SlideShare a Scribd company logo
1 of 3
Download to read offline
'j
t
,f,
.l
GEERT DRTESSEN (rTS)
Zij noemt de som het effectief didactisch
verleden (EDV). Hierdoor kunnen ca-
tegorieën van leerlingen rvorden onder-
scheiden met een oplopend aantal jaren
Arabisch taalonderwijs. Om nu na te
gaan rvelk effect het volgen van dit on-
denvijs heeft op de technische en begrij-
pende leesvaardigheid is per EDV-ca-
tegorie het percentage leerlingen bere-
kend dat boven een - door de onder-
zoekster - bepaalde norm zit. In het
bovenste deel van Tabel 1 staan de re-
sultaten op de toets Technisch Lezen en
in het onderste deel die op de toets Be-
grijpend Lezen I.
De tabel laat zien dat het niveau tech-
nisch lezen zeer laag is. In 1983 bijvoor-
beeld haalde slechts 32 procent van de
leerlingen die twee jaar taalondenvijs
Arabisch hadden gevolgd meer dan 21
punten. Hoewel het overeenkomstige
percentage leerlingen voor de gÍoep met
drie of meer jaar onderwijservaring ruim
het dubbele was. dient bedacht te worder
dat dat nog niet veel voorstelt. Concreet
betekent dit namelijk dat minder dan drir
kwart van de leerlingen met drie of meer
jaar Arabisch taalonderwijs in staat was
om binnen één minuut tenminste 21 van
de 63 woordjes te lezen.
Binnen de drie afzonderlijke schooljaren
is met betrekking tot het technisch lezen
een vooruitgaande trend waarneembaar
.r.
Tabel I - Percentages leerlingen met meer dan2l items goed op de toets
meer dan l0 items gqed op de toets Begijpend Lezen I in 1983, 1984 en
Didacrisch Verleden-
Technisch Lezen, resp
1985, naar Effectief
Jaar
Effectief Didactisch Verleden
0i2>3 >5
>4
aantal
leerlingen
1983
t984
1985
'7L
48
26
29t
274
153
61532
1i aa
-IJLL
aa
LL
,:
IL
58 76
i0
$84
55 r'l 87
t:
1983
1984
1985
88 58
67
100
ó/
118
113
Een waarschuwing voor misplaatst optimisme
HET NIVEAU ARABISCH VAN
MAROKTGANSE KI NDEREN
Onderzoeksgegevens kunnen op yer-
schillende manieren gepresenteerd,
en vooral geihterpreteerd worden.
Zo concludeert Stella van de We-
tering in haar proefschrift (eind 1990)
'Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur'
dat uit het door haar uitgevoerde on-
deruoek blijkt dat OETC wel degeldk
effecten heeft voor de Arabische taal-
verwerving. Geert Driessen presen-
teert dezelfde onderzoeksgegevens in
dit artikel in een gewijzigde vorm en
met een aangepaste interpretatie. Hij
komt tot andere conclusies en vaar-
schuwt voor het scheppen van te hoog
gespannen verwachtingen. (red.)
Het ondezoek
Eerst iets over het onderzoek. Het doel
en'an was na te gaan §elke effecten het
volgen van OETC heeft op de ontwikke-
ling van de Arabische taal bij lvlarok-
kaanse kinderen. Van de Wetering
voerde daartoe een onderzoek uit bij
circa .150 NÍarokkaanse leerlingen woon-
achtig in Rotterdam en Utrecht. De
kinderen varieerden in leeftijd van 6 tot
lJ jaar en zalen in alle leerjaren (1 - 6)
van het lager ondenvijs. Bij hen zijn op
drie momenten taaltoetsen Arabisch af-
senomen, namelijk in i983, 198,1 en 1985.
De toetsen
De taalvaardigheid is vastgesteld met
drie toetsen. Op de eerste plaats een
toets voor het technisch lezen die was
afgeleid van de Eén-minuuttest van Brus
en Voeten. Deze bestond uit 63 losse
woorden, opklimmend in moeilijkheids-
graad, die door de kinderen moesten
worden opgelezen. Het rvoordmateriaal
rvas ontleend aan methoden voor het le-
ren lezen in het Arabisch die bij het
