Welkom
Voorganger dhr de Kok
Organist dhr de Vries
Thema: “Het kruis – van
vreemdeling naar medeburgers”
VDD ZG 144
In woede sloeg de wereld
In woede sloeg de wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
In woede sloeg de wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
In woede sloeg de wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
In woede sloeg de wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
In woede sloeg de wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
In woede sloeg de wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
Welkom
Voorganger dhr de Kok
Organist dhr de Vries
Thema: “Het kruis – van
vreemdeling naar medeburgers”
P 105 – 4, 5
De heer heeft Izak uit verkoren
Psalm 105 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Psalm 105 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Psalm 105 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Psalm 105 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Stil gebed
Votum en groet
Gebed
ELB 189b – 1, 2, 4
Rots waaruit het leven welt
Rots waaruit het leven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
Rots waaruit het leven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
Rots waaruit het leven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
Rots waaruit het leven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
Rots waaruit het leven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
Rots waaruit het leven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
Regel van Dankbaarheid
uit Lev. 19 : 2 – 4, 11 - 18
2‘Zeg tegen de gemeenschap
van Israël: “Wees ​heilig, want ik,
de HEER, jullie God, ben ​heilig.
3Toon ​ontzag​ voor je moeder en je
vader, en neem steeds mijn ​sabbat​ in
acht. Ik ben de HEER, jullie God.
4Laat je niet in met ​afgoden​ en maak
geen ​godenbeelden. Ik ben de HEER,
jullie God.
11Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste
niet. 12Leg geen valse eed af als je bij mijn
naam zweert, want daarmee ontwijd je de
naam van je God. Ik ben deHEER.
13Beroof niemand en pers een ander niet
af. Betaal een dagloner zijn loon nog op
dezelfde dag uit. 14Spreek geen ​vloek​ uit
over een dove en plaats geen obstakel voor
de voeten van een blinde. Toon ​ontzag​
voor je God. Ik ben de HEER.
15Wees niet partijdig wanneer je
rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet
voor en zie machthebbers niet naar de
ogen. Spreek ​rechtvaardig​ recht over
je naasten.16Breng het leven van een
ander niet in gevaar door lasterpraat
over hem rond te strooien. Ik ben
de HEER.
17Wees niet haatdragend. Als je
iemand iets te verwijten hebt, roep
hem dan ter verantwoording en laad
niet omwille van een ander schuld op
je 18door je te wreken of wrok te
blijven koesteren. Heb je naaste lief als
jezelf. Ik ben de HEER.
P 119 – 6, 7
O God,
Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
Gebed om verlichting
met de Heilige Geest
Kinderlied
ELB 469
Wil je wel geloven dat …
Wil je wel geloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg
Wil je wel geloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg
Wil je wel geloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg
Lezen Jesaja 57 : 17 – 21,
Johannes 12 : 12 – 24 en Efez. 2
17Mijn toorn was op hun zondige hebzucht
gericht,
ik heb hen gestraft en me in mijn woede
verborgen.
Maar zij gingen onverdroten voort
op de weg die ze zelf hadden gekozen.
18-19Ik heb gezien wat ze deden,
maar toch zal ik hen genezen, hen leiden
en hun ​barmhartigheid​ bewijzen.
Treurenden bied ik troostrijke woorden:
Vrede, ​vrede​ voor iedereen, ver weg of
dichtbij
– zegt de HEER –, ik zal genezing brengen.
20Maar de goddelozen blijven onrustig
als de zee, die nooit rust kent;
haar golven woelen vuil en modder op.
21Goddelozen zullen geen ​vrede​ kennen –
zegt mijn God.
Johannes 12 : 12 – 24
Intocht in Jeruzalem
12De volgende dag was er al een grote
menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen
ze hoorden dat ​Jezus​ ook zou
komen, 13haalden ze palmtakken en liepen
ze de stad uit, hem tegemoet, terwijl ze
riepen: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in
de naam van de ​Heer, de koning
van Israël.’ 14Jezus​ zag een ezel staan en
ging erop zitten, zoals geschreven staat:
15‘Vrees niet, Sion, je koning is in aantocht,
en hij zit op een ezelsveulen.’
16Zijn ​leerlingen​ begrepen dit aanvankelijk
niet, maar later, toen ​Jezus​ tot majesteit
verheven was, herinnerden ze zich dat dit
over hem geschreven stond, en dat het zo
ook gebeurd was. 17De mensen die erbij
waren geweest toen hij ​Lazarus​ uit het ​graf​
riep en uit de dood opwekte, waren van
die gebeurtenis blijven getuigen.
