4. Bodem: komt voort uit het substraat (gesteente en reliëf) en ontwikkelt
zich onder invloed van tijd, hydrologie, klimaat, vegetatie en fauna. Door
bodemvorming (rijping) ontstaan bodemhorizonten .
Zonder menselijke invloed ontstaat
natuurlandschap.
Door ingrepen van de mens in het
natuurlandschap, ontstaat
cultuurlandschap
5. Bodemvorming
http://www.geologievannederland.nl/ondergrond/bodems/bodemvorming-uitgediept
Een bodem is het resultaat van factoren en processen die
zich afspelen in de loop van de tijd. Die factoren zijn:
1. klimaat: temperatuur en/of vochtigheid (voorwaarde voor verwering)
2. samenstelling van het moedermateriaal: verschillende moedermaterialen
resulteren in geheel andere bodems,
3. tijd: verschillen bij 1 en 2 leiden tot meer of minder tijd nodig voor
ontwikkeling van een bodem
4. reliëf/drainage: waterinfiltratie of oppervlakte-afstroom
5. vegetatie: planten zorgen voor voedingsstoffen en humus in de bodem,
terwijl de regenwaterinfiltratie wordt geremd door regenwateropvang door
bladeren
6. biologische activiteit, zoals graafgangen van wormen, muizen of mollen, die
de bodem poreus maken
7. antropogene (menselijke) invloeden, bijvoorbeeld jarenlange bemesting van
landbouwgronden
10. In Nederland veel eerdgrond
• Moerige grond met minerale
componenten
• Moerig = organisch materiaal
(overwegend door mensen
opgebracht, maar ook veen)
• minerale componenten = zand,
silt of klei
• naast eerdgrond ook podzolen,
bruine bosbodem en bodems die
verband houden met de hoge
grondwaterspiegel
• Bodems in Nederland zijn
overwegend ontstaan uit van
elders aangevoerde sedimenten.
Deze sedimenten vormen het
moedermateriaal
13. Vruchtbaarheid bodem
• Chemische vruchtbaarheid= de hoeveelheid
voedingstoffen die van nature in een bodem zitten. Bij
klei is dit heel goed, bij zand slecht.
Een ideale grondsoort is dus een mengsel van klei en
zand of heel fijn zand.
• Fysische vruchtbaarheid van de bodem=
bodemstructuur:
de volumeverhouding tussen water, grond en lucht.
Ideaal is als deze verhouding ongeveer 1:1:1 is. Zand
benadert dit ideaal, maar klei bij lange na niet: te
weinig lucht.
15. ►Klimaten
- tropisch regenwoudklimaat
- savanne klimaat
►Natuurlijke begroeiing
- tropisch regenwoud
- savanne
- woestijnsteppe
►Geschiktheid voor landbouw
- veel bacteriewerking door hoge
temperatuur en veel neerslag;
weinig humusvorming. Veel
uitspoeling. Rode kleur door ijzer
en aluminium. Niet vruchtbaar.
lage chemische vruchtbaarheid
- traditionele landbouw =
zwerflandbouw
Is hier sprake van een grote of kleine uitspoeling?
Grote uitspoeling door een hoog neerslagoverschot
De tropische zone
► Bodems
- Latosolen
17. ►Klimaten
-woestijnklimaat
<250mm neerslag
Hoge neerslagvariabiliteit
►Natuurlijke begroeiing
-woestijn (zand, grind, rots en
zout)
-woestijnsteppe
►Geschiktheid voor landbouw
-Woestijnbodem: weinig
humus; geen inspoeling en
uitspoeling: opstijging van
water in de bodem door hitte.
-Steppebodem: veel en lang
gras: dikke laag humus. Wordt
ook wel zwarte aarde bodem
genoemd.
