zonder ervaring”, getuigt Leo Ghysels van Rikolto, het vroegere Vredeseilanden. Dromen hebben plaatsgemaakt voor realisme, maar het werk gaat door. Bananen in Tambacounda p 3 Enorme troeven p 3 Stap voor stap p 5 Binnenland of buitenland? p 6 Conclusie p 7 BananeninTambacounda©Rikolto
  • 3. 3 Toen Senegal in de jaren 70 en 80 kampte met periodes van aanhoudende droogte, migreerden heel wat boeren naar de regio’s rond de Gambiarivier, ten zuiden van de stad Tambacounda. Met de hulp van de Senegalese ngo OFADEC organiseerden ze zich in producentengroepen (GIE’s, Groupements d’Intérêt Economique) en in een overkoepelende boerenorganisatie APROVAG (Association des Producteurs de la Vallée fleuve de la Gambie). In de dorpen wonen verschillende gemeen- schappen door elkaar: Wolof, Peulh, Sérères en Diola. Om het socioculturele even- wicht niet te verstoren opteerde men voor een collectieve aanpak: de gronden zijn eigendom van de GIE’s en zij verdelen de plots onder de boeren. Al snel werd ingezet op de bananenteelt. De condities zijn er immers goed: de Gambiarivier levert water en de luchtvochtigheid is laag, waardoor schimmels en ziektes weinig kansen krijgen. Vandaag telt APROVAG ongeveer 1000 leden, waar- van een derde vrouwen. Zij telen ook katoen, pindanoten en voedselgewassen, maar voor hun inkomsten zijn ze vooral aangewezen op de verkoop van hun bana- nen op de markten van Dakar, Kaolack en Touba. De ‘soudure’, de periode dat er geen bananenoogst is, blijft een precair seizoen voor veel families. Behalve het feit dat de regio geschikt is voor de bananenteelt zit er nog wel meer muziek in het verhaal van APROVAG. Senegal heeft zich intus- sen voldoende bewezen als politiek stabiel land, ook al is het multicultureel en -religieus. De Sene- galese tolerantie houdt goed stand, zelfs nu het moslimextremisme tot in de buurlanden Mali en Mauretanië is genaderd. APROVAG telt onder zijn leden boeren met namen als Jeanne, Michael of Fréderic – katholieken dus – naast Issa’s en Mohammeds. De infrastructuur is behoorlijk: de weg van Tambacounda naar Dakar is naar Afri- kaanse maatstaven onmiskenbaar een troef. Tot slot wil de Senegalese overheid extra inzetten op een aantal producten met exportmogelijkheden. De banaan is er een van. Nog belangrijker is het marktpotentieel. Senegal heeft een eigen productie van ongeveer 36.000 ton per jaar. Omdat er in het land zelf jaarlijks zo’n 45 à 50.000 ton bananen worden geconsumeerd, moet de rest worden geïmporteerd. Die invoer komt hoofdzakelijk uit Ivoorkust. Zodra de Sene- galese boeren er dus in slagen de kwaliteit van de Ivoriaanse banaan te evenaren, hebben zij enor- me troeven in handen. In 2007 stapt Rikolto mee in dit verhaal. De Belgi- sche ngo was al langer actief in het land en in de streek en zag het potentieel. Het verhaal van APROVAG paste ook perfect in de weg die Rikolto met zijn partners wereldwijd was ingeslagen, de zogenaamde ‘keten-aanpak’. ©Rikolto
  • 4. 4 Daarin staat de kleinschalige, familiale landbouw nog steeds centraal, maar wordt heel nadrukkelijk de positie van de producent in de hele keten bekeken. Binnen zo’n keten zijn de consumentenvraag en de markten drijvende krachten en Rikol- to ziet zichzelf als een bruggenbouwer tussen de verschillende stakeholders. Dit met één doel: proberen te bewerkstelligen dat de boeren niet langer als zwakste schakel in de kou blijven staan. Daardoor concentreert de samenwerking tussen Rikolto en APROVAG zich niet louter op organisatie- versterking of kwaliteits- verbetering, maar ook op contacten met andere spelers binnen de bana- nenketen. Een eerste belangrijke partner werd Agrofair, importeur van tropisch fruit, vooral in de bio- en fairtradesector. Momen- teel komen hun EkoOké bananen hoofdzakelijk uit Peru. Aangezien de vaartijd vanuit Dakar veel korter is dan vanuit Zuid-Amerika, zien zij zeker brood in Senegalese bananen en zijn ze bereid hierin te investeren. In 2011 werd ook het Trade for Development Centre partner met een investe- ring van € 320.000 over meerdere jaren. In eerste instantie werd hiermee de bouw van een aantal verpakkingsstations gefinancierd waar de bananen konden worden gewassen en verpakt in kartonnen dozen. Dat is niet alleen