De export van Senegalese bananen – bio én fair trade! – naar België is al een aantal keer aangekondigd. Maar de obstakels op de weg van Tambacounda naar de winkels van Colruyt zijn voorlopig erg groot.
Desondanks het grote potentieel en het engagement van verschillende partners - waaronder het Trade for Development Centre - blijft het leveren van kwaliteit en kwantiteit voor een moeilijk product als de banaan een enorme uitdaging.
Nadat de cacaoindustrie met de vinger werd gewezen omwille van de vele schandalen rond kinderarbeid op de velden en ten gevolge van de veel te lage prijzen die aan de cacaoproducenten werden betaald, namen grote bedrijven uit de chocoladesector initiatieven om de duurzaamheid te verbeteren. Hoe is de situatie vandaag, zeker nadat de cacaoprijs op de wereldmarkt het voorbije jaar een sterke daling kende?
Ondanks die moeilijke marktomstandigheden zijn er in alle cacaoregio’s coöperaties die resoluut kiezen voor een duurzame productie. Twintig ervan krijgen een duwtje in de rug van het Trade for Development Centre (TDC). Om hun hoop in beeld te brengen trekken we niet alleen naar Ghana en Ivoorkust, maar ook naar Bolivia en Vietnam.
Bananen zijn krom, maar de bananenhandel ook. Moordende concurrentie, sociale uitbuiting en weinig ecologische teeltwijzen zijn een oud zeer. Hoe staat het vandaag met de bruine plekken op het ‘groene goud’? En welke rol speelt fair trade in het hele verhaal?
Uit enquêtes tussen 2009 en 2011 blijkt dat 250.000 kinderen gebruikt en uitgebuit worden op de cacaoplantages in West-Afrika. In 2001 tekenden grote namen uit de chocolade-industrie het Harkin-Engel-protocol waarmee ze zich engageerden om de strijd aan te binden met de ergste vormen van kinderarbeid. Tien jaar later is geen enkele doelstelling echter gehaald.
In het artikel "Ethiek in de chocoladeketen" beschrijft Het Trade for Development Centre de complexe structuur van de keten die tot gevolg heeft dat de arme cacaoboeren niet delen in de winsten. Het artikel lijst enkele initiatieven op van de beroepssector en de grote merken die een eerste stap zijn in de goede richting.
Op 6 november 2010 werd de landelijke dag van het Burkina Faso Platform gehouden.
Cheryl van Kempen gaf in de workshop landbouw een korte introductie over de context waarin NGO's in landbouw in Burkina werken.
Boer & Tuinder, het wekelijkse ledenblad van Boerenbond wijdt een artikel aan Trias en Coprobich coöperatieve onder de kop 'Quinoa, Ecuadoraans supervoedsel voor de wereld?'
Nadat de cacaoindustrie met de vinger werd gewezen omwille van de vele schandalen rond kinderarbeid op de velden en ten gevolge van de veel te lage prijzen die aan de cacaoproducenten werden betaald, namen grote bedrijven uit de chocoladesector initiatieven om de duurzaamheid te verbeteren. Hoe is de situatie vandaag, zeker nadat de cacaoprijs op de wereldmarkt het voorbije jaar een sterke daling kende?
Ondanks die moeilijke marktomstandigheden zijn er in alle cacaoregio’s coöperaties die resoluut kiezen voor een duurzame productie. Twintig ervan krijgen een duwtje in de rug van het Trade for Development Centre (TDC). Om hun hoop in beeld te brengen trekken we niet alleen naar Ghana en Ivoorkust, maar ook naar Bolivia en Vietnam.
Bananen zijn krom, maar de bananenhandel ook. Moordende concurrentie, sociale uitbuiting en weinig ecologische teeltwijzen zijn een oud zeer. Hoe staat het vandaag met de bruine plekken op het ‘groene goud’? En welke rol speelt fair trade in het hele verhaal?
Uit enquêtes tussen 2009 en 2011 blijkt dat 250.000 kinderen gebruikt en uitgebuit worden op de cacaoplantages in West-Afrika. In 2001 tekenden grote namen uit de chocolade-industrie het Harkin-Engel-protocol waarmee ze zich engageerden om de strijd aan te binden met de ergste vormen van kinderarbeid. Tien jaar later is geen enkele doelstelling echter gehaald.
In het artikel "Ethiek in de chocoladeketen" beschrijft Het Trade for Development Centre de complexe structuur van de keten die tot gevolg heeft dat de arme cacaoboeren niet delen in de winsten. Het artikel lijst enkele initiatieven op van de beroepssector en de grote merken die een eerste stap zijn in de goede richting.
Op 6 november 2010 werd de landelijke dag van het Burkina Faso Platform gehouden.
Cheryl van Kempen gaf in de workshop landbouw een korte introductie over de context waarin NGO's in landbouw in Burkina werken.
Boer & Tuinder, het wekelijkse ledenblad van Boerenbond wijdt een artikel aan Trias en Coprobich coöperatieve onder de kop 'Quinoa, Ecuadoraans supervoedsel voor de wereld?'
De VN heeft 2012 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Coöperaties omdat "het commerciële ondernemingsmodellen zijn die talrijke gezinnen en gemeenschappen uit de armoede halen.”
