SlideShare a Scribd company logo
1 of 82
ZUIDOOST-AZIE ACTUEEL
ZIE OOK DE YURLS PAGINA
http://aardrijkskundegymnasiumhilversumon.yurls.net/nl/page/
In de leesmodus zijn de links in deze powerpoint actief.
Oriëntatie
• Ligging op de Euraziatische plaat bij zones met
subductie
• Ligging in de tropische landschapszone
• Cultuurgebied Zuidoost-Azie
• Ontwikkelingskenmerken: grote verschillen
tussen landen m.b.t. BNP, HDI, aandeel
beroepsbevolking in de verschillende
sectoren, bevolkingsgroei, urbanisatie.
FYSISCH GEOGRAFISCHE FACTOREN
ZO Azie onderdeel van Ring of fire
Film
In ZO Azie veel convergente breuken
plaatranden
• Bij convergente breuk subductie
• Door subductie ontstaat een trog.
• Evenwijdig aan de trog ontstaat verderop de bovenliggende plaat, direct boven de
plek waar de gesubduceerde plaat smelt, door opstijgend magma een actieve
vulkanische binnenste eilandenboog. Bijvoorbeeld Sumatra – Java – Sumbawa –
Flores
• En door plooiing (van plaat en sediment) de vorming van de niet-vulkanische
buitenste eilandenboog Nias – Sumba – Timor – Kai-eilanden
• Indien de plooiing op land plaatsvindt, ontstaat een langgerekte gebergteketen;
met daarachter een vulkanische boog van stratovulkanen
Convergente beweging; 3 gevolgen
1. botsing oceanische met continentale plaat:
subductie met een trog een rand van
stratovulkanen op de continentale plaat
2. botsing oceanische met oceanische plaat:
subductie (de oudste lichtere plaat schuift
onder de jongere) met trog (smalle diepe
kloof) en eilandboog
3. botsing continentale met continentale plaat:
ontstaan plooiingsgebergte
Zie de animaties
1. convergent
http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/oc-co.htm
http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/co-oc-co.htm
http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/oc-oc.htm
2. divergent
http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/co-co.htm
http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/oc-oc- uiteengaan.htm
3. transversaal
http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/co-co-langs.htm
tsunami
Tsunami
• animatie ontstaan tsunami Indonesie:
https://www.youtube.com/watch?v=4Xebwzb
3dDE
• verspreidingspatroon golven simulatie:
https://www.youtube.com/watch?v=46ovp1rZ
eL4
Verschuiving van de intertropische
convergentiezone
Verschuiving ITCZ
Wind en neerslagpatroon ZO-Azie
Tyfoon/Cycloon
Hoe ontstaan ze?
Hazard management:
omgaan met rampen: voor en na
Hoe een land/regio omgaat met
rampen hangt af van:
• Risicoperceptie
• Kennis
• open/gesloten samenleving
• Houding van mensen en(bij)geloof
• Geld
Maatregelen (vooraf) om de
gevolgen van rampen te
beperken
1. onderzoek/modellen maken
2. Waarschuwingssystemen
3. Rampenplannen
4. Bouwtechnische maatregelen
5. verzekeringen tegen
natuurrampen
Schade door natuurrampen in 2014
Jakarta zinkt
Fragiel evenwicht
• snelle kringloop van
voedingsstoffen
• dunne voedingsrijke
bodem
• Bij kap van woud snelle
uitputting
Waterbalans: totale aanvoer zoet water en verliezen door
afvoer, verbruik (en opname) en verdamping
Ontbossing
Redenen voor (illegale) houtkap
Betrokkenen Reden
boeren: lokaal niveau bouwmateriaal, brandhout of landbouwgrond
corrupte ambtenaren/politie:
lokaal/regionaal/nationaal niveau
door het verkopen van vergunningen vullen zij hun
inkomen aan
houthandelaren: internationaal
niveau
commerciële doeleinden: geld verdienen
westerse landen: internationaal
niveau
hout is een belangrijke grondstof die gebruikt wordt in de
constructie van huizen en meubelen, vloeren,
kozijnen, dakconstructies en afwerking
Gevolgen van ontbossing
• drie
schaalniveaus:
• mondiaal
• regionaal
• lokaal
STAD EN PLATTELAND
Urbanisatie in de wereld:
een groeiende urbane bevolking
Klik hier
Algemene gegevens urbanisatie
1. Per dag verhuizen ca.150.000 mensen naar de stad
2. 90% van de stedelijke groei in de wereld vindt de
komende 30 jaar plaats in de ontwikkelingslanden
3. De gemiddelde groei tussen de 2 en 3 % per jaar
4. 60% van de groei is door ruraal-urbane migratie, 40% is
door geboorte
Urbanisatiegraad/tempo periferie
urbanisatie graad tempo
centrum hoog laag
periferie laag hoog
• Semi periferie: hoog/hoog
• Ruraal urbane migratie
• Snel groeiende steden
• Ontstaan krottenwijken door snelle toestroom van
arme plattelanders
Statistiek 2007
Definities steden
• Metropool: grote stad (inw.>1milj.)
• Megasteden: metropool met een inwoneraantal boven de tien miljoen (inwoners
van de metropolitan area, ook wel de agglomeratie van die stad)
• Wereldstad of : Een metropool die belangrijke functies vervult voor een groot
gebied of een land. Ze zijn in een netwerk van wereldsteden verbonden met de
leidende Global Cities.
• Hiërarchie van Wereldsteden: Wereldsteden ingedeeld in verschillende
categorieën. First category global cities: Metropolen met een leidende positie, (op
gebied van cultuur, economie of politiek) in het mondiale netwerk van
wereldsteden. Inwoneraantal is minder van belang
• Top drie van dominante wereldsteden: New York, Londen, Tokyo (Beslissingscentra
van de economische triade)
• Megalopolis: Een metropolitan area kan uit meerdere aan elkaar gegroeide
metropolitane kernen bestaan. De agglomeratie groeien aaneen. Zij gaan
functioneren als een functionele eenheid. Op het moment dat ook functionele
verwevenheid plaats gaat vinden tussen verschillende metropolitan areas dan
onstaan een megalopolis.
Megasteden
Niet alle Megasteden
zijn wereldsteden.
De sterkst groeiende megasteden liggen in het
armere deel van de wereld(de periferie). Deze steden
zijn minder invloedrijk op mondiaal vlak dan de
wereldsteden, die vaak in het centrum liggen.
Bevolkingsgroei in arme megasteden is vaak niet in balans met
economische ontwikkeling zodat gemiddeld 80% van de
megastadbevolking in krottenwijken woont. Deze steden groeien
snel door ruraal urbane migratie en natuurlijke aanwas. Het zijn
vaak primate cities.
Economisch, politiek en cultureel spelen megasteden in de periferie
vaak voor het land zelf een belangrijke rol. Het zijn aanjagers van de
nationale economie en centra van “westerse “ cultuur.
