SlideShare a Scribd company logo
1 of 11
Download to read offline
Rondhouten maken
voor traditionele schepen
een doe-het-zelf handleiding
Henk de Boer
- 2 -
Inleiding
Tot de uitrusting van een traditioneel Hollands binnenschip behoren nogal wat rondhouten. De
belangrijkste zijn: mast, giek, gaffel en kluiverboom. Maar er is veel meer: bezaanstutters, fokkeloeten,
bokkepoten, haakstokken, pikhaken, vaarbomen, breefokkeras, kuilhouten, noem maar op.
Met al die stokken aan boord breekt er nog wel eens wat. Het is dan handig, als je zelf een nieuw
rondhout kunt maken. Deze handleiding kan daarbij van pas komen. Het is gericht op het maken van een
rondhout uit een massieve houten balk of stam. Verlijmde rondhouten vragen extra voorbewerkingen,
die hier niet worden beschreven. Bij een groot rondhout met een perfect profiel en speciale details,
zoals een scheepsmast, komt méér kijken dan hier staat beschreven. Ook daar is deze handleiding dus
niet op gericht. Ook het maken en monteren van ijzerbeslag wordt hier niet behandeld.
De eerste versie van dit verhaal is in 2012 op Wikibooks gepubliceerd. Vanuit praktijkervaring, op
forums en bijvoorbeeld ook op de onderhoudspagina van de botter Trui (BU130) vond ik diverse nuttige
aanvullingen waarvan dankbaar gebruik is gemaakt om deze nieuwe versie samen te stellen.
Henk de Boer, februari 2019
Afbeelding titelblad: De Boommaker, Jan Luyken 1694
- 3 -
Het gebruikte hout
Het materiaal voor een massief rondhout moet niet te zwaar, recht, taai en niet te duur zijn. Dan kom je
al gauw uit bij Europees naaldhout. We gebruiken over het algemeen larix, douglas of fijnspar. Fijnspar is
vuren, oftewel kerstbomenhout. Het is goedkoop, licht en taai. En het spint is niet slechter dan het
kernhout. Wel is het minder duurzaam dan larix en douglas. Het hout kan zijn verkregen als stammetje
met hart, of als vierkant balkhout, buiten het hart gezaagd.
Een stam-met-hart is voordelig en er hoeft niet al te veel vanaf geschaafd, want het is al rond. Ook loopt
het hout nergens "uit de draad" wat gunstig is voor de breeksterkte. Wel komen verzwakkingen door
kwasten vaker voor en vrij snel windscheuren ontstaan, die gevoelig zijn voor inwateren. Bij een vierkant
bezaagde balk kan het voorkomen, dat de houtvezels schuin uit de balk lopen, wat verzwakkend is.
Oorzaak is het verschijnsel dat een naaldboom vaak enigszins spiraalsgewijs groeit rond het hart. Een
stam moet eerst ontschorst zijn, met behulp van een haalmes of een scherp steekijzer.
Kijken
Kijk zorgvuldig en kritisch naar het stuk hout waar je het rondhout van wilt maken:
• is de dikte overal voldoende voor het dikteprofiel dat je eruit wilt halen?
• zijn er houtfouten, zoals windscheuren, breuken, harsplekken, rot, grote doorlopende kwasten,
loszittende kwasten, nesten van meerdere kwasten bij elkaar?
• hoeveel spinthout moet er nog af? Alleen bij fijnspar is het spint even duurzaam als het kernhout.
• bij een stam-met-hart: zit het hart aan beiden uiteinden in het midden?
• een stam loopt meestal wat taps toe. Wat is de dikte aan beide uiteinden?
• is het hout kromgetrokken? Is die kromming geleidelijk, of zit deze vooral aan één uiteinde?
Bij serieuze houtfouten moet je op zoek naar een ander stuk hout. Door asymmetrisch te verjongen (dus
aan één kant meer dan aan de tegenoverliggende kant) kan soms worden bereikt, dat het hart in het
midden blijft, of kan een kromming aan het uiteinde worden weggewerkt.
Gereedschappen
Met de volgende spullen kom je een heel eind:
• twee schragen van ca. 70cm hoog.
• elektrische schaaf (liefst met lange zool)
• handschaaf
• cirkelzaag (als je uitgaat van een vierkante balk)
• haalmes of steekijzer (als je een stam eerst moet ontschorsen)
• handzaag
• bandschuurmachine of excentrische schuurmachine
• taaie dunne strooklat van ca. 3m lang
• poetslap en donker schoensmeer
• hulpplankje (zie hieronder) met 2 lijmklemmen
• diktemeter: een bosbouw-schuifmaat of een krompasser (liefst eentje met digitale uitlezing,
goedkoop verkrijgbaar bij onze Chinese vrienden)
• meetlint
- 4 -
• slaglijnmolen (als je een uitgaat van een vierkante balk)
• winkelhaak
• markeerhulp voor 8-kant markeringen.
• potlood, viltstift, vetkrijt
• millimeterpapier, om het dikteprofiel op uit te werken
Het hulpplankje zorgt ervoor, dat het
rondhout tijdens het werk niet kan wegrollen
op de schragen. Maak een plankje van ca.
2*40*15 cm. Zaag een V-vormige inkeping
aan één lange kant. De hoek van de "V" moet
90 graden zijn; de diepte ca. 7cm. Klem dit
plankje met lijmtangen langs de drager van
één van de schragen. De inkeping steekt
boven de schraag uit. Als het rondhout in de
inkeping ligt, kan het niet meer wegrollen.
Van de markeerhulp (Engels: spar gauge) zijn vele
voorbeelden te vinden op het web. Kern van de zaak is,
dat de verhouding tussen de buitenste pennen en de twee
kraspennetjes/potloodpunten gelijk moet zijn aan 5:7:5 of
zo je wilt 7:10:7. Zo’n markeerhulp is simpel zelf te maken.
Hiernaast een voorbeeld.
Diktediagram maken
De lengte/dikteverhouding van een rondhout hangt af van
het gebruiksdoel. Bij een stutter is de grootste dikte circa
0,9 - 1,2% van de lengte. Vaarbomen zijn soms wat
slanker. Gieken en kluiverbomen wat dikker: tot 2,0 - 2,3%
van de lengte.
Een rondhout is aan de uiteinden meestal dunner dan in het midden. Op die manier komt de meeste
sterkte op de plek waar de krachten grootst zijn en wordt gewicht en hout bespaard op de uiteinden.
Het dikteverloop naar de uiteinden krijgt een lichte bolling, zodat een sigaarvormig profiel ontstaat. In
deze handleiding is het uitgangspunt, dat er één dikste punt is en dat vanaf dit punt naar beide
uiteinden het bolle profiel wordt meegegeven. Je kunt er ook voor kiezen, om een gedeelte van het
midden op één gelijke dikte te houden. De dikte op de einden is meestal 60%-70% de grootste dikte.
Het dikste punt komt meestal ongeveer halverwege de lengte. Als je werkt vanuit een stam die taps