OETC worden gebruikt. De score op
deze toets bestond uit het aantal foutloos
in één minuut gelezen rvoorden.
Behalve het technisch lezen werd ook het
begrijpend lezen getoetst. Dit gebeurde
met twee multiple-choice toetsen met 14,
respectievelijk 13 items. Deze toetsen
waren afgeleid van de CITO-toets Lees
en Begrijp I. De items waren gesteld in
gevocaliseerd Standaard-Arabisch. het-
geen rvil zeggen dat ter ver_eemakkelij-
king vocalisatietekens in de tekst ivaren
geplaatst (normaal gesproken staan deze
er niet in). Een voorbeeld van een item:
'Welk antwoord is goed? Een spreeurv is
a. een boot b. een snoepje c. een vogel
d. een vis'. Een ander voorbeeld: er
rvordt een zin en vier tekeningen aanee-
boden. Het kind moet deze zin lezen en
aangeven welke van de vier tekeningen
brj de zin hoort. De scores op deze toet-
sen bestonden uit het aantal correct
beantrvoorde items.
Om deel te mogen nemen aan de toets-
afname begrijpend lezen moesten de
leerlingen tenminste 21 punten hebben
gehaald op de toets Technisch Lezen. En
alleen leerlingen die tenminste 10 items
van de eerste toets Begrijpend Lezen
goed hadden, mochten vervolgens ook
de tweede toets Begrijpend Lezen ma-
ken. Het niveau van alle drie de toetsen
was afgestemd op het einde van het eer-
ste leerjaar lagere school.
De resultaten
Om de resultaten op de toetsen beter te
kunnen interpreteren heeti Van de We-
tering het aantal jaren dat de leerlingen
onderwijs in Marokko hebben gevolgd
opgeteld bij het aantal jaren gevolgd
OETC in Nederland. Als de leerlingen
in de tussenliggende periode geen
Arabisch taalonderwijs hebben gehad,
heeft de onderzoekster die jaren daar om
obscure redenen weer vanaf getrokken.
Stimulans/4/mei 1992
& :l '..
!èi
-.s.
naar gelang het aantal jaren taalonder-
wijs Arabisch toeneemr. Voor het be-
grijpend lezen ontbreekt echter een
dereelijke trend. AIs bovendien over de
schooljaren heen de percentases binnen
de EDV-categorieën worden verreleken,
blijkt zelfs dat er voor de totale rroep
niet sprake is van voor-. maar van ach-
teruitgang in taalvaardigheidsniveau. In
1983 bijvoorbeeld haalde nog 71 procent
van de leerlingen met drie of meer jaar
enr'aring meer dan 21 punten op de toets
Technisch Lezen; in 1984 was het per-
centage van de groep met drie jaar erva-
ring al gedaald tot ,18 en in 1985 zelfs tot
26. Deze trend geldt voor op één na alle
EDV-categorieën. Met andere *oorden:
met het verstrijken van de tijd daalde het
toch al bijzonder lage niveau nog eens
dramatisch.
Verdere relativeringen
Hier moeten nog enkele relativeringen
aan worden toegevoegd. De lase aan-
tallen leerlingen die worden vermetd bij
de toets Begrijpend Lezen I wijzen er op
dat slechts een beperkt deel van de leer-
Iingen deze toets kon maken. De overige
leerlingen hadden te lage scores op de
toets Technisch Lezen gehaald en wer-
den iiberhaupt niet in staat geacht om de
opgaven te kunnen maken.
Omdat er uiteindelijk nog slechts weinig
leerlingen in de onderzoeksgroep over-
bleven die aan de toets Begrijpend Lezen
II mochten deelnemen, was het niet
mogelijk daarvoor een uitsplitsing te
maken per EDV-categorie. De resulta-
ten op deze toets zijn de volgende: in
1983 maakte 39 procent van de 33 ge-
toetste leerlingen meer dan 9 van de 13
items goed; in 1984 ging het om 33 pro-
cent van de 55 getoetste leerlingen en in
1985 om 48 procent van de 31 getoetste
leerlingen. Omdat daarbij alle EDV-ca-