Coöperatief ondernemen betekent dat leden zich vrijwillig verenigen omdat ze samen meer hulpmiddelen kunnen inzetten dan elk individueel. Dit solidair en participatief model vertegenwoordigt waarden die perfect overeenkomen met die van eerlijke handel: het betalen van een eerlijke prijs en het ontvangen van een rechtvaardig loon.
In 2007 riep de Britse minister van Internationale Samenwerking Hilary Benn consumenten op om Nederlandse bloemen geteeld in serres links te laten liggen en Keniaanse rozen te kopen.
Zijn argumenten: beter voor het milieu en goed voor de werkgelegenheid en de ontwikkelingskansen van het land. Maar klopt dat wel? Hoe duurzaam zijn geteelde bloemen uit het Zuiden en hoe kwalitatief zijn de werkomstandigheden? En waar staat fair trade in dit verhaal?
Volgens de VN wordt meer dan 20% van de aardoppervlakte bewoond door inheemse gemeenschappen. Ook vandaag nog zijn ze vaak het slachtoffer van sociale en economische achterstelling.
In de projecten die TDC ondersteunt in Peru, Bolivia, Vietnam, DR Congo en Tanzania maken inheemse ondernemingen zelf werk van de economische ontwikkeling van hun gemeenschappen, met respect voor de tradities.
Als maatschappelijke bank willen wij een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van welzijn & de welvaart in Nederland én de duurzame voedselvoorziening in de wereld. Dáár zetten we als bank op in, samen met onze klanten én samen met onze partners.
Burundi is een erg arm land gelegen in Centraal-Afrika. De koffieteelt vormt er de grootste bron van inkomsten voor bijna 750.000 families en genereert meer dan de helft van de exportinkomsten van het land. De privatisering van de koffiesector heeft ervoor gezorgd dat de boeren zich begonnen te organiseren en dat ze eigen verwerkingseenheden opstartten.
TDC ondersteunt het Consortium voor coöperaties van koffieproducenten (Cococa) en twee van haar leden zodat ze groter deel van de toegevoegde waarde van de keten kunnen ontvangen.
In het kader van Circulair Erfgoed Parkstad brengen we diverse smaakmakers, voor het creëren van een circulair metabolisme, in beeld. Tijdens ons rondetafelgesprek op kasteel Terworm heeft Harrie de Vries de deelnemers laten kennis maken met ‘De Zwammerij’.
More Related Content
Similar to De langzame weg van de Senegalese banaan
De VN heeft 2012 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Coöperaties omdat "het commerciële ondernemingsmodellen zijn die talrijke gezinnen en gemeenschappen uit de armoede halen.”
Coöperatief ondernemen betekent dat leden zich vrijwillig verenigen omdat ze samen meer hulpmiddelen kunnen inzetten dan elk individueel. Dit solidair en participatief model vertegenwoordigt waarden die perfect overeenkomen met die van eerlijke handel: het betalen van een eerlijke prijs en het ontvangen van een rechtvaardig loon.
In 2007 riep de Britse minister van Internationale Samenwerking Hilary Benn consumenten op om Nederlandse bloemen geteeld in serres links te laten liggen en Keniaanse rozen te kopen.
Zijn argumenten: beter voor het milieu en goed voor de werkgelegenheid en de ontwikkelingskansen van het land. Maar klopt dat wel? Hoe duurzaam zijn geteelde bloemen uit het Zuiden en hoe kwalitatief zijn de werkomstandigheden? En waar staat fair trade in dit verhaal?
Volgens de VN wordt meer dan 20% van de aardoppervlakte bewoond door inheemse gemeenschappen. Ook vandaag nog zijn ze vaak het slachtoffer van sociale en economische achterstelling.
In de projecten die TDC ondersteunt in Peru, Bolivia, Vietnam, DR Congo en Tanzania maken inheemse ondernemingen zelf werk van de economische ontwikkeling van hun gemeenschappen, met respect voor de tradities.
Als maatschappelijke bank willen wij een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van welzijn & de welvaart in Nederland én de duurzame voedselvoorziening in de wereld. Dáár zetten we als bank op in, samen met onze klanten én samen met onze partners.
Burundi is een erg arm land gelegen in Centraal-Afrika. De koffieteelt vormt er de grootste bron van inkomsten voor bijna 750.000 families en genereert meer dan de helft van de exportinkomsten van het land. De privatisering van de koffiesector heeft ervoor gezorgd dat de boeren zich begonnen te organiseren en dat ze eigen verwerkingseenheden opstartten.
TDC ondersteunt het Consortium voor coöperaties van koffieproducenten (Cococa) en twee van haar leden zodat ze groter deel van de toegevoegde waarde van de keten kunnen ontvangen.
In het kader van Circulair Erfgoed Parkstad brengen we diverse smaakmakers, voor het creëren van een circulair metabolisme, in beeld. Tijdens ons rondetafelgesprek op kasteel Terworm heeft Harrie de Vries de deelnemers laten kennis maken met ‘De Zwammerij’.
Similar to De langzame weg van de Senegalese banaan (14)