Welk deel van deze foto ↑ bestaat uit
natuurlandschap, de voorgrond of
de achtergrond? de voorgrond
De aride zone
19. ►Klimaten
-gematigd zeeklimaat
-steppeklimaat
►Natuurlijke begroeiing
-zomergroen loofwoud
-grassteppe (prairie, pampa,
poesta)
►Geschiktheid voor landbouw
-Bruine bosbodem: redelijk
vruchtbaar: meer humus en
minder uitspoeling dan
podzol.
hoge tot zeer hoge chemische
vruchtbaarheid
-groeiseizoen lang genoeg
Graanschuur van de wereld
Waar is de chemische vruchtbaarheid het
hoogst, in de steppe of in het zomergroen
loofwoud? In de steppe
De gematigde zone
21. ►Klimaten
-landklimaat, lage
wintertemperaturen,
kort groeiseizoen
►Natuurlijke begroeiing
-naaldwoud
►Geschiktheid voor landbouw
-Lage chemische vruchtbaarheid
Vrijwel geen landbouw, alleen
bosbouw
Is hier sprake van een grote of kleine uitspoeling?
Grote uitspoeling door een hoog neerslagoverschot
De boreale zone
23. ►Klimaten
-toendraklimaat
-poolklimaat
Kort groeiseizoen, lage
temperaturen
►Natuurlijke begroeiing
-toendra (gras, heide, struiken)
-geen begroeiing, (sneeuw, ijs,
kaal)
►Geschiktheid voor landbouw
-Lage fysische vruchtbaarheid
(permafrost)
Traditionele = extensieve
Landbouw veehouderij
In welke jaargetijden zijn dit soort voertuigen noodzakelijk? voorjaar en najaar
De polaire zone
25. ►Klimaten
-subtropisch klimaat, kenmerken
van een gematigd zeeklimaat en
een tropisch klimaat
►Natuurlijke begroeiing
-naald- en loofbos
-lage struiken en bomen
-steppe
►Geschiktheid voor landbouw
- Bodems: weinig uitspoeling:
roodgeel van kleur. Niet
vruchtbaar. Lage chemische
vruchtbaarheid
-Traditionele = kleinschalig
landbouw
-Moderne = grootschalige
landbouw
Zie hoofdstuk 2!
De subtropische zone
26. Cultuurlandschap
Natuurlandschap + ontginning/gebruik/exploitatie =
cultuurlandschap
Ontginning/gebruik/exploitatie sterk afhankelijk van
mogelijkheden als gevolg van:
• natuurlandschap
• Klimaat (lengte groeiseizoen, teelt methodes,..)
• reliëf
• bevolkingsdruk
• geld
• andere zaken?
27. Landbouw verklaard: natuur als
productiefactor
Bodem is als natuurlijke (geo)factor nog steeds een
belangrijk uitgangspunt als je een landschap wil
verklaren. Maar we zijn niet langer afhankelijk van
de natuur als het gaat om landbouw in een
landschapszone. Bodem moet je zien als
productiefactor die naast andere productiefactoren
het soort landbouw verklaart.
Productiefactoren:
• Natuur
• Kapitaal
• Arbeid
31. Evenwichten binnen het systeem raken
verstoord; landschappen veranderen
Als gevolg van:
• Milieurampen (Invloed mens)
• Natuurrampen (geen of indirecte invloed
mens)
• combinatie gebeurtenissen
32. Mileurampen
De mens verstoort de natuur dusdanig dat er
rampen optreden. Ecosystemen verdwijnen en
landschappen ondervinden schade.
34. Landdegradatie
Aantasting van de kwaliteit van het natuurlijke
landschap (= natuurlijke vegetatie en bodem);
meestal door menselijke activiteit
• door omzetting van natuurgrond in cultuurgrond
(bijvoorbeeld plantages ipv. Tropisch regenwoud)
• Aantasting van het landschap kan ook worden
veroorzaakt door bodemdegradatie;
bodemerosie, verwoestijning of verzilting.
Hierdoor verandert het landschap
35. Oorzaken en relatieve grootte van de afname
van bodemkwaliteit per werelddeel
Afname van bodemkwaliteit door andere
landbouwactiviteiten hangt vaak samen met
mismanagement. In Noord- en Midden Amerika is
het de combinatie van de druk om veel te produceren
in combinatie met exploitatie van kwetsbare gronden.