noodzakelijk voor de export, maar ook voor de supermarkten in Dakar. Een tweede deel van de financiering diende om APROVAG te helpen een bio– en fairtradecertificering te behalen. Door producenten op te leiden in kwaliteits- controles en de principes van biolandbouw, door procedures te formaliseren, door audits voor te bereiden, door testvelden op te starten… werd de organisatie klaargestoomd om aan alle noodzakelijke cri- teria te voldoen. Dit moet hen toegang geven tot de Europese markt van de bio– en fairtra- debanaan, een commerciële niche die een behoorlijke meerwaarde met zich meebrengt. Deze dubbele certificering was eveneens de voorwaarde die Colruyt had vooropgesteld om met APROVAG in zee te gaan, wat ze in 2013 ook effectief deden. Rikolto en Colruyt kennen elkaar al langer, onder meer van een intensieve samenwerking rond rijst in Benin. Philippe Toussaint van het Corporate Social Responsability team van Colruyt Group omschrijft de visie van de retailer als volgt: “Een aantal jaren geleden zijn we gestart met ‘ketenprojecten’ waarbij het doel is de keten van producent tot consument te verduurza- men. We investeren mee en engageren ons om op termijn, wanneer de organisatie er klaar voor is, een vast en aanzienlijk volume te kopen.” Met een importeur (Agrofair), een retailer (Colruyt), een facilitator (Rikolto) en de Belgi- sche Ontwikkelingssamenwerking (via TDC) aan boord leek de toekomst van de Senegale- se banaan veelbelovend. “Maar we hebben ons allemaal iets te veel laten leiden door ons enthousiasme,” geeft Leo Ghysels, Program Advisor sustainable chain development van Rikolto, toe. “Er lagen en liggen nog steeds veel obstakels op de weg. Trouwens, mocht het een simpel verhaal zijn, dan zouden de Chiquita’s en andere grote bananenspelers van de wereld al lang in Senegal actief zijn.” ©Rikolto
  • 5. 5 “Om bananen te exporteren moet de hele keten georganiseerd zijn als een indu- strie”, benadrukt Leo Ghysels. “Vanaf het plantgoed tot de levering in Dakar, elke handeling moet een routine zijn die kan herhaald worden, elke week, met regelmaat op het vlak van kwaliteit en kwantiteit. Bovendien moet die discipline doordringen tot bij elke individuele boer. Want op één plantage gaat het vaak over 150 individuele boeren, die elk een lapje grond bewerken. Al die handelingen stroomlijnen tot een goed draaiende keten is een werk van vele jaren.” Zo zijn de systemen voor kwaliteitscontrole nog niet operationeel in elke boerengroep. Iedere producent moet met veel zorg snoeien en uitdunnen, de kleine bananen wegnemen zodat andere bananen beter kunnen groeien. Nog niet iedereen werkt met gekleurde lintjes die aangeven welke trossen op welk moment klaar zijn om te oogsten. Wie levert aan een supermarkt in Dakar of aan een Europese importeur moet bovendien voldoen aan strikte normen rond traceer- baarheid. Ook die registratiesystemen staan nog niet overal op punt. Essentieel is het irrigatievraagstuk want een bananenplant heeft 50 à 60 liter water per dag nodig. De plantages liggen langs de oever van de Gambiarivier, dus water is er zeker voldoende. Maar veel boeren irrigeerden hun stukje tot voor kort manueel, met tuinslangen. Dat is al snel vijf uur werk per dag. Intussen heb- ben enkele plantages sprinklerinstallaties, waardoor zuiniger, gerichter en frequenter kan besproeid worden. Recent werd nog een waterpomp en een elektrische installatie geschonken door Colruyt en getransporteerd naar Tambacounda. Dit zijn essentiële stappen want bananen die tijdens de groei waterstress hebben, beginnen al aan de plant te rij- pen. Aan de buitenkant is dat niet te zien, maar als ze nog tien dagen in een con- tainer op een schip voor de boeg hebben, is dat nefast. Ongetwijfeld is het daar misgelopen met de testcontainer die in 2015 in Rotterdam toekwam. Een ander heikel punt is de bemesting. Met het oog op biocertificatie is de productie van organische mest belangrijk. Daarom is in Sankagne in 2014 een compostbedrijfje opgericht dat ook werkgelegenheid creëert voor jongeren uit de buurt. Een echte doorbraak wordt echter maar verwacht wanneer de fondsen er zijn om een tractor, een aanhangwagen en een composteerder aan te kopen. Zonder was het haast onmogelijk om de mestproductie op te drijven. Dat irrigatie en bemesting lonen staat vast. In het dorp Nguène, waar de boeren de voorbije jaren intensie- ve begeleiding gekregen hebben, is de opbrengst meer dan verdubbeld. Tot slot is er nog het beheer. Een boerenvakbond heeft geen commerciële logica en daarom werd naast APROVAG een bedrijfspoot opgericht, APRO- COB. Maar die structuur operationeel krijgen is opnieuw een proces dat vorming en tijd vraagt. IrrigatievanuitdeGambiarivier©Rikolto
