More Related Content
More from Maarten Devos (20)
2009 el-gelijkekansen
- 1. Als Devos de passie preekt...
Wat zou de Jezusbeweging gedacht hebben over ons gelijkekansendebat? Dat vraag ik me echt af.
Want “gelijke kansen' is nu zo'n onderwerp dat heel verraderlijk is. Op het eerste zicht is het vanuit
christelijk geëngageerd oogpunt een evidentie dat elk mens gelijke kansen verdient. Toch is het
goed kritisch te staan tegenover dit standpunt.
Ik moet niet lang nadenken om akkoord te gaan met de analyse dat mensen niet gelijk geboren
worden. Het is nu eenmaal een feit dat onder andere inkomen, afkomst en sociale klasse van ouders
sterk bepalend is voor de uiteindelijke levensloop van hun kinderen. Vandaar dat het me evident
lijkt om elk kind dezelfde kansen te gunnen onafhankelijk van de achtergrond. Net zoals het
gelukkig een evidentie aan het worden is dat elk kind bijvoorbeeld recht heeft op onderwijs of recht
op ontspanning.
Toch vraag ik me echt af of het wel zo 'christelijk' is om gewoon de lat voor iedereen op gelijke
hoogte te leggen. Bedoelen we met gelijke kansen dat iedereen gelijk behandeld moet worden? Dat
elkeen berecht moet worden op dezelfde manier? Dat een kind uit een kansarm gezin op dezelfde
ondersteuning kan rekenen als een kind uit de middenklasse? Als we dat bedoelen met gelijke
kansen dan gaan we ervan uit dat elk kind, elk mens uiteindelijk hetzelfde kan bereiken en zijn
eigen klasse of stand kan doorbreken. Dat is een heel belangrijk uitgangspunt: het geloof dat
iedereen het kan maken, bijna een 'American dream'.
In het Lucasevangelie vraagt iemand aan Jezus: 'Wat moet ik doen om het eeuwig leven te
ontvangen?'. Jezus antwoordt dat het eigenlijk vrij eenvoudig is: de geboden, de Thora
onderhouden, de ander lief hebben,.. De man repliceert erop dat hij toch wel goed bezig is, maar hij
heeft nog steeds het eeuwig leven niet. Jezus komt op dat moment pas echt radicaal uit de hoek als
hij stelt dat hij al zijn bezittingen moet verkopen en uitdelen aan de armen. Dan pas lukt het om het
allerhoogste te bereiken waartoe een mens in staat is. Een straffe uitspraak.
Eerder in de traditie vinden we het verhaal van Amalek. De stam van Amalek heeft het gemunt op
de Hebreeërs die gevlucht zijn uit Egypte. Het volk trekt op dat moment door de woestijn met de
mannen op kop, vrouwen en kinderen achteraan. Amalek profiteert van de zwakte van de staart om
in de rug aan te vallen. Die laffe daad gaat zo in tegen wat JHWH is dat Amalek eraan moet
geloven. Hij moet gedood worden, maar ook al zijn stamgenoten, de dieren, en zelfs de bezittingen
moeten vewoest worden. Niets mag nog aan Amalek herinneren. Vijanden van JHWH moeten in
bepaalde gevallen (als ze bijvoorbeeld de zwaksten aanvallen) met wortel en al uitgeroeid worden.
Heel harde woorden.
Wat hebben deze verhalen te maken met gelijke kansen? Misschien niets?
Toch tonen ze heel duidelijk twee zaken. Ten eerste is er de radicale keuze van de Jezusbeweging
voor al wat arm, aan de kant of uitgestoten is. Die bevolkingsgroepen hebben voorrang, verdienen
zelfs een voorkeursbehandeling.
Ten tweede is het duidelijk dat iedereen en alles wat het 'koninkrijk Gods' in de weg staat,
bijvoorbeeld 'Amalekitisch kwaad', actief moet bestreden worden. Ook dat is dus in zekere zin een
voorkeursbehandeling.
Het punt is dat het hele debat over gelijke kansen ons wel eens op het verkeerde spoor zou kunnen
zetten. Gelijke kansen betekent niet dat we iedereen gelijk moet behandelen. Integendeel. Volgens
mij is het de taak van christenen om net zwakkere groepen op te sporen, actief aan te spreken en een
voorkeursbehandeling te geven. We hebben daar een heel omstreden woord voor in onze
samenleving: positieve discriminatie. In plaats van kinderen in het onderwijs gelijk te behandelen