toeloopt, kan het handig zijn om het dikste punt wat meer richting het dikste uiteinde van de stam te
kiezen, om uit te komen met je hout. Bijvoorbeeld op 30 - 40% vanaf het dikke uiteinde. Bij een
kluiverboom voor een botter wil je het diktste deel ter hoogte van de ring bij de voorsteven. Het deel
dat vóór die ring uitsteekt moet niet te zwaar zijn, want anders “duikt” de boom bij het naar voren
schuiven. Bij een bottergiek zit het dikste punt vaak een stuk achter het midden, maar wel vóór de
schootband, zodat die band zichzelf klem trekt tegen het dikker wordende hout.
- 5 -
Bepaal nu de lengte van je rondhout, de plaats en diameter van het dikste punt en de diktes op de
uiteinden. Het vloeiende dikteprofiel tussen deze drie punten kun je uitzetten in een diktediagram op
millimeterpapier, met de volgende aanpak:
1. Neem millimeterpapier, zet daarop een horizontale X-as en een verticale Y-as.
2. De Y-as geeft het verschil weer tussen de grootste en kleinste dikte. Schaal 2:1, dus 1cm
werkelijkheid wordt 2cm op het papier. Markeer op de Y-as de intervallen van 4mm werkelijk (=
8mm op papier)
3. De X-as geeft de lengte van het rondhout weer. Schaal 1:40, dus 1 meter werkelijk wordt 25mm op
het papier. De voet van het rondhout wordt punt A van de schaaftabel.
4. Zet in het diagram de coördinaten van de beide uiteinden en van het dikste punt.
5. Verbind deze drie punten door een vloeiend getekende, bolle curve, met behulp van een passer of
rond voorwerp.
6. Markeer op deze curve de punten, die corresponderen met de markeringen op de Y-as.
7. Trek vanuit die punten loodlijnen omlaag naar de X-as.
8. Noteer de afstanden op de X-as, waar deze loodlijnen de as raken. Dit worden de lengtematen in je
schaaftabel.
Hieronder een voorbeeld van een diktediagram voor een rondhout van 800cm lang, dikte ene uiteinde
60mm, andere uiteinde 74mm, dikste punt 90mm op 4m40:
Voor wie handig is met excel: deze aanpak kan ook vertaald worden in een spreadsheetje, waarbij de
curve van de bolling wordt berekend via de cirkelvergelijking X2
+ Y2
= R2
. De bolling vorm in feite een
segment van een (zeer grote) cirkel.
Schaaftabel maken
Maak nu een tabelletje met daarin de volgende kolommen:
- 6 -
• P = ijkpunt. Letters A, B, C, enz.
• L = lengtemaat. De lengte-positie van elk ijkpunt, vanuit de voet gemeten, in cm. Aflezen van de X-as
van het diktediagram (de loodlijnen)
• ED = einddikte. De diameter die het rondhout moet krijgen op elk ijkpunt, in mm. Aflezen van de Y-
as van het diktediagram, in stapjes van 4mm.
• BR16 = breedte van de 16-kantvlakken in mm. Dit te berekenen als 20% van de einddikte
Bij een balk als uitgangspunt:
• Q = 45⁰-lijn. Dit zijn de afstanden tussen de hartlijn en de lijn waarlangs de balk op 45⁰ zal worden
afgeschuind. Herleid vanuit Pythagoras is dit te berekenen als: (0,707*einddikte vh ijkpunt)-/-
(0,5*grootste dikte)
Bij een stam als uitgangspunt:
• SD = stamdikte. Dit is de gemeten dikte van de onbewerkte stam op elk ijkpunt. Opmeten met je
diktemeter, nadat je de ijkpunten op de stam hebt gemarkeerd.
• V = verjonging. Dit is SD minus ED. Dus de dikte die verwijderd moet worden.
• Z = SD minus de helft van V, dus SD-½V
Voorbeeld van schaaftabel, op basis van het diktediagram-voorbeeld:
Op punt H moet de einddikte 88mm worden. De stamdikte is daar 98mm. De verjonging is dan 98-
88=10mm. De maat Z (stamdikte minus halve verjonging) is 98-5=93mm. Nadat één zijde geschaafd is,
moet de dikte op punt H deze 93mm zijn. Zodra de tegenoverliggende zijde ook is geschaafd, wordt hier
de einddikte van 88mm bereikt.
- 7 -
Voorbewerken van het hout
• Afkorten op lengte, met aan elke kant ca. 5cm overmaat
• Bij een balk: controleer of de doorsnede van de balk echt vierkant is. Zo nodig vandikte schaven.
• Bij een balk: eventuele vervuiling en vergrijzing van het oppervlak wegschaven of schuren, zodat je
schone oppervlakken krijgt waarop goed kan worden afgeschreven
• Bij een stam: eventuele uitstekende kwasten en hobbels wegschaven
De wijze waarop je het hout nu verder bewerkt tot een achtkantige balk met het juiste dikteprofiel,
hangt af van het vertrekpunt: een balk (vierkant en overal even dik) of een stam (rond en taps
toelopend)? Beide mogelijkheden worden hieronder uitgewerkt. Daarna volgen de stappen van
achtkantig naar rond; dit gaat steeds op dezelfde wijze.
Een balk op dikte en achtkantig maken
Zie afbeeldingsblad 1 “Dwardoorsnedes vanaf balk”
Leg de balk op schragen. Merk één zijde als “Noord”. Zet met een meetlint de ijkpunten uit op de balk.
Bij elk ijkpunt trek je met viltstift een lijn rondom de balk. Leg nu Noord boven en zet een spatlijn op het
hart, met behulp van het slaglijnmolentje (afb.1).
Als de balk zijdelings kromgetrokken is, kun je de uiteinden met klemmen vastzetten op de schragen en
in het midden de bocht eruit duwen (helper); dan de spatlijn zetten. Soms is maar één uiteinde
kromgetrokken. Je kunt dan de spatlijn iets uit het midden van de balk laten eindigen, maar let op dat de
einddiameter wel overal gehaald moet kunnen worden, met de spatlijn als hart.
Schrijf nu de 45⁰-zaaglijnen af op Noord (afb.2). De afstandjes van de hartlijn tot de zaaglijn lees je af uit
de schaaftabel, kolom Q. Gebruik een strooklat, vastgezet met lijmklemmen, om een vloeiende lijn langs
de uitgezette punten te trekken. Aan de uiteinden kan de afstand tot de hartlijn negatief worden; de
zaaglijnen kruisen dan dus hartlijn.
Zaag nu de twee hoekribben van Noord af, met behulp van een cirkelzaag met het blad op zuiver 45⁰
ingesteld. Zaag precies langs de buitenkant van de afgeschreven zaaglijnen (afb.3). De zijgeleiding van de
zaag kun je niet gebruiken, omdat je zaagsnede een lichte bocht moet beschrijven. Gebruik dus de
zaaglijn-markering op de zool van de zaag.
Alternatief voor de cirkelzaag: met de handzaag het hout op regelmatig afstanden overdwars inzagen
tot aan de 45⁰-zaaglijnen. Het hout tussen de zaagsneden weghakken met hamer en beitel; daarna
