SlideShare a Scribd company logo
1 of 97
Leefomgeving H 1&2
Wonen in Nederland
Zie ook YURLS
http://aardrijkskundegymnasiumhilversumon.yurls.net/nl/page/870605#topboxes
HOOFDSTUK 1: RIVIEREN
Begrippen, video
http://www.schooltv.nl/video/aardrijkskunde-voor-de-tweede-fase-
waterbeheersing-van-rivieren-in-nederland/
BASISTHEORIE
Verwering
het uiteenvallen van gesteente onder
invloed van weer en plantengroei
• Fysische/mechanische: door
temperatuurverschillen
• Biologische verwering: is een vorm van
mechanische verwering
• Chemische verwering: door oplossing of
oxidatie verandert de samenstelling van een
steen waardoor de steen kan verkruimelen.
Erosie en sedimentatie
Erosie is het afschuren en uitschuren van hard
gesteente door met verweringsmateriaal
“geladen” water (zee en rivieren), ijs en wind
Sedimentatie/afzetting: het meegenomen
materiaal (door water, ijs en wind) wordt
ergens anders weer neergelegd
De waterkringloop
Zoomify waterkringloop Filmpje animatie
Bovenloop, middenloop, benedenloop
Stroomgebieden Europese rivieren
De mate van erosie hangt
af van:
• De hoeveelheid deeltjes
waarmee de rivier is
geladen
• De stroomsnelheid van
een rivier
• De hard/zacht-heid van
het gesteente van de
bedding
Beweging van de deeltjes in de
rivier. Klik op de afbeelding
Verval:
hoogteverschil in
meters tussen twee
punten langs de rivier.
Verhang: is het verval
per km. Bijvoorbeeld.
In een bepaald
gebied daalt de rivier
over 20 km, 40 meter.
Het verhang is in dit
gebied:
40:20=2mtr/km
De stroomsnelheid word
bepaald door:
• De watertoevoer
• Het hoogteverschil in
het stroomgebied
Regiem
Regiem: schommelingen in de water
afvoer gedurende een jaar.
Regiem is afhankelijk van de
voedingsbron van de rivier:
regenrivieren
gletsjerrivieren
gemengde rivieren
Regiem wordt weergegeven als debiet
gemeten in de maanden van het jaar.
Debiet is de waterafvoer gemeten bij
een bepaald punt (uitgedrukt in
m³/sec.)
De hoogste waarde heet de piekafvoer
Erosie, transport, sedimentatie
BOVENLOOP: rivieren nemen verweringsmateriaal mee; groot verhang, grof materiaal
(keien en stenen). Door de stroomsnelheid en het materiaal vindt diepe erosie plaats; een
diep V-dal. Transport en erosie.
MIDDENLOOP: De rivier stroomt minder snel dan in de
bovenloop. Matig verhang. De rivier slijt een breed dal uit
(de Bovenrijnse laagvlakte), waarin de rivier meandert;
horizontale erosie.
Een gedeelte van de middenloop van de Rijn heeft ook een
smal diep dal. De rivier (Middenrijn) zoekt hier zijn weg
door de zwakke plekken in het Eifelgebergte.
BENEDENLOOP: naar de kust toe wordt de stroomsnelheid steeds trager. Klein verhang.
De rivier zoekt meanderend zijn weg naar het laagste punt. Erosie vindt alleen nog plaats in
de bochten. Sedimentatie overheerst. Het fijnste materiaal wordt afgezet (zand, klei) er
ontstaat een vlakte en een delta waar de rivier in zee uitmondt.
Sedimentatie van het fijnste materiaal in de benedenloop van de rivier
Belangrijke begrippen rivieren
• Verhang (hoogteverschil/km)
• Verval (hoogteverschil tussen 2 pt.)
• Bovenloop, middenloop, benedenloop
• Regiem: regen, gletsjer, of gemengd
• Debiet (volume/sec)
• Stroomgebied
• Waterscheiding
• Erosie
• Sedimentatie
• Piekafvoer
• Meander
• Delta
• Estuarium
Meanderende rivier
t
Animatie
time lapse
Wiel:
meertje ontstaan door een kolk bij een dijkdoorbraak
De laaglandrivier; in Nederland dijken
sinds 1100
• Zomerdijken worden
ook wel zomerkades
genoemd
• Overstroming van de
uiterwaarden bij
piekafvoer
• http://www.schooltv.
nl/beeldbank/clip/20
030328_rivierklei01
• http://www.schooltv.
nl/beeldbank/clip/20
030328_rivierklei03
 Dwarsprofiel laaglandrivier
 Overstromingen van
uiterwaarden:
• Ophoging
• Veehouderij
 Sedimentatie in binnendijkse
landen verhinderd door
winterdijken
• Aanleg sinds 1000 na Chr.
OVERSTROMEN OF OPDROGEN
Klimaatverandering, zeespiegelstijging/bodemdaling
• De KNMI'14-klimaatscenario's laten een beeld
zien van hogere temperaturen, een sneller
stijgende zeespiegel, nattere winters, hevigere
buien en kans op drogere zomers.
• De KNMI'14-klimaatscenario's zijn gebaseerd op
de laatste wetenschappelijke inzichten en zijn een
update van de voorgaande KNMI’06-scenario's.
De KNMI'14-scenario's bevatten ook nieuwe en
meer gedetailleerde informatie.
Problemen waterstand rivieren
Hoge waterstand
• Verzadiging dijken;
doorbraakgevaar
• Snelheidsbeperking
scheepvaart om golfslag aan
oevers te beperken
• Ook overstroming
uiterwaarden in zomer;
economische schade
• Afvoerproblemen
oppervlaktewater
Lage waterstand
• verdroging dijken
• zout water zee dringt verder
landinwaarts
• stuwen sluiten; meer
sedimentatie
• zoetwatervoorraad neemt af
• vaargeul raakt overvol; kans op
ongelukken
• verlaging grondwaterpeil;
verdroging
overstromingsgevaar
• ondiepte rivieren door
sedimentatie binnen de dijken
(=buitendijks)
• meer neerslag/minder neerslag;
klimaatverandering, extremere
piekafvoeren afgewisseld door
droogte (stabiliteit dijken)
• verstening; minder infiltratie.
Snelle afvoer van water via riool
• wegpompen grondwater in de
landbouw
• minder infiltratie op plt.lnd. door
glasoppervlak (kassen)
• Afvoerproblemen door relatieve
stijging zeespiegel
Maatregelen; Nieuw deltaplan
§3 HVersteningt stroom
Toenemende verstening leidt tot meer overstromingen.
• Meer landoppervlak bedekt met steen (huizen, straten)
• Waterafvoer van daken en straten via goten en putten en riool snel afgevoerd
naar oppervlaktewater (rivieren)
• Minder open landoppervlak waar regenwater kan infiltreren (bij infiltratie
sijpelt de regen door de grond naar het grondwater)
• Grondwaterafvoer is langzaam. Het water veroorzaakt geen wateroverlast
• Dus verstening betekent steeds sneller en meer water in bijvoorbeeld de Rijn.
De tijd tussen vallen neerslag en stijging waterpeil is korter  meer kans op
overstromingen.
Afvoerproblemen door relatieve
zeespiegelstijging
Absolute stijging zeespiegel + absolute bodemdaling = relatieve zeespiegelstijging
• Meer tegendruk van de zee
• Stroomsnelheid neemt af…..meer sedimentatie buitendijks (tussen de dijken)
• Verhoging waterpeil
• Door bodemdaling komt binnendijks gebied lager te liggen; meer druk op
dijken/kwel
• Bij slecht weer keringen gesloten
Gaswinning (noorden)
Veenoxidatie
klei klink (ontwatering polders)
Isostasie
Bodemdaling wordt niet meer gecompenseerd
door sedimentatie
Clip
Problemen droogte
• Daling rivierpeil
• Verzilting
• Verdroging natuur
• Problemen landbouw
• Extra inklinking klei en veen
Clip
Clip
Waterbalans: totale aanvoer zoet water en verliezen door
afvoer, verbruik en verdamping
Afvoerproblemen