Dynamiek (mega)steden in ZO-Azie
centra en contactpunten van:
- de globaliserende economie
- culturele en sociale
modernisering
Primate city en groeipool met grote
aantrekkingskracht. Groei door:
- ruraal-urbane migratie (60% vd groei)
- grote natuurlijke aanwas (40% vd groei)
(te) snelle groei met negatieve
gevolgen……………..WELKE?
Over-urbanisatie
Mega steden
• Jakarta https://www.youtube.com/watch?v=RP5FmlJhEjI
• Bangkok https://www.youtube.com/watch?v=zi3EL_PKXcM
• Manilla https://www.youtube.com/watch?v=1W0QCfFQB3w
• Zie ELO voor uitwerking van paragraaf 2.2
Het platteland/voedselvoorziening
• VOOR DE KOLONIALE PERIODE
– Zelfvoorzienend landbouw: productie voor eigen gezin/lokale markt;
kleinschalig
• TIJDENS/NA DE KOLONIALE PERIODE
– Plantages/ grootschalige commerciële bedrijven;
productie voor het “thuisland”/wereldmarkt;
producten: thee, specerijen, rubber, kokos, koffie, hout, rijst
– Zelfvoorzienende kleinschalige landbouw, eigen gebruik
• VANAF jaren 80 De-agrarisatie; terugloop beroepsbevolking in de landbouw
– Sterke afname aandeel landbouw in de economie; industriesector groeit
relatief; door mechanisatie afname agrarische werkgelegenheid
– Investeringen in commerciële landbouw lopen langzaam terug
– Zelfvoorzienende landbouw blijft belangrijke voor de voedsel
voorziening van de arme plattelandsbevolking.
Voedsel voor een groeiende bevolking
Werkgelegenheid in de landbouw
 De-agrarisatie
• Afname aandeel landbouw in
BBP
• Afname aandeel
beroepsbevolking in
landbouw
 Industrialisatie maakt de-
agrarisatie mogelijk:
• Modernisering in landbouw
leidt tot arbeidsoverschot
• Arbeidsoverschot wordt
opgevangen in stedelijke
industrie
• Migratie naar steden
Groene revolutie
Doelen
• Meer voedsel produceren voor een groeiende bevolking
• De landbouw als gezonde economische sector aangepast aan de tijd
Methodes
• Mechanisering
• Intensivering
– High Yield Varieties
– Irrigatie
– Bestrijdingsmiddelen
– Kunstmest
– Gentech
• Rationalisering
– Inzet wetenschappelijke methodes
– Planmatiger aanpak
Groene revolutie: nadelen
 Modernisering vraagt investering; niet iedereen kan het betalen
 In sommige landen geen krediet mogelijkheden
 Soms ontbreekt begeleiding (voorlichting)
 Scholing niet voldoende
 Niet zo groen als het lijkt:
 Toepassing van veel chemicaliën
 Verontreiniging van bodems en water
 Intensieve irrigatie
– Uitputting zoetwatervoorraad
– Daling grondwaterstand
– verdroging en verzilting
 Bodems kunnen uitgeput raken
– Productieverlies
– Erosiegevaar
 Tradities op platteland verdwenen
 Rol van vrouw en religie in rijstoogst
 Gemeenschappen zorgen niet meer voor elkaar
Landbouw in Thailand
• Bloemen:
https://www.youtube.com/watch?v=2TvfbhCmLtU&feature=related
• Zoetwatercultuur:
tilapia http://www.youtube.com/watch?v=8dZwyvoL9GY
• Garnalen kwekerijen
https://www.youtube.com/watch?v=_7gHKRjJ45M
Nieuwe vormen van landbouw in Thailand
Landbouwzones in Thailand
 Zuiden: zure bodems
• Rubberplantages
• Intensieve garnalenkwekerijen
• Rijstproductie weinig belang
 Centrale deel: vruchtbare
riviervlaktes
• Intensieve natte rijstteelt
• Grote landbouwbedrijven
o twee oogsten per jaar
o mechanisatie en irrigatie
Landbouwzones in Thailand
 Noordoosten: droger, erosiegevoelige
bodems
• Kleinere bedrijven
• 50% van rijstproductie
• 20% van de rijstvelden geïrrigeerd
 Noorden: bergbodems, smalle
rivierdalen
• Extensieve en intensieve land- en
bosbouw
o Chiang Mai bekend om fruit en
groenten
VERSTRENGELING EN AFHANKELIJKHEID
Herhaling: het Centrum-Periferiemodel
• Omvang economie
• Rol binnen
economisch systeem:
dominant of
afhankelijk
• Verschillende
schaalniveaus
Door interactie tussen centrum en periferie
kunnen spread – en backwasheffecten optreden.
WAT BETEKENT DAT?
Backwash effecten
• Backwash effecten: Verzameling van effecten die
ervoor zorgen dat in een centrum-periferiesituatie
het centrum steeds verder versterkt wordt ten koste
van de periferie. Het centrum pleegt eigenlijk
roofbouw op de periferie waardoor de ongelijkheid
groter wordt. Grondstoffen, arbeidskrachten en
kapitaal stromen weg uit de periferie en zorgen voor
nieuwe economische activiteiten en doorgaande
groei van het centrum (economisch sneeuwbal
effect).
Spread effecten
• Spread effecten: Positieve effecten voor landen in de
periferie die optreden vanuit landen in het centrum.
Centrumlanden kunnen bijdragen aan de positieve
ontwikkeling van ontwikkelingslanden door
bijvoorbeeld overdracht van landbouwkennis,
investeringen, werkgelegenheid, modernisering
normen en waarden. Spread effects zorgen voor
verminderen van de ongelijkheid tussen centrum en
periferie.
Ontwikkeling: autonoom of afgeleid?
• Is steeds minder autonoom (Lokale factoren bepalen
de richting en de manier van ontwikkeling)
• is steeds meer afgeleid (niet lokale factoren bepalen
de richting en de manier waarop een gebied zich
ontwikkeld)
Verstrengeling/afhankelijkheid op verschillende
schaalniveaus
afgeleide ontwikkeling
Afgeleide ontwikkeling platteland: het platteland
kan positieve en negatieve effecten ondervinden van
ontwikkelingen van steden
• Spreadeffecten: ontwikkelingen in de stad hebben
een positief effect op de ontwikkeling van het
platteland; bv. toenemende vraag
landbouwproducten, vraag naar hoogwaardiger
producten, werkgelegenheid….
