2. OP39
einde 1: - de getrouwen van Israël
de tarweoogst en bruiloftsfeest van het
Lammetje zegen
Openbaring 14:14-16 en 19:6-10
einde 2: - de afvalligen van Israël
de wijnoogst en Gods grote diner
gericht
Openbaring 14:17-20 en 19:11-21
3. OP39en ik zag en zie! Een witte wolk, en op de wolk
zat Iemand als zoon van de mens - Openbaring 14:14
wit = kleur van rechtvaardig gericht
rechtvaardiging in beeld i.p.v. veroordeling, wie in wit gekleed?
de Heer Zelf (Mt.17:2),
Zijn boodschappers (Matt.28:3, Joh. 20:12),
de hemelse oudsten (Op.4:4),
bekleed met rechtvaardigheid: de overwinnaars (Op. 3:4,5,18),
de zielen onder het altaar (Op.6:11),
de grote menigte (Op.7:9,13),
leger van Christus (Op.19:11,14) in Zijn verschijning
4. OP39
en op Zijn hoofd een gouden krans - Openbaring 14:14
krans = stephanos , kroon = diadeem
Hij droeg eerst een doornen krans Mt.27:29; Mc.15:17; Joh.19:2,5
5. OP39
en op Zijn hoofd een gouden krans
en in Zijn hand een scherpe sikkel - Openbaring 14:14
krans = stephanos , een gouden krans
7. OP39en riep met luide stem - Openbaring 14:15b
aardse/hemelse boodschappers: geven een bericht door
Maleachi = mijn boodschapper
Ezau en Jakob,
Elia,
de zon van de rechtvaardigheid.
8. OP39tegen Hem die op de wolk zit - Openbaring 14:15b
= de Overzetter van dagen uit Daniël 7
9. OP39
zend Uw sikkel en maai! want het uur om te maaien is voor U gekomen,
omdat de oogst van de aarde gedroogd is - Openbaring 14:15c
nu is de tijd gekomen,
Gods tijd en dan is de
volle oogst gerijpt.
10. OP39
en Hij Die op de wolk zat zond Zijn sikkel op aarde
en de aarde werd gemaaid Openbaring 14:16
gemaaid: oogst
Matt.13:24-30
en 36-43
11. OP39
gemaaid: oogst Matt.13:24-30 en 36-43 ziet op de eindtijd
zaaier = Zoon van Adam
akker = de wereld
goede zaad = zonen van het koninkrijk
onkruid = zonen van de boze/slechte
vijand = de door-een-werper, tegenwerker
oogst = voleinding van de (3e) eon
maaiers = boodschappers
12. OP39
en een andere boodschapper kwam uit de tempel die in de hemel was
en ook die had een scherpe sikkel Openbaring 14:17
een scherpe sikkel = oogst (gaat verder) – maaien = doden
13. OP39
en een andere boodschapper kwam uit (van) het altaar en die
had volmacht opoover het vuur Openbaring 14:18
vuur: beeld van gericht
(gaat altijd weer uit)
het altaar: beeld van
de dienst aan God
Openbaring 6:9-11
de zielen onder
het altaar
14. OP39
en hij roept met luide stem tot hem
die de scherpe sikkel had,
zeggend: ‘zend jouw scherpe sikkel….‘
Openbaring 14:18b
scherp: Openb. 1:19; 2:12
Romeinen 3:15 (voeten)
15. OP39
want zie! In die dagen en in die tijd, waarin Ik een keer breng in de
ballingschap van Juda en Jeruzalem, verzamel Ik ook al de natiën, en
doe hen afdalen in het dal van Josafat. En Ik zal met hen daar in het
gericht komen betreffende Mijn volk, en Mijn lotdeel Israël dat zij
verstrooiden onder de natiën, en Mijn land dat zij verdeelden. Joël 1:1,2
Joël (Jah is God), een pre-exilische profeet,
profeteerde over Juda en Jeruzalem (2 stammen),
thema: de dag van Jahweh (‘de dag des Heren’)
16. OP39
Sla de sikkel erin, want de oogst is rijp.