DELTAPLAN GROTE RIVIEREN
Ruimte voor de rivier
Oplossingen
• Deltaplan rivieren; Ruimte voor de rivier
• Adaptief watermanagement
• Driewegstrategie
• Water toets
Maatregelen
Alle maatregelen passen in de zgn.
drietrapsstrategie:
In de Nederlandse stroomgebieden moet
samenwerking tussen de beheerders van
water onveilige watersituaties gaan
voorkomen. In natte perioden moet het water
eerst zo veel mogelijk in het eigen gebied
worden vastgehouden. Het principe is het
hanteren van de volgorde van de
drietrapsstrategie:
1. Vasthouden: Water moet eerst zo veel
mogelijk in eigen gebied in de bodem zakken.
2. Bergen: Voor overtollig water moet er
vervolgens voldoende bergingsgebied zijn in
sloten,meren etc.
3. Afvoeren: Op de laatste plaats staat pas
het afvoeren van water.
Door de drietrapsstrategie komt water pas
vertraagd in het benedenstrooms rivierwater
en kan een gevaarlijke hoge waterstand
worden voorkomen . De drietrapsstrategie kan
ook verdroging voorkomen.
Rivierbedverruiming
• versmallen zomerbed (leidt tot
meer diepte-erosie)
• kribverlaging
• verdieping door baggeren
(minder aantrekkelijk)
• graven van nevengeulen
• aanleggen hoogwatergeul
• verlagen van uiterwaarden
• verwijderen van obstakels
• verbreding van het winterbed
• aanleg van retentiebekkens
PKB Ruimte voor de Rivier:
Retentiebekkens zijn multifunctioneel
Regeringsplannen voor meer
noodoverloopgebieden
teruggebracht:
zeer hoge kosten
twijfels over effectiviteit
grote maatschappelijke weerstand /
NIMBY
• Vooral voor structurele
verwerking van de
maatgevende afvoer:
aftoppen hoogwatergolf /
verhoogde piekafvoer
• Wanneer de hoeveelheid af te
voeren water groter is dan de
maatgevende afvoer, moet
water worden opgevangen in
noodoverloopgebieden.
Hoogwaterplatform e.a. zoeken alternatieven voor
noodoverloopgebieden
 Criteria aanwijzing
noodoverloopgebieden:
• Veiligheid en risico’s
• Ruimtelijke gevolgen
• Internationale samenwerking
• Maatschappelijk draagvlak
• Technische en juridische
uitvoerbaarheid
• Kosten / baten en
schaderegelingen
Rivieren in de knel
• Stadsuitbreiding langs het water
beperkt de ruimte voor de rivier
• Voorbeelden flessenhalzen:
o Kampen-IJsselmuiden
o Arnhem
o Lent-Nijmegen
• Extra beschermende maatregelen
nodig
Arnhem in 1830 en in 2010
Dijk teruglegging Lent (Flessenhals Nijmegen)
Bypass Kampen
IJsselsprong Zutphen
Uitgangspunten nieuw waterbeleid 21e eeuw
1. slim combineren van techniek en ruimte
2. werken volgens drietrapsstrategie:
– Vasthouden=retentie
– bergen
– afvoeren
Deltaplan
• Deltaplan II:
http://www.deltacommissie.com/
• Film: http://www.deltacommissie.com/film
•
Hermeanderen
• Kanalisatie ongedaan maken.
• Vasthouden/verlengen vertragingstijd
• Natuurwaarden herstellen
Internationaal waterbeleid
• Waterstand in
Nederland wordt
bepaald door wat er
in midden- en
bovenloop gebeurd.
• Samenwerking is
nodig.
• Afvoer vertragen bv.
Door retentiebekkens
stroomopwaarts.
HOOFDSTUK 2: DE LAGE LANDEN
BIJ DE ZEE
BASISTHEORIE
Zeespiegelstijging en kustvorming
• Na het glaciaal Weichselien herstel
waterkringloop; meer verdamping, meer
neerslag
• Zeespiegelstijging; tot en met het Atlanticum
snelle stijging zeespiegel.
• Vanaf het Atlanticum afzwakking curve;
vorming huidige kustlijn
Weichselien
10500-9000 BP: Preboreaal+Boreaal
Ongeveer tienduizend jaar voor
heden ligt de zeespiegel nog
ongeveer veertig tot vijftig meter
onder het huidige niveau. Grote
delen van het Noordzeegebied
liggen droog en Engeland maakt nog
deel uit van het vasteland van
Europa. Met uitzondering van de
gebieden in het noorden van het
Nederlands deel van de Noordzee,
waar nog ijs heeft gelegen, vertoont
het overgrote deel van het
landschap tegen het eind van het
Weichselien een zachtglooiend
karakter met ruggen van dekzand.
De kustlijn ligt ten noorden van de
Doggersbank
9000-6000 BP: Atlanticum
Achtduizend jaar geleden, aan het
begin van het Atlanticum, ligt de
zeespiegel ruim twintig meter lager
dan nu. Het zeewaterpeil is
inmiddels zover gestegen dat
Engeland weer een eiland is
geworden. De voortdurende stijging
van het zeeniveau zorgt ervoor dat
de zee steeds verder het land kan
binnendringen. Tussen 7800 en
7500 jaar voor heden passeert de
zee de huidige kustlijn in de laagten
bij Voorne en Centraal Noord-
Holland. Ongeveer duizend jaar
later, tussen ongeveer 7000 en 6300
jaar geleden gebeurt dit in de
omgeving van Den Haag.
Berendsen 2008 naar: De Mulder et al. 2003
Zeespiegelstijging Holoceen
Atlanticum
Vorming van strandwallen
Van strandwallen naar vast land
• Vanaf 6500 jaar geleden
• zuidwestelijke stroming evenwijdig aan de kust
• eb en vloed
• Ontstaan strandwallen met duinen
• Waddengebied achter de strandwallen
• Grondwaterstand stijgt; basisveen groeit
• Zee legt achter de strandwallen zeeklei neer op het basisveen
• Zee trekt zich iets terug
• Naar het westen toe nieuwe strandwallen; de oudste strandwallen liggen in een
lijn landinwaarts (oude duinenrij)
• Op de nieuwe strandwallen ontwikkeld zich de kustlijn met nieuwe (jonge)duinen
• Hollandveen groeit op de oude zeeklei
• Bij overstromingen wordt jonge zeeklei bovenop de veenlagen neergelegd; soms
wordt ook het veen weggespoeld….dan jonge zeeklei op oude zeeklei
6.000-4.000 BP
Ongeveer zesduizend jaar voor heden ligt
de zeespiegel omstreeks acht meter
onder het huidige NAP en bedraagt de
stijging voor de Hollandse kust bij
benadering dertig centimeter per eeuw.
Duizend jaar later is deze inmiddels tot
ongeveer de helft verminderd. In deze
fase bereikt de Holocene transgressie
haar maximale landwaartse uitbreiding.
Aan het einde van deze periode ligt er
langs de Hollandse en Zeeuwse kust een
langgerekte, aaneengesloten gordel van
strandwallen die de getijdenbekkens
zeewaarts begrenst. De sluiting van de
kustlijn is een zeer significant verschijnsel
voor de Holocene kustontwikkeling en
luidt een belangrijke verandering in de
sedimentatie binnen grote delen van ons
land in.
4.000-2.000 BP
Omstreeks vierduizend jaar voor
heden is de kustlijn van de Zeeuwse
en Hollandse kust tot aan Texel bijna
geheel door strandwallen
afgesloten. De westwaartse uitbouw
van de Hollandse kust duurt nog tot
ongeveer 2300 jaar geleden voort.
Op enkele plaatsen blijft de kustlijn
onderbroken en kunnen rivieren
naar zee afwateren. Met
uitzondering van Westfriesland vindt
in de hele westelijke kustvlakte
grootschalige veenvorming plaats.
2.000-heden
De komst van de Romeinen, omstreeks
50 jaar voor Christus, en de
economische veranderingen die dat
met zich meebracht, betekende een
keerpunt in de relatie tussen mens en
landschap. Voor het eerst ontstaat een