• Backwasheffecten:
Opdracht in duo’s
Lees paragraaf 2.4 en geef voor beelden van
spread en backwash effecten
De stad/platteland –verhouding in Thailand
Spread
Toename werkgelegenheid in
industrie; bv. door
*subcontracting
circulaire migratie
door veranderende vraag
van rijkere stadsbewoners:
landbouwvernieuwing/nieuwe
producten die meer
opbrengen
Meer inkomen voor
familiebedrijven:
beter onderwijs voor de
kinderen; aantrekken lokale
bedrijvigheid
Backwash
afroming arbeid platteland;
*circulaire migratie
subcontracting
uitblijven investeringen in
agrarische sector; afroming
kapitaal
Braindrain (werd in Thailand
deels voorkomen)
involutie: werklozen keren
terug naar hun dorpen en
werken mee in de kleine
familie bedrijfjes
* Subcontracting en circulaire
migratie zie volgende dia
*Zowel Positief als negatief
Circulaire migratie:
• voor ontwikkeling op agrarisch gebied nadelig; Als mensen
naar de stad trekken om te werken, dan laten zij hun land
braak liggen. Hierdoor meer kans op bodemerosie.
• Voor het gezinsinkomen van arme boeren en de industrie
een uitkomst.
Subcontracting:
• Voor MNO’s zeer lucratief; geen enorme investeringen,
flexibel…
• Het levert wel werkgelegenheid op.
• voor de lokale economieën een onzekere factor; de
productie kan makkelijk worden verplaatst. Hierdoor is de
positie van de werknemer zeer zwak.
Ruilvoet
De waarde van de export in vergelijking tot de kosten van de
import.
We spreken van
• ruilvoetverbetering als de ruilvoet stijgt; je hoeft
minder producten uit te voeren om een bepaalde
hoeveelheid goederen te kunnen invoeren.
• ruilvoetverslechtering als de ruilvoet daalt; je moet
meer producten uitvoeren om een bepaalde
hoeveelheid goederen te kunnen invoeren.
Ruilvoetverslechtering
Kan ook op verschillende schaalniveaus optreden:
Een lokale rijstboer moet tegenwoordig omgerekend
twintig zakken rijst betalen voor een brommer. Vroeger
had hij zeven zakken rijst nodig voor de aanschaf. De
prijs voor rijst is gedaald. De prijs van brommers is
gestegen. Dus een verslechtering van de ruilvoet.
Link naar MINDMAP
NIC’s newly industrializing countries
UITLEG
• Singapore kende als NIC sinds 1960 een hoge
economische groei
• Tweede-generatie NIC's: Thailand, Maleisië, Indonesië,
Filipijnen
– Daar ook stijging welvaart , loonkosten en
opleidingsniveau
– Dus nu vestigingen hoogwaardige industrie.
• Footloose bedrijven op zoek naar lage arbeidskosten
en lager gekwalificeerd personeel vestigen zich nu in
bijv. Vietnam en Cambodja (3e generatie?)
• BRIC? Aziatische tijger?
Alle NIC’s
Algemeen patroon industriële ontwikkeling
• Importsubstitutie
– Productie eigen markt als oplossing voor:
ruilvoetverslechtering
• Export georiënteerde industrieën
– Productie voor de wereldmarkt
– verschuiving van laagwaardige “lage lonen”
industrie naar een meer hoogwaardige kennis- en
kapitaalsintensieve industrie
Export georiënteerde industrie
buitenlandse investeringen
• MNO’s uit het westen en uit Japan zoeken naar de kostenvoordeel
in productiekosten (bv. Loonkosten, grond, grondstoffen, enz.)
• Vanaf jr. 60/70 uitschuiving van laagwaardige arbeidsintensieve
industrie en outsourcing oa. naar Zuidoost Azië
• Zie interactiemodel Ullmann
• Ontwikkeling in landen die optimale voorwaarden bieden
– Veel arbeiders voor simpel werk, laag kennisniveau, lage lonen,
soepele regels
• De Aziatische tijgers: de eerste generatie NIC’s
(Singapore, Zuid-Korea, Taiwan)
• De babytijgers: de tweede generatie NIC’s
(o.a. Thailand, Vietnam, Turkije, Mexico)
• Ontwikkeling volgens het vliegende ganzen model
Economische ontwikkeling volgens het model van
de Vliegende Ganzen
In eerste instantie eenvoudige
gebruiksgoederen met inzet van
laagschoolde arbeid. Vervolgens
door ontwikkeling overschakeling
naar complexere producten met
inzet van hoger kennisniveau.
Wanneer een industrietak in een
bepaald land te weinig voordeel
heeft, doordat in dat land door
toenemend ontwikkelings-peil de
productiefactoren duurder
worden, dan verschuift die
industrietak naar een ander land.
Vliegende ganzen model in Zuidoost Azië
Industrieën verplaatsen zich van land tot land steeds op zoek naar betere
productievoorwaarden. De concurrerende landen buiten hun comparatieve voordeel
uit.
• ZO-Azie is een gebied met landen in
verschillende ontwikkelingsstadia
• Ook per land regionale differentiatie
(ontwikkeling vooral bij/in steden en
SEZ’s)
Verklaring voor interactie tussen
landen; Ullman’s interactietheorie
Voordat vervoer of interactie van goederen, kapitaal, personen (migratie) of energie
tot stand komt moet aan voorwaarden worden voldaan
goede fysieke infrastructuur, transporttechniek
Ontwikkelingskansen door gebruikmaken van
complementariteit en verbetering
transporteerbaarheid
• Handelsblok ASEAN/AFTA ; afspraken op gebied van
onderlinge handel(bijvoorbeeld verbetering transporteerbaarheid door afschaffing
invoertarieven lidstaten)
• Inrichting van EPZ’s en SEZ’s: zones voor
exportgerichte vooral buitenlandse ondernemingen
• Regionale economische zone/Groeidriehoeken:
binnen de ASEAN, grensoverschrijdende regionale
groeiverbanden op basis van complementariteit.
• Groeicorridors: gebied dat bestaat uit meerdere
regionale zones (groeidriehoeken).
Groeidriehoeken in Zuidoost-Azië
• SIJORI-driehoek (Belangrijkste omdat het een
grote stad, Singapore, heeft om als aanjager
van de economie te werken. (financiële
diensten, economische diensten)
• Noordelijke driehoek: Penang (Maleisië), Zuid-
Thailand, Sumatra
• Oost ASEAN driehoek (Natuurlijke
hulpbronnen)
• Mekongdeltadriehoek
Groeicorridors en groeidriehoeken
• Groeidriehoek of regionaal
economische zone
• grensoverschrijdend
• comparatieve voordelen
van regio’s in drie landen
benutten
• veel nationale
investeerders
• richten zich op btl
investeringen en export;
omvatten SEZ’s en EPZ’s
• richten zich ook op de
binnenlandse markt
• kansen voor arme regio’s
• Groeicorridor omvat meerdere
driehoeken
SEZ’s en EPZ’s
Export processing zones (EPZ)
• Beperkt gebied
• ingericht met speciale faciliteiten voor btl.bedr. die zich richten op
export
Speciale economische zones (SEZ)
• Grotere gebieden
• Vrijhandel niet gebonden aan regels die buiten de SEZ gelden
voor industrie én diensten
In beide gebieden gunstige regelingen voor:
• Industriële productie
• Bevordering buitenlandse handel
• Aantrekken van buitenlandse bedrijven
• Geen invoerheffing of uitvoerbelasting
SEZ/EPZ Batam
onderdeel van groeidriehoek SIJORI.