18Daarom ging de menigte hem ook
tegemoet, omdat ze gehoord hadden
dat hij dit wonderteken had
gedaan. 19En de ​farizeeën​ zeiden tegen
elkaar: ‘Je ziet dat we niets bereikt
hebben: kijk maar, de hele wereld
loopt achter hem aan.’
20Nu was er ook een aantal Grieken
naar het feest gekomen om God te
aanbidden. 21Zij gingen naar Filippus
uit Betsaïda in Galilea, en vroegen
hem of ze ​Jezus​ konden
ontmoeten. 22Filippus ging dat tegen
Andreas zeggen en samen gingen ze
naar ​Jezus.
23Jezus​ zei: ‘De tijd is gekomen dat
de ​Mensenzoon​ tot majesteit wordt
verheven. 24Waarachtig, ik verzeker u:
als een graankorrel niet in de aarde
valt en sterft, blijft het één
graankorrel, maar wanneer hij sterft
draagt hij veel vrucht.
Efez. 2
Eén in ​Christus
21U was dood door de misstappen
en ​zonden​ 2waarmee u de weg ging van de
god van deze wereld, de heerser over de
machten in de lucht, de geest die nu
werkzaam is in hen die God ​ongehoorzaam​
zijn. 3Net als zij lieten ook wij allen ons
eens beheersen door onze wereldse
begeerten,
wij volgden alle zelfzuchtige
verlangens en gedachten die in ons
opkwamen en stonden van nature
bloot aan Gods toorn, net als ieder
ander. 4Maar omdat God
zo ​barmhartig​ is, omdat de ​liefde​ die
hij voor ons heeft opgevat zo groot
is, 5heeft hij ons, die dood waren door
onze ​zonden, samen met ​Christus​
levend gemaakt.
Ook u bent nu door zijn ​genade​ gered. 6Hij
heeft ons samen met hem uit de dood
opgewekt en ons een plaats gegeven in de
hemelsferen, in ​Christus​ ​Jezus. 7Zo zal hij,
in de eeuwen die komen, laten zien hoe
overweldigend rijk zijn ​genade​ is, hoe goed
hij voor ons is door ​Christus​ ​Jezus. 8Door
zijn ​genade​ bent u nu immers gered,
dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet
aan uzelf; het is een geschenk van God
9en geen gevolg van uw daden, dus
niemand kan zich erop laten
voorstaan. 10Want hij heeft ons gemaakt
tot wat wij nu zijn: in ​Christus​ ​Jezus​
geschapen om de weg te gaan van de
goede daden die God heeft voorbereid.
11Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk
door uw afkomst heidenen bent en
onbesnedenen genoemd wordt door hen
die door mensenhanden ​besneden​ zijn
12bedenk dat u destijds niet verbonden
was met ​Christus, geen deel had aan het
burgerschap van Israël en niet betrokken
was bij de verbondssluitingen en de
beloften die daarbij hoorden. U leefde in
een wereld zonder hoop en zonder
God. 13Maar nu bent u, die eens ver weg
was, in ​Christus​ ​Jezus​ dichtbij gekomen,
door zijn ​bloed. 14Want hij is onze ​vrede,
hij die met zijn dood de twee werelden één
heeft gemaakt, de muur van vijandschap
ertussen heeft afgebroken
15en de wet met zijn geboden en
voorschriften buiten werking heeft gesteld,
om uit die twee in zichzelf één nieuwe
mens te scheppen. Zo bracht hij ​vrede​ 16en
verzoende hij door het ​kruis​ beide in één
lichaam met God, door in zijn lichaam de
vijandschap te doden. 17Vrede​ kwam hij
verkondigen aan u die ver weg was
en ​vrede​ aan hen die dichtbij
waren: 18dankzij hem hebben wij allen
door één Geest toegang tot de Vader.
19Zo bent u dus geen ​vreemdelingen​ of
gasten meer, maar burgers, net als
de ​heiligen, en huisgenoten van
God, 20gebouwd op het fundament van
de ​apostelen​ en profeten,
met ​Christus​ ​Jezus​ zelf als
de ​hoeksteen. 21Vanuit hem groeit het hele
gebouw, steen voor steen, uit tot een tem-
pel die gewijd is aan hem, de ​Heer, 22in wie
ook u samen opgebouwd wordt tot een
plaats waar God woont door zijn Geest.