fatsoeneren met schaaf.
Draai de balk een halve slag en herhaal het afschrijven en zagen op te tegenoverliggende zijde (afb.4).
Je hebt nu vier nieuwe diagonale kanten gezaagd, die gelijk op hun einddikte zijn. De gezaagde vlakken
nog even gladschaven. Nu moeten de vier oude balkvlakken nog naar hun einddikte toe worden
geschaafd, zodat overal een achtkantige doorsnede ontstaat. Eerst ga je daarvoor de achtkant-
markeringen afschrijven op de vier diagonale kanten, die net gezaagd zijn (afb.5). Gebruik daarvoor de
markeerhulp. Kras hiermee lijnen in het hout of prik de pinnetjes in het hout, waarbij je de markeerhulp
steeds een paar cm opschuift. Leg nu Noord boven en schaaf deze kant, totdat de randjes van je
schaafvlak op de 8-kant markeringen vallen.
- 8 -
Herhaal dit op de andere drie oude balkvlakken. Controleer de stroking van elk vlak, door er in de lengte
langs te kijken. Schaaf waar nodig de laatste correcties. Je hebt nu een zuiver achtkantige balk met het
juiste dikteprofiel (afb.6).
Een stam op dikte en achtkantig maken
Zie afbeeldingsblad 2 “Dwardoorsnedes vanaf stam”
Leg de stam op schragen met behulp van het hulpplankje, zodat hij niet kan gaan rollen.
Zet met een meetlint de ijkpunten uit op de balk. Trek bij elk ijkpunten met viltstift of vetkrijt een ring
om de stam. Schaaf nu over de bovenkant van de stam, totdat op elk ijkpunt dikte Z is bereikt (afb.1 en
2), gebruik hiervoor een diktemeter.
Draai nu de stam 180⁰ en schaaf de tegenoverliggende zijde, totdat op elk ijkpunt de einddikte is bereikt
(afb.3), weer de diktemeter. Draai nu de stam 90⁰ en schaaf de bovenzijde weer naar dikte Z. Nu weer
180⁰ draaien en tegenoverliggende zijde naar einddikte schaven (afb.4). Let erop, dat je de schaaf steeds
vlak houdt en parallel met het tegenoverliggende vlak. De geschaafde zijdes moeten zuiver haaks op
elkaar komen. Controleer dit met een winkelhaak. Je hebt nu 4 zijdes die op einddikte zijn.
Nu gaan we op deze vier zijden de achtkant markeringen afschrijven, met behulp van de markeerhulp
(afb.5). Kras hiermee lijnen in het hout of prik de pinnetjes in het hout, waarbij je de markeerhulp steeds
een paar cm opschuift.
Draai de stam nu 45⁰ en schaaf de bovenkant, totdat de randjes van je schaafvlak op de 8-kant
markeringen vallen. Herhaal dit aan de drie andere zijden (afb.6).
Controleer de stroking van elk vlak, door er in de lengte langs te kijken. Schaaf waar nodig de laatste
correcties. Je hebt nu een zuiver achtkantige balk met het juiste dikteprofiel.
Zestienkantig schaven
Trek met potlood cirkels rondom de balk, op regelmatige afstanden van ca. 50cm. Bij dunne rondhouten
ga je nu over op de handschaaf. Schaaf de zestienkantvlakken eraan. De potloodcirkels worden daarbij
onderbroken door de nieuwe schaafvlakken. Er ontstaan stippellijnen; de onderbrekingen moeten even
breed worden als de lijntjes die blijven staan. Je kunt de breedte checken met de BR16-maat uit de
schaaftabel. Let op, dat je balk steeds zó neerlegt, dat de "rib" precies bovenaan zit. En hou je schaaf
goed horizontaal.
32-kantig schaven
Bij het 32-kant schaven is het zaak, om de schaaf precies op de ribbel tussen de twee "oude"
schaafvlakken te houden. Die ribbel kan lastig zichtbaar zijn, omdat het hoekverschil tussen de
schaafvlakken maar klein is. Hier is een praktisch hulpmiddeltje voor:
Neem een poetslap, ingewreven met donkere schoenpoets. Trek de lap met 2 handen overdwars
zigzaggend over het hout. De ribbels tussen de schaafvlakken worden nu als scherp afgetekende lijnen
zichtbaar! Wat ook werkt: de achterkant van een oude, opengeknipte schuurband, ingewreven met
- 9 -
vetkrijt, houtskool of roet. Een goed geplaatste bouwlamp met strijklicht helpt ook mee om de ribbels te
zien.
Voor het bepalen van de breedte van de nieuwe schaafvlakken kun je weer gebruikmaken van
potloodcirkels rondom de balk, die moeten na het schaven zijn veranderd in regelmatige stippellijnen.
Rondschuren, afkorten en afwerken
De schaaf kan nu aan de kant; het verdere rondmaken gebeurt door te schuren. Dit kan met behulp van
een schuurband, die binnenste buiten is gekeerd en die je aandrijft met een hulpstuk op een
boormachine. Het hulpstuk is niet kant en klaar te koop maar kun je zelf maken, met een stuk draaieind
M10, een houten tonnetje bekleed
met opgelijmd rubber (binnenband),
een buisje dat los om het draadeind
zit als handgreep en wat ringen en
moeren; zie plaatje.
Bij dikkere rondhouten werkt een
bandschuurmachine ook goed. Houd
deze voor en achter vast in de
lengterichting van het hout. Kantel
hem steeds naar je toe en van je af,
terwijl je langzaam zijwaarts langs het
hout loopt. De machine nooit
stilhouden, want dan schuur je een
nieuw vlak aan je rondhout. Met een
excenterschuurmachine gaat het iets minder vlot maar wel veiliger. Begin met korrel 40 of 60, om zo
snel mogelijk vanuit 32-kant naar rond te komen. Daarna fijner gladschuren, met korrel naar behoefte.
Het rondhout wordt tenslotte op de juiste lengte afgekort en voorzien van het benodigde beslag
(bijvoorbeeld een teen en/of een knop). Daarna afwerken met olie of lak naar eigen smaak.
Teen
Als op één van de uiteinden van het rondhout een teen of klamp moet komen, moet er een vlak stuk op
het rondhout aanwezig zijn om die teen op te monteren. Hou daarmee tevoren al rekening, door een
achtkantvlak op die plek niet verder te bewerken, maar intact te laten.
Doorzakking compenseren
Een giek zal zijn hele leven tussen 2 uiteinden hangen, met dezelfde kant boven. Hij zakt dan op de lange
duur wat uit in het midden. Dit kun je compenseren, door het hout asymmetrisch te verjongen. De
toekomstige onderkant krijgt géén verjonging, terwijl de bovenkant “dubbel” wordt verjongd en dus
extra bolling meekrijgt, wat er in de loop der tijd vanzelf weer uit zal zakken.
- 10 -
Afbeeldingsblad 1: Dwardoorsnedes vanaf balk
- 11 -
Afbeeldingsblad 2: Dwardoorsnedes vanaf stam