  • 6. 6 De droom om naar België te exporteren heeft zaken in beweging gebracht. Dat bewijst het verhaal van de certificeringen. De boerengroep Nguène II behaalde in de zomer van 2016 zijn certificaat voor bio, GlobalGAP en APROVAG voor fair trade. “Dit bewijst dat het verhaal blijft leven bij alle partners”, vat Leo Ghysels de huidige stand van zaken samen. “Maar intus- sen is iedereen er zich ook van bewust dat er nog heel wat stappen moeten gezet worden om een constante kwaliteit en kwantiteit te garanderen. Dat zal geen verhaal van maanden zijn, maar van jaren.” Op korte termijn zijn er mogelijkheden op de binnenlandse markt. Vroeger lever- de APROVAG vooral ‘in bulk’ aan opkopers die de trossen naar de Senegalese grootsteden brachten. Maar inmiddels zijn er contacten gelegd met supermarkten in Dakar zoals Casino en CityDia. Zowel expats als de groeiende Senegalese middenklasse doet daar zijn boodschappen en betaalt prijzen die niet zo gek veel lager liggen dan in Europa: 900 FCFA per kg, ongeveer 1,5 euro. Voorwaarde is wel dat de bananen in dozen geleverd worden. “Dat is de uitdaging voor de komende periode”, zegt Leo Ghysels. “Om te beginnen verder experimenteren met leveren aan grote importeurs en grossisten in Dakar. En vooral: uitzoeken hoe we dat proces het meest rendabel kunnen maken. De verschillende opties voor transport naar Dakar zijn een belangrijke factor daarbij. Tambacounda ligt langs de drukke weg naar Mali en er passeren veel vrachtwagens die leeg uit het buurland terugkeren. Maar ook de optie van een eigen vrachtwagen met koelcontainer moet zeker bekeken worden. Dat ver- onderstelt dat je regelmatig voldoende bananen kan leveren en dat je cargo vindt om niet leeg terug te keren uit Dakar. Uittesten, berekenen en vooral leren, dat is de boodschap. Maar het is enkel vanuit die ervaringen dat de exportoptie weer dichterbij zal komen.” In het project dat TDC financierde waren ook twee studiereizen voorzien naar Peru. “Onze Peruaanse collega’s zijn erin ge- slaagd om veel processen sterk te ver- eenvoudigen, waardoor de kosten gedrukt worden”, herinnert Valentin, lid van Aprovag, zich. “De irrigatie, het transport van de bananen naar de opslagplaats, het wassen van de bananen, ... Vaak zijn het eenvoudige oplossingen die het werk verlichten en die we op korte termijn kun- nen overnemen.” Onder meer de bouw van de verpakkingsstations werd geënt op Latijns-Amerikaans model. ©Rikolto
  • 7. 7 Productie is één zaak. Duurzame productie, inclusief bio- en/of fairtradelabel een tweede. Maar zelfs dan ben je nog niet meteen klaar om te expor- teren, dat bewijst dit Senegalese bananenverhaal. Voorlopig blijft het voor de boeren van Tambacounda zeker nog een tijdje bij de binnenlandse markt. “De hoop om te kunnen exporteren naar de Colruytwinkels heeft de Senegalezen een boost gegeven. En ja, er is veel vooruitgang geboekt. Maar neen, we zijn er nog lang niet”, zegt Leo Ghysels. “Belangrijk is dat de boeren tijdens dat lange proces vooruitgang blijven voelen. Wat geluk- kig het geval is, van irrigatie over compost tot de gestegen prijs voor hun bananen. “ Voor de verschillende partners in het project is het nogmaals een bewijs van de complexiteit van onze aanpak. “Soms willen we te graag en te snel aantonen dat een keten werkt. Terwijl de langzame weg doorgaans de enig mogelijke en de meest duurzame is”, besluit Leo Ghysels. Rikolto: https://www.rikolto.be/nl/project bananen-uit-senegal Agrofair: www.agrofair.nl www.fairtaste.nl/current-projects/24-prj6-fair -trade-and-organic-certified-bananas-from- senegal Colruyt: https://www.colruytgroup.com/wps/ portal/cg/nl/home/verhalen/bananas- senegal-chain-project-export-local/bananen- senegal-ketenproject-export-lokaal ©Rikolto