P 96 – 3, 5, 7
Geeft aan de Heer,
Psalm 96 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Psalm 96 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Psalm 96 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
Thema: Het kruis - van
vreemdelingen naar medeburgers
Efez. 2
Eén in ​Christus
21U was dood door de misstappen
en ​zonden​ 2waarmee u de weg ging van de
god van deze wereld, de heerser over de
machten in de lucht, de geest die nu
werkzaam is in hen die God ​ongehoorzaam​
zijn. 3Net als zij lieten ook wij allen ons
eens beheersen door onze wereldse
begeerten,
wij volgden alle zelfzuchtige
verlangens en gedachten die in ons
opkwamen en stonden van nature
bloot aan Gods toorn, net als ieder
ander. 4Maar omdat God
zo ​barmhartig​ is, omdat de ​liefde​ die
hij voor ons heeft opgevat zo groot
is, 5heeft hij ons, die dood waren door
onze ​zonden, samen met ​Christus​
levend gemaakt.
Ook u bent nu door zijn ​genade​ gered. 6Hij
heeft ons samen met hem uit de dood
opgewekt en ons een plaats gegeven in de
hemelsferen, in ​Christus​ ​Jezus. 7Zo zal hij,
in de eeuwen die komen, laten zien hoe
overweldigend rijk zijn ​genade​ is, hoe goed
hij voor ons is door ​Christus​ ​Jezus. 8Door
zijn ​genade​ bent u nu immers gered,
dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet
aan uzelf; het is een geschenk van God
9en geen gevolg van uw daden, dus
niemand kan zich erop laten
voorstaan. 10Want hij heeft ons gemaakt
tot wat wij nu zijn: in ​Christus​ ​Jezus​
geschapen om de weg te gaan van de
goede daden die God heeft voorbereid.
11Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk
door uw afkomst heidenen bent en
onbesnedenen genoemd wordt door hen
die door mensenhanden ​besneden​ zijn
12bedenk dat u destijds niet verbonden
was met ​Christus, geen deel had aan het
burgerschap van Israël en niet betrokken
was bij de verbondssluitingen en de
beloften die daarbij hoorden. U leefde in
een wereld zonder hoop en zonder
God. 13Maar nu bent u, die eens ver weg
was, in ​Christus​ ​Jezus​ dichtbij gekomen,
door zijn ​bloed. 14Want hij is onze ​vrede,
hij die met zijn dood de twee werelden één
heeft gemaakt, de muur van vijandschap
ertussen heeft afgebroken
15en de wet met zijn geboden en
voorschriften buiten werking heeft gesteld,
om uit die twee in zichzelf één nieuwe
mens te scheppen. Zo bracht hij ​vrede​ 16en
verzoende hij door het ​kruis​ beide in één
lichaam met God, door in zijn lichaam de
vijandschap te doden. 17Vrede​ kwam hij
verkondigen aan u die ver weg was
en ​vrede​ aan hen die dichtbij
waren: 18dankzij hem hebben wij allen
door één Geest toegang tot de Vader.
19Zo bent u dus geen ​vreemdelingen​ of
gasten meer, maar burgers, net als
de ​heiligen, en huisgenoten van
God, 20gebouwd op het fundament van
de ​apostelen​ en profeten,
met ​Christus​ ​Jezus​ zelf als
de ​hoeksteen. 21Vanuit hem groeit het hele
gebouw, steen voor steen, uit tot een tem-
pel die gewijd is aan hem, de ​Heer, 22in wie
ook u samen opgebouwd wordt tot een
plaats waar God woont door zijn Geest.
Opw 369
Door uw genade, Vader
https://youtu.be/vrvLmfusr1Q
Dankzegging en voorbede
stil gebed,
Onze Vader
Collecte 1ste radiokerkdiensten,
2de eigen gemeente
ELB 388
Laat heel de wereld het zien
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Laat heel de wereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
Zegening,
3 x amen
Vanavond Noordwolde zingt naar …
Pasen.
met kornettisten

20170409, 09.30 Het kruis

  • 2.
    Welkom Voorganger dhr deKok Organist dhr de Vries Thema: “Het kruis – van vreemdeling naar medeburgers”
  • 3.
    VDD ZG 144 Inwoede sloeg de wereld
  • 4.
    In woede sloegde wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
  • 5.
    In woede sloegde wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
  • 6.
    In woede sloegde wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
  • 7.
    In woede sloegde wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
  • 8.
    In woede sloegde wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
  • 9.
    In woede sloegde wereld (ZGz 144) t. A.F. Troost; m. H.L. Hassler, 1601
  • 10.