More Related Content

What's hot

ABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURING
ABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURINGABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURING
ABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURINGRajib Ghosh(雅吉)
 
Man Made Rubber FIber Spandex
Man Made Rubber FIber SpandexMan Made Rubber FIber Spandex
Man Made Rubber FIber SpandexBiniya Arakkal
 
Spin plan for 80s combed yarn
Spin plan for 80s combed yarnSpin plan for 80s combed yarn
Spin plan for 80s combed yarnSwaraz Mollick
 
CLASSIFICATION OF YARN.pdf
CLASSIFICATION OF YARN.pdfCLASSIFICATION OF YARN.pdf
CLASSIFICATION OF YARN.pdfmadhur456
 
Yarn properties effecting comfort of the fabric
Yarn properties effecting comfort of the fabricYarn properties effecting comfort of the fabric
Yarn properties effecting comfort of the fabrichema upadhayay
 
Important parts on ring frame
Important parts on ring frameImportant parts on ring frame
Important parts on ring frameMdibrahimkhalil31
 
Embroidery of kutch
Embroidery of kutchEmbroidery of kutch
Embroidery of kutchAnjali Savla
 
Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...
Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...
Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...MohammedZakir21
 
Yarn manufacturing process
Yarn manufacturing processYarn manufacturing process
Yarn manufacturing processSheikh Al Masum
 
Lotus silk x (1).pptx
Lotus silk x (1).pptxLotus silk x (1).pptx
Lotus silk x (1).pptxBapiGahir
 
Fabric manufacturing-i-sizing
Fabric manufacturing-i-sizingFabric manufacturing-i-sizing
Fabric manufacturing-i-sizingPrashant Ingale
 
Bdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-ii
Bdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-iiBdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-ii
Bdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-iiRai University
 

What's hot (20)

Wool fibre
Wool fibreWool fibre
Wool fibre
 
Compress air, TEXTILE UTILITY
Compress air, TEXTILE UTILITYCompress air, TEXTILE UTILITY
Compress air, TEXTILE UTILITY
 
Fibre to yarn
Fibre to yarnFibre to yarn
Fibre to yarn
 
ABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURING
ABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURINGABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURING
ABOUT RECENT DEVELOPMENT OF DENIM MANUFACTURING
 
Man Made Rubber FIber Spandex
Man Made Rubber FIber SpandexMan Made Rubber FIber Spandex
Man Made Rubber FIber Spandex
 