Voorbeeld van een examenvraag
Succes van groeidriehoeken
• Er zijn geen tijdrovende onderhandelingen en procedures tussen
regeringen nodig. De rol van regeringen is beperkter
• Het is gemakkelijker om via zo'n regionale economische zone een
overgang van centraal geregeerde landen naar een meer liberale
markteconomie te bewerkstelligen
• Handelsblokken richten zich op de uitbreiding en vrijemarktwerking
van handel tussen de aangesloten landen. Groeidriehoeken richten
zich op buitenlandse investeringen en export van over de hele
wereld.
• Groeidriehoeken kunnen zorgen voor een ontwikkeling in afgelegen
gebieden. Hiervoor is wel een goede infrastructuur tussen de
aangrenzende landen nodig.
• In tegenstelling tot handelsblokken gaat het hier om delen van
landen, en niet om landen zelf. De risico’s dat deze mislukken is dan
ook kleiner.
Ullman en regionale groeizones
• Comparatieve voordelen: een voordeel van een bepaald
gebied, bijvoorbeeld goedkope grond of een hoog
percentage aan hoog opgeleiden. Zo vullen gebieden elkaar
aan; ze zijn complementair.
• Doordat alle landen in deze regio lid zijn van de ASEAN, zijn
er minder hindernissen op gebied van handel. Dat
bevordert de transporteerbaarheid. Ook de aanleg van
infrastructuur bevordert de transporteerbaarheid.
• De landen in deze regio liggen relatief gezien niet ver van
elkaar af. Maar dat landen die aan elkaar grenzen extra
economische contacten zullen hebben is natuurlijk logisch.
Er zijn dan geen tussenliggende mogelijkheden.
Werken in een EPZ
• Een dag werken in een EPZ (Fillipijnen) 3min.:
https://www.youtube.com/watch?v=hIDZqom
hz0Q
• Nadelen en slechte omstandigheden EPZ
(Indonesie) 9min. :
https://www.youtube.com/watch?v=U3D3s7v
JpjI
EPZ Batam en Bintan
Voordelen
• economie gegroeid
• toeristensector gegroeid
• vestiging productie van
multinationals
• betere infrastructuur
• aanleg van grote havens
Nadelen
• dumpplaats voor afval
• komst prostituees
• Bintan - zoetwater reservoir
• bewoners weggejaagd,
verhuizen naar bossen op
heuvels-> erosie
• vegetatie weggekapt->
erosie
EENHEID EN DIVERSITEIT
antwoorden huiswerkopdrachten hoofdstuk 3
Migratiepatroon
• Vanaf 15e eeuw
• Gebieden in de buurt van het
moederland
• Vestiging langs de kust
• Handelaren
• Vanaf 2e helft 19e eeuw
• Naar buurlanden en verder weg
gelegen landen
• Werken als goedkope arbeidskracht
• In Aziatische landen hebben Chinezen
veel economische invloed
• In de meeste landen gesloten
gemeenschappen
Chinezen in Jakarta
• 90% van de handel in Chinese handen
http://www-test.metropolistv.nl/nl/landen/indonesie/een-
chinees-bedrijf-in-jakarta
• Anti Chinese sentimenten; opstand in
Indonesie 1998
• Segregatie………Integratie………assimilatie
• Onder Soeharto gedwongen assimilatie
Bij vraag 5b:Dimensies onderscheiden
Dimensies Situatie in Thailand
economisch Er waren economische belangen om te assimileren. De Chinezen kregen een belangrijke positie in de
handel en de financiële sector.
sociaal-cultureel De Thai en een groot aantal Chinezen hebben dezelfde godsdienst, het boeddhisme, wat het huwen
tussen Thai en Chinezen gemakkelijker maakt. Door huwelijkssluiting komt assimilatie relatief
eenvoudig tot stand.
politiek De Thaise regering stelde een verbod in om op speciale Chinese onderwijsinstellingen de Chinese taal
te onderwijzen.
Natievorming
o Staat: een begrensd grondgebied met een
soevereine organisatie
o Natie: volk gebonden door cultuur en etnische
afkomst
o regimes streven naar situatie waar staat en natie
samenvallen
De situatie na de dekolonisatie
• In Zuidoost-Azië wonen per land vaak meerdere
groepen met een eigen identiteit
– Ze vormen afzonderlijke sociale groepen binnen de
staat
– Ze streven naar zelfstandigheid, op basis van cultuur,
religie en/of etniciteit
Centrifugale krachten
Conflicten
Regionalisme
Separatisme
Het ideale recept voor natievorming
• één taal
• Nationale symbolen bv. volkslied, vlag
https://www.youtube.com/watch?v=Jy
URP7qmX7Y
• Het verminderen van sociale en
economische ongelijkheid tussen
gebieden
• goede infrastructuur; afgelegen delen
van het land met de rest verbinden
• doorbreken van etnische
tegenstellingen
• Centripetale krachten
Nationalisme als instrument van autocratische
regimes
• Cultureel en etnisch
nationalisme
• Veel autocratische
regimes bouwen
dwingend aan
natiestaat
Daarin > 60% bevolking
dezelfde etnische groep
• rode-khmer
• De rode Khmer gingen erg ver in hun
cultureel nationalisme gebaseerd op
de eeuwenoude Khmer samenleving
Twee sporen in Zuidoost-Azië gevolgd:
1 Cultureel nationalisme
• Accent op cultuurschatten eigen natie
• Doel: volledige assimilatie (bijvoorbeeld door opleggen
van taal en gewoonten van de
dominante culturele groep)
2 Etnisch nationalisme
• Minderheden worden verwijderd (bijvoorbeeld door
gedwongen bekering, vernietigen cultuurkenmerken,
verjagen bevolking, gedwongen sterilisatie).
IS, een staat in wording?
Inleiding systeem Aarde
• http://www.youtube.com/watch?v=qwgfU228
clE
• Rome
https://www.youtube.com/watch?v=7YJO58g
1Nqo

More Related Content

More from Harold Brockbernd

More from Harold Brockbernd (6)

Leefomgeving rivieren en kust
Leefomgeving rivieren en kustLeefomgeving rivieren en kust
Leefomgeving rivieren en kust
 
IJsland excursie ppt
IJsland excursie pptIJsland excursie ppt
IJsland excursie ppt
 
Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5
Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5
Systeem aarde hoofdstuk 3 klas5
 
Klimaat klas4
Klimaat klas4Klimaat klas4
Klimaat klas4
 
SAH4 klas5
SAH4 klas5SAH4 klas5
SAH4 klas5
 
SAH1&2 klas5
SAH1&2 klas5SAH1&2 klas5
SAH1&2 klas5
 

ZOA-Actueel klas5

  • 1. ZUIDOOST-AZIE ACTUEEL ZIE OOK DE YURLS PAGINA http://aardrijkskundegymnasiumhilversumon.yurls.net/nl/page/ In de leesmodus zijn de links in deze powerpoint actief.