    Welkom Voorganger dhr deKok Organist dhr de Vries Thema: “Het kruis – van vreemdeling naar medeburgers”
  • 11.
    P 105 –4, 5 De heer heeft Izak uit verkoren
  • 12.
    Psalm 105 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 13.
    Psalm 105 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 14.
    Psalm 105 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 15.
    Psalm 105 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 16.
  • 17.
  • 18.
    ELB 189b –1, 2, 4 Rots waaruit het leven welt
  • 19.
    Rots waaruit hetleven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
  • 20.
    Rots waaruit hetleven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
  • 21.
    Rots waaruit hetleven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
  • 22.
    Rots waaruit hetleven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
  • 23.
    Rots waaruit hetleven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
  • 24.
    Rots waaruit hetleven welt (LB 911) t. A.M. Toplady; v. W. Barnard; m. Ierland 18e eeuw
  • 25.
    Regel van Dankbaarheid uitLev. 19 : 2 – 4, 11 - 18
  • 26.
    2‘Zeg tegen degemeenschap van Israël: “Wees ​heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben ​heilig. 3Toon ​ontzag​ voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn ​sabbat​ in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4Laat je niet in met ​afgoden​ en maak geen ​godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God.
  • 27.
    11Steel niet, liegniet en bedrieg je naaste niet. 12Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben deHEER. 13Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. 14Spreek geen ​vloek​ uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ​ontzag​ voor je God. Ik ben de HEER.
  • 28.
    15Wees niet partijdigwanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek ​rechtvaardig​ recht over je naasten.16Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER.
  • 29.
    17Wees niet haatdragend.Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je 18door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER.
  • 30.
    P 119 –6, 7 O God,
  • 31.
    Psalm 119 (LvdK)m. L. Bourgeois 1551 t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
  • 32.
    Psalm 119 (LvdK)m. L. Bourgeois 1551 t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
  • 33.
    Psalm 119 (LvdK)m. L. Bourgeois 1551 t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
  • 34.
    Psalm 119 (LvdK)m. L. Bourgeois 1551 t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
  • 35.
    Gebed om verlichting metde Heilige Geest
  • 36.
    Kinderlied ELB 469 Wil jewel geloven dat …
  • 37.
    Wil je welgeloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg
  • 38.
    Wil je welgeloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg
  • 39.
    Wil je welgeloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg
  • 40.
    Lezen Jesaja 57: 17 – 21, Johannes 12 : 12 – 24 en Efez. 2
  • 41.
    17Mijn toorn wasop hun zondige hebzucht gericht, ik heb hen gestraft en me in mijn woede verborgen. Maar zij gingen onverdroten voort op de weg die ze zelf hadden gekozen. 18-19Ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal ik hen genezen, hen leiden en hun ​barmhartigheid​ bewijzen.
  • 42.
    Treurenden bied iktroostrijke woorden: Vrede, ​vrede​ voor iedereen, ver weg of dichtbij – zegt de HEER –, ik zal genezing brengen. 20Maar de goddelozen blijven onrustig als de zee, die nooit rust kent; haar golven woelen vuil en modder op. 21Goddelozen zullen geen ​vrede​ kennen – zegt mijn God.
  • 43.
    Johannes 12 :12 – 24 Intocht in Jeruzalem 12De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat ​Jezus​ ook zou komen, 13haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de ​Heer, de koning van Israël.’ 14Jezus​ zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat:
  • 44.
    15‘Vrees niet, Sion,je koning is in aantocht, en hij zit op een ezelsveulen.’ 16Zijn ​leerlingen​ begrepen dit aanvankelijk niet, maar later, toen ​Jezus​ tot majesteit verheven was, herinnerden ze zich dat dit over hem geschreven stond, en dat het zo ook gebeurd was. 17De mensen die erbij waren geweest toen hij ​Lazarus​ uit het ​graf​ riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen.
  • 45.
    18Daarom ging demenigte hem ook tegemoet, omdat ze gehoord hadden dat hij dit wonderteken had gedaan. 19En de ​farizeeën​ zeiden tegen elkaar: ‘Je ziet dat we niets bereikt hebben: kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.’
  • 46.
    20Nu was erook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. 21Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze ​Jezus​ konden ontmoeten. 22Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar ​Jezus.
  • 47.
    23Jezus​ zei: ‘Detijd is gekomen dat de ​Mensenzoon​ tot majesteit wordt verheven. 24Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.
  • 48.
