In deze ochtenddienst (19 november 2023) waarin Ds Sijtsma van Oeveren ons voor gaat zal de Heilige Doop worden bediend aan Michel Fredrik. De lezing is Psalm 139. U bent van harte welkom deze of een andere dienst bij te wonen of deze terug te kijken of luisteren via www.kerknoordwolde.nl

1. Welkom
DIENST VAN ZONDAGOCHTEND 19 NOVEMBER 2023 aanvang: 09:30
voorganger:
Ds Sijtsma van Oeveren
organist:
Johannes de Vries
Doopdienst voor Michel Fredrik
THEMA:
Wie is als God?

2. Zingen:
Lied voor de Dienst
Blijf niet staren naar de wolken
op de melodie ‘Prijs mijn ziel, de hemelkoning’

3. 1. Blijf niet staren naar de wolken,
maar ga staan in Jezus’ kracht.
Maak Hem zichtbaar voor de volken,
maak Hem groot, die ‘t al volbracht.
Hij is koning – in de hemel,
Hij regeert met alle macht.
Zingen voor de Dienst: ①, 2, 3

4. 2. Blijf niet zitten op je eiland,
kijk eens verder om je heen.
Hoor de woorden van de Heiland,
want Hij laat ons niet alleen.
Hij is met je – alle dagen,
Hij heeft hart voor iedereen.
Zingen voor de Dienst: 1, ②, 3

5. 3. Wees niet bang om te getuigen.
Jezus helpt je door zijn Geest.
Heer, help ons het onrecht buigen,
mensen leiden naar het feest.
Geest, leer ons geloven, hopen
en de liefde ‘t allermeest.
Zingen voor de Dienst: 1, 2, ③

6. Woord van welkom,
mededelingen
en aansteken van de Paaskaars

7. Zingen:
Intochtslied
(Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren)
Psalm 103: 9, 5

8. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
Psalm 103: ⑨, 5

9. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
Psalm 103: ⑨, 5

10. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
Psalm 103: 9, ⑤

11. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543
Psalm 103: 9, ⑤

12. Stilte Gebed
Bemoediging en Groet

13. Zingen:
Glorialied
Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere
Gezang 434: 1

14. Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen
Gezang 434: ①

15. Lof zij de Heer (LvdK 434) v. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. J.A. Freylinghausen
Gezang 434: ①

16. Gebed van Verootmoediging

17. Zingen:
De Heer is mijn Herder
Gezang 14: 1

18. De Heer is mijn herder (LB 23b) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Bastiaans
Gezang 14: ①

19. De Heer is mijn herder (LB 23b) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Bastiaans
Gezang 14: ①

20. Woord van Genade

21. Zingen:
(De Heer is mijn Herder)
Gezang 14: 2

22. De Heer is mijn herder (LB 23b) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Bastiaans
Gezang 14: ②

23. De Heer is mijn herder (LB 23b) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Bastiaans
Gezang 14: ②

24. Het grote Gebod

25. Zingen:
(De Heer is mijn Herder)
Gezang 14: 5

26. De Heer is mijn herder (LB 23b) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Bastiaans
Gezang 14: ⑤

27. De Heer is mijn herder (LB 23b) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Bastiaans
Gezang 14: ⑤

28. Doopformulier
en Gebed

29. Wij willen nu overgaan tot de bediening van de heilige
doop. Laten we eerst luisteren naar wat de Bijbel zegt over
de instelling en de betekenis van de doop. Voordat onze
Here Jezus Christus naar de hemel ging heeft Hij bevolen:
Gaat dan heen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en
doopt hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van
de Heilige Geest en leert hen onderhouden al wat Ik u
bevolen heb. Zoals blijkt uit deze opdracht heeft Christus
aan de verkondiging van het Evangelie van zijn Koninkrijk
de bediening van de doop verbonden.
Doopformulier

30. Zo laat Hij aan allen die in Hem geloven zeker weten, dat
hun zondige leven door Zijn bloed en door Zijn Geest
gereinigd en herboren is net zoals de onreinheid van het
lichaam door water wordt afgewassen. Door de val en
ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders Adam en
Eva in het paradijs is onze menselijke natuur zo verdorven
dat wij allemaal in zonde ontvangen en geboren worden.
Zelfs de kleine kinderen zijn in de moederschoot met dit
erfelijke kwaad besmet en daarom kunnen wij alleen het
Koninkrijk van God binnengaan wanneer wij opnieuw
geboren worden.
Doopformulier

31. Zelf kunnen wij dat niet bewerken; daarom zoeken wij onze
redding buiten onszelf in Jezus Christus, Gods Zoon. Hij
alleen kan ons redden. Het water bij de doop verwijst naar
het bloed van Jezus Christus dat onze zonden afwast. In
Christus zijn we rein voor God. Onze zonden worden
verzoend doordat God ons toerekent wat Christus door Zijn
lijden en sterven heeft verdiend. De doop is het teken en
zegel van wat God ons in het verbond van Zijn genade
belooft. Het is geen bevestiging van óns geloof of van ónze
bekering. Door de doop ontvangen wij het voorrecht, dat
de Drie-enige God Zijn naam op ons legt.
Doopformulier