Spin plan for 80s combed yarn
Spin plan for 80s combed yarnSpin plan for 80s combed yarn
Spin plan for 80s combed yarn
 
CLASSIFICATION OF YARN.pdf
CLASSIFICATION OF YARN.pdfCLASSIFICATION OF YARN.pdf
CLASSIFICATION OF YARN.pdf
 
Yarn properties effecting comfort of the fabric
Yarn properties effecting comfort of the fabricYarn properties effecting comfort of the fabric
Yarn properties effecting comfort of the fabric
 
The art of batik handout
The art of batik handoutThe art of batik handout
The art of batik handout
 
Important parts on ring frame
Important parts on ring frameImportant parts on ring frame
Important parts on ring frame
 
Dyeing lecture
Dyeing lectureDyeing lecture
Dyeing lecture
 
Embroidery of kutch
Embroidery of kutchEmbroidery of kutch
Embroidery of kutch
 
Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...
Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...
Management of loom shed, plant layout, ventilation & humidification, lighting...
 
Spinning basic final
Spinning basic finalSpinning basic final
Spinning basic final
 
Casin fibres
Casin fibresCasin fibres
Casin fibres
 
Pile & Carpets..pdf
Pile & Carpets..pdfPile & Carpets..pdf
Pile & Carpets..pdf
 
Yarn manufacturing process
Yarn manufacturing processYarn manufacturing process
Yarn manufacturing process
 
Lotus silk x (1).pptx
Lotus silk x (1).pptxLotus silk x (1).pptx
Lotus silk x (1).pptx
 
Fabric manufacturing-i-sizing
Fabric manufacturing-i-sizingFabric manufacturing-i-sizing
Fabric manufacturing-i-sizing
 
Bdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-ii
Bdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-iiBdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-ii
Bdft ii, types of knitting & knitting machine , tmt, unit-ii
 

Similar to Rondhouten maken voor traditionele schepen

Similar to Rondhouten maken voor traditionele schepen (8)

Testvleugel stappenplan
Testvleugel stappenplanTestvleugel stappenplan
Testvleugel stappenplan
 
MOLENWIELEN
MOLENWIELENMOLENWIELEN
MOLENWIELEN
 
Breeuwen van houten schepen
Breeuwen van houten schepenBreeuwen van houten schepen
Breeuwen van houten schepen
 
De kruibare kap theorie
De kruibare kap theorieDe kruibare kap theorie
De kruibare kap theorie
 
DE KRUIBARE KAP theorie
DE KRUIBARE KAP theorieDE KRUIBARE KAP theorie
DE KRUIBARE KAP theorie
 