  • 2. Oriëntatie • Ligging op de Euraziatische plaat bij zones met subductie • Ligging in de tropische landschapszone • Cultuurgebied Zuidoost-Azie • Ontwikkelingskenmerken: grote verschillen tussen landen m.b.t. BNP, HDI, aandeel beroepsbevolking in de verschillende sectoren, bevolkingsgroei, urbanisatie.
  • 4. ZO Azie onderdeel van Ring of fire Film
  • 5. In ZO Azie veel convergente breuken plaatranden
  • 6. • Bij convergente breuk subductie • Door subductie ontstaat een trog. • Evenwijdig aan de trog ontstaat verderop de bovenliggende plaat, direct boven de plek waar de gesubduceerde plaat smelt, door opstijgend magma een actieve vulkanische binnenste eilandenboog. Bijvoorbeeld Sumatra – Java – Sumbawa – Flores • En door plooiing (van plaat en sediment) de vorming van de niet-vulkanische buitenste eilandenboog Nias – Sumba – Timor – Kai-eilanden • Indien de plooiing op land plaatsvindt, ontstaat een langgerekte gebergteketen; met daarachter een vulkanische boog van stratovulkanen
  • 7. Convergente beweging; 3 gevolgen 1. botsing oceanische met continentale plaat: subductie met een trog een rand van stratovulkanen op de continentale plaat 2. botsing oceanische met oceanische plaat: subductie (de oudste lichtere plaat schuift onder de jongere) met trog (smalle diepe kloof) en eilandboog 3. botsing continentale met continentale plaat: ontstaan plooiingsgebergte
  • 8. Zie de animaties 1. convergent http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/oc-co.htm http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/co-oc-co.htm http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/oc-oc.htm 2. divergent http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/co-co.htm http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/oc-oc- uiteengaan.htm 3. transversaal http://users.telenet.be/aardrijkskunde-ict/platentektoniek/co-co-langs.htm
  • 10. Tsunami • animatie ontstaan tsunami Indonesie: https://www.youtube.com/watch?v=4Xebwzb 3dDE • verspreidingspatroon golven simulatie: https://www.youtube.com/watch?v=46ovp1rZ eL4
  • 11. Verschuiving van de intertropische convergentiezone
  • 13.
  • 16. Hazard management: omgaan met rampen: voor en na Hoe een land/regio omgaat met rampen hangt af van: • Risicoperceptie • Kennis • open/gesloten samenleving • Houding van mensen en(bij)geloof • Geld Maatregelen (vooraf) om de gevolgen van rampen te beperken 1. onderzoek/modellen maken 2. Waarschuwingssystemen 3. Rampenplannen 4. Bouwtechnische maatregelen 5. verzekeringen tegen natuurrampen
  • 19. Fragiel evenwicht • snelle kringloop van voedingsstoffen • dunne voedingsrijke bodem • Bij kap van woud snelle uitputting
  • 20. Waterbalans: totale aanvoer zoet water en verliezen door afvoer, verbruik (en opname) en verdamping
  • 22. Redenen voor (illegale) houtkap Betrokkenen Reden boeren: lokaal niveau bouwmateriaal, brandhout of landbouwgrond corrupte ambtenaren/politie: lokaal/regionaal/nationaal niveau door het verkopen van vergunningen vullen zij hun inkomen aan houthandelaren: internationaal niveau commerciële doeleinden: geld verdienen westerse landen: internationaal niveau hout is een belangrijke grondstof die gebruikt wordt in de constructie van huizen en meubelen, vloeren, kozijnen, dakconstructies en afwerking
  • 23. Gevolgen van ontbossing • drie schaalniveaus: • mondiaal • regionaal • lokaal
  • 25. Urbanisatie in de wereld: een groeiende urbane bevolking Klik hier
  • 26. Algemene gegevens urbanisatie 1. Per dag verhuizen ca.150.000 mensen naar de stad 2. 90% van de stedelijke groei in de wereld vindt de komende 30 jaar plaats in de ontwikkelingslanden 3. De gemiddelde groei tussen de 2 en 3 % per jaar 4. 60% van de groei is door ruraal-urbane migratie, 40% is door geboorte
  • 27. Urbanisatiegraad/tempo periferie urbanisatie graad tempo centrum hoog laag periferie laag hoog • Semi periferie: hoog/hoog • Ruraal urbane migratie • Snel groeiende steden • Ontstaan krottenwijken door snelle toestroom van arme plattelanders
  • 29. Definities steden • Metropool: grote stad (inw.>1milj.) • Megasteden: metropool met een inwoneraantal boven de tien miljoen (inwoners van de metropolitan area, ook wel de agglomeratie van die stad) • Wereldstad of : Een metropool die belangrijke functies vervult voor een groot gebied of een land. Ze zijn in een netwerk van wereldsteden verbonden met de leidende Global Cities. • Hiërarchie van Wereldsteden: Wereldsteden ingedeeld in verschillende categorieën. First category global cities: Metropolen met een leidende positie, (op gebied van cultuur, economie of politiek) in het mondiale netwerk van wereldsteden. Inwoneraantal is minder van belang • Top drie van dominante wereldsteden: New York, Londen, Tokyo (Beslissingscentra van de economische triade) • Megalopolis: Een metropolitan area kan uit meerdere aan elkaar gegroeide metropolitane kernen bestaan. De agglomeratie groeien aaneen. Zij gaan functioneren als een functionele eenheid. Op het moment dat ook functionele verwevenheid plaats gaat vinden tussen verschillende metropolitan areas dan onstaan een megalopolis.
  • 30. Megasteden Niet alle Megasteden zijn wereldsteden. De sterkst groeiende megasteden liggen in het armere deel van de wereld(de periferie). Deze steden zijn minder invloedrijk op mondiaal vlak dan de wereldsteden, die vaak in het centrum liggen. Bevolkingsgroei in arme megasteden is vaak niet in balans met economische ontwikkeling zodat gemiddeld 80% van de megastadbevolking in krottenwijken woont. Deze steden groeien snel door ruraal urbane migratie en natuurlijke aanwas. Het zijn vaak primate cities. Economisch, politiek en cultureel spelen megasteden in de periferie vaak voor het land zelf een belangrijke rol. Het zijn aanjagers van de nationale economie en centra van “westerse “ cultuur.