32. De Vader garandeert ons dat Hij een eeuwig verbond met
ons sluit. Hij neemt ons aan als Zijn kinderen en
erfgenamen. Hij wil, in voor- en tegenspoed, altijd liefderijk
voor ons zorgen.
De Zoon garandeert ons dat Hij al onze zonden afwast met
Zijn bloed. Hij maakt ons één met Zichzelf in Zijn dood en
opstanding. Hij pleit voor ons en zorgt ervoor dat God ons
vrijspreekt.
De Heilige Geest garandeert ons dat Hij in ons wil wonen
en werken. Hij wil ons tot leden van Christus heiligen. Hij
zegt ons toe dat Hij ons wil laten delen in wat we in
Christus hebben
Doopformulier

33. Dat is het afwassen van onze zonden en het dagelijks
vernieuwen van ons leven, totdat wij tenslotte zonder
enige zonde, met al Gods kinderen eeuwig bij Hem mogen
leven. De doop, die ons slechts éénmaal bediend wordt,
blijft gedurende heel ons leven van kracht. De Here wil ons
door het teken van de doop maken tot dankbare mensen,
die berouw tonen over hun zonden en niet zichzelf zoeken
maar Hem, die ware vergeving en bevrijding geeft. En de
Here roept ons door de doop ook op om Hem na te volgen
en elke dag met Hem te leven, opdat Zijn liefde in ons zal
zijn en wij in Hem. Ook als wij uit zwakheid in zonde vallen,
Hem verlaten en zelfgekozen wegen gaan,
Doopformulier

34. mogen wij aan Zijn genade niet twijfelen en ook niet in de
zonde blijven liggen. Hij wacht op ons! Wij hebben immers
in de doop een eeuwig verbond met God! De kinderen van
gelovige ouders mogen de doop ontvangen, al begrijpen
deze kinderen het nog niet. God heeft ook met hen Zijn
verbond gesloten. Ook zij zijn, zonder het zelf te weten, in
Adam veroordeeld en in Christus tot genade aangenomen.
God zegt immers tot Abraham,de vader van alle gelovigen,
en daarin ook tot ons en onze kinderen: ‘Ik zal Mijn
verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun
geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw
nageslacht tot een God te zijn’.
Doopformulier

35. Op de Pinksterdag heeft Petrus verkondigd: ‘Want voor u is
de belofte en voor uw kinderen en voor allen die verre zijn,
zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. Zo komt
de Here ook nu nog met Zijn belofte van vergeving en
vernieuwing naar de gelovigen én hun kinderen toe, want
ook zij horen bij Zijn verbondsgemeente. Als teken van dit
verbond werden in het Oude Testament de kleine kinderen
besneden. Nu het bloed van Christus gevloeid heeft, is de
besnijdenis als verbondsteken niet meer nodig. In plaats
daarvan is de doop aan ons gegeven.
Doopformulier

36. Op grond van dit verbond hebben de ouders de taak en de
plicht hun kinderen op te voeden in ontzag voor de Here en
Zijn Woord. Zij moeten hen door onderwijs en
levenswandel een voorbeeld geven van een leven met de
Here. Opdat deze doopsbediening tot Gods eer, tot onze
troost en tot opbouw van de gemeente zal geschieden,
willen wij Zijn heilige Naam aanroepen.
Laten wij bidden
Doopformulier

37. Zingen:
kinderlied
Ik zag een kuikentje
ELB 445b:

38. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: ①, r, 2

39. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: ①, r, 2

40. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: 1, ⓡ, 2

41. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: 1, ⓡ, 2

42. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: 1, ⓡ, 2

43. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: 1, ⓡ, 2

44. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: 1, r, ②

45. Ik zag een kuikentje (BvL 1.40) t. & m. E. & R. Zuiderveld
Kinderlied ELB 445: 1, r, ②

46. Doopvragen aan de ouders
en bediening van de Doop

47. Opdat het nu openlijk zal blijken dat jij, Rachel, en jij Frits
kan daar helemaal achter staan, in geloof de doop van jullie
kind verlangen, verzoek ik jullie te gaan staan en voor God
en Zijn gemeente op de volgende vragen oprecht te
antwoorden:
Ten eerste: Geloof jij Rachel, dat de waarheid van God,
zoals die in het Oude en Nieuwe Testament geopenbaard is
en in de belijdenis van de Kerk beleden en ook hier in deze
kerk geleerd wordt, de enige en volkomen betrouwbare
weg is tot behoud?
Doopvragen

48. Ten tweede: Belijd je op grond daarvan, dat onze kinderen,
die van nature aan de zonde en de eeuwige dood
onderworpen zijn, ondanks alles in Christus geheiligd zijn
om met Hem te leven, en daarom volgens Zijn bevel en
belofte gedoopt moeten zijn?
Ten derde: Beloven jullie dit kind, waarvan jullie de vader
en moeder zijn, naar vermogen op te voeden en te laten
onderwijzen in de waarheid van God en het een voorbeeld
van een christelijke levenswandel te geven?
Doopvragen