Kom, daal af, want de wijnpers is
vol, de perskuipen stromen over; want
hun kwaad is groot. Menigten, menigten
in het dal van beslissing. Joël 3:13,14
17. OP39
‘…….oogst de trossen van de wijnstok
van de aarde, want de druiven ervan zijn overrijp’
Openbaring 14:18c
18. OP39
en de boodschapper werpt zijn sikkel naarbinnen de aarde en oogst
van de wijnstok van de aarde Openbaring 14:19
19. OP39
en werpt ze naarbinnen in de grote
trog (persbak) van de gramschap van God Openbaring 14:19
21. OP39
en er kwam bloed uit de wijnpersbak
tot aan de tomen van de paarden,
duizend zeshonderd stadiën ver
Openbaring 14:20b
duizend zeshonderd stadiën ver
= 183 mijl = 295 km
Editor's Notes
Witte wolk – wijst naar ZEGEN (begunstiging)
Krans twee keer in de Schrift; doornen krans en gouden krans, door lijden naar heerlijkheid! Symboliseert beloning en regering. Gegeven aan de winnaars van de spelen en dan van een vergankelijke plant, maar in regering van echt onvergankelijk goud.
Symboliseert beloning en regering. Als de grote Oogster oefent Hij Zijn grote aardse macht uit en Hij oogst alleen het zaad dat Hij zaaide,de dolik die de vijand zaaide wordt aan de boodschappers overgelaten (Matt.13:37-39).Scherpe sikkel, martelaren leven nu niet alleen, maar regeren met Christus in de 1000 jaren en daarna.
We zijn in het tempelgedeelte, het gaat om aanbidding. (Openb. 13: de draak). Uit de tempel komt de boodschapper, in het heiligdom worden de martelaren herinnerd. Zij hebben niet gebogen voor de antichrist en hun verlossing wordt vastgesteld in de tegenwoordigheid van God. De martelaren zijn de oorzaak van de ‘oogst’ ofwel de gerichten.
Dit zijn de getrouwen uit Israel, die worden gedood en staan op bij de opstanding van de rechtvaardigen.Vergelijk Mattheus 13:24-30; 36-43 en 24:31 De dolik = 7 zonen van Sceva (Hand. 19:15); de wolven in Efeze (Hand.20:29)de rijken in Jakobus 5:1, de valse profeten in 2 Petr.2:1; en zij die hen volgen en binnenglippen Judas:4 en velen in Openbaring,zoals de valse apostelen 2:2; zij die van de synagoge van satan zijn 2:9; de nicolaieten 2:15; de zonen van Izebel 2:20, en hetgrote Babylon 18-19:5 al dezen zijn hypocrieten.
Dit zijn de getrouwen uit Israel, die worden gedood en staan op bij de opstanding van de rechtvaardigen.Vergelijk Mattheus 13:24-30; 36-43 en 24:31 De dolik = 7 zonen van Sceva (Hand. 19:15); de wolven in Efeze (Hand.20:29)de rijken in Jakobus 5:1, de valse profeten in 2 Petr.2:1; en zij die hen volgen en binnenglippen Judas:4 en velen in Openbaring,zoals de valse apostelen 2:2; zij die van de synagoge van satan zijn 2:9; de nicolaieten 2:15; de zonen van Izebel 2:20, en hetgrote Babylon 18-19:5 al dezen zijn hypocrieten.
Sikkel staat voor het ommaaien van de oogst, tarwe, gerst, of enige van de andere granen.
Wat is er in de tempel? Een wasvat, een tafel met brood, ark van het verbond, het getuigenis en daarin het getuigenis, het woord van God.
luid = mega (groot) stem = phone scherp = oxun (tong, voeten) – een milde stem weert de heftige af
Joel = Jah is God, een pre-exilische profeet, profeteerde over Juda en Jeruzalem (2 stammen) terwijl Hosea, Jah=redder, profeteerde over Samaria, Efraim en dus de 10 stammen. Josafat: Jahweh houdt gericht.
Joel = Jah is God, een pre-exilische profeet, profeteerde over Juda en Jeruzalem (2 stammen) terwijl Hosea, Jah=redder, profeteerde over Samaria, Efraim en dus de 10 stammen. Josafat: Jahweh houdt gericht. Dal van beslissing.
God wacht tot de juiste tijd is gekomen. Zijn tijd is allesbepalend. Ook in ons persoonlijk leven.
Beelden van de profeten, zie Joel 3:1,2; 9-17;
Dorsvloer = beeld van gericht, daar waar getreden wordt = dorsvloer van Ornan/Arauna