    Efez. 2 Eén in​Christus 21U was dood door de misstappen en ​zonden​ 2waarmee u de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ​ongehoorzaam​ zijn. 3Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door onze wereldse begeerten,
  • 49.
    wij volgden allezelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander. 4Maar omdat God zo ​barmhartig​ is, omdat de ​liefde​ die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, 5heeft hij ons, die dood waren door onze ​zonden, samen met ​Christus​ levend gemaakt.
  • 50.
    Ook u bentnu door zijn ​genade​ gered. 6Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in ​Christus​ ​Jezus. 7Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn ​genade​ is, hoe goed hij voor ons is door ​Christus​ ​Jezus. 8Door zijn ​genade​ bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God
  • 51.
    9en geen gevolgvan uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. 10Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in ​Christus​ ​Jezus​ geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. 11Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk door uw afkomst heidenen bent en onbesnedenen genoemd wordt door hen die door mensenhanden ​besneden​ zijn
  • 52.
    12bedenk dat udestijds niet verbonden was met ​Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God. 13Maar nu bent u, die eens ver weg was, in ​Christus​ ​Jezus​ dichtbij gekomen, door zijn ​bloed. 14Want hij is onze ​vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken
  • 53.
    15en de wetmet zijn geboden en voorschriften buiten werking heeft gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht hij ​vrede​ 16en verzoende hij door het ​kruis​ beide in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden. 17Vrede​ kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en ​vrede​ aan hen die dichtbij waren: 18dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.
  • 54.
    19Zo bent udus geen ​vreemdelingen​ of gasten meer, maar burgers, net als de ​heiligen, en huisgenoten van God, 20gebouwd op het fundament van de ​apostelen​ en profeten, met ​Christus​ ​Jezus​ zelf als de ​hoeksteen. 21Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tem- pel die gewijd is aan hem, de ​Heer, 22in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
  • 55.
    P 96 –3, 5, 7 Geeft aan de Heer,
  • 56.
    Psalm 96 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 57.
    Psalm 96 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 58.
    Psalm 96 (LvdK)t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562
  • 59.
    Thema: Het kruis- van vreemdelingen naar medeburgers
  • 60.
    Efez. 2 Eén in​Christus 21U was dood door de misstappen en ​zonden​ 2waarmee u de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ​ongehoorzaam​ zijn. 3Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door onze wereldse begeerten,
  • 61.
    wij volgden allezelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander. 4Maar omdat God zo ​barmhartig​ is, omdat de ​liefde​ die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, 5heeft hij ons, die dood waren door onze ​zonden, samen met ​Christus​ levend gemaakt.
  • 62.
    Ook u bentnu door zijn ​genade​ gered. 6Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in ​Christus​ ​Jezus. 7Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn ​genade​ is, hoe goed hij voor ons is door ​Christus​ ​Jezus. 8Door zijn ​genade​ bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God
  • 63.
    9en geen gevolgvan uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. 10Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in ​Christus​ ​Jezus​ geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. 11Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk door uw afkomst heidenen bent en onbesnedenen genoemd wordt door hen die door mensenhanden ​besneden​ zijn
  • 64.
    12bedenk dat udestijds niet verbonden was met ​Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God. 13Maar nu bent u, die eens ver weg was, in ​Christus​ ​Jezus​ dichtbij gekomen, door zijn ​bloed. 14Want hij is onze ​vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken
  • 65.
    15en de wetmet zijn geboden en voorschriften buiten werking heeft gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht hij ​vrede​ 16en verzoende hij door het ​kruis​ beide in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden. 17Vrede​ kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en ​vrede​ aan hen die dichtbij waren: 18dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.
  • 66.
    19Zo bent udus geen ​vreemdelingen​ of gasten meer, maar burgers, net als de ​heiligen, en huisgenoten van God, 20gebouwd op het fundament van de ​apostelen​ en profeten, met ​Christus​ ​Jezus​ zelf als de ​hoeksteen. 21Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tem- pel die gewijd is aan hem, de ​Heer, 22in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
  • 67.
    Opw 369 Door uwgenade, Vader https://youtu.be/vrvLmfusr1Q
  • 68.
  • 69.
  • 70.
    ELB 388 Laat heelde wereld het zien
  • 71.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 72.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 73.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 74.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 75.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 76.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 77.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 78.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 79.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 80.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 81.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 82.
    Laat heel dewereld het zien (EL 388) t. & m. G. Kendrick; v. R. Zuiderveld
  • 83.
  • 84.
    Vanavond Noordwolde zingtnaar … Pasen. met kornettisten