  • 31. Dynamiek (mega)steden in ZO-Azie centra en contactpunten van: - de globaliserende economie - culturele en sociale modernisering Primate city en groeipool met grote aantrekkingskracht. Groei door: - ruraal-urbane migratie (60% vd groei) - grote natuurlijke aanwas (40% vd groei) (te) snelle groei met negatieve gevolgen……………..WELKE? Over-urbanisatie
  • 32. Mega steden • Jakarta https://www.youtube.com/watch?v=RP5FmlJhEjI • Bangkok https://www.youtube.com/watch?v=zi3EL_PKXcM • Manilla https://www.youtube.com/watch?v=1W0QCfFQB3w
  • 33. • Zie ELO voor uitwerking van paragraaf 2.2
  • 34. Het platteland/voedselvoorziening • VOOR DE KOLONIALE PERIODE – Zelfvoorzienend landbouw: productie voor eigen gezin/lokale markt; kleinschalig • TIJDENS/NA DE KOLONIALE PERIODE – Plantages/ grootschalige commerciële bedrijven; productie voor het “thuisland”/wereldmarkt; producten: thee, specerijen, rubber, kokos, koffie, hout, rijst – Zelfvoorzienende kleinschalige landbouw, eigen gebruik • VANAF jaren 80 De-agrarisatie; terugloop beroepsbevolking in de landbouw – Sterke afname aandeel landbouw in de economie; industriesector groeit relatief; door mechanisatie afname agrarische werkgelegenheid – Investeringen in commerciële landbouw lopen langzaam terug – Zelfvoorzienende landbouw blijft belangrijke voor de voedsel voorziening van de arme plattelandsbevolking.
  • 35. Voedsel voor een groeiende bevolking
  • 36. Werkgelegenheid in de landbouw  De-agrarisatie • Afname aandeel landbouw in BBP • Afname aandeel beroepsbevolking in landbouw  Industrialisatie maakt de- agrarisatie mogelijk: • Modernisering in landbouw leidt tot arbeidsoverschot • Arbeidsoverschot wordt opgevangen in stedelijke industrie • Migratie naar steden
  • 37. Groene revolutie Doelen • Meer voedsel produceren voor een groeiende bevolking • De landbouw als gezonde economische sector aangepast aan de tijd Methodes • Mechanisering • Intensivering – High Yield Varieties – Irrigatie – Bestrijdingsmiddelen – Kunstmest – Gentech • Rationalisering – Inzet wetenschappelijke methodes – Planmatiger aanpak
  • 38. Groene revolutie: nadelen  Modernisering vraagt investering; niet iedereen kan het betalen  In sommige landen geen krediet mogelijkheden  Soms ontbreekt begeleiding (voorlichting)  Scholing niet voldoende  Niet zo groen als het lijkt:  Toepassing van veel chemicaliën  Verontreiniging van bodems en water  Intensieve irrigatie – Uitputting zoetwatervoorraad – Daling grondwaterstand – verdroging en verzilting  Bodems kunnen uitgeput raken – Productieverlies – Erosiegevaar  Tradities op platteland verdwenen  Rol van vrouw en religie in rijstoogst  Gemeenschappen zorgen niet meer voor elkaar
  • 40. • Bloemen: https://www.youtube.com/watch?v=2TvfbhCmLtU&feature=related • Zoetwatercultuur: tilapia http://www.youtube.com/watch?v=8dZwyvoL9GY • Garnalen kwekerijen https://www.youtube.com/watch?v=_7gHKRjJ45M Nieuwe vormen van landbouw in Thailand
  • 41. Landbouwzones in Thailand  Zuiden: zure bodems • Rubberplantages • Intensieve garnalenkwekerijen • Rijstproductie weinig belang  Centrale deel: vruchtbare riviervlaktes • Intensieve natte rijstteelt • Grote landbouwbedrijven o twee oogsten per jaar o mechanisatie en irrigatie
  • 42. Landbouwzones in Thailand  Noordoosten: droger, erosiegevoelige bodems • Kleinere bedrijven • 50% van rijstproductie • 20% van de rijstvelden geïrrigeerd  Noorden: bergbodems, smalle rivierdalen • Extensieve en intensieve land- en bosbouw o Chiang Mai bekend om fruit en groenten
  • 44. Herhaling: het Centrum-Periferiemodel • Omvang economie • Rol binnen economisch systeem: dominant of afhankelijk • Verschillende schaalniveaus
  • 45. Door interactie tussen centrum en periferie kunnen spread – en backwasheffecten optreden. WAT BETEKENT DAT?
  • 46. Backwash effecten • Backwash effecten: Verzameling van effecten die ervoor zorgen dat in een centrum-periferiesituatie het centrum steeds verder versterkt wordt ten koste van de periferie. Het centrum pleegt eigenlijk roofbouw op de periferie waardoor de ongelijkheid groter wordt. Grondstoffen, arbeidskrachten en kapitaal stromen weg uit de periferie en zorgen voor nieuwe economische activiteiten en doorgaande groei van het centrum (economisch sneeuwbal effect).
  • 47. Spread effecten • Spread effecten: Positieve effecten voor landen in de periferie die optreden vanuit landen in het centrum. Centrumlanden kunnen bijdragen aan de positieve ontwikkeling van ontwikkelingslanden door bijvoorbeeld overdracht van landbouwkennis, investeringen, werkgelegenheid, modernisering normen en waarden. Spread effects zorgen voor verminderen van de ongelijkheid tussen centrum en periferie.
  • 48. Ontwikkeling: autonoom of afgeleid? • Is steeds minder autonoom (Lokale factoren bepalen de richting en de manier van ontwikkeling) • is steeds meer afgeleid (niet lokale factoren bepalen de richting en de manier waarop een gebied zich ontwikkeld) Verstrengeling/afhankelijkheid op verschillende schaalniveaus
  • 49. afgeleide ontwikkeling Afgeleide ontwikkeling platteland: het platteland kan positieve en negatieve effecten ondervinden van ontwikkelingen van steden • Spreadeffecten: ontwikkelingen in de stad hebben een positief effect op de ontwikkeling van het platteland; bv. toenemende vraag landbouwproducten, vraag naar hoogwaardiger producten, werkgelegenheid…. • Backwasheffecten:
  • 50. Opdracht in duo’s Lees paragraaf 2.4 en geef voor beelden van spread en backwash effecten
  • 51. De stad/platteland –verhouding in Thailand Spread Toename werkgelegenheid in industrie; bv. door *subcontracting circulaire migratie door veranderende vraag van rijkere stadsbewoners: landbouwvernieuwing/nieuwe producten die meer opbrengen Meer inkomen voor familiebedrijven: beter onderwijs voor de kinderen; aantrekken lokale bedrijvigheid Backwash afroming arbeid platteland; *circulaire migratie subcontracting uitblijven investeringen in agrarische sector; afroming kapitaal Braindrain (werd in Thailand deels voorkomen) involutie: werklozen keren terug naar hun dorpen en werken mee in de kleine familie bedrijfjes * Subcontracting en circulaire migratie zie volgende dia
  • 52. *Zowel Positief als negatief Circulaire migratie: • voor ontwikkeling op agrarisch gebied nadelig; Als mensen naar de stad trekken om te werken, dan laten zij hun land braak liggen. Hierdoor meer kans op bodemerosie. • Voor het gezinsinkomen van arme boeren en de industrie een uitkomst. Subcontracting: • Voor MNO’s zeer lucratief; geen enorme investeringen, flexibel… • Het levert wel werkgelegenheid op. • voor de lokale economieën een onzekere factor; de productie kan makkelijk worden verplaatst. Hierdoor is de positie van de werknemer zeer zwak.
