3. 6
… spreekt aldus…
Deuternomium 30
“YAHWEH zal wederkeren en u
bijeenbrengen…”
“YAHWEH zal het hart van u en uw
nakroost besnijden…”
YAHWEH, uw God zal u in overvloed het
goede schenken…”
etc.
3
4. 6
… Zeg niet in uw hart: Wie zal ten
hemel opklimmen? namelijk om
Christus te doen afdalen;
11
Want dit gebod, dat ik u heden opleg
(lett. gebied), is niet te moeilijk voor u
en het is niet ver weg.
Deuteronomium 30
4
5. 6
… spreekt aldus: Zeg niet in uw hart:
Wie zal ten hemel opklimmen?
namelijk om Christus te doen afdalen;
12
Het is niet in de hemel, zodat gij
zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen
ten hemel, het voor ons halen, en het
ons doen horen opdat wij het
volbrengen?
Deuteronomium 30
5
6. 7
of: Wie zal in de afgrond nederdalen?
namelijk om Christus uit de doden te
doen opkomen.
13
En het is niet aan de overkant der
zee, zodat gij zoudt moeten zeggen:
Wie zal oversteken naar de overkant der
zee, het voor ons halen, en het ons
doen horen opdat wij het volbrengen?
Deuteronomium 30
6
8. 8
Maar wat zegt zij? Nabij u is het
woord, in uw mond en in uw hart…
14
Maar dit woord is zeer dicht bij u, in
uw mond en in uw hart, om het te
volbrengen.
Deuteronomium 30
8
9. 8
… namelijk het woord des geloofs,
dat wij prediken.
= Mozes en Paulus
9
10. 9
Want indien gij met uw mond belijdt,
dat Jezus Heer is…
3
… niemand kan zeggen: Jezus is Here,
dan door de Heilige Geest.
1Korinthe 12
10
11. 9
… en met uw hart gelooft, dat God
Hem uit de doden heeft opgewekt, zult
gij behouden worden.
36
Dus moet ook het ganse huis Israels
zeker weten, dat God Hem en tot
Here en tot Christus gemaakt heeft,
deze Jezus, die gij gekruisigd hebt.
Handelingen 2
11
12. 10
want met het hart gelooft men tot
gerechtigheid en met de mond belijdt
men tot behoudenis.
34
Want uit de overvloed van het hart
spreekt de mond.
Matteüs 12
12
13. 11
Immers het schriftwoord zegt: Al wie
op Hem zijn geloof bouwt (lett. op Hem
gelooft), zal niet beschaamd uitkomen.
Jesaja 2816
13
14. Jesaja 28
• voor het Joodse volk is het Woord van
Yahweh geworden “wet op wet, eis op eis”
(:10);
• God zal tot dit volk spreken door lieden
lieden van een vreemde tongval (:11);
• God legt in Sion een kostbare
hoeksteen, voor een ieder die gelóóft…
(:16)
14
15. 12
Want er is geen onderscheid tussen
Jood en Griek. Immers, één en
dezelfde is Heer over allen (lett. Heer
ván allen) …
15
21. 15
En hoe zal men prediken zonder
gezonden te zijn? Gelijk geschreven
staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van
hen, die een goede boodschap
brengen.
Jesaja 527
> over het herstel van Israël
21
22. 16
Maar niet allen hebben aan het
evangelie gehoor gegeven. Want
Jesaja zegt: Here, wie heeft geloofd
wat hij van ons hoorde?
Jesaja 531
> over Israëls verwerping en aanneming
22
23. 17
Zo is dan het geloof uit het horen, en
het horen door het woord van Christus.
23
24. 38
Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift
zegt, stromen van levend water zullen
uit zijn binnenste vloeien.
Johannes 7
24