tegorieën zijn samengevoegd en omdat
de leerlingen in 1984, respectievelijk 1985
1, respectievelijk 2 jaar meer onderwijs
Arabisch hadden gevolgd dan in 1983,
kan niet anders worden geconcludeerd
dat ook de resultaten op de toets Begrij-
pend Lezen II in de tijd zijn verslechterd
in plaats van verbeterd.
Overigens is het belangrijk te vermelden
dat de gegevens met betrekking tot het
begrijpend lezen feitelijk nog geflatteerd
zijn. Beide toetsen bestaan namelijk uit
vier-keuzen opgaven. Dit houdt in dat
zonder kennis van het Arabisch, louter
op basis van raden, een kwart van de
opgaven goed kan worden gemaakt. In-
dien een correctie voor dit raden zou
worden toegepast zouden de genoemde
percentages nog eens fors dalen. Hieraan
moet nog worden toegevoegd dat het
maken van de twee toetsen daarenboven
werd vergemakkelijkt doordat er vo-
calisatietekens in de tekst waren ge-
plaatst.
Als laatste kan worden opgemerkt dat in
het onderzoek alleen de Ieesvaardigheid
is getoetst. Wanneer de schrijfuaardig-
heid Arabisch zouzijn getoetsr, kan
worden verwacht dat de resultaten daar-
op nog weer eens flink lager zouden uit-
vallen. In het onderzoek van Driessen,
De Bot en Jungbluth (1989) bleek dat
liefst 42 procent van de Marokkaanse
leerlingen in groep 8 in het geheel niet
in staat was om ook maar iets in het
Arabisch op papier te zetter - dit on-
danks het feit dat velen van hen al jaren
Arabisch taalonderwijs hadden gevolgd.
Achteruitgang
Op basis van het bovenstaande kan wor-
den geconcludeerd dat het taalvaardig-
heidsniveau Arabisch bijzonder laag is.
Bovendien kan uit de onderzoeksresul-
taten worden afgeleid dat er voor de to-
tale groep eerder sprake is van achter-
uitgang in taalvaardigheidsniveau dan
van vooruitgang. Beide resultaten ko-
men overeen met die van Driessen
(1992). Uit zijn onderzoek bleek boven-
Stimulans/S/mei 1992
dien dat die achteruitgang al vrij snel na
aankomst in Nederland inzet.
0ozaken
Op dit moment volgen nagenoeg alle
N{arokkaanse kinderen in Nederland een
of andere OETC-variant. Uit onderzoek
rvordt niet duidelijk dat deze lessen
Arabisch effect hebben op het taalvaar-
digheidsniveau. lvlogelijk heeft dit te
maken met het feit dat het niveau bij
aanvang al dermate laag is dat er tijdens
deze lessen keihard aan moet rvorden
gerverkt om ook maar iets te bereiken.
Daarnaast kunnen natuurlijk nog tal van
andere oorzaken worden aangevoerd ter
verklaring van het lage niveau. Gedacht
kan worden aan het relatief geringe aan-
tal uren taalles, aan de slechte condities
waaronder het OETC moet functioneren
en aan het feit dat de Nlarokkaanse kin-
deren in Nederland steeds minder in
contact komen met hun'eigen'taal. Er
zijn echter aanwijzingen dat een erg be-
langrijke oorzaak voor het lage niveau is
gelegen in het feit dat het Standaard-
Arabisch (zo wordt het schriftelijk
Arabisch aangeduid) voor geen van de
Marokkanen de ei-gen taal is3 (vgl.
Driessen, 1991a). Daarnaast moet be-
dachr worden dat het schriftetijk taal-
niveau van kinderen in Marokko zelf niet
veel hoger ligt dan dat van Marokkaanse
kinderen in Nederland met vergelijkbare
ondenvijservaring (vgl. Driessen & De
Bot. 1991).
De toekomst_
Hoe het ook zij, duidelijk zal zijn dat de
toekomst van het Arabisch in Nederland
niet ers rooskleurig is, en dat geldt met
name voor het schriftelijk Arabisch. Er
kan van rvorden uiteegaan dat. rr'anneer