  • 53. Ruilvoet De waarde van de export in vergelijking tot de kosten van de import. We spreken van • ruilvoetverbetering als de ruilvoet stijgt; je hoeft minder producten uit te voeren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen invoeren. • ruilvoetverslechtering als de ruilvoet daalt; je moet meer producten uitvoeren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen invoeren.
  • 54. Ruilvoetverslechtering Kan ook op verschillende schaalniveaus optreden: Een lokale rijstboer moet tegenwoordig omgerekend twintig zakken rijst betalen voor een brommer. Vroeger had hij zeven zakken rijst nodig voor de aanschaf. De prijs voor rijst is gedaald. De prijs van brommers is gestegen. Dus een verslechtering van de ruilvoet.
  • 56. NIC’s newly industrializing countries UITLEG • Singapore kende als NIC sinds 1960 een hoge economische groei • Tweede-generatie NIC's: Thailand, Maleisië, Indonesië, Filipijnen – Daar ook stijging welvaart , loonkosten en opleidingsniveau – Dus nu vestigingen hoogwaardige industrie. • Footloose bedrijven op zoek naar lage arbeidskosten en lager gekwalificeerd personeel vestigen zich nu in bijv. Vietnam en Cambodja (3e generatie?) • BRIC? Aziatische tijger?
  • 58. Algemeen patroon industriële ontwikkeling • Importsubstitutie – Productie eigen markt als oplossing voor: ruilvoetverslechtering • Export georiënteerde industrieën – Productie voor de wereldmarkt – verschuiving van laagwaardige “lage lonen” industrie naar een meer hoogwaardige kennis- en kapitaalsintensieve industrie
  • 59. Export georiënteerde industrie buitenlandse investeringen • MNO’s uit het westen en uit Japan zoeken naar de kostenvoordeel in productiekosten (bv. Loonkosten, grond, grondstoffen, enz.) • Vanaf jr. 60/70 uitschuiving van laagwaardige arbeidsintensieve industrie en outsourcing oa. naar Zuidoost Azië • Zie interactiemodel Ullmann • Ontwikkeling in landen die optimale voorwaarden bieden – Veel arbeiders voor simpel werk, laag kennisniveau, lage lonen, soepele regels • De Aziatische tijgers: de eerste generatie NIC’s (Singapore, Zuid-Korea, Taiwan) • De babytijgers: de tweede generatie NIC’s (o.a. Thailand, Vietnam, Turkije, Mexico) • Ontwikkeling volgens het vliegende ganzen model
  • 60. Economische ontwikkeling volgens het model van de Vliegende Ganzen In eerste instantie eenvoudige gebruiksgoederen met inzet van laagschoolde arbeid. Vervolgens door ontwikkeling overschakeling naar complexere producten met inzet van hoger kennisniveau. Wanneer een industrietak in een bepaald land te weinig voordeel heeft, doordat in dat land door toenemend ontwikkelings-peil de productiefactoren duurder worden, dan verschuift die industrietak naar een ander land.
  • 61. Vliegende ganzen model in Zuidoost Azië Industrieën verplaatsen zich van land tot land steeds op zoek naar betere productievoorwaarden. De concurrerende landen buiten hun comparatieve voordeel uit.
  • 62. • ZO-Azie is een gebied met landen in verschillende ontwikkelingsstadia • Ook per land regionale differentiatie (ontwikkeling vooral bij/in steden en SEZ’s)
  • 63. Verklaring voor interactie tussen landen; Ullman’s interactietheorie Voordat vervoer of interactie van goederen, kapitaal, personen (migratie) of energie tot stand komt moet aan voorwaarden worden voldaan goede fysieke infrastructuur, transporttechniek
  • 64. Ontwikkelingskansen door gebruikmaken van complementariteit en verbetering transporteerbaarheid • Handelsblok ASEAN/AFTA ; afspraken op gebied van onderlinge handel(bijvoorbeeld verbetering transporteerbaarheid door afschaffing invoertarieven lidstaten) • Inrichting van EPZ’s en SEZ’s: zones voor exportgerichte vooral buitenlandse ondernemingen • Regionale economische zone/Groeidriehoeken: binnen de ASEAN, grensoverschrijdende regionale groeiverbanden op basis van complementariteit. • Groeicorridors: gebied dat bestaat uit meerdere regionale zones (groeidriehoeken).
  • 65. Groeidriehoeken in Zuidoost-Azië • SIJORI-driehoek (Belangrijkste omdat het een grote stad, Singapore, heeft om als aanjager van de economie te werken. (financiële diensten, economische diensten) • Noordelijke driehoek: Penang (Maleisië), Zuid- Thailand, Sumatra • Oost ASEAN driehoek (Natuurlijke hulpbronnen) • Mekongdeltadriehoek
  • 66. Groeicorridors en groeidriehoeken • Groeidriehoek of regionaal economische zone • grensoverschrijdend • comparatieve voordelen van regio’s in drie landen benutten • veel nationale investeerders • richten zich op btl investeringen en export; omvatten SEZ’s en EPZ’s • richten zich ook op de binnenlandse markt • kansen voor arme regio’s • Groeicorridor omvat meerdere driehoeken
  • 67. SEZ’s en EPZ’s Export processing zones (EPZ) • Beperkt gebied • ingericht met speciale faciliteiten voor btl.bedr. die zich richten op export Speciale economische zones (SEZ) • Grotere gebieden • Vrijhandel niet gebonden aan regels die buiten de SEZ gelden voor industrie én diensten In beide gebieden gunstige regelingen voor: • Industriële productie • Bevordering buitenlandse handel • Aantrekken van buitenlandse bedrijven • Geen invoerheffing of uitvoerbelasting
  • 68. SEZ/EPZ Batam onderdeel van groeidriehoek SIJORI. Voorbeeld van een examenvraag
  • 69. Succes van groeidriehoeken • Er zijn geen tijdrovende onderhandelingen en procedures tussen regeringen nodig. De rol van regeringen is beperkter • Het is gemakkelijker om via zo'n regionale economische zone een overgang van centraal geregeerde landen naar een meer liberale markteconomie te bewerkstelligen • Handelsblokken richten zich op de uitbreiding en vrijemarktwerking van handel tussen de aangesloten landen. Groeidriehoeken richten zich op buitenlandse investeringen en export van over de hele wereld. • Groeidriehoeken kunnen zorgen voor een ontwikkeling in afgelegen gebieden. Hiervoor is wel een goede infrastructuur tussen de aangrenzende landen nodig. • In tegenstelling tot handelsblokken gaat het hier om delen van landen, en niet om landen zelf. De risico’s dat deze mislukken is dan ook kleiner.