geordende infrastructurele
ontwikkeling. Er komen verharde
wegen om onder andere snel legers te
kunnen verplaatsen. Ook handelswaar
en bouwmateriaal kunnen
gemakkelijker worden vervoerd.
Er worden terpen gebouwd in de
gebieden die soms overstromen. Vanaf
1100 worden de eerste dijken gelegd.
Stroming langs onze kust
Zeestroming
Getijdenstroming
Zand wordt vervoerd langs de kust door de zeestroming vanaf Het
Kanaal, naar het noorden. De getijdenstroming brengt het zand aan
land. Het zand sedimenteert maar wordt ook weer opgenomen (erosie)
en verder vervoerd; stranddrift.
Getijden
Link getijdensimulatie
de kust; opbouw en afbraak
Opbouw door
sedimentatie
• Sterke bovenstroom
• Zwakke onderstroom
• Flauwe helling
zeebodem
Afbraak door erosie en
transport
• Diep water/steile
helling zeebodem
• Water heeft meer
kracht als het de kust
bereikt
• De onderstroom is
sterker
Nederland heeft een opbouwende kust.
• Flauwe kusthelling
• Hoe dieper het kustwater, hoe groter de eroderende kracht
• Erosie komt voor bij stuwing van water door het getij, storm,
maar over het algemeen overheerst in bepaalde delen
sedimentatie.
• Zeespiegelstijging draagt ook bij aan dieper kustwater
• De stroming bij vloed is sterker dan de terugstroming bij eb
• Zandbanken ontstaan die bij eb droogvallen. Zand wordt
verder vervoerd door wind. Duinen worden gevormd.
Animatie
Duinvorming
De strandwallen vormen de oude
duinen waarop later jonge duinen
ontstaan. De duinvorming is
continu gaande.
• Weer (wind als aanjager van
zeestroming)
• De lagedrukgebieden ontstaan in
grensgebieden van warme en koude
lucht
-in de herfst grootste verschillen in °C
-grootste luchtdrukverschillen
-storm
• Door storm, hoge golven en
hevige regenval.
• Luchtstroming in gematigde zone is
overwegend westelijk.
• Stuwing zeewater
Factoren van invloed op kustvorming
Zeestroming Noordzee
Bescherming door
Harde kust: dijken, weringen
Zachte kust: natuurlijke barrières
3 kusttypes
• Estuariumkust
• Geslotenkust; deels duinkust
• Waddenkust
Zachte kust; de zeereep
De duinenrij aan de zeezijde; zeewerend duin
Kustafslag
Het afslagpunt verschuift landinwaarts
• Afslag door: te snelle zeespiegelstijging
• Meer stormen.
Maatregelen:
• Ingrepen in het zanddelend systeem (bv. de
zandmotor)
• Verzwaring van het duin.
• Golfoverslag voorkomen (bij harde kust)
Toenemende risico’s voor de
kustveiligheid door?
• Verandering klimaat; stijgende zeespiegel
• Storm en stuwing zeewater
• Druk op het landschap; te dicht op de kust
bouwen….(er kan meer schade ontstaan)
• Bolwerkvorming….versterkte erosie op de
overgang tussen hard en zacht….(ook bij
boulevards of bebouwing bijvoorbeeld bij een
storm)
Bouwen aan de kust?
• Gevaar van bolwerkvorming
• Landinwaartse verplaatsing van kustlijn
(duinverbreding) moet mogelijk blijven……
• Planologisch strenge voorwaarden: ruimte
voor mogelijke verbreding, wordt vaak in
bestemmingsplannen gereserveerd
(ruimtelijke reservering), of strenge limiet aan
bebouwing op het strand.
Bolwerkvorming ook bij bebouwing op
strand
Ruimtelijke reservering ins niet altijd
mogelijk
zandbalans
Veel
erosie
Hoe beschermen we de kust?
Mini docu NOS op 3 kustbescherming
Stap 1: bepaling van het risico
Waardoor wordt het risico van een gebied bepaald?
1. .....Potentiele schade (economisch, menselijk)
2. Grote kans…..bv. Door slechte bescherming
• Is er sprake van een zwakke plek, maar is er weinig
schade te verwachten….dan is er een laag risico.
• De kans op overstroming kun je verlagen door ingrepen
(dijkverzwaring, zandsuppletie)
• Dit kan erg kostbaar zijn…dus wordt goed afgewogen
Overstromingsrisico
• De potentiele schade bepaalt het risico +
• Schade wordt bepaalt door:
Oppervlakte van het achterland
De diepte tov. het zeeniveau
Aantal inwoners
Gedane investeringen
• Met name economische waarde en bevolkingsaantal van het gebied zijn belangrijk.
• Hoe hoger het risico, hoe groter de mate van bescherming, hoe kleiner de
overstromingskans mag zijn
Nieuwe
normvoorstellen:
• Dijkring 14: nu 1 op 10.000
jaar. Voorstel: kust 1 op
30.000 jaar, Nieuwe
waterweg 1 op 10.000 jaar,
Nieuwe Maas 1 op 100.000
jaar.
• Andere dijkringen ook
opgeschaald
Overstromingskans
• Bepaald door hoogte van de
zeespiegel
• Sterkte van de dijk
Kustbescherming: dijken, deltawerken
Waar nodig…zwakke schakels. Kustlijn kan hier nu niet meer bewegen…ligt vast
Zwakke schakels
Clip
Kustbescherming: Inspelen op de
natuur
• Nieuwe manier van
kustverdediging:
• Waar mogelijk, niet waar het
strand te smal is en
bebouwing tot aan de kust
ligt ..zie bovenin foto.
• Basiskustlijn als referentie
• Geven en nemen binnen een
bepaalde bandbreedte…de
breedte van de kust mag
variëren binnen getelde
grenzen
• ingrijpen wanneer de kust te
sterk wordt aangetast
• Ruimtelijke reservering als
bandbreedte ontbreekt
Is beweging binnen een bandbreedte altijd mogelijk?
Foto: noordwijk
Zandsuppletie
Een kust is opbouwend als de zeebodem tot op grote
afstand van de kust flauw afloopt.
 Twee vormen
1. Strandsuppletie
2. Vooroeversuppletie / onderwatersuppletie
 Steeds meer vooroeversuppletie, want:
• kustfundament erodeert ook
• herstellen flauwe helling zeebodem
• Kosten
• Tegenwoordig de zandmotor (vooroever)
Zandmotor bij Kijkduin
Clip
De Kerf Het Zwin Texelse slufter
Slufter
• Dynamisch kust beheer; werken met natuur
• Op de genoemde plekken is het mogelijk…geen gevaar/ruimte
• Overgang zout zoet
• Afsluiting door sedimentatie
• Door de overgang onstaat gradientrijk (overgangen zoet/zout, hoog/lag, nat/droog)
milieu, met alle soorten die zich in een bepaald gradient thuisvoelen; Rijke variatie
Voorbeeld van nieuwe aanpak: van harde kust naar
hybride kust
de Hondsbossche zeewering
• Zwakte in de kustlijn
• St. Elizabethsvloeden 15e eeuw; inbraak van de zee. Duinen weggespoeld
• Harde kust vanaf 1880
• Bolwerkvorming: wegspoelen zand aan noord- en zuidzijde zeewering
• Van hard naar zacht Clip 4 minuten
Hard…zacht….hybride? Eerst een zwakke schakel. Nu op sterkte
Door ingreep is de harde kust nu een plek waar natuurlijke
processen de kust in stand houden.
Sedimentatie/erosie Waddenzee
• Bodemdaling/zeespiegelstijging (bodemdaling compenseert nu nog voor zeespiegelstijging)
• Sedimentatie/erosie
• Sterke stroming (rond de geulen en de uiteinden van de eilanden) = erosie en sedimentatie zand
• Zwakke stroming (direct achter de eilanden) = verplaatsing en sedimentatie van materiaal in gesuspendeerde
toestand (dwarrelende deeltjes + slib)
• Erosie van slib vind bij zwakke stroming minder plaats vanwege cohesie van de deeltjes
• Vloedstroom zwakker dan ebstroom
Toestand 2018
Link voor zoom

