9. De Nederlanden rond
1550
- Onder Karel V (en de
Habsburgers)
- De zeventien provinciën
- Volledig los van Fr.
10.
11. De Nederlanden onder
Filips II (rond 1555)
-Onder de Spaanse
Habsburgers
-Godsdienstoorlog tussen
de Nederlanden en hun
vorst.
12. Nederlanden na 1648
N: onafhankelijk: Republiek
der Verenigde Provinciën
Z: onder Spaans bewind
daarna onder Oostenrijks
bewind
Einde oorlog tussen
Spanje en de
Nederlanden
13. Nederlanden rond 1794
- Frans bewind
- Eerst zuidelijke
Nederlanden
veroverd door
revolutionair Fr. (vóór
Napoleon).
- Kort daarna de
Noordelijke
Nederlanden.
16. 2. De Nederlanden herenigd
Congres van Wenen: men beslist tot de
oprichting van bufferstaten:
o.a. het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden
= Noordelijke + Zuidelijke
Nederlanden
Koning Willem I van Oranje-Nassau
17. 2. De Nederlanden herenigd
Ondanks historische band zijn N en Z uit elkaar gegroeid.
-op religieus vlak
N: vooral protestants (maar ook andere minderheden)
Z: katholiek
-op vlak van taal
N: Nederlands
Z: elite spreekt Frans! Ook taal van bestuur,
rechtspraak, hoger onderwijs, het leger.
-Op vlak van verlichtingsdenken:
Z. Grote invloed ideeën van de verlichting/Franse
revolutie.
N. Minder invloed Fr. revolutie
18. 2. De Nederlanden herenigd
Op economisch vlak vullen ze wel elkaar goed aan.
Noorden: handelsvloot + kolonies (dus afzetmarkt)
Zuiden: moderne en zware industrie + grondstoffen belangrijk
voor eerste industriële revolutie
19. 2. De Nederlanden herenigd
Verschillen worden problematisch door politiek Willem.
een grote ontevredenheid in het Zuiden
1) Regeert zeer autoritair!
- Moeite met persvrijheid
-Nieuwe grondwet gaf veel macht voor de koning
-Er was in het VKN wel een parlement, maar dat had niet veel
macht.
-Eigenlijk regeerde Willem met koninklijke besluiten.
21. 2. De Nederlanden herenigd
2) Wilde godsdienstvrijheid
= Aantasting machtspositie (monopolie) katholieken in Z.
3) Onderwijspolitiek
Tot dan weinig onderwijs én onderwijs was monopolie kerk.
Willem wilde :
- oprichting van staatsscholen (atheneums)
- afschaffing kleinseminaries (deze voorzagen voorbereiding op
priesteropleiding, en waren toen vaak gloednieuw opgericht)
23. 2. De Nederlanden herenigd
Het college in Sint-Niklaas
Gesticht 1808
24. 2. De Nederlanden herenigd
4) Nederlands als officiële taal in Vlaamse provincies.
Let op! Enkel in Vlaamse provincies… maar wat zijn dat
Vlaamse Pronvincies?
Wie had hier vooral een probleem mee?
25. 2. De Nederlanden herenigd
Vanwaar de term “monsterverbond”?
1828: monsterverbond (unionisme = katholieken + liberalen)
Willem I doet een aantal toegevingen, ontevredenheid blijft.
26. 2. De Nederlanden herenigd
Op economisch vlak vullen N en Z elkaar goed aan:
Z: moderne industrie
N: vloot + kolonies
Willem I neemt verschillende maatregelen om de opkomende industrie
in Z te stimuleren.
Oprichting van universiteiten in Gent en Luik.
Graven van kanalen (bv. Kanaal Gent-Terneuzen)
Steun aan familie Cockerill om grootste stoommachinefabriek van
Europa te bouwen in Seraing (bij Luik).
Oprichting investeringsmaatschappijen: Generale Maatschappij van
België
27.
28.
29.
30.
31. 3. Het Zuiden komt in opstand
Augustus 1830: Brussel: relletjes en uiteindelijk een
opstand.
Directe oorzaken:
-Groeiende invloed van de radicalen binnen de oppositie
-Julirevolutie in Frankrijk
-Franse bannelingen in Brussel en liberale nieuwkomers uit
Parijs versterken het revolutionair klimaat
-Ontevredenheid van de volksklassen (ec. crisis)
Belgische Revolutie
32. 3. Het Zuiden komt in opstand
25 augustus 1830: opvoering opera “De Stomme van
Portici” in de Muntschouwburg doet de situatie escaleren
36. 3. Het Zuiden komt in opstand
Politie en leger staan machteloos
Willem I twijfelt
Door burgerij opgerichte burgerwacht weet de
orde te herstellen.
Unionisten eisen als ‘beloning’ hervormingen.
Willem I is besluiteloos: onderhandelt + stuurt een leger naar
Brussel
burgerwacht onder invloed van radicalen
23-27/09: veldslag in stadspark (het Warandepark)
Leger trekt zich terug
37.
38. 4. Het Zuiden als onafhankelijke staat
September 1830: Voorlopig Bewind roept de
onafhankelijkheid uit.
39. November 1830: Nationaal
Congres wordt verkozen
-Kiezen staatshoofd: Leopold van
Saksen-Coburg-Gotha
Dus: België = constitutionele en
parlementaire monarchie
Keuze onder invloed van
Europese mogendheden.
4. Het Zuiden als onafhankelijke staat
40. -Stellen grondwet op: zeer liberale grondwet
* geen macht meer voor koning, behalve degene
aan hem toegekend.
* sterke scheiding tussen Kerk en staat.
* liberale vrijheden – pers, persoon, godsdienst
* toegevingen aan katholieken – vrijheid van
onderwijs
Voorbeeld voor heel wat andere landen: Denemarken,
Griekenland, Spanje, Bulgarije, etc. enz. Ook sterkte invloed bij
herzieningen in Nederland, Pruisen en zelfs Iran.
4. Het Zuiden als onafhankelijke staat
41. Augustus 1831: Tiendaagse Veldtocht
België moet het Verdrag van de XXIV Artikelen (1839)
aanvaarden:
-Willem I krijgt Duits Luxemburg, Limburg over de Maas en
Maastricht
-Scheldetol! (pas in 1863 afgekocht)
Maar nood aan internationale erkenning! Waarom?
Januari 1831: Conferentie van Londen erkent de
onafhankelijkheid
4. Het Zuiden als onafhankelijke staat