Voorganger: Ds. Kijzer

1. Welkom
Voorganger: Ds. Kijzer
Organist: Dhr. v.d. Bij
Thema: Diepgraven, doen, nu

2. Zingen voor de dienst:
Elb 166: 2,4

3. Vader U loven wij (EL 166) t. A.F. Troost; m. J.A. Freylinghausen

4. Vader U loven wij (EL 166) t. A.F. Troost; m. J.A. Freylinghausen

5. Vader U loven wij (EL 166) t. A.F. Troost; m. J.A. Freylinghausen

6. Vader U loven wij (EL 166) t. A.F. Troost; m. J.A. Freylinghausen

7. Welkom en Mededelingen
Voorganger: Ds. Kijzer
Organist: Dhr. v.d. Bij
Thema: Diepgraven, doen, nu

8. Intochtslied: Gez. 448: 1,2,4

9. Soms groet een licht van vreugde (LB 910) t. W. Cowper; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Wales

10. Soms groet een licht van vreugde (LB 910) t. W. Cowper; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Wales

11. Soms groet een licht van vreugde (LB 910) t. W. Cowper; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Wales

12. Soms groet een licht van vreugde (LB 910) t. W. Cowper; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Wales

13. Soms groet een licht van vreugde (LB 910) t. W. Cowper; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Wales

14. Soms groet een licht van vreugde (LB 910) t. W. Cowper; v. J.W. Schulte Nordholt; m. Wales

15. Stilte, belofte
Begroeting
Zingen: Klein Gloria

16. Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.

17. Klein worden voor God

18. Genade verkondiging
Psalm 103: 8-12

19. 8Liefdevol en ​genadig​ is de HEER,
hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
9Niet eindeloos blijft hij twisten,
niet eeuwig duurt zijn toorn.

20. 10Hij straft ons niet naar onze ​zonden,
hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
11Zoals de hoge hemel de aarde overspant,
zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen.
12Zo ver als het oosten is van het westen,
zo ver heeft hij onze ​zonden​ van ons verwijderd.

21. Leefregel voor wie
dankbaar is voor de genade

22. Gebed om de Heilige Geest

23. Zingen: Kinderlied
Elb 469
Wil je wel geloven

24. Wil je wel geloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg

25. Wil je wel geloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg

26. Wil je wel geloven (LB 923) t. H. Lam; m. W. ter Burg

27. Lezen: Mat. 5: 1-16 (nbv)
Mat. 6: 6-18

28. Bergrede
1Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de
berg op. Daar ging hij zitten met
zijn ​leerlingen​ om zich heen.
2Hij nam het woord en onderrichtte hen:
3‘Gelukkig wie nederig van ​hart​ zijn,
want voor hen is het ​koninkrijk van de
hemel.

29. 4Gelukkig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
5Gelukkig de zachtmoedigen,
want zij zullen het land bezitten.
6Gelukkig wie hongeren en dorsten
naar ​gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.

30. 7Gelukkig de barmhartigen,
want zij zullen ​barmhartigheid​ ondervinden.
8Gelukkig wie zuiver van ​hart​ zijn,
want zij zullen God zien.
9Gelukkig de vredestichters,
want zij zullen ​kinderen​ van God genoemd
worden.

31. 10Gelukkig wie vanwege de ​gerechtigheid​
vervolgd worden,
want voor hen is het ​koninkrijk van de hemel.
11Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille
van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei
kwaad betichten.

32. 12Verheug je en juich, want je zult rijkelijk
worden beloond in de hemel; zo immers
vervolgden ze vóór jullie de profeten.
13Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als
het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan
weer zout gemaakt worden? Het dient
nergens meer voor, het wordt weggegooid en
vertrapt.

33. 14Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad
die boven op een berg ligt, kan niet verborgen
blijven.
15Men steekt ook geen ​lamp​ aan om hem
vervolgens onder een korenmaat weg te
zetten, nee, men zet hem op een standaard,
zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is.

34. 16Zo moet jullie licht schijnen voor
de mensen, opdat ze jullie goede
daden zien en eer bewijzen aan
jullie Vader in de hemel.

35. Mat. 6: 6-18

36. 6Maar als jullie ​bidden, trek je dan in je huis
terug, sluit de deur en ​bid​ tot je Vader, die in
het verborgene is. En jullie Vader, die in het
verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
7Bij het ​bidden​ moeten jullie niet eindeloos
voort prevelen zoals de heidenen, die denken
dat ze door hun overvloed aan woorden
verhoord zullen worden.

37. 8Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers
wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het
hem vragen.
9Bid​ daarom als volgt:
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam ​geheiligd​ worden,
10laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.

38. 11Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
12Vergeef​ ons onze schulden,
zoals ook wij hebben ​vergeven
wie ons iets schuldig was.
13En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van ​het kwaad.

39. 14Want als jullie anderen hun
misstappen ​vergeven, zal jullie hemelse Vader
ook jullie ​vergeven.
15Maar als je anderen niet ​vergeeft, zal jullie
Vader jullie je misstappen evenmin ​vergeven.

