De 4 evangeliën over Jezus .. Zijn leven en werk in grote lijnen en inzoomend op de 3 jaar rondtrekkend door Israël en Samaria. Dus de tijd tussen Kerst en Pasen.
Met extra aandacht voor de perspectieven van Mattheus, Markus, Lukas en Johannes.
In de presentatie wordt gebruik gemaakt van schema's uit Het NT in grote lijnen (J Klapwijk) en de Canon van de Bijbel (Kaartspel) en powerpoint-werk van Hans Boekema
De 4 evangeliën over Jezus .. Zijn leven en werk in grote lijnen en inzoomend op de 3 jaar rondtrekkend door Israël en Samaria. Dus de tijd tussen Kerst en Pasen.
Met extra aandacht voor de perspectieven van Mattheus, Markus, Lukas en Johannes.
In de presentatie wordt gebruik gemaakt van schema's uit Het NT in grote lijnen (J Klapwijk) en de Canon van de Bijbel (Kaartspel) en powerpoint-werk van Hans Boekema
God is licht en werkt in Zijn plan via duisternis. Hij zet zelfs een tegenstander in om dat te realiseren en Zijn liefde te doen kennen aan alle mensen.
God bewerkt alles overeenkomstig de raad van Zijn wil. Hij volvoert Zijn grote plan in vijf tijdperken en zal dat tot een goed einde brengen. Zijn voornemen van eonen voert Hij uit in Christus Jezus, in deze tijd door de gemeente die het lichaam van Christus is.
God is operating all in accord with the counsel of His will
1. Gods plan omvat alles? - 11
Bijbelstudie Soest
1 november 2019
2. LXX: TeNaCH: past bij Psalm:
Genesis = in begin 1-41
Exodus = en dit zijn de namen 42-72
Leviticus = en Hij roept 73-89
Numeri = in woestijn/wildernis 90-105
Deuteronomium = dit zijn de woorden 106-150
4. Exodus – indeling Martin Buber
- In Egypte
- Bij rode zee
- Bij Sinai (Horeb)
- Verbondssluiting
- De tent van ontmoeting – het oerbeeld
- Verzoening en bedekking
- De tent van ontmoeting – de bouw
5. Exodus – indeling dr. E.W. Bullinger
1:1-2:10 Slavernij van Israël begonnen
2:11-14:51 Vrijheid ontvangen
15:1-21 Slavernij van Israël voorbij
15:22-40:38 Vrijheid gebruikt
6. Exodus 1,2
1:1-7 de zonen van Israël - toename
1:8-11 Farao’s politiek
1:12 de zonen van Israël - toename
1:13-22 Farao’s politiek
2:1-10 de zonen van Israël - Mozes geboren
Gosen =
dichtbij komen
7. exodus = exodos = ek–hodos = uit-weg
Lucas 9:31; 2 Petrus 1:15; Hebreeën 11:22
8. en dit
ואלה
(zijn de) namen
שׁמות
Ruben: zie een zoon Issaschar: Hij zal belonen Dan: richter
Simeon: horend Zebulon: woning Naftali: mijn strijd
Levi: binding Benjamin: zoon-rechter Gad: voorspoed
Juda: hand hand Aser: gelukkig
Jozef: toevoeger
Egyptisch: tsafnath-paneach – onthuller v.h. verborgene
9. Ik ben Jahweh,
zegt Hij tegen Mozes
Mozes :
weggehaald
(uit water)
Exodus 2:10
10. Wat zei Jahweh vooraf?
‘Ik ben neergedaald om hen uit de handen van de Egyptenaren te
bergen en hen te doen brengen uit dat land in een goed en ruim land
dat vloeit van melk en honing, naar de plaats van de Kanaaniet, en de
Hittiet, en de Amoriet en de Perizziet en de Girgasiet en de Hiviet
en de Jebusiet Exodus 3:11
11. de namen, de Verlosser
maakt Zijn Naam bekend!
De vraag naar de Naam:
Ik ben Die Ik ben
Ik zal zijn Die Ik zijn zal
Ik ben/Ik zal zijn
heeft mij naar jullie gestuurd
Exodus 3:13-15
אהיהאשׁראהיה
אהיה
12. En Mozes keerde terug naar Jahweh en zei: O Jahweh,
waarom hebt u dit volk dit kwaad gedaan? En waarom hebt U
mij gestuurd? En, omdat ik bij de Farao kwam en in Uw naam
sprak, heeft hij dit volk kwaad gedaan. En U hebt Uw volk niet
geborgen, niet in veiligheid gebracht.
Exodus 5:22,23
13. de Verlosser
maakt Zijn Naam bekend!
Ik ben Jahweh, en Ik verscheen aan
Abraham, aan Izaäk en aan Jakob als
AL-Sjaddai; en wat betreft Mijn Naam
Jahweh werd Ik door hen niet erkend
Exodus 6:2
14. Mozes type van Christus:
- vergelijk 1e en 2e komst
1e komst : niet erkend door het volk (na 360 / 483) jaar)
2e komst : verlossing onder zijn leiding (na 400 / 490 jaar)
15. Mozes type van Christus:
profeet
leider van het volk
priester (uit stam Levi / ordening Melchizedek)
type van Hem, Die Zijn mensen uit de wereld trekt
om ze in Zijn aanwezigheid te brengen
16. Uittocht na de 10 plagen
Jahweh verhardde
Farao’s hart: Exodus 4:21; 7:3; 9:12; 10:1,20,27
‘het hart van Farao was standvastig’: Exodus 7:13; 9:35
‘verheerlijkt is het hart van Farao’: Exodus 7:14
‘het hart van Farao verheerlijkte’: Exodus 9:7
‘Farao verhardde/verheerlijkte zijn hart’: Exodus 8:15,32; 9:34
17. de sedermaaltijd
Exodus 12: het bittere kruid
het lammetje type van het Lam – Johannes 1:29
bloed: type van dat van Christus – Romeinen 5:8
M-sh-h : weghalen, God haalde hem weg uit Zijn volk, naar de wildernis/woestijn, en werd de grote weghaler van de zonen van Israel naar het beloofde land. Zijn hele leven: een serie weghalingen. Israel trok vaak in de wildernis verder. Toen dat eindigde was Mozes klaar.
Hoe zit dit? Niet: gekend, maar erkend. De aartsvaders leefden als vorsten (betrekkelijk) in het beloofde land.Zij kenden Hem onder de titel Al Sjaddai en Hij voorzag en gaf beloften, maar zij ervoeren tamelijk weinig kwaad uit de hand van Jahweh.De zonen van Israel waren werkelijk slaven in Egypte en ervoeren kwaad uit de hand van Farao. Jahweh handelde met hen zoals Hij nooit met de vaderen deed.
De sedermaaltijd bestaat uit het eten van ongezuurde broden en bittere kruiden en is uitgegroeid tot een maaltijd met als centrum de sederschotel, met ongezuurd brood (matse), een symbolisch bot van een lam, een gekookt en daarna gebraden ei, bittere kruiden (maror), maar ook zoet charoset. De maror staat symbool voor de onderdrukking van de Joden in Egypte, de matzes voor het feit dat ze overhaast uit Egypte moesten vertrekken, zonder tijd om het brood te laten rijzen[1]. De charoset staat voor het geluk na de bevrijding, maar de vorm van het gerecht doet juist denken aan het cement tussen de stenen waarmee de Joden als slaven voor de oude Egyptenaren steden zouden hebben gebouwd. Geen religieus voorschrift maar gewoon een gebruik, is het eten van dunne soep met matseballen tijdens de sedermaaltijd.