2. • Het klimaat is het gemiddelde patroon van het weer en
van de temperatuur voor een lange periode.
• Het klimaat in een gebied wordt beïnvloed door de
afstand tot de evenaar.
• Gebieden dicht bij de evenaar zijn de warmste.
•Gebieden dicht bij de polen zijn de koudste.
•Klimaat wordt ook beïnvloed door de hoogteligging
en de afstand tot de zee.
•Gebieden met eenzelfde klimaat noemen we een
klimaatgordel
•Het klimaat op aarde kan wijzigen. Door bijvoorbeeld
vervuiling of vulkaanuitbarsting.
Klimaat en
plantengroei 1. WAT IS KLIMAAT ?
3. • Welke planten en dieren in een gebied voorkomen
hangt af van de breedteligging, het klimaat en het
landschap
• planten en dieren hebben zich doorheen miljoenen
jaren aangepast aan de omstandigheden van het
gebied waar ze leven
• Naast klimaatgordels zijn er ook plantenzones,
meestal komen die overeen
Klimaat en
plantengroei 2. PLANTENGROEI
4. • We maken een verschil tussen
hooggebergte en laaggebergte
• Een laaggebergte bevat
weilanden en graslanden, kleine
struiken, rotsen en mossen en
planten en bossen
• Een hooggebergte bevat alleen
rotsen, mossen en klein
struikgewas
• Laaggebergte = Ardennen,
Zwarte Woud.
• Hooggebergte = Alpen, Himalaya
Klimaat en
plantengroei 3a. BERGGEBIEDEN
5. • In een hooggebergte is het meestal
zeer koud met temperaturen onder de
0 graden Celsius
• Grond is steeds bevroren en neerslag
in de vorm van sneeuw, de eeuwige
sneeuw
• In de zomer kan het warm zijn maar
het weer kan plots omslaan.
• In een laaggebergte is het soms koud
en soms warm
• Er valt regen en sneeuw die dan een
tijdje kan blijven liggen
Klimaat en
plantengroei 3b. BERGGEBIEDEN
6. • Uitgestrekte naaldwouden
• Dennen, sparren en lariksen,
goed bestand tegen de koude
• Ook enkele loofbomen: berken
en populieren
• Venen: grond gevormd door
plantenresten
• Veel soorten planten en dieren
• Grootste bosgebied ter wereld:
Scandinavië, Rusland, Canada
Klimaat en
plantengro 4a. TAIGA
7. • Koud en vochtig
• Veel neerslag in de vorm
van regen, sneeuw en mist
• Koudgematigd klimaat
Klimaat en
plantengroei 4b. TAIGA
9. • Toendra grenst aan de
poolgebieden
• Gebied zonder bomen
• Begroeiing bestaat uit grassen,
mossen en dwergstruiken
• Rotsen en stenen
Klimaat en
plantengroei 5a. TOENDRA
10. • Zeer koud
• Weinig neerslag
• Bodem minstens 6 maanden
bevroren of bedekt met sneeuw
• Temperatuur warmste maand
beneden 10 graden Celsius
• Polair klimaat
Klimaat en
plantengroei 5b. TOENDRA
15. • Aangepaste plantengroei
• Zeer taaie bladeren voorzien van
een waslaag
• Pijnbomen, olijfbomen ,
kurkeiken citrusvruchten
• planten zijn aangepast aan
bosbranden door langdurige
droogte,
De zaden kunnen zelfs na een
brand ontkiemen
Klimaat en
plantengroei
7a. MEDITERRANE PLANTENGROE
16. • Klimaat rond de Middellandse Zee
• De zomers zijn warm en de winters zacht
• De zomers zijn droog en de winters nat
• Ook Californië, Chili en Australië
• Mediterrane klimaat
Klimaat en
plantengroei
7b. MEDITERRANE PLANTENGROE
17. Klimaat en 7c. MEDITERRANE
plantengro PLANTENGROEI
18. • Boomloos landschap
• Grassen : geel of groen
• kruidachtige struiken
• zand
Klimaat en
plantengroe 8a. STEPPE
19. • 8 tot 9 maanden droogte
• regen in de zomer
• Bijna woestijnklimaat
• Tropisch droog klimaat
Klimaat en
plantengroei 8b. STEPPE
21. • Weinig vegetatie (cactussen)
• Zandduinen en soms rotsen
• Oases : vruchtbare plekken met water
Klimaat en
plantengroei 9a. WOESTIJN
22. • Droog, bijna geen neerslag
• Groot temperatuursverschil :
overdag zeer warm, ‘s nachts
zeer koud
• Weinig mensen
• Woestijnklimaat
• Sahara in Noord - Afrika,
Australië, Azië, Noord - Amerika
Klimaat en
plantengroe 9b. WOESTIJN
24. • Verspreide bomengroei
• Overheersend gras en kruiden,
bomen
Klimaat en
plantengroei 10a. SAVANNE
25. • Zeer hoge temperaturen
• Zeer veel neerslag
• Afwisselend droog en nat seizoen
• Vergelijkbaar met steppe
• Tropisch droog klimaat
Klimaat en
plantengroei 10b. SAVANNE