More Related Content

What's hot

CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATES
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATESCAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATES
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATESGeorge Dumitrache
 
CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...George Dumitrache
 
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...George Dumitrache
 
River Changes And Landforms
River Changes And LandformsRiver Changes And Landforms
River Changes And Landformswhiskeyhj
 
Integrated water resource management
Integrated water resource managementIntegrated water resource management
Integrated water resource managementCPWF Mekong
 
River landforms in the upper course
River landforms in the upper course River landforms in the upper course
River landforms in the upper course aquinaspolitics
 
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...George Dumitrache
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSES
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSESCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSES
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSESGeorge Dumitrache
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICSGeorge Dumitrache
 
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...George Dumitrache
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTSGeorge Dumitrache
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKSGeorge Dumitrache
 
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...George Dumitrache
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...George Dumitrache
 
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVE
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVEREVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVE
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVEGeorge Dumitrache
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGO
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGOCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGO
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGOGeorge Dumitrache
 
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNEL
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNELREVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNEL
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNELGeorge Dumitrache
 

What's hot (20)

CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATES
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATESCAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATES
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - TROPICAL ENVIRONMENTS: TROPICAL CLIMATES
 
CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY AS - HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY; 1.1. DRAINAGE B...
 
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: COASTAL ENVIRONMENTS - WAVE, MARINE AND SUB-AERIAL PR...
 
River Changes And Landforms
River Changes And LandformsRiver Changes And Landforms
River Changes And Landforms
 
Integrated water resource management
Integrated water resource managementIntegrated water resource management
Integrated water resource management
 
River landforms in the upper course
River landforms in the upper course River landforms in the upper course
River landforms in the upper course
 
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...
CAMBRIDGE GEOGRAPHY A2 REVISION - COASTAL ENVIRONMENTS: 8.2 COASTAL LANDFORMS...
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSES
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSESCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSES
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.3 SLOPE PROCESSES
 
IGCSE Rivers
IGCSE RiversIGCSE Rivers
IGCSE Rivers
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.1 PLATE TECTONICS
 
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDOUS ENVIRONMENTS RESUL...
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: SETTLEMENTS - 6.1 CHANGES IN RURAL SETTLEMENTS
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKSCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: ROCKS AND WEATHERING - 3.2 WEATHERING AND ROCKS
 
Braided channels
Braided channelsBraided channels
Braided channels
 
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...
A2 CAMBRIDGE GEOGRAPHY: HAZARDOUS ENVIRONMENTS - HAZARDS RESULTING FROM ATMOS...
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY REVISION: HYDROLOGY AND FLUVIAL GEOMORPHOLOGY - 1.1 DR...
 
