2. OP38
Openbaring 12, 13 en 14 – onderwerp:
de religieuze (godsdienstige) verlossing van Israël.
3. OP38
‘de rest van haar zaad die de geboden van
God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben’ (Op. 12:17)
14:7 het eonische evangelie aan hen gericht
14:8 zij worden gewaarschuwd – de val van Babylon
14:9 zij worden met pijniging bedreigd als zij het beest aanbidden
14:13 uit hen komen de martelaren van die dagen
14:15,16 zij worden geoogst
14:17-20 en het wijnjaar, of: wijnpersbak
4. OP38
gepijnigd en dan alleen in verband met het
eonische evangelie :
* Openbaring 9:5 al de mensen die…. 5 maanden
* Openbaring 14:11 de rook van hun pijniging stijgt op
voor de eonen van de eonen
* Openbaring 16:2,8-10 de aanbidders van het
wilde dier en zijn beeld -
* Openbaring 18:8; 19:21 zij worden gedood
* Openbaring 20:10 satan, het wilde dier
en valse profeet: de eonen van de eonen
5. OP38
en de rook van hun pijniging stijgt op
tot in de eonen van de eonen
hun = Israëlitische
aanbidders van het
beest en zijn beeld
de eonen van de
eonen = 4e en 5e eon
6. OP38
Hoe zit het met de volkeren
van die dagen?
volkerengericht ná de
grote verdrukking
= Mattheüs 25:31-46
7. OP38
Openbaring 14:12
hier is volharding van de heiligen die de geboden
van God bewaren en van het geloof van Jezus
gebod = entole = richtlijn
Mozaïsche systeem
Hebreeën 7:16,18; Efeziërs 2:15; 6:2
yarah =
onderwijzen
vinger wijzen
pijl schieten
ירה
8. OP38Openbaring 14:13
en ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen, schrijf!
gelukkig zijn de doden die in de Heer sterven, van nu aan
gelovige uit Israël zicht op:
opstanding van de rechtvaardigen
Daniel 12:13; Lucas 14:14; Hand. 24:15
9. OP38OPSTANDINGEN IN DE SCHRIFT
Izaäk = figuurlijke opstanding (Genesis 22)
die in graf van Elisa = opstanding (2 Koningen 13:21)
zoon van weduwe – Elia = opstanding (1 Koningen 17:17-24)
zoon v Semitische – Elisa = opstanding (2 Koningen 4:16-37)
jongeling van Nain = opstanding (Lucas 7:11-17)
dochtertje van Jairus = opstanding (Marcus 5:21-43)
Lazarus = opstanding (Johannes 11)
Christus Jezus = levendmaking (1 Corinthiërs 15:20,22)
lichaam van Christus = levendmaking (1 Corinthiërs 15:23)
rechtvaardigen = levendmaking (Lucas 14:14; Ha.24:15)
bij grote witte troon = opstanding (Openbaring 20:12,13)
het einde = levendmaking (1 Corinthiërs 15:24)
11. OP38
twee verwachtingen:
de doden in Christus
zullen eerst opstaan
= verwachting voor
het lichaam van
Christus
1 Tessalonicenzen 4:16
eerst zullen overlevenden van Israël het
aardse koninkrijk binnengaan
daarna de opgestane rechtvaardigen
= verwachting voor de
gelovigen van Israël
Mattheüs 24:12-14; Daniël 12:12,13
12. OP38gelukkig zijn de doden die in de Heer sterven, van nu aan;
ja, de geest zegt dat zij zullen rusten van hun inspanningen, want
hun daden volgen met hen Openbaring 14:13
deze gedode gelovigen van Israël staan op ná de grote verdrukking
na de 1335 dagen van Daniël 12:12,13
13. OP38
einde 1: de tarweoogst en de wijnoogst
Openbaring 14:14-20
einde 2: bruiloftsfeest van het Lammetje
en Gods grote diner Openbaring 19:6-21
tempelgedeelte gaat om
twee groepen : de getrouwen
(gelovigen) en de afvalligen
(ongelovigen) van Israël
14. OP38
later tempel tent van het getuigenis in de
hemel zichtbaar (15:5)
tempelgedeelte:
in tempel in de hemel eerst ark van het verbond zichtbaar (11:19)
15. OP38en ik zag en zie! Een witte wolk, en op de wolk
zat Iemand als zoon van de mens - Openbaring 14:14
de ‘oude van dagen’ – Daniël 7:9,13
עתק = overzetten
zoon van de sterveling
= zoon van de man (ANSJ / enosj)
witte wolk rechtvaardigheid,
gericht is uitdelen wat iemand toekomt.
16. OP38en ik zag en zie! Een witte wolk, en op de wolk
zat Iemand als zoon van de mens - Openbaring 14:14
wit = kleur van rechtvaardig gericht
rechtvaardiging in beeld ipv veroordeling, wie in wit gekleed?
de Heer Zelf (Mt.17:2),
Zijn boodschappers (Matt.28:3, Joh. 20:12),
de hemelse oudsten (Op.4:4),
bekleed met rechtvaardigheid: de overwinnaars (Op. 3:4,5,18),
de zielen onder het altaar (Op.6:11),
de grote menigte (Op.7:9,13),
leger van Christus (Op.19:11,14)
Editor's Notes
Het gaat om de tijd waar Openbaring van spreekt. De grote crisis – deze pijniging (of toetsing) is alleen voor de afvalligen die het eonische evangelie horenen niet langer Jahweh, de God van Israel aanbidden of dienen, maar het beest en/of het beeld van het beest aanbidden.Zij zoeken dan verlichting van de enorme druk in die tijd en willen hun ziel redden van marteling en dood. Daarin worden zij teleurgesteld en hebben geen rust dag en nacht terwijl zij het beest aanbidden. Het eonische evangelie had geen beloftebij zich en sprak niet van geluk. En stem uit de hemel supplementeert het met het evangelie van hun dood Op. 14:13.