DE KAP
DE KAPDE KAP
DE KAP
 
Molenwielen
MolenwielenMolenwielen
Molenwielen
 
De kap
De kapDe kap
De kap
 

Rondhouten maken voor traditionele schepen

  • 1. Rondhouten maken voor traditionele schepen een doe-het-zelf handleiding Henk de Boer
  • 2. - 2 - Inleiding Tot de uitrusting van een traditioneel Hollands binnenschip behoren nogal wat rondhouten. De belangrijkste zijn: mast, giek, gaffel en kluiverboom. Maar er is veel meer: bezaanstutters, fokkeloeten, bokkepoten, haakstokken, pikhaken, vaarbomen, breefokkeras, kuilhouten, noem maar op. Met al die stokken aan boord breekt er nog wel eens wat. Het is dan handig, als je zelf een nieuw rondhout kunt maken. Deze handleiding kan daarbij van pas komen. Het is gericht op het maken van een rondhout uit een massieve houten balk of stam. Verlijmde rondhouten vragen extra voorbewerkingen, die hier niet worden beschreven. Bij een groot rondhout met een perfect profiel en speciale details, zoals een scheepsmast, komt méér kijken dan hier staat beschreven. Ook daar is deze handleiding dus niet op gericht. Ook het maken en monteren van ijzerbeslag wordt hier niet behandeld. De eerste versie van dit verhaal is in 2012 op Wikibooks gepubliceerd. Vanuit praktijkervaring, op forums en bijvoorbeeld ook op de onderhoudspagina van de botter Trui (BU130) vond ik diverse nuttige aanvullingen waarvan dankbaar gebruik is gemaakt om deze nieuwe versie samen te stellen. Henk de Boer, februari 2019 Afbeelding titelblad: De Boommaker, Jan Luyken 1694
  • 3. - 3 - Het gebruikte hout Het materiaal voor een massief rondhout moet niet te zwaar, recht, taai en niet te duur zijn. Dan kom je al gauw uit bij Europees naaldhout. We gebruiken over het algemeen larix, douglas of fijnspar. Fijnspar is vuren, oftewel kerstbomenhout. Het is goedkoop, licht en taai. En het spint is niet slechter dan het kernhout. Wel is het minder duurzaam dan larix en douglas. Het hout kan zijn verkregen als stammetje met hart, of als vierkant balkhout, buiten het hart gezaagd. Een stam-met-hart is voordelig en er hoeft niet al te veel vanaf geschaafd, want het is al rond. Ook loopt het hout nergens "uit de draad" wat gunstig is voor de breeksterkte. Wel komen verzwakkingen door kwasten vaker voor en vrij snel windscheuren ontstaan, die gevoelig zijn voor inwateren. Bij een vierkant bezaagde balk kan het voorkomen, dat de houtvezels schuin uit de balk lopen, wat verzwakkend is. Oorzaak is het verschijnsel dat een naaldboom vaak enigszins spiraalsgewijs groeit rond het hart. Een stam moet eerst ontschorst zijn, met behulp van een haalmes of een scherp steekijzer. Kijken Kijk zorgvuldig en kritisch naar het stuk hout waar je het rondhout van wilt maken: • is de dikte overal voldoende voor het dikteprofiel dat je eruit wilt halen? • zijn er houtfouten, zoals windscheuren, breuken, harsplekken, rot, grote doorlopende kwasten, loszittende kwasten, nesten van meerdere kwasten bij elkaar? • hoeveel spinthout moet er nog af? Alleen bij fijnspar is het spint even duurzaam als het kernhout. • bij een stam-met-hart: zit het hart aan beiden uiteinden in het midden? • een stam loopt meestal wat taps toe. Wat is de dikte aan beide uiteinden? • is het hout kromgetrokken? Is die kromming geleidelijk, of zit deze vooral aan één uiteinde? Bij serieuze houtfouten moet je op zoek naar een ander stuk hout. Door asymmetrisch te verjongen (dus aan één kant meer dan aan de tegenoverliggende kant) kan soms worden bereikt, dat het hart in het midden blijft, of kan een kromming aan het uiteinde worden weggewerkt. Gereedschappen Met de volgende spullen kom je een heel eind: • twee schragen van ca. 70cm hoog. • elektrische schaaf (liefst met lange zool) • handschaaf • cirkelzaag (als je uitgaat van een vierkante balk) • haalmes of steekijzer (als je een stam eerst moet ontschorsen) • handzaag • bandschuurmachine of excentrische schuurmachine • taaie dunne strooklat van ca. 3m lang • poetslap en donker schoensmeer • hulpplankje (zie hieronder) met 2 lijmklemmen • diktemeter: een bosbouw-schuifmaat of een krompasser (liefst eentje met digitale uitlezing, goedkoop verkrijgbaar bij onze Chinese vrienden) • meetlint
  • 4. - 4 - • slaglijnmolen (als je een uitgaat van een vierkante balk) • winkelhaak • markeerhulp voor 8-kant markeringen. • potlood, viltstift, vetkrijt • millimeterpapier, om het dikteprofiel op uit te werken Het hulpplankje zorgt ervoor, dat het rondhout tijdens het werk niet kan wegrollen op de schragen. Maak een plankje van ca. 2*40*15 cm. Zaag een V-vormige inkeping aan één lange kant. De hoek van de "V" moet 90 graden zijn; de diepte ca. 7cm. Klem dit plankje met lijmtangen langs de drager van één van de schragen. De inkeping steekt boven de schraag uit. Als het rondhout in de inkeping ligt, kan het niet meer wegrollen. Van de markeerhulp (Engels: spar gauge) zijn vele voorbeelden te vinden op het web. Kern van de zaak is, dat de verhouding tussen de buitenste pennen en de twee kraspennetjes/potloodpunten gelijk moet zijn aan 5:7:5 of zo je wilt 7:10:7. Zo’n markeerhulp is simpel zelf te maken. Hiernaast een voorbeeld. Diktediagram maken De lengte/dikteverhouding van een rondhout hangt af van het gebruiksdoel. Bij een stutter is de grootste dikte circa 0,9 - 1,2% van de lengte. Vaarbomen zijn soms wat slanker. Gieken en kluiverbomen wat dikker: tot 2,0 - 2,3% van de lengte. Een rondhout is aan de uiteinden meestal dunner dan in het midden. Op die manier komt de meeste sterkte op de plek waar de krachten grootst zijn en wordt gewicht en hout bespaard op de uiteinden. Het dikteverloop naar de uiteinden krijgt een lichte bolling, zodat een sigaarvormig profiel ontstaat. In deze handleiding is het uitgangspunt, dat er één dikste punt is en dat vanaf dit punt naar beide uiteinden het bolle profiel wordt meegegeven. Je kunt er ook voor kiezen, om een gedeelte van het midden op één gelijke dikte te houden. De dikte op de einden is meestal 60%-70% de grootste dikte. Het dikste punt komt meestal ongeveer halverwege de lengte. Als je werkt vanuit een stam die taps toeloopt, kan het handig zijn om het dikste punt wat meer richting het dikste uiteinde van de stam te kiezen, om uit te komen met je hout. Bijvoorbeeld op 30 - 40% vanaf het dikke uiteinde. Bij een kluiverboom voor een botter wil je het diktste deel ter hoogte van de ring bij de voorsteven. Het deel dat vóór die ring uitsteekt moet niet te zwaar zijn, want anders “duikt” de boom bij het naar voren schuiven. Bij een bottergiek zit het dikste punt vaak een stuk achter het midden, maar wel vóór de schootband, zodat die band zichzelf klem trekt tegen het dikker wordende hout.