Rivers
RiversRivers
Rivers
 
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVE
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVEREVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVE
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - HJULSTROM CURVE
 
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGO
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGOCAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGO
CAMBRIDGE AS GEOGRAPHY - CASE STUDY: URBAN AREA CHICAGO
 
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNEL
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNELREVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNEL
REVISION AS CAMBRIDGE GEOGRAPHY: RIVERS - BRAIDED CHANNEL
 

Similar to Leefomgeving rivieren en kust

Klimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinen
Klimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinenKlimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinen
Klimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinenWareco Ingenieurs
 
H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8
H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8
H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8MStegeman
 
Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...
Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...
Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...ARCADIS Belgium
 
Verwering, erosie en sedimentatie
Verwering, erosie en sedimentatieVerwering, erosie en sedimentatie
Verwering, erosie en sedimentatieGijs van de Logt
 
Perspectief Eems Dollard Henk Smit springtij 25 sept
Perspectief Eems Dollard Henk Smit  springtij 25  septPerspectief Eems Dollard Henk Smit  springtij 25  sept
Perspectief Eems Dollard Henk Smit springtij 25 septSpringtij
 
Grondwater introductie
Grondwater introductieGrondwater introductie
Grondwater introductiehillegersberg
 
Haakse Zeedijk - Intro Presentatie
Haakse Zeedijk - Intro PresentatieHaakse Zeedijk - Intro Presentatie
Haakse Zeedijk - Intro Presentatiervandenhaak
 
Zwa 3 9 2008 Totaal2
Zwa 3 9 2008 Totaal2Zwa 3 9 2008 Totaal2
Zwa 3 9 2008 Totaal2Léon Emmen
 
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"Frank Stroeken
 

Similar to Leefomgeving rivieren en kust (20)

Klimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinen
Klimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinenKlimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinen
Klimaatverandering en amsterdamse waterleidingduinen
 
H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8
H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8
H5+natuurrampen+nederland+1 hv+par+7 8
 
2 vwo h3 - ak
2 vwo   h3 - ak2 vwo   h3 - ak
2 vwo h3 - ak
 
Klimaat klas4
Klimaat klas4Klimaat klas4
Klimaat klas4
 
Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...
Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...
Klimaatsveranderingen en directe effecten op de hydrologische cyclus & het fy...
 
Verwering, erosie en sedimentatie
Verwering, erosie en sedimentatieVerwering, erosie en sedimentatie
Verwering, erosie en sedimentatie
 
Havo h5
Havo h5 Havo h5
Havo h5
 
Zeekleigebied
ZeekleigebiedZeekleigebied
Zeekleigebied
 
Zeekleigebied
ZeekleigebiedZeekleigebied
Zeekleigebied
 
Zeekleigebied
ZeekleigebiedZeekleigebied
Zeekleigebied
 
2 mh h3 - ak
2 mh   h3 - ak2 mh   h3 - ak
2 mh h3 - ak
 
Perspectief Eems Dollard Henk Smit springtij 25 sept
Perspectief Eems Dollard Henk Smit  springtij 25  septPerspectief Eems Dollard Henk Smit  springtij 25  sept
Perspectief Eems Dollard Henk Smit springtij 25 sept
 
SAH4 klas5
SAH4 klas5SAH4 klas5
SAH4 klas5
 
Grondwater introductie
Grondwater introductieGrondwater introductie
Grondwater introductie
 
Haakse Zeedijk - Intro Presentatie
Haakse Zeedijk - Intro PresentatieHaakse Zeedijk - Intro Presentatie
Haakse Zeedijk - Intro Presentatie
 
Drukproef zenit feb 2013 oceaancirculatie
Drukproef zenit feb 2013 oceaancirculatieDrukproef zenit feb 2013 oceaancirculatie
Drukproef zenit feb 2013 oceaancirculatie
 
Zwa 3 9 2008 Totaal2
Zwa 3 9 2008 Totaal2Zwa 3 9 2008 Totaal2
Zwa 3 9 2008 Totaal2
 
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
 
Zeekleigebied
ZeekleigebiedZeekleigebied
Zeekleigebied
 
Ontwerp van dijken
Ontwerp van dijkenOntwerp van dijken
Ontwerp van dijken
 

More from Harold Brockbernd

More from Harold Brockbernd (8)

IJsland excursie ppt
IJsland excursie pptIJsland excursie ppt
IJsland excursie ppt
 
Zuidoost azie in beeld H3
Zuidoost azie in beeld H3Zuidoost azie in beeld H3
Zuidoost azie in beeld H3
 
Zuidoost azie in beeld
Zuidoost azie in beeldZuidoost azie in beeld
Zuidoost azie in beeld
 
GlH1&2klas5
GlH1&2klas5GlH1&2klas5
GlH1&2klas5
 
GlH4 Amerikaanse steden klas5
GlH4 Amerikaanse steden klas5GlH4 Amerikaanse steden klas5
GlH4 Amerikaanse steden klas5
 