Er wordt soms niet gekozen voor optimale
landbouwmethodes. Dit om winst te maximaliseren.
Denk aan slechte vormen van irrigatie ipv. de
duurdere druppelirrigatie, monocultuur, te ruime
inzet pesticiden of braak laten liggen grond bij crisis.
Overbeweiding speelt in Australië een grote rol. De
combinatie van een aride gebied en de enorme
veestapel bewerkstelligt dit. In Afrika ook veel
overbeweiding in aride gebieden. Echter hier speelt
veeteelt toch een kleinere
rol (veel minder vee) dan in Australië. Leidt in aride
gebieden tot bodemerosie en/of verwoestijning.
Ontbossing is het grootst in Azië en Zuid-Amerika. De
regenwouden worden gekapt waardoor de kwaliteit
van de bodem snel achteruit gaat. Leidt in humide
gebieden met relief tot wegspoelen van de vruchtbare
toplaag
36. Bodemdegradatie
Afname van de kwaliteit van de toplaag van de
bodem waardoor de productiecapaciteit afneemt.
Processen:
• Verwoestijning
• bodemerosie (verdwijnen vruchtbare toplaag)
– in aride gebieden door wind
– in humide gebieden door water (mondiaal het meest
voorkomend)
• Verzilting
– In gebieden waar de verdamping groter is dan de
nuttige neerslag
37. Op hellingen
waar vegetatie
is verdwenen
spoelt de
humus-
houdende
bovenlaag van
de bodem weg.
Dit heet…
In zeer droge
gebieden kan
door het
verdampen
van (grond)water
een zoutkorst
ontstaan.
Dit heet……
bodemerosie
verzilting
Aantasting van de kwaliteit van de bodem;
bodemdegradatie
In uitgestrekte
vlakke gebieden
wordt de
vruchtbare
bovenlaag wordt
weggeblazen
door de wind na
droogte en
braakligging.
Hierboven de VS
in de “dustbowl”;
bodemerosie
Haal je in
kwetsbare droge
gebieden de
vegetatie weg,
dan droogt de
bodem uit en
wordt hard. Water
kan niet meer
infiltreren. Het
gebied verandert
in een woestijn-
achtig milieu….
Verwoestijning
38. Bodemerosie veroorzaakt door
verkeerde landbouw methodes
1. Wanneer de grond na de oogst
voor kortere of langere tijd braak
ligt.
2. Op hellingen wordt er loodrecht op
de hoogtelijnen wordt geploegd.
3. Ontbossing van hellingen
Natuurlijke factoren versterken dit proces!
Relief neerslag Grondsoort
Steile helling
veroorzaakt
snelle
afstroming van
regenwater en
erosie
- neerslag na de
oogst
- regenbuien
met een hoge
intensiteit
- grote druppels
- kleihoudende
grond ‘slaat
dicht’ en
voorkomt
infiltratie
- Te droge
grond
Bodemerosie op hellingen
39. Verband bevolkingsdruk en
bodemdegradatie
Dichtbevolkte gebieden:
a. de ruimte waar landbouw kan plaatsvinden wordt
beperkt. Daardoor neemt de kans toe dat landbouw
plaatsvind op minder geschikte hellingen.
b. De vraag naar landbouwproducten wordt zo groot de
grond te intensief wordt gebruikt met als gevolg
uitputting.
c. Gebieden worden ontbost om akkers aan te leggen.
Kwetsbare gronden verliezen aan kwaliteit.
d. Het gebied waar boeren hun vee kunnen laten grazen
wordt kleiner. Het gevaar van overbeweiding met als
gevolg desertificatie neemt toe.
40. Fragiel evenwicht
• snelle kringloop van
voedingsstoffen
• dunne voedingsrijke
bodem
• Bij kap van woud snelle
uitputting
43. 1
2
3
4
5
6
1 Water wordt door gegraven geulen gespoeld
2 Water infiltreert
3 Veel water wordt niet door planten
opgenomen waardoor het grondwater
stijgt.