  • 5. - 5 - Bepaal nu de lengte van je rondhout, de plaats en diameter van het dikste punt en de diktes op de uiteinden. Het vloeiende dikteprofiel tussen deze drie punten kun je uitzetten in een diktediagram op millimeterpapier, met de volgende aanpak: 1. Neem millimeterpapier, zet daarop een horizontale X-as en een verticale Y-as. 2. De Y-as geeft het verschil weer tussen de grootste en kleinste dikte. Schaal 2:1, dus 1cm werkelijkheid wordt 2cm op het papier. Markeer op de Y-as de intervallen van 4mm werkelijk (= 8mm op papier) 3. De X-as geeft de lengte van het rondhout weer. Schaal 1:40, dus 1 meter werkelijk wordt 25mm op het papier. De voet van het rondhout wordt punt A van de schaaftabel. 4. Zet in het diagram de coördinaten van de beide uiteinden en van het dikste punt. 5. Verbind deze drie punten door een vloeiend getekende, bolle curve, met behulp van een passer of rond voorwerp. 6. Markeer op deze curve de punten, die corresponderen met de markeringen op de Y-as. 7. Trek vanuit die punten loodlijnen omlaag naar de X-as. 8. Noteer de afstanden op de X-as, waar deze loodlijnen de as raken. Dit worden de lengtematen in je schaaftabel. Hieronder een voorbeeld van een diktediagram voor een rondhout van 800cm lang, dikte ene uiteinde 60mm, andere uiteinde 74mm, dikste punt 90mm op 4m40: Voor wie handig is met excel: deze aanpak kan ook vertaald worden in een spreadsheetje, waarbij de curve van de bolling wordt berekend via de cirkelvergelijking X2 + Y2 = R2 . De bolling vorm in feite een segment van een (zeer grote) cirkel. Schaaftabel maken Maak nu een tabelletje met daarin de volgende kolommen:
  • 6. - 6 - • P = ijkpunt. Letters A, B, C, enz. • L = lengtemaat. De lengte-positie van elk ijkpunt, vanuit de voet gemeten, in cm. Aflezen van de X-as van het diktediagram (de loodlijnen) • ED = einddikte. De diameter die het rondhout moet krijgen op elk ijkpunt, in mm. Aflezen van de Y- as van het diktediagram, in stapjes van 4mm. • BR16 = breedte van de 16-kantvlakken in mm. Dit te berekenen als 20% van de einddikte Bij een balk als uitgangspunt: • Q = 45⁰-lijn. Dit zijn de afstanden tussen de hartlijn en de lijn waarlangs de balk op 45⁰ zal worden afgeschuind. Herleid vanuit Pythagoras is dit te berekenen als: (0,707*einddikte vh ijkpunt)-/- (0,5*grootste dikte) Bij een stam als uitgangspunt: • SD = stamdikte. Dit is de gemeten dikte van de onbewerkte stam op elk ijkpunt. Opmeten met je diktemeter, nadat je de ijkpunten op de stam hebt gemarkeerd. • V = verjonging. Dit is SD minus ED. Dus de dikte die verwijderd moet worden. • Z = SD minus de helft van V, dus SD-½V Voorbeeld van schaaftabel, op basis van het diktediagram-voorbeeld: Op punt H moet de einddikte 88mm worden. De stamdikte is daar 98mm. De verjonging is dan 98- 88=10mm. De maat Z (stamdikte minus halve verjonging) is 98-5=93mm. Nadat één zijde geschaafd is, moet de dikte op punt H deze 93mm zijn. Zodra de tegenoverliggende zijde ook is geschaafd, wordt hier de einddikte van 88mm bereikt.
  • 7. - 7 - Voorbewerken van het hout • Afkorten op lengte, met aan elke kant ca. 5cm overmaat • Bij een balk: controleer of de doorsnede van de balk echt vierkant is. Zo nodig vandikte schaven. • Bij een balk: eventuele vervuiling en vergrijzing van het oppervlak wegschaven of schuren, zodat je schone oppervlakken krijgt waarop goed kan worden afgeschreven • Bij een stam: eventuele uitstekende kwasten en hobbels wegschaven De wijze waarop je het hout nu verder bewerkt tot een achtkantige balk met het juiste dikteprofiel, hangt af van het vertrekpunt: een balk (vierkant en overal even dik) of een stam (rond en taps toelopend)? Beide mogelijkheden worden hieronder uitgewerkt. Daarna volgen de stappen van achtkantig naar rond; dit gaat steeds op dezelfde wijze. Een balk op dikte en achtkantig maken Zie afbeeldingsblad 1 “Dwardoorsnedes vanaf balk” Leg de balk op schragen. Merk één zijde als “Noord”. Zet met een meetlint de ijkpunten uit op de balk. Bij elk ijkpunt trek je met viltstift een lijn rondom de balk. Leg nu Noord boven en zet een spatlijn op het hart, met behulp van het slaglijnmolentje (afb.1). Als de balk zijdelings kromgetrokken is, kun je de uiteinden met klemmen vastzetten op de schragen en in het midden de bocht eruit duwen (helper); dan de spatlijn zetten. Soms is maar één uiteinde kromgetrokken. Je kunt dan de spatlijn iets uit het midden van de balk laten eindigen, maar let op dat de einddiameter wel overal gehaald moet kunnen worden, met de spatlijn als hart. Schrijf nu de 45⁰-zaaglijnen af op Noord (afb.2). De afstandjes van de hartlijn tot de zaaglijn lees je af uit de schaaftabel, kolom Q. Gebruik een strooklat, vastgezet met lijmklemmen, om een vloeiende lijn langs de uitgezette punten te trekken. Aan de uiteinden kan de afstand tot de hartlijn negatief worden; de zaaglijnen kruisen dan dus hartlijn. Zaag nu de twee hoekribben van Noord af, met behulp van een cirkelzaag met het blad op zuiver 45⁰ ingesteld. Zaag precies langs de buitenkant van de afgeschreven zaaglijnen (afb.3). De zijgeleiding van de zaag kun je niet gebruiken, omdat je zaagsnede een lichte bocht moet beschrijven. Gebruik dus de zaaglijn-markering op de zool van de zaag. Alternatief voor de cirkelzaag: met de handzaag het hout op regelmatig afstanden overdwars inzagen tot aan de 45⁰-zaaglijnen. Het hout tussen de zaagsneden weghakken met hamer en beitel; daarna fatsoeneren met schaaf. Draai de balk een halve slag en herhaal het afschrijven en zagen op te tegenoverliggende zijde (afb.4). Je hebt nu vier nieuwe diagonale kanten gezaagd, die gelijk op hun einddikte zijn. De gezaagde vlakken nog even gladschaven. Nu moeten de vier oude balkvlakken nog naar hun einddikte toe worden geschaafd, zodat overal een achtkantige doorsnede ontstaat. Eerst ga je daarvoor de achtkant- markeringen afschrijven op de vier diagonale kanten, die net gezaagd zijn (afb.5). Gebruik daarvoor de markeerhulp. Kras hiermee lijnen in het hout of prik de pinnetjes in het hout, waarbij je de markeerhulp steeds een paar cm opschuift. Leg nu Noord boven en schaaf deze kant, totdat de randjes van je schaafvlak op de 8-kant markeringen vallen.