40. 16Wanneer jullie ​vasten, zet dan niet zo’n
somber gezicht als de huichelaars, want zij
doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan
het ​vasten​ zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben
hun loon al ontvangen.
17Maar als jullie ​vasten, was dan je gezicht en
wrijf je hoofd in met olie,

41. 18zodat niemand ziet dat je aan het ​vasten​
bent, alleen je Vader, die in het verborgene is.
En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal
je ervoor belonen.

42. Zingen: Gez. 446: 1-5
O, Jezus hoe vertrouwd en
goed

43. O Jezus, hoe vertrouwd en goed (LvdK 446) t. J. Newton; t. W. Barnard; m. A.R. Reinagle

44. O Jezus, hoe vertrouwd en goed (LvdK 446) t. J. Newton; t. W. Barnard; m. A.R. Reinagle

45. O Jezus, hoe vertrouwd en goed (LvdK 446) t. J. Newton; t. W. Barnard; m. A.R. Reinagle

46. O Jezus, hoe vertrouwd en goed (LvdK 446) t. J. Newton; t. W. Barnard; m. A.R. Reinagle

47. O Jezus, hoe vertrouwd en goed (LvdK 446) t. J. Newton; t. W. Barnard; m. A.R. Reinagle

48. Lezen: Mat.6: 24-33
Mat.7: 7-12,24-27

49. 24Niemand kan twee heren dienen: hij zal de
eerste haten en de tweede ​liefhebben, of hij
zal juist toegewijd zijn aan de ene en de
andere verachten. Jullie kunnen niet God
dienen én de mammon.

50. 25Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen
over jezelf en over wat je zult eten of drinken,
noch over je lichaam en over wat je zult
aantrekken. Is het leven niet meer dan
voedsel en het lichaam niet meer
dan ​kleding?

51. 26Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien
niet en oogsten niet en vullen geen
voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader
die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan
zij?

52. 27Wie van jullie kan door zich zorgen te
maken ook maar één ​el​ aan zijn levensduur
toevoegen?
28En wat maken jullie je zorgen over ​kleding?
Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in
het veld. Ze werken niet en ​weven​ niet.

53. 29Ik zeg jullie: zelfs ​Salomo​ ging in al zijn
luister niet gekleed als een van hen.
30Als God het groen dat vandaag nog op het
veld staat en morgen in de ​oven​ gegooid
wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel
meer zorg zal hij jullie dan niet kleden,
kleingelovigen?

54. 31Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen
we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of:
“Waarmee zullen we ons kleden?” –
32dat zijn allemaal dingen die de heidenen
najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat
jullie dat alles nodig hebben.

55. 33Zoek liever eerst het ​koninkrijk
van God​ en zijn ​gerechtigheid, dan
zullen al die andere dingen je erbij
gegeven worden.

56. Mat.7:7-12
7Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en
je zult vinden, klop en er zal voor je worden
opengedaan. 8Want ieder die vraagt
ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie
klopt zal worden opengedaan.

57. 9Is er iemand onder jullie die zijn ​kind, als het om
een brood vraagt, een steen zou geven?
10Of een slang, als het om een ​vis​ vraagt?
11Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je ​kinderen​
al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie
Vader in de hemel dan het goede geven aan wie
hem daarom vragen.

58. 12Behandel anderen dus steeds zoals je zou
willen dat ze jullie behandelen. Dat is het ​hart​
van de Wet en de Profeten.

59. 24Wie deze woorden van mij hoort en ernaar
handelt, kan vergeleken worden met een
verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots.
25Toen het begon te regenen en de bergstromen
zwollen, en er stormen opstaken en het huis van
alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want
het was gefundeerd op een rots.

60. 26En wie deze woorden van mij hoort en er
niet naar handelt, kan vergeleken worden
met een onnadenkend man, die zijn huis
bouwde op zand.

61. 27Toen het begon te regenen en de
bergstromen zwollen, en er stormen opstaken
en er van alle kanten op het huis werd
ingebeukt, stortte het in, en er bleef alleen
een ruïne over.’

62. Zingen Opw. 160
Don’t build your house
https://www.youtube.com/
watch?v=L-hFN7GWt6c

63. Diepgraven, doen, nu

64. Nogmaals zingen Opw. 160
Don’t build your house
https://www.youtube.com/
watch?v=L-hFN7GWt6c

65. Dankgebed en voorbeden
Stil zijn met God

66. Collecte:
1. Evangelisatie
2. Kerk

67. Slotlied Ps. 27:1,3

68. Psalm 27 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

69. Psalm 27 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

70. Psalm 27 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

71. Psalm 27 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

72. Zegen
3 x amen

73. Aantal woorden voor
Ds. Kijzer

74. We zingen Ds. Kijzer toe:
Ga met God
Nlb 416

75. Ga met God en hij zal met je zijn (LB 416) t. J. Rankin; v. G. Landman; m. R. Vaughan Williams

76. Ga met God en hij zal met je zijn (LB 416) t. J. Rankin; v. G. Landman; m. R. Vaughan Williams

77. Ga met God en hij zal met je zijn (LB 416) t. J. Rankin; v. G. Landman; m. R. Vaughan Williams

78. Ga met God en hij zal met je zijn (LB 416) t. J. Rankin; v. G. Landman; m. R. Vaughan Williams

79. Fijne zondag!
Vanavond 19.00
Spokeplasdienst
Ook u bent van harte welkom!