  • 70. Ullman en regionale groeizones • Comparatieve voordelen: een voordeel van een bepaald gebied, bijvoorbeeld goedkope grond of een hoog percentage aan hoog opgeleiden. Zo vullen gebieden elkaar aan; ze zijn complementair. • Doordat alle landen in deze regio lid zijn van de ASEAN, zijn er minder hindernissen op gebied van handel. Dat bevordert de transporteerbaarheid. Ook de aanleg van infrastructuur bevordert de transporteerbaarheid. • De landen in deze regio liggen relatief gezien niet ver van elkaar af. Maar dat landen die aan elkaar grenzen extra economische contacten zullen hebben is natuurlijk logisch. Er zijn dan geen tussenliggende mogelijkheden.
  • 71. Werken in een EPZ • Een dag werken in een EPZ (Fillipijnen) 3min.: https://www.youtube.com/watch?v=hIDZqom hz0Q • Nadelen en slechte omstandigheden EPZ (Indonesie) 9min. : https://www.youtube.com/watch?v=U3D3s7v JpjI
  • 72. EPZ Batam en Bintan Voordelen • economie gegroeid • toeristensector gegroeid • vestiging productie van multinationals • betere infrastructuur • aanleg van grote havens Nadelen • dumpplaats voor afval • komst prostituees • Bintan - zoetwater reservoir • bewoners weggejaagd, verhuizen naar bossen op heuvels-> erosie • vegetatie weggekapt-> erosie
  • 73. EENHEID EN DIVERSITEIT antwoorden huiswerkopdrachten hoofdstuk 3
  • 74. Migratiepatroon • Vanaf 15e eeuw • Gebieden in de buurt van het moederland • Vestiging langs de kust • Handelaren • Vanaf 2e helft 19e eeuw • Naar buurlanden en verder weg gelegen landen • Werken als goedkope arbeidskracht • In Aziatische landen hebben Chinezen veel economische invloed • In de meeste landen gesloten gemeenschappen
  • 75. Chinezen in Jakarta • 90% van de handel in Chinese handen http://www-test.metropolistv.nl/nl/landen/indonesie/een- chinees-bedrijf-in-jakarta • Anti Chinese sentimenten; opstand in Indonesie 1998 • Segregatie………Integratie………assimilatie • Onder Soeharto gedwongen assimilatie
  • 76. Bij vraag 5b:Dimensies onderscheiden Dimensies Situatie in Thailand economisch Er waren economische belangen om te assimileren. De Chinezen kregen een belangrijke positie in de handel en de financiële sector. sociaal-cultureel De Thai en een groot aantal Chinezen hebben dezelfde godsdienst, het boeddhisme, wat het huwen tussen Thai en Chinezen gemakkelijker maakt. Door huwelijkssluiting komt assimilatie relatief eenvoudig tot stand. politiek De Thaise regering stelde een verbod in om op speciale Chinese onderwijsinstellingen de Chinese taal te onderwijzen.
  • 77. Natievorming o Staat: een begrensd grondgebied met een soevereine organisatie o Natie: volk gebonden door cultuur en etnische afkomst o regimes streven naar situatie waar staat en natie samenvallen
  • 78. De situatie na de dekolonisatie • In Zuidoost-Azië wonen per land vaak meerdere groepen met een eigen identiteit – Ze vormen afzonderlijke sociale groepen binnen de staat – Ze streven naar zelfstandigheid, op basis van cultuur, religie en/of etniciteit Centrifugale krachten Conflicten Regionalisme Separatisme
  • 79. Het ideale recept voor natievorming • één taal • Nationale symbolen bv. volkslied, vlag https://www.youtube.com/watch?v=Jy URP7qmX7Y • Het verminderen van sociale en economische ongelijkheid tussen gebieden • goede infrastructuur; afgelegen delen van het land met de rest verbinden • doorbreken van etnische tegenstellingen • Centripetale krachten
  • 80. Nationalisme als instrument van autocratische regimes • Cultureel en etnisch nationalisme • Veel autocratische regimes bouwen dwingend aan natiestaat Daarin > 60% bevolking dezelfde etnische groep • rode-khmer • De rode Khmer gingen erg ver in hun cultureel nationalisme gebaseerd op de eeuwenoude Khmer samenleving
  • 81. Twee sporen in Zuidoost-Azië gevolgd: 1 Cultureel nationalisme • Accent op cultuurschatten eigen natie • Doel: volledige assimilatie (bijvoorbeeld door opleggen van taal en gewoonten van de dominante culturele groep) 2 Etnisch nationalisme • Minderheden worden verwijderd (bijvoorbeeld door gedwongen bekering, vernietigen cultuurkenmerken, verjagen bevolking, gedwongen sterilisatie). IS, een staat in wording?
  • 82. Inleiding systeem Aarde • http://www.youtube.com/watch?v=qwgfU228 clE • Rome https://www.youtube.com/watch?v=7YJO58g 1Nqo

Editor's Notes

  1. hyperlink; klik op afbeelding
  2. filmpje vanaf 8.42-11.18 over Jakarta. Klik op de foto voor hyperlink
  3. Scenes over ontbossing uit de film The years of living dangerously https://www.youtube.com/watch?v=ORnA5ZdWMWQ 25 min
  4. klik op de kaart voor een interactief overzicht van de groeiende urbane bevolking
  5. Klik op logo Gapminder voor graphics urbanisatie
  6. Bij tellingen draait het sterk om definities. Bij tellingen mbt. megasteden gaat het om inwoneraantallen van de stedelijke gebieden ofwel de metropolen ofwel de agglomeraties (bijvoorbeeld The Greater London Urban Area) ofwel de MSA’s ofwel de metropolitan areas.
  7. OVER URBANISATIE: sloppen, informele sektor (involutie), werkeloosheid, armoede, slechte hygienische omstandigheden, hoog geboortecijfer
  8. jakarta film 7,5 min. algemeenbeeld (mooi). Bangkok 2.15 min. overstromingen. Manilla 9.29 rampen en risicomanagement
  9. afgeleide ontwikkeling ook in de mondiale centrum periferieverhouding
  10. Involutie ook in steden …informele sector. Braindrain voorkomen door ontwikkeling kleine boerenbedrijfjes om de stad. Mensen trokken dus niet naar de stad maar lieten bv. hun kinderen pendelen voor onderwijs. Industrieën suburbaniseerden naar deze centra buiten de stad
  11. Uitleg NIC’s gebruik link naar wikipedia
  12. Comparatief kostenvoordeel
  13. complementariteit, transproteerbaarheid, geen tussenliggende mogelijkheden/hindernissen. Wijzen op EU.
  14. In Indonesie: Bahasa, pancasila, (gedwongen)transmigratie van Javaanse gezinnen naar andere eilanden begonnen onder Nederland maar later heringevoerd door Soeharto/Javanisering
  15. Natiestaat: homogene gemeenschap van burgers met een zelfde afkomst, cultuur en geschiedenis.
  16. Brian Cox laat de dunnen blauwe schil zien.