de gezinshereniging en daarmee de tus-
sentijdse instroom van kinderen die
rechtstreeks uit Marokko naar Neder-
land komen verder afneemt, dit niveau
nog §eer meer zal dalen. Van het
OETC - of varianten daarvan - kan niet
rvorden venvacht dat deze dit proces kan
stoppen of zelfs keren. Uit onderzoek is
gebleken dat dit taalverlies waarschijn-
lijk snel zal gaan (Bentahila & Davies,
19sS).
In het meest recente beleidsstuk met be-
trekking tot OET rvordt gesteld dat het
recht op OET niet ter discussie sraat. In
het licht van de onderzoeksresultaten is
het echter de vraag welke functie aan het
NÍarokkaanse OET moet worden toe-
gekend.
Een waarschuwing
Vanwaar de relativering waarmee dit
tikel inzet? lvlet het scheppen van on-
realistische venvachtingen is geen van t
bij het OETC betrokken groepen
-qe-
baat. Zeker de Marokkaanse ouders er
hun kinderen niet; zij zullen daardoor
niet rvaar te maken eisen gaan stellen a
de OETC-leerkrachten. Een en ander
leidt slechts tot frustraties. Uiteindelijk
kan dit alleen maar ne-qarief uirpakken
voor het OETC.
Noten
1. lv{et nadruk zij vermeld dat daarbij voorb
wordt gegaan aan andere bezrvaren die I
gens dit proefschrift naar voren kunnen
worden gebracht (vgl. Projektkrant, 1991
Driessen. 1991b).
2. Het in de kop van de tabel vermelde '>3'
heett uiteraard alleen betrekking op de
geqevens uit 1983; voor de gegevens uit
1984 en 1985. moet gelezen worden'3'.
Voor '>"1' geldt een overeenkomstige in
terpretatie.
3. Iets soortgelijks geldt ook voor de spree
taal. Voor een groot deel van de Marol
kanen - zeker in Nederland - is de Iineua
franca. het lVlarokkaans-.rabisch. niÀt ,i,
moedertaal. maar een van de vele Berber
variëteiten.
Literatuur
- Bentahila. A.. & E. Davies (1988). Con-
ver_qence and divergence: tu'o cases of lar
guaee shift in lv{orroco. Paper presented ar
the [nternational workshop on maintenanc
and loss of ethnic minority languages.
Noordwijkerhout. The Netherlands, Au-
gust 28-30. 1988.
- Driessen, G. (1991a). Landstaal ol moe-
dertaal? Het problematische karakter van
de 'eigen taal'binnen het lvíarokkaanse
OET(C). Migrantenstudies. (7) 2. pp. 2-11
- Driessen. G. (1991b). Recensie van: W. va
de Wetering. Onderwijs in Eigen Taal en
Cuituur aan Marokkaanse kinderen in Ne
derland. Het OETC als resultante van een
maatschappelijk krachtenspel. Nligranten.
studies, (7). a. pp. 55-57.
- Driessen, G. (1992). Ontwikkelineen in T1
en T2-vaardigheidsniveau van Turkse en
Marokkaanse leerlingen. Verschijnt in:
Toegepaste Taalwetenschap in Anikelen.
- Driessen, G., K. de Bor & P. Jungbluth
(1989). De effectiviteit van her Onderwijs
in Eigen Taal en Cultuur. Prestaties van
Marokkaanse, Spaanse en Turkse leerlin-
gen. Nijmegen: ITS.
- Driessen, G. & K. de Bot (1991). De eigen
taalvaardigheid van Marokkaanse leerlin-
gen. Een nadere relativering. Levende Ta
Ien. nr.459, pp. t24-127.
- Projektkrant (1991). Recensie van: Onder
wijs in eigen taal en cultuur aan lvÍarok-
kaanse kinderen in Nederland - het OETC
als resultante van een maatschappelijk
krachtenspel (Stella van de Wetering). Prr
jektkrant. julilaugustus 1991, p. 12.
- Wetering, W. van de (1990). Onderwijs in
Eigen Taal en Cultuur aan Marokkaanse
kinderen in Nederland. Het OETC ats re-
sultante van een maatschappelijk krach-
tenspel. Utrecht: Rijksuniversiteit.
::iï:,:a!ï4
1í;t':'
àai:?1,t -.r.r Ur..', ,,/ . .,:, "
Stimulans/6/mei '1992