  • 8. - 8 - Herhaal dit op de andere drie oude balkvlakken. Controleer de stroking van elk vlak, door er in de lengte langs te kijken. Schaaf waar nodig de laatste correcties. Je hebt nu een zuiver achtkantige balk met het juiste dikteprofiel (afb.6). Een stam op dikte en achtkantig maken Zie afbeeldingsblad 2 “Dwardoorsnedes vanaf stam” Leg de stam op schragen met behulp van het hulpplankje, zodat hij niet kan gaan rollen. Zet met een meetlint de ijkpunten uit op de balk. Trek bij elk ijkpunten met viltstift of vetkrijt een ring om de stam. Schaaf nu over de bovenkant van de stam, totdat op elk ijkpunt dikte Z is bereikt (afb.1 en 2), gebruik hiervoor een diktemeter. Draai nu de stam 180⁰ en schaaf de tegenoverliggende zijde, totdat op elk ijkpunt de einddikte is bereikt (afb.3), weer de diktemeter. Draai nu de stam 90⁰ en schaaf de bovenzijde weer naar dikte Z. Nu weer 180⁰ draaien en tegenoverliggende zijde naar einddikte schaven (afb.4). Let erop, dat je de schaaf steeds vlak houdt en parallel met het tegenoverliggende vlak. De geschaafde zijdes moeten zuiver haaks op elkaar komen. Controleer dit met een winkelhaak. Je hebt nu 4 zijdes die op einddikte zijn. Nu gaan we op deze vier zijden de achtkant markeringen afschrijven, met behulp van de markeerhulp (afb.5). Kras hiermee lijnen in het hout of prik de pinnetjes in het hout, waarbij je de markeerhulp steeds een paar cm opschuift. Draai de stam nu 45⁰ en schaaf de bovenkant, totdat de randjes van je schaafvlak op de 8-kant markeringen vallen. Herhaal dit aan de drie andere zijden (afb.6). Controleer de stroking van elk vlak, door er in de lengte langs te kijken. Schaaf waar nodig de laatste correcties. Je hebt nu een zuiver achtkantige balk met het juiste dikteprofiel. Zestienkantig schaven Trek met potlood cirkels rondom de balk, op regelmatige afstanden van ca. 50cm. Bij dunne rondhouten ga je nu over op de handschaaf. Schaaf de zestienkantvlakken eraan. De potloodcirkels worden daarbij onderbroken door de nieuwe schaafvlakken. Er ontstaan stippellijnen; de onderbrekingen moeten even breed worden als de lijntjes die blijven staan. Je kunt de breedte checken met de BR16-maat uit de schaaftabel. Let op, dat je balk steeds zó neerlegt, dat de "rib" precies bovenaan zit. En hou je schaaf goed horizontaal. 32-kantig schaven Bij het 32-kant schaven is het zaak, om de schaaf precies op de ribbel tussen de twee "oude" schaafvlakken te houden. Die ribbel kan lastig zichtbaar zijn, omdat het hoekverschil tussen de schaafvlakken maar klein is. Hier is een praktisch hulpmiddeltje voor: Neem een poetslap, ingewreven met donkere schoenpoets. Trek de lap met 2 handen overdwars zigzaggend over het hout. De ribbels tussen de schaafvlakken worden nu als scherp afgetekende lijnen zichtbaar! Wat ook werkt: de achterkant van een oude, opengeknipte schuurband, ingewreven met
  • 9. - 9 - vetkrijt, houtskool of roet. Een goed geplaatste bouwlamp met strijklicht helpt ook mee om de ribbels te zien. Voor het bepalen van de breedte van de nieuwe schaafvlakken kun je weer gebruikmaken van potloodcirkels rondom de balk, die moeten na het schaven zijn veranderd in regelmatige stippellijnen. Rondschuren, afkorten en afwerken De schaaf kan nu aan de kant; het verdere rondmaken gebeurt door te schuren. Dit kan met behulp van een schuurband, die binnenste buiten is gekeerd en die je aandrijft met een hulpstuk op een boormachine. Het hulpstuk is niet kant en klaar te koop maar kun je zelf maken, met een stuk draaieind M10, een houten tonnetje bekleed met opgelijmd rubber (binnenband), een buisje dat los om het draadeind zit als handgreep en wat ringen en moeren; zie plaatje. Bij dikkere rondhouten werkt een bandschuurmachine ook goed. Houd deze voor en achter vast in de lengterichting van het hout. Kantel hem steeds naar je toe en van je af, terwijl je langzaam zijwaarts langs het hout loopt. De machine nooit stilhouden, want dan schuur je een nieuw vlak aan je rondhout. Met een excenterschuurmachine gaat het iets minder vlot maar wel veiliger. Begin met korrel 40 of 60, om zo snel mogelijk vanuit 32-kant naar rond te komen. Daarna fijner gladschuren, met korrel naar behoefte. Het rondhout wordt tenslotte op de juiste lengte afgekort en voorzien van het benodigde beslag (bijvoorbeeld een teen en/of een knop). Daarna afwerken met olie of lak naar eigen smaak. Teen Als op één van de uiteinden van het rondhout een teen of klamp moet komen, moet er een vlak stuk op het rondhout aanwezig zijn om die teen op te monteren. Hou daarmee tevoren al rekening, door een achtkantvlak op die plek niet verder te bewerken, maar intact te laten. Doorzakking compenseren Een giek zal zijn hele leven tussen 2 uiteinden hangen, met dezelfde kant boven. Hij zakt dan op de lange duur wat uit in het midden. Dit kun je compenseren, door het hout asymmetrisch te verjongen. De toekomstige onderkant krijgt géén verjonging, terwijl de bovenkant “dubbel” wordt verjongd en dus extra bolling meekrijgt, wat er in de loop der tijd vanzelf weer uit zal zakken.
  • 10. - 10 - Afbeeldingsblad 1: Dwardoorsnedes vanaf balk
  • 11. - 11 - Afbeeldingsblad 2: Dwardoorsnedes vanaf stam