36. 31Bedenk toch hoe groot de liefde is
die de Vader ons heeft geschonken!
Wij worden kinderen van God
genoemd, en dat zijn we ook. Dat de
wereld ons niet kent, komt doordat de
wereld hem niet kent. 2Geliefde
broeders en zusters, wij zijn nu
al kinderen van God.
37. Wat we zullen zijn is nog niet
geopenbaard, maar we weten dat
we aan hem gelijk zullen zijn
wanneer hij zal verschijnen, want
dan zien we hem zoals hij is. 3Ieder
die dit vol vertrouwen van hem
verwacht maakt zich rein, zoals
ook Jezus rein is.
46. Joh.1:12 (Telos)
11 Hij kwam tot het zijne en de zijnen hebben Hem
niet aangenomen
12 Maar allen die Hem hebben AANGENOMEN, hun
gaf Hij het recht kinderen van God te worden, hun die
in zijn naam geloven;
13 die niet uit bloed, niet uit de wil van het vlees, niet
uit de wil van een man, maar uit God geboren (eig.
verwekt) zijn.
14 Het woord is vlees geworden…….
47. IPetrus 1:3 (Telos)
3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer
Jezus Christus, die naar zijn grote
barmhartigheid ons heeft wedergeboren doen
worden tot een levende hoop door de
opstanding van Jezus Christus uit de doden,
4 tot een onvergankelijke, onbevlekte en
onverwelkelijke erfenis, in de hemelen
weggelegd voor u,
48. Jakobus 1:17-18(Telos)
17 Elke goede gave en elk volmaakt geschenk
daalt van boven neer, van de Vader der lichten,
bij Wie geen verandering is of schaduw van
omkering.
18 Naar zijn wil heeft Hij ons voortgebracht
door het woord van de waarheid, opdat wij in
zekere zin een eersteling van zijn schepselen
zouden zijn.
49. II Corinthe 5:17 (Telos)
Daarom, als iemand in Christus is, is hij een
nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan,
zie het is alles nieuw geworden.
50. Romeinen 8:11(Telos)
10 Maar als Christus in u is, dan is het lichaam
wel dood vanwege de zonde, maar de Geest is
leven vanwege de gerechtigheid.
11 En als de Geest van Hem die Jezus uit de
doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij
die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook
uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn
Geest die in u woont.
51. IJohannes 2:6
5 Maar wie zijn woord bewaart, in hem is
waarlijk de liefde van God volmaakt. Hieraan
onderkennen wij dat wij in Hem zijn.
6 Wie zegt dat hij in Hem blijft, behoort ook
zelf zo te wandelen als Hij gewandeld heeft.
66. Volle bewustheid; Hij leeft voor mij!
Dit geeft mij blijvend, heerlijk genot!
'k mag altijd wand'len aan Jezus' zij,
'k mag nu steeds leven voor mijnen
God.