More Related Content

Similar to Geert Driessen (1992) Stim Het niveau Aarabisch van Marokkaanse kinderen.pdf

Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw...
 Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw... Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw...
Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw...
Driessen Research
 
100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer
100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer
100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer
Marieke Boers
 

Similar to Geert Driessen (1992) Stim Het niveau Aarabisch van Marokkaanse kinderen.pdf (13)

Geert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdf
 
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfGeert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
 
Geert Driessen (1993) SW Toetsing Arabisch.pdf
Geert Driessen (1993) SW Toetsing Arabisch.pdfGeert Driessen (1993) SW Toetsing Arabisch.pdf
Geert Driessen (1993) SW Toetsing Arabisch.pdf
 
RoliekeKrikken
RoliekeKrikkenRoliekeKrikken
RoliekeKrikken
 
Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw...
 Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw... Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw...
Erik van Schooten, Ed Smeets & Geert Driessen (2007) Taaltoetsen voor taalzw...
 
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
 
100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer
100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer
100_07_Alem_Boers_De_bovenkamer
 
Sturing op examencijfers hsn27
Sturing op examencijfers hsn27Sturing op examencijfers hsn27
Sturing op examencijfers hsn27
 
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
 
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
 
Geert Driessen (1998) D&S Samenhangende werkwijze docenten nauwelijks van inv...
Geert Driessen (1998) D&S Samenhangende werkwijze docenten nauwelijks van inv...Geert Driessen (1998) D&S Samenhangende werkwijze docenten nauwelijks van inv...
Geert Driessen (1998) D&S Samenhangende werkwijze docenten nauwelijks van inv...
 
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
Geert Driessen (1999) Voor- en vroegschoolse programma's en onderwijsprestati...
 
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
 

More from Driessen Research

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Driessen Research
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Driessen Research
 

More from Driessen Research (20)