Armrijk klas4
Armrijk klas4Armrijk klas4
Armrijk klas4
 
SAH1&2 klas5
SAH1&2 klas5SAH1&2 klas5
SAH1&2 klas5
 
ZOA-Actueel klas5
ZOA-Actueel klas5ZOA-Actueel klas5
ZOA-Actueel klas5
 

Leefomgeving rivieren en kust

  • 1. Leefomgeving H 1&2 Wonen in Nederland Zie ook YURLS http://aardrijkskundegymnasiumhilversumon.yurls.net/nl/page/870605#topboxes
  • 2. HOOFDSTUK 1: RIVIEREN Begrippen, video http://www.schooltv.nl/video/aardrijkskunde-voor-de-tweede-fase- waterbeheersing-van-rivieren-in-nederland/
  • 4. Verwering het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei • Fysische/mechanische: door temperatuurverschillen • Biologische verwering: is een vorm van mechanische verwering • Chemische verwering: door oplossing of oxidatie verandert de samenstelling van een steen waardoor de steen kan verkruimelen.
  • 5. Erosie en sedimentatie Erosie is het afschuren en uitschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal “geladen” water (zee en rivieren), ijs en wind Sedimentatie/afzetting: het meegenomen materiaal (door water, ijs en wind) wordt ergens anders weer neergelegd
  • 8.
  • 10. De mate van erosie hangt af van: • De hoeveelheid deeltjes waarmee de rivier is geladen • De stroomsnelheid van een rivier • De hard/zacht-heid van het gesteente van de bedding Beweging van de deeltjes in de rivier. Klik op de afbeelding
  • 11. Verval: hoogteverschil in meters tussen twee punten langs de rivier. Verhang: is het verval per km. Bijvoorbeeld. In een bepaald gebied daalt de rivier over 20 km, 40 meter. Het verhang is in dit gebied: 40:20=2mtr/km
  • 12. De stroomsnelheid word bepaald door: • De watertoevoer • Het hoogteverschil in het stroomgebied
  • 13. Regiem Regiem: schommelingen in de water afvoer gedurende een jaar. Regiem is afhankelijk van de voedingsbron van de rivier: regenrivieren gletsjerrivieren gemengde rivieren Regiem wordt weergegeven als debiet gemeten in de maanden van het jaar. Debiet is de waterafvoer gemeten bij een bepaald punt (uitgedrukt in m³/sec.) De hoogste waarde heet de piekafvoer
  • 14. Erosie, transport, sedimentatie BOVENLOOP: rivieren nemen verweringsmateriaal mee; groot verhang, grof materiaal (keien en stenen). Door de stroomsnelheid en het materiaal vindt diepe erosie plaats; een diep V-dal. Transport en erosie. MIDDENLOOP: De rivier stroomt minder snel dan in de bovenloop. Matig verhang. De rivier slijt een breed dal uit (de Bovenrijnse laagvlakte), waarin de rivier meandert; horizontale erosie. Een gedeelte van de middenloop van de Rijn heeft ook een smal diep dal. De rivier (Middenrijn) zoekt hier zijn weg door de zwakke plekken in het Eifelgebergte. BENEDENLOOP: naar de kust toe wordt de stroomsnelheid steeds trager. Klein verhang. De rivier zoekt meanderend zijn weg naar het laagste punt. Erosie vindt alleen nog plaats in de bochten. Sedimentatie overheerst. Het fijnste materiaal wordt afgezet (zand, klei) er ontstaat een vlakte en een delta waar de rivier in zee uitmondt.
  • 15. Sedimentatie van het fijnste materiaal in de benedenloop van de rivier
  • 16. Belangrijke begrippen rivieren • Verhang (hoogteverschil/km) • Verval (hoogteverschil tussen 2 pt.) • Bovenloop, middenloop, benedenloop • Regiem: regen, gletsjer, of gemengd • Debiet (volume/sec) • Stroomgebied • Waterscheiding • Erosie • Sedimentatie • Piekafvoer • Meander • Delta • Estuarium
  • 19.
  • 20.
  • 21. Wiel: meertje ontstaan door een kolk bij een dijkdoorbraak
  • 22.
  • 23. De laaglandrivier; in Nederland dijken sinds 1100 • Zomerdijken worden ook wel zomerkades genoemd • Overstroming van de uiterwaarden bij piekafvoer • http://www.schooltv. nl/beeldbank/clip/20 030328_rivierklei01 • http://www.schooltv. nl/beeldbank/clip/20 030328_rivierklei03
  • 24.  Dwarsprofiel laaglandrivier  Overstromingen van uiterwaarden: • Ophoging • Veehouderij  Sedimentatie in binnendijkse landen verhinderd door winterdijken • Aanleg sinds 1000 na Chr.
  • 25. OVERSTROMEN OF OPDROGEN Klimaatverandering, zeespiegelstijging/bodemdaling
  • 26. • De KNMI'14-klimaatscenario's laten een beeld zien van hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters, hevigere buien en kans op drogere zomers. • De KNMI'14-klimaatscenario's zijn gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten en zijn een update van de voorgaande KNMI’06-scenario's. De KNMI'14-scenario's bevatten ook nieuwe en meer gedetailleerde informatie.
  • 27.
  • 28. Problemen waterstand rivieren Hoge waterstand • Verzadiging dijken; doorbraakgevaar • Snelheidsbeperking scheepvaart om golfslag aan oevers te beperken • Ook overstroming uiterwaarden in zomer; economische schade • Afvoerproblemen oppervlaktewater Lage waterstand • verdroging dijken • zout water zee dringt verder landinwaarts • stuwen sluiten; meer sedimentatie • zoetwatervoorraad neemt af • vaargeul raakt overvol; kans op ongelukken • verlaging grondwaterpeil; verdroging
  • 29. overstromingsgevaar • ondiepte rivieren door sedimentatie binnen de dijken (=buitendijks) • meer neerslag/minder neerslag; klimaatverandering, extremere piekafvoeren afgewisseld door droogte (stabiliteit dijken) • verstening; minder infiltratie. Snelle afvoer van water via riool • wegpompen grondwater in de landbouw • minder infiltratie op plt.lnd. door glasoppervlak (kassen) • Afvoerproblemen door relatieve stijging zeespiegel Maatregelen; Nieuw deltaplan
  • 30. §3 HVersteningt stroom Toenemende verstening leidt tot meer overstromingen. • Meer landoppervlak bedekt met steen (huizen, straten) • Waterafvoer van daken en straten via goten en putten en riool snel afgevoerd naar oppervlaktewater (rivieren) • Minder open landoppervlak waar regenwater kan infiltreren (bij infiltratie sijpelt de regen door de grond naar het grondwater) • Grondwaterafvoer is langzaam. Het water veroorzaakt geen wateroverlast • Dus verstening betekent steeds sneller en meer water in bijvoorbeeld de Rijn. De tijd tussen vallen neerslag en stijging waterpeil is korter  meer kans op overstromingen.
  • 31. Afvoerproblemen door relatieve zeespiegelstijging Absolute stijging zeespiegel + absolute bodemdaling = relatieve zeespiegelstijging • Meer tegendruk van de zee • Stroomsnelheid neemt af…..meer sedimentatie buitendijks (tussen de dijken) • Verhoging waterpeil • Door bodemdaling komt binnendijks gebied lager te liggen; meer druk op dijken/kwel • Bij slecht weer keringen gesloten
  • 32. Gaswinning (noorden) Veenoxidatie klei klink (ontwatering polders) Isostasie Bodemdaling wordt niet meer gecompenseerd door sedimentatie
  • 33. Clip
  • 34. Problemen droogte • Daling rivierpeil • Verzilting • Verdroging natuur • Problemen landbouw • Extra inklinking klei en veen Clip
  • 35. Clip
