1. HANDELINGEN – studie 19
21 januari 2021
gevolgen van de
toespraak van
Petrus 4:13-26
2. Handelingen 4:8-37
4:8-12 Petrus’ getuigenis
4:13-18 gevolg
4:19,20 Petrus,Johannes getuigen
4:21,22 gevolg
4:23 Petrus, Johannes vertellen
4:24-32 gevolg
4:33- Apostelen getuigen
4:-33-37 gevolg
3. Ziende ecnu de vrijmoedigheid1 van Petrus en Johannes , en
beseffend dat deze mensen ongeletterd en eenvoudig waren,
verbaasden zij zich. Bovendien herkenden zij van hen, dat zij
tezamen met Jezus waren. Handelingen 4:13
4:13-18 gevolg van Petrus’ getuigenis
1alles-zeggen/gieten; Ha.2:29; 4:29,32; 28:31 – Efeze 6:19
4. daar konden zij niets op zeggen
Bovendien, de mens bekijkend
die, samen met hen stond,
genezen,hadden zij níets te
weerspreken. Handelingen 4:14
5. Hen nu, bevelend buiten
het sanhedrin te gaan, over-
wogen zij met elkaar, zeg-
gend: "Wat zouden wij doen
met deze mensen?
Want, inderdaad, dat een
bekend teken heeft plaats-
gevonden door hen voor
allen die Jeruzalem bewonen,
is duidelijk en kunnen wij
niet loochenen.”
Handelingen 4:15,16 ze konden niet tegen de waarheid op
6. ‘Maar opdat het niet meer verbreid wordt onder het volk zouden wij
hen dreigen niet meer te spreken in deze Naam tot iemand van de
mensen’. En hen roepend droegen zij op het in het geheel niet te laten
klinken, ook niet te onderwijzen opoin de naam van Jezus. Handelingen 4:17,18
spreekverbod door het
Sanhedrin (religieuze overheid)!
- intimidatie (Mattheüs 10:17,18)
7. Petrus en Johannes ecnu ant-
woordden en zeiden tegen hen:
"Indien het rechtvaardig is voor
het aangezicht van God eerder
naar jullie te luisteren dan naar
God, oordeelt zelf! Want wíj kun-
nen niets dan wat wij waargeno-
men en gehoord hebben, spreken.”
Handelingen 4:19,20
Wie bepaalt?
De mens of God?
8. Zij ecnu die hen bedreigden lieten hen
los, vonden geen manier hoe zij hen
zouden tuchtigen vanwege het volk,
want allen verheerlijkten God om wat gebeurd
was, want die mens was
meer dan veertig jaar, bij wie dit teken
van genezing gebeurd was. Handelingen 4:21,22
9. Zij ecnu, losgelaten, kwamen bij hun eigenen
en berichtten al wat de hogepriesters en
de oudsten tot hen hadden gezegd. Handelingen 4:23
(huis)samenkomst
geroepenen bij elkaar
10. Zij nu, dit horend, verhieven eensgezind hun stem tot God en zeiden:
"Eigenaar, Ú bent het die de hemel en de aarde en de zee en alles
wat er in is gemaakt heeft, Die door de heilige geest door de mond
van onze vader David, Uw jongen, zegt (Psalm 2):
Waartoe briesen de natiën? En mompelen volken lege zinnen?
Handelingen 4:24,25
11. de koningen van het land
stellen zich op, En de leiders
zijn verzameld op dezelfde
plek, tegen de Heer en tegen
Zijn Christus.'
Handelingen 4:26