49. Kinderen mogen naar voren komen
Gesprekje met de kinderen

50. Bediening van de Heilige Doop
aan Michel Fredrik

51. Toezingen:
God zal met hem zijn
ELB 434a:

52. God zal met ons zijn (EL 434a) t. & m. J. Visser
ELB 434: ⓡ, 1, r, 2, r

53. God zal met ons zijn (EL 434a) t. & m. J. Visser
ELB 434: r, ①, r, 2, r

54. God zal met ons zijn (EL 434a) t. & m. J. Visser
ELB 434: r, 1, ⓡ, 2, r

55. God zal met ons zijn (EL 434a) t. & m. J. Visser
ELB 434: r, 1, r, ②, r

56. God zal met ons zijn (EL 434a) t. & m. J. Visser
ELB 434: r, 1, r, 2, ⓡ

57. Overhandigen
Doopkaart en Kinderbijbel

58. Gedicht:
door Tjalling Smit (opa van Michel)

59. Dankgebed Doop en Gebed om
verlichting met de Heilige Geest

60. De kinderen gaan naar
de kindernevendienst

61. Schriftlezing:
Psalm 139: 1 - 18
(De HEERE weet alles)
(HSV)

62. 1 Een psalm van David, voor de koorleider.
HEERE, U doorgrondt en kent mij.
2 Ú kent mijn zitten en mijn opstaan,
U begrijpt van verre mijn gedachten.
3 U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,
U bent met al mijn wegen vertrouwd.
4 Al is er nog geen woord op mijn tong,
zie, HEERE, U weet het alles.
5 U sluit mij in van achter en van voren,
U legt Uw hand op mij.
Psalm 139: 1 - 18

63. 6 Dit kennen – het is mij te wonderlijk,
te hoog, ik kan er niet bij.
7 Waar kan ik Uw Geest ontgaan,
waar Uw aangezicht ontvluchten?
8 Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar;
of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar.
9 Nam ik vleugels van de dageraad,
woonde ik aan het einde van de zee,
10 ook daar zou Uw hand mij leiden
en Uw rechterhand mij vasthouden.
Psalm 139: 1 - 18

64. 11 Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! –
dan is de nacht een licht om mij heen.
12 Zelfs de duisternis maakt het voor
U niet duister, maar de nacht licht op als de dag,
de duisternis is als het licht.
13 Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk
gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
Psalm 139: 1 - 18

65. 15 Mijn beenderen waren voor U niet verborgen,
toen ik in het verborgene gemaakt
ben en geborduurd werd in de
laagste plaatsen van de aarde.
16 Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien,
en zij alle werden in Uw boek beschreven,
de dagen dat zij gevormd werden,
toen er nog niet één van hen bestond.
Psalm 139: 1 - 18

66. 17 Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten,
o God, hoe machtig groot is hun aantal.
18 Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand;
ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.
Psalm 139: 1 - 18

67. Zingen:
lied voor de verkondiging
Heer, die mij ziet zoals ik ben
Psalm 139: 1, 8

68. Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 139: ①, 8

69. Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 139: ①, 8

70. Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 139: 1, ⑧

71. Psalm 139 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 139: 1, ⑧

72. Verkondiging:
14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend
wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn
Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed.
THEMA:
“Wat een God!”

73. Zingen:
lied na de verkondiging
Looft God, looft Hem overal
Psalm 150: 1, 2

74. Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150: ①, 2

75. Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150: ①, 2

76. Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150: 1, ②

77. Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150: 1, ②

78. Dankgebed en Voorbeden
afsluiten met gezamenlijk ‘Onze Vader’

79. Collecten:
QR-code voor uw gift:
1/3e van de gift is voor het goede doel van de week,
1/3e van de gift is voor de eigen Gemeente,
1/3e van de gift is voor het bouwfonds.
De QR code wordt aan het einde opnieuw getoond.

80. Zingen:
Slotzang
'Ik ben die Ik ben' is uw eeuwige naam /
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam
Opwekking 770

81. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
Opwekking 770: ①, 2, r, 3, 4, r

82. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
Opwekking 770: 1, ②, r, 3, 4, r

83. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
refrein:
Opwekking 770: 1, 2, ⓡ, 3, 4, r

84. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
Opwekking 770: 1, 2, r, ③, 4, r

85. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
Opwekking 770: 1, 2, r, 3, ④, r

86. Hoe wonderlijk mooi – Ik zal er zijn (Opw 770) t. H. Maat; m. K. Bán, A. Roest
refrein:
Opwekking 770: 1, 2, r, 3, 4, ⓡ

87. Zegen:
beantwoorden met zingen van:
Ga met God en Hij zal bij je zijn
NLB 416: 1

88. Ga met God (LB 416) t. J. Rankin; m. R.V. Williams; v. G. Landman
NLB 416: ①

89. Gezegende week gewenst
QR-code voor uw gift:
Uw gift wordt
gelijk verdeeld
over de drie
collectes.
DIENST VAN ZONDAGOCHTEND 19 NOVEMBER 2023 aanvang: 09:30