  • 36. Waterbalans: totale aanvoer zoet water en verliezen door afvoer, verbruik en verdamping
  • 39. Oplossingen • Deltaplan rivieren; Ruimte voor de rivier • Adaptief watermanagement • Driewegstrategie • Water toets
  • 40. Maatregelen Alle maatregelen passen in de zgn. drietrapsstrategie: In de Nederlandse stroomgebieden moet samenwerking tussen de beheerders van water onveilige watersituaties gaan voorkomen. In natte perioden moet het water eerst zo veel mogelijk in het eigen gebied worden vastgehouden. Het principe is het hanteren van de volgorde van de drietrapsstrategie: 1. Vasthouden: Water moet eerst zo veel mogelijk in eigen gebied in de bodem zakken. 2. Bergen: Voor overtollig water moet er vervolgens voldoende bergingsgebied zijn in sloten,meren etc. 3. Afvoeren: Op de laatste plaats staat pas het afvoeren van water. Door de drietrapsstrategie komt water pas vertraagd in het benedenstrooms rivierwater en kan een gevaarlijke hoge waterstand worden voorkomen . De drietrapsstrategie kan ook verdroging voorkomen.
  • 41. Rivierbedverruiming • versmallen zomerbed (leidt tot meer diepte-erosie) • kribverlaging • verdieping door baggeren (minder aantrekkelijk) • graven van nevengeulen • aanleggen hoogwatergeul • verlagen van uiterwaarden • verwijderen van obstakels • verbreding van het winterbed • aanleg van retentiebekkens PKB Ruimte voor de Rivier:
  • 42. Retentiebekkens zijn multifunctioneel Regeringsplannen voor meer noodoverloopgebieden teruggebracht: zeer hoge kosten twijfels over effectiviteit grote maatschappelijke weerstand / NIMBY • Vooral voor structurele verwerking van de maatgevende afvoer: aftoppen hoogwatergolf / verhoogde piekafvoer • Wanneer de hoeveelheid af te voeren water groter is dan de maatgevende afvoer, moet water worden opgevangen in noodoverloopgebieden.
  • 43. Hoogwaterplatform e.a. zoeken alternatieven voor noodoverloopgebieden  Criteria aanwijzing noodoverloopgebieden: • Veiligheid en risico’s • Ruimtelijke gevolgen • Internationale samenwerking • Maatschappelijk draagvlak • Technische en juridische uitvoerbaarheid • Kosten / baten en schaderegelingen
  • 44. Rivieren in de knel • Stadsuitbreiding langs het water beperkt de ruimte voor de rivier • Voorbeelden flessenhalzen: o Kampen-IJsselmuiden o Arnhem o Lent-Nijmegen • Extra beschermende maatregelen nodig Arnhem in 1830 en in 2010
  • 45. Dijk teruglegging Lent (Flessenhals Nijmegen)
  • 47.
  • 49. Uitgangspunten nieuw waterbeleid 21e eeuw 1. slim combineren van techniek en ruimte 2. werken volgens drietrapsstrategie: – Vasthouden=retentie – bergen – afvoeren
  • 50. Deltaplan • Deltaplan II: http://www.deltacommissie.com/ • Film: http://www.deltacommissie.com/film •
  • 51. Hermeanderen • Kanalisatie ongedaan maken. • Vasthouden/verlengen vertragingstijd • Natuurwaarden herstellen
  • 52.
  • 53. Internationaal waterbeleid • Waterstand in Nederland wordt bepaald door wat er in midden- en bovenloop gebeurd. • Samenwerking is nodig. • Afvoer vertragen bv. Door retentiebekkens stroomopwaarts.
  • 54. HOOFDSTUK 2: DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
  • 56. Zeespiegelstijging en kustvorming • Na het glaciaal Weichselien herstel waterkringloop; meer verdamping, meer neerslag • Zeespiegelstijging; tot en met het Atlanticum snelle stijging zeespiegel. • Vanaf het Atlanticum afzwakking curve; vorming huidige kustlijn
  • 58. 10500-9000 BP: Preboreaal+Boreaal Ongeveer tienduizend jaar voor heden ligt de zeespiegel nog ongeveer veertig tot vijftig meter onder het huidige niveau. Grote delen van het Noordzeegebied liggen droog en Engeland maakt nog deel uit van het vasteland van Europa. Met uitzondering van de gebieden in het noorden van het Nederlands deel van de Noordzee, waar nog ijs heeft gelegen, vertoont het overgrote deel van het landschap tegen het eind van het Weichselien een zachtglooiend karakter met ruggen van dekzand. De kustlijn ligt ten noorden van de Doggersbank
  • 59. 9000-6000 BP: Atlanticum Achtduizend jaar geleden, aan het begin van het Atlanticum, ligt de zeespiegel ruim twintig meter lager dan nu. Het zeewaterpeil is inmiddels zover gestegen dat Engeland weer een eiland is geworden. De voortdurende stijging van het zeeniveau zorgt ervoor dat de zee steeds verder het land kan binnendringen. Tussen 7800 en 7500 jaar voor heden passeert de zee de huidige kustlijn in de laagten bij Voorne en Centraal Noord- Holland. Ongeveer duizend jaar later, tussen ongeveer 7000 en 6300 jaar geleden gebeurt dit in de omgeving van Den Haag.
  • 60. Berendsen 2008 naar: De Mulder et al. 2003 Zeespiegelstijging Holoceen Atlanticum
  • 62. Van strandwallen naar vast land • Vanaf 6500 jaar geleden • zuidwestelijke stroming evenwijdig aan de kust • eb en vloed • Ontstaan strandwallen met duinen • Waddengebied achter de strandwallen • Grondwaterstand stijgt; basisveen groeit • Zee legt achter de strandwallen zeeklei neer op het basisveen • Zee trekt zich iets terug • Naar het westen toe nieuwe strandwallen; de oudste strandwallen liggen in een lijn landinwaarts (oude duinenrij) • Op de nieuwe strandwallen ontwikkeld zich de kustlijn met nieuwe (jonge)duinen • Hollandveen groeit op de oude zeeklei • Bij overstromingen wordt jonge zeeklei bovenop de veenlagen neergelegd; soms wordt ook het veen weggespoeld….dan jonge zeeklei op oude zeeklei
  • 63.
  • 64. 6.000-4.000 BP Ongeveer zesduizend jaar voor heden ligt de zeespiegel omstreeks acht meter onder het huidige NAP en bedraagt de stijging voor de Hollandse kust bij benadering dertig centimeter per eeuw. Duizend jaar later is deze inmiddels tot ongeveer de helft verminderd. In deze fase bereikt de Holocene transgressie haar maximale landwaartse uitbreiding. Aan het einde van deze periode ligt er langs de Hollandse en Zeeuwse kust een langgerekte, aaneengesloten gordel van strandwallen die de getijdenbekkens zeewaarts begrenst. De sluiting van de kustlijn is een zeer significant verschijnsel voor de Holocene kustontwikkeling en luidt een belangrijke verandering in de sedimentatie binnen grote delen van ons land in.
  • 65. 4.000-2.000 BP Omstreeks vierduizend jaar voor heden is de kustlijn van de Zeeuwse en Hollandse kust tot aan Texel bijna geheel door strandwallen afgesloten. De westwaartse uitbouw van de Hollandse kust duurt nog tot ongeveer 2300 jaar geleden voort. Op enkele plaatsen blijft de kustlijn onderbroken en kunnen rivieren naar zee afwateren. Met uitzondering van Westfriesland vindt in de hele westelijke kustvlakte grootschalige veenvorming plaats.