4 Door kleine openingen wordt
het grondwater omhoog gezogen.
5 Het grondwater dat kleine
hoeveelheden zout bevat
verdampt en het zout blijft
achter.
6 Na verloop van tijd
ontstaat een zoutkorst
►capillaire werking van de grond
Verzilting
44. Beregenen is een andere irrigatietechniek
met vergelijkbare gevolgen
Bedenk dat net als bij geulirrigatie
-een groot deel van het water direct verdampt
-veel water infiltreert enzovoort enzovoort
Verzilting
45. Door middel van druppelirrigatie
wordt er net zoveel water naar de
plantenwortel geleid als deze kan
opnemen.
Er zal vrijwel geen water infiltreren
of verdampen.
Het grondwater zal nauwelijks stijgen.
Dit is de beste manier van irrigatie
maar vraagt wel om een investering
in techniek.
Verzilting
48. Landdegradatie is het gevolg van menselijk handelen.
Echter, sommige natuurlijke omstandigheden zorgen ervoor
dat bepaalde gebieden kwetsbaarder zijn dan andere.
Hoe kwetsbaar zijn de landschapszones?
49. Hoe kwetsbaar zijn de landschapszones?
Niet elke landschapszone is even gevoelig voor landdegradatie.
Van nature zijn gebieden met een grote droogte of veel reliëf of
een hoge neerslagintensiteit extra gevoelig. Wanneer de mens in
zulke gebieden te intensief landbouw gaat bedrijven gaat het fout.
50. Hoe kwetsbaar zijn de landschapszones?
Waar de bodem rijk is aan voedingsstoffen en het klimaat
voldoende vocht verschaft, zal het plantendek na
beschadiging redelijke herstelkansen hebben. Maar in de
gevoelige gebieden, die vaak gekenmerkt worden door arme
bodems, blijft na beschadiging van de vegetatie herstel uit
met alle gevolgen van dien.
51. 1. GB 226C: de blauwe gebieden
2. Een combinatie van menselijke en natuurlijke factoren:
reliëf
vooral op hellingen
klimaat
lage neerslag frequentie; de grond is droog, slechte infiltratie
grote neerslagintensiteit; grond krijgt ineens veel te verwerken
Bodem
fijne stoffige structuur; slechte infiltratie
lemige bodem; slaat dicht bij krachtige regens
dunne losse laag op een harde ondergrond
Vegetatie
vaak het ontbreken van vegetatie door ontbossing, braakligging
Mens
arm; gebrek aan middelen, roofbouw/bodemuitputting
gebrek aan kennis; slechte landbouwmethodes
52. Hazard management:
omgaan met rampen: voor en na
Hoe een land/regio omgaat met
rampen hangt af van:
• Kennis
• open/gesloten samenleving
• Houding van mensen en(bij)geloof
• Geld
Maatregelen (vooraf) om de
gevolgen van rampen te
beperken
1. onderzoek/modellen maken
2. Waarschuwingssystemen
3. Rampenplannen
4. Bouwtechnische maatregelen
5. verzekeringen tegen
natuurrampen
53. Duo opdracht
Atlas op tafel
1. In welk(e) land(en) is het wegspoelen van de
humushoudende bovenlaag een groot
probleem
2. Welke kaart?
3. Wat zijn de oorzaken en mogelijk
overeenkomsten tussen landen waar dit een
groot probleem is?
Editor's Notes
factoren die de elementen vormen van de verschillende ecosystemen op Aarde
Ondergrond=substraat
Let op! Indeling in natuurlijke en menselijke factoren
Geofactoren zitten in “natuur”. De geofactor “mens”zit in arbeid en kapitaal. Behalve kapitaal en arbeid gaat het bij geofactor mens ook over bevolkingsomvang, bevolkingsdichtheid, andere manieren van bodemgebruik(steden, industrietereinen, enz.) en meer.