2. 2
De student-ondernemer
actuele socialezekerheids- en fiscale positie
Wanneer een student werkt en daaruit
inkomsten haalt, rijzen twee vragen: wat zijn
de fiscale en socialezekerheidsgevolgen
Pvoor de student als beroepsactive persoon op
het vlak van
sociaal statuut en daaruit voortvloeiende bijdragen
fiscaliteit
Pvoor de student als “persoon ten laste” van
zijn ouders op het vlak van
ziekteverzekering
kinderbijslag
belastingen
3. 3
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
Wanneer een student werkt en daaruit inkomsten haalt,
moeten verschillende situaties voor ogen worden gehouden.
Pwerkt hij in opdracht van een derde, dan is de
socialezekerheidsregling voor werknemers op hem van
toepassing, ongeacht of sprake is van een
arbeidsovereenkomst of niet
Pwerkt hij voor zichzelf, dan kan hij onder de
socialezekerheidsregeling voor zelfstandigen vallen
Pwerkt hij in het kader van een eigen vennootschap, dan
valt hij werkend vennoot onder de socialezekerheids-regeling voor
zelfstandigen
maar kan hij zijn bijdragelast verlichten
A. Sociale zekerheid
4. 4
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
A. De student werkt in opdracht van een derde
Ook als hij dat doet buiten een
gezagsverhouding, m.a.w. als zelfstandige, valt
hij in principe onder de socialezekerheids-
regeling voor werknemers.
Maar er is de uitsluiting met toepassing van de
50-dagenregel.
Bron: art. 3, 8°, Uitvoeringsbesluit RSZ-wet
Bron: art. 17bis Uitvoeringsbesluit RSZ-wet
5. 5
PBeginsel: valt onder de socialezekerheids-
regeling voor werknemers
gevolg: de gewone bijdragen zijn verschuldigd
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
A. De student werkt in opdracht van een derde
7. 7
PUitzondering: uitsluiting uit de
socialezekerheidsregeling voor werknemers
voorwaarden:
– overeenkomst voor tewerkstelling van studenten
– eerste 50 dagen / kalenderjaar
– bij overschrijding: gewone regeling
– wegens tewerkstelling bij verschillende werkgevers:
vanaf 51ste dag
– wegens tewerkstelling bij dezelfde werkgever: alle dagen
gevolg:
– niet de gewone bijdragen zijn verschuldigd
– maar solidariteitsbijdragen
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
A. De student werkt in opdracht van een derde
10. 10
PRegel:
doet hij dat beroepsmatig, d.w.z.
– met een zekere regelmaat (niet-occasioneel)
– met winstoogmerk (ook als is er verlies)
dan valt hij onder de socialezekerheidsregeling voor
zelfstandigen
Pgevolg: socialezekerheidsbijdragen zijn
verschuldigd
– minstens op verondersteld minimum van
nettobelastbare beroepsinkomsten als zelfstandige
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
II. De student werkt voor zichzelf als fysieke
persoon
Bron: art. 3 Sociaal Statuut Zelfstandigen
12. 12
Pals werkend vennoot is hij bijdrageplichtig in
de socialzekerheidsregeling voor
zelfstandigen
Pmaar
enkel op de beroepsinkomsten die hij uit zijn
vennootschap haalt
niet op wat hij in de vennootschap laat
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
III. De student werkt in het kader van een
eigen vennootschap
Bron: art. 3, § 1, 2de lid Sociaal Statuut Zelfstandigen
13. 13
PArbeid met solidariteitsbijdrage
(50- dagenregeling werknemers)
vrijgesteld:
– netto- belastbaar inkomen tot € 7.380
= bruto € 9.353,08
geen bedrijfsvoorheffing
zelf aangifte doen
PAndere arbeid (gewone werknemers- of
zelfstandigenregeling)
gewone belastingen
De student-ondernemer
I. Eigen socialezekerheids- en fiscale positie
B. Fiscaliteit
15. 15
PZiektekostenverzekering:
studenten 3de niveau: hoe dan ook recht op
ziektekostentegemoetkoming
PKinderbijslag:
verdiende loon speelt geen rol
aantal gewerkte uren mag
in 1ste, 2de en 4de kwartaal: geen 240/kwartaal
tenzij in 3de kwartaal (geen maximum)
– als ook in 2de kwartaal recht op kinderbijslag
De student-ondernemer
II. De student-ondernemer als persoon ten laste van de
ouders
A. Sociaal
17. 17
PArbeid met solidariteitsbijdrage
als nettobestaandmiddelen per jaar <
– gehuwde of wettelijk samenwonende ouders: € 3.110
– alleenstaande ouder: € 4.490
hoe netto berekenen?
– forfaitaire aftrek voor bedrijfslasten = 20 % (min. € 430)
De student-ondernemer
II. De student-ondernemer als persoon ten laste van de
ouders
B. Fiscaal