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
 

Geert Driessen (1992) Stim Het niveau Aarabisch van Marokkaanse kinderen.pdf

  • 1. 'j t ,f, .l GEERT DRTESSEN (rTS) Zij noemt de som het effectief didactisch verleden (EDV). Hierdoor kunnen ca- tegorieën van leerlingen rvorden onder- scheiden met een oplopend aantal jaren Arabisch taalonderwijs. Om nu na te gaan rvelk effect het volgen van dit on- denvijs heeft op de technische en begrij- pende leesvaardigheid is per EDV-ca- tegorie het percentage leerlingen bere- kend dat boven een - door de onder- zoekster - bepaalde norm zit. In het bovenste deel van Tabel 1 staan de re- sultaten op de toets Technisch Lezen en in het onderste deel die op de toets Be- grijpend Lezen I. De tabel laat zien dat het niveau tech- nisch lezen zeer laag is. In 1983 bijvoor- beeld haalde slechts 32 procent van de leerlingen die twee jaar taalondenvijs Arabisch hadden gevolgd meer dan 21 punten. Hoewel het overeenkomstige percentage leerlingen voor de gÍoep met drie of meer jaar onderwijservaring ruim het dubbele was. dient bedacht te worder dat dat nog niet veel voorstelt. Concreet betekent dit namelijk dat minder dan drir kwart van de leerlingen met drie of meer jaar Arabisch taalonderwijs in staat was om binnen één minuut tenminste 21 van de 63 woordjes te lezen. Binnen de drie afzonderlijke schooljaren is met betrekking tot het technisch lezen een vooruitgaande trend waarneembaar .r. Tabel I - Percentages leerlingen met meer dan2l items goed op de toets meer dan l0 items gqed op de toets Begijpend Lezen I in 1983, 1984 en Didacrisch Verleden- Technisch Lezen, resp 1985, naar Effectief Jaar Effectief Didactisch Verleden 0i2>3 >5 >4 aantal leerlingen 1983 t984 1985 '7L 48 26 29t 274 153 61532 1i aa -IJLL aa LL ,: IL 58 76 i0 $84 55 r'l 87 t: 1983 1984 1985 88 58 67 100 ó/ 118 113 Een waarschuwing voor misplaatst optimisme HET NIVEAU ARABISCH VAN MAROKTGANSE KI NDEREN Onderzoeksgegevens kunnen op yer- schillende manieren gepresenteerd, en vooral geihterpreteerd worden. Zo concludeert Stella van de We- tering in haar proefschrift (eind 1990) 'Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur' dat uit het door haar uitgevoerde on- deruoek blijkt dat OETC wel degeldk effecten heeft voor de Arabische taal- verwerving. Geert Driessen presen- teert dezelfde onderzoeksgegevens in dit artikel in een gewijzigde vorm en met een aangepaste interpretatie. Hij komt tot andere conclusies en vaar- schuwt voor het scheppen van te hoog gespannen verwachtingen. (red.) Het ondezoek Eerst iets over het onderzoek. Het doel en'an was na te gaan §elke effecten het volgen van OETC heeft op de ontwikke- ling van de Arabische taal bij lvlarok- kaanse kinderen. Van de Wetering voerde daartoe een onderzoek uit bij circa .150 NÍarokkaanse leerlingen woon- achtig in Rotterdam en Utrecht. De kinderen varieerden in leeftijd van 6 tot lJ jaar en zalen in alle leerjaren (1 - 6) van het lager ondenvijs. Bij hen zijn op drie momenten taaltoetsen Arabisch af- senomen, namelijk in i983, 198,1 en 1985. De toetsen De taalvaardigheid is vastgesteld met drie toetsen. Op de eerste plaats een toets voor het technisch lezen die was afgeleid van de Eén-minuuttest van Brus en Voeten. Deze bestond uit 63 losse woorden, opklimmend in moeilijkheids- graad, die door de kinderen moesten worden opgelezen. Het rvoordmateriaal rvas ontleend aan methoden voor het le- ren lezen in het Arabisch die bij het OETC worden gebruikt. De score op deze toets bestond uit het aantal foutloos in één minuut gelezen rvoorden. Behalve het technisch lezen werd ook het begrijpend lezen getoetst. Dit gebeurde met twee multiple-choice toetsen met 14, respectievelijk 13 items. Deze toetsen waren afgeleid van de CITO-toets Lees en Begrijp I. De items waren gesteld in gevocaliseerd Standaard-Arabisch. het- geen rvil zeggen dat ter ver_eemakkelij- king vocalisatietekens in de tekst ivaren geplaatst (normaal gesproken staan deze er niet in). Een voorbeeld van een item: 'Welk antwoord is goed? Een spreeurv is a. een boot b. een snoepje c. een vogel d. een vis'. Een ander voorbeeld: er rvordt een zin en vier tekeningen