  • 66. 2.000-heden De komst van de Romeinen, omstreeks 50 jaar voor Christus, en de economische veranderingen die dat met zich meebracht, betekende een keerpunt in de relatie tussen mens en landschap. Voor het eerst ontstaat een geordende infrastructurele ontwikkeling. Er komen verharde wegen om onder andere snel legers te kunnen verplaatsen. Ook handelswaar en bouwmateriaal kunnen gemakkelijker worden vervoerd. Er worden terpen gebouwd in de gebieden die soms overstromen. Vanaf 1100 worden de eerste dijken gelegd.
  • 67. Stroming langs onze kust Zeestroming Getijdenstroming Zand wordt vervoerd langs de kust door de zeestroming vanaf Het Kanaal, naar het noorden. De getijdenstroming brengt het zand aan land. Het zand sedimenteert maar wordt ook weer opgenomen (erosie) en verder vervoerd; stranddrift.
  • 69. de kust; opbouw en afbraak Opbouw door sedimentatie • Sterke bovenstroom • Zwakke onderstroom • Flauwe helling zeebodem Afbraak door erosie en transport • Diep water/steile helling zeebodem • Water heeft meer kracht als het de kust bereikt • De onderstroom is sterker
  • 70. Nederland heeft een opbouwende kust. • Flauwe kusthelling • Hoe dieper het kustwater, hoe groter de eroderende kracht • Erosie komt voor bij stuwing van water door het getij, storm, maar over het algemeen overheerst in bepaalde delen sedimentatie. • Zeespiegelstijging draagt ook bij aan dieper kustwater • De stroming bij vloed is sterker dan de terugstroming bij eb • Zandbanken ontstaan die bij eb droogvallen. Zand wordt verder vervoerd door wind. Duinen worden gevormd. Animatie
  • 71. Duinvorming De strandwallen vormen de oude duinen waarop later jonge duinen ontstaan. De duinvorming is continu gaande.
  • 72. • Weer (wind als aanjager van zeestroming) • De lagedrukgebieden ontstaan in grensgebieden van warme en koude lucht -in de herfst grootste verschillen in °C -grootste luchtdrukverschillen -storm • Door storm, hoge golven en hevige regenval. • Luchtstroming in gematigde zone is overwegend westelijk. • Stuwing zeewater Factoren van invloed op kustvorming
  • 74. Bescherming door Harde kust: dijken, weringen Zachte kust: natuurlijke barrières 3 kusttypes • Estuariumkust • Geslotenkust; deels duinkust • Waddenkust
  • 75. Zachte kust; de zeereep De duinenrij aan de zeezijde; zeewerend duin
  • 76. Kustafslag Het afslagpunt verschuift landinwaarts • Afslag door: te snelle zeespiegelstijging • Meer stormen. Maatregelen: • Ingrepen in het zanddelend systeem (bv. de zandmotor) • Verzwaring van het duin. • Golfoverslag voorkomen (bij harde kust)
  • 77. Toenemende risico’s voor de kustveiligheid door? • Verandering klimaat; stijgende zeespiegel • Storm en stuwing zeewater • Druk op het landschap; te dicht op de kust bouwen….(er kan meer schade ontstaan) • Bolwerkvorming….versterkte erosie op de overgang tussen hard en zacht….(ook bij boulevards of bebouwing bijvoorbeeld bij een storm)
  • 78. Bouwen aan de kust? • Gevaar van bolwerkvorming • Landinwaartse verplaatsing van kustlijn (duinverbreding) moet mogelijk blijven…… • Planologisch strenge voorwaarden: ruimte voor mogelijke verbreding, wordt vaak in bestemmingsplannen gereserveerd (ruimtelijke reservering), of strenge limiet aan bebouwing op het strand.
  • 79. Bolwerkvorming ook bij bebouwing op strand
  • 80. Ruimtelijke reservering ins niet altijd mogelijk
  • 82. Hoe beschermen we de kust? Mini docu NOS op 3 kustbescherming
  • 83. Stap 1: bepaling van het risico Waardoor wordt het risico van een gebied bepaald? 1. .....Potentiele schade (economisch, menselijk) 2. Grote kans…..bv. Door slechte bescherming • Is er sprake van een zwakke plek, maar is er weinig schade te verwachten….dan is er een laag risico. • De kans op overstroming kun je verlagen door ingrepen (dijkverzwaring, zandsuppletie) • Dit kan erg kostbaar zijn…dus wordt goed afgewogen
  • 84. Overstromingsrisico • De potentiele schade bepaalt het risico + • Schade wordt bepaalt door: Oppervlakte van het achterland De diepte tov. het zeeniveau Aantal inwoners Gedane investeringen • Met name economische waarde en bevolkingsaantal van het gebied zijn belangrijk. • Hoe hoger het risico, hoe groter de mate van bescherming, hoe kleiner de overstromingskans mag zijn
  • 85. Nieuwe normvoorstellen: • Dijkring 14: nu 1 op 10.000 jaar. Voorstel: kust 1 op 30.000 jaar, Nieuwe waterweg 1 op 10.000 jaar, Nieuwe Maas 1 op 100.000 jaar. • Andere dijkringen ook opgeschaald Overstromingskans • Bepaald door hoogte van de zeespiegel • Sterkte van de dijk
  • 86. Kustbescherming: dijken, deltawerken Waar nodig…zwakke schakels. Kustlijn kan hier nu niet meer bewegen…ligt vast
  • 88. Kustbescherming: Inspelen op de natuur • Nieuwe manier van kustverdediging: • Waar mogelijk, niet waar het strand te smal is en bebouwing tot aan de kust ligt ..zie bovenin foto. • Basiskustlijn als referentie • Geven en nemen binnen een bepaalde bandbreedte…de breedte van de kust mag variëren binnen getelde grenzen • ingrijpen wanneer de kust te sterk wordt aangetast • Ruimtelijke reservering als bandbreedte ontbreekt
  • 89. Is beweging binnen een bandbreedte altijd mogelijk? Foto: noordwijk
  • 90. Zandsuppletie Een kust is opbouwend als de zeebodem tot op grote afstand van de kust flauw afloopt.  Twee vormen 1. Strandsuppletie 2. Vooroeversuppletie / onderwatersuppletie  Steeds meer vooroeversuppletie, want: • kustfundament erodeert ook • herstellen flauwe helling zeebodem • Kosten • Tegenwoordig de zandmotor (vooroever)
  • 92. Clip
  • 93. De Kerf Het Zwin Texelse slufter Slufter • Dynamisch kust beheer; werken met natuur • Op de genoemde plekken is het mogelijk…geen gevaar/ruimte • Overgang zout zoet • Afsluiting door sedimentatie • Door de overgang onstaat gradientrijk (overgangen zoet/zout, hoog/lag, nat/droog) milieu, met alle soorten die zich in een bepaald gradient thuisvoelen; Rijke variatie
  • 94. Voorbeeld van nieuwe aanpak: van harde kust naar hybride kust de Hondsbossche zeewering • Zwakte in de kustlijn • St. Elizabethsvloeden 15e eeuw; inbraak van de zee. Duinen weggespoeld • Harde kust vanaf 1880 • Bolwerkvorming: wegspoelen zand aan noord- en zuidzijde zeewering • Van hard naar zacht Clip 4 minuten
  • 95. Hard…zacht….hybride? Eerst een zwakke schakel. Nu op sterkte Door ingreep is de harde kust nu een plek waar natuurlijke processen de kust in stand houden.
  • 96. Sedimentatie/erosie Waddenzee • Bodemdaling/zeespiegelstijging (bodemdaling compenseert nu nog voor zeespiegelstijging) • Sedimentatie/erosie • Sterke stroming (rond de geulen en de uiteinden van de eilanden) = erosie en sedimentatie zand • Zwakke stroming (direct achter de eilanden) = verplaatsing en sedimentatie van materiaal in gesuspendeerde toestand (dwarrelende deeltjes + slib) • Erosie van slib vind bij zwakke stroming minder plaats vanwege cohesie van de deeltjes • Vloedstroom zwakker dan ebstroom