aanee- boden. Het kind moet deze zin lezen en aangeven welke van de vier tekeningen brj de zin hoort. De scores op deze toet- sen bestonden uit het aantal correct beantrvoorde items. Om deel te mogen nemen aan de toets- afname begrijpend lezen moesten de leerlingen tenminste 21 punten hebben gehaald op de toets Technisch Lezen. En alleen leerlingen die tenminste 10 items van de eerste toets Begrijpend Lezen goed hadden, mochten vervolgens ook de tweede toets Begrijpend Lezen ma- ken. Het niveau van alle drie de toetsen was afgestemd op het einde van het eer- ste leerjaar lagere school. De resultaten Om de resultaten op de toetsen beter te kunnen interpreteren heeti Van de We- tering het aantal jaren dat de leerlingen onderwijs in Marokko hebben gevolgd opgeteld bij het aantal jaren gevolgd OETC in Nederland. Als de leerlingen in de tussenliggende periode geen Arabisch taalonderwijs hebben gehad, heeft de onderzoekster die jaren daar om obscure redenen weer vanaf getrokken. Stimulans/4/mei 1992
  • 2. & :l '.. !èi -.s. naar gelang het aantal jaren taalonder- wijs Arabisch toeneemr. Voor het be- grijpend lezen ontbreekt echter een dereelijke trend. AIs bovendien over de schooljaren heen de percentases binnen de EDV-categorieën worden verreleken, blijkt zelfs dat er voor de totale rroep niet sprake is van voor-. maar van ach- teruitgang in taalvaardigheidsniveau. In 1983 bijvoorbeeld haalde nog 71 procent van de leerlingen met drie of meer jaar enr'aring meer dan 21 punten op de toets Technisch Lezen; in 1984 was het per- centage van de groep met drie jaar erva- ring al gedaald tot ,18 en in 1985 zelfs tot 26. Deze trend geldt voor op één na alle EDV-categorieën. Met andere *oorden: met het verstrijken van de tijd daalde het toch al bijzonder lage niveau nog eens dramatisch. Verdere relativeringen Hier moeten nog enkele relativeringen aan worden toegevoegd. De lase aan- tallen leerlingen die worden vermetd bij de toets Begrijpend Lezen I wijzen er op dat slechts een beperkt deel van de leer- Iingen deze toets kon maken. De overige leerlingen hadden te lage scores op de toets Technisch Lezen gehaald en wer- den iiberhaupt niet in staat geacht om de opgaven te kunnen maken. Omdat er uiteindelijk nog slechts weinig leerlingen in de onderzoeksgroep over- bleven die aan de toets Begrijpend Lezen II mochten deelnemen, was het niet mogelijk daarvoor een uitsplitsing te maken per EDV-categorie. De resulta- ten op deze toets zijn de volgende: in 1983 maakte 39 procent van de 33 ge- toetste leerlingen meer dan 9 van de 13 items goed; in 1984 ging het om 33 pro- cent van de 55 getoetste leerlingen en in 1985 om 48 procent van de 31 getoetste leerlingen. Omdat daarbij alle EDV-ca- tegorieën zijn samengevoegd en omdat de leerlingen in 1984, respectievelijk 1985 1, respectievelijk 2 jaar meer onderwijs Arabisch hadden gevolgd dan in 1983, kan niet anders worden geconcludeerd dat ook de resultaten op de toets Begrij- pend Lezen II in de tijd zijn verslechterd in plaats van verbeterd. Overigens is het belangrijk te vermelden dat de gegevens met betrekking tot het begrijpend lezen feitelijk nog geflatteerd zijn. Beide toetsen bestaan namelijk uit vier-keuzen opgaven. Dit houdt in dat zonder kennis van het Arabisch, louter op basis van raden, een kwart van de opgaven goed kan worden gemaakt. In- dien een correctie voor dit raden zou worden toegepast zouden de genoemde percentages nog eens fors dalen. Hieraan moet nog worden toegevoegd dat het maken van de twee toetsen daarenboven werd vergemakkelijkt doordat er vo- calisatietekens in de tekst waren ge- plaatst. Als laatste kan worden opgemerkt dat in het onderzoek alleen de Ieesvaardigheid is getoetst. Wanneer de schrijfuaardig- heid Arabisch zouzijn getoetsr, kan worden verwacht dat de resultaten daar- op nog weer eens flink lager zouden uit- vallen. In het onderzoek van Driessen, De Bot en Jungbluth (1989) bleek dat liefst 42 procent van de Marokkaanse leerlingen in groep 8 in het geheel niet in staat was om ook maar iets in het Arabisch op papier te zetter - dit on- danks het feit dat velen van hen al jaren Arabisch taalonderwijs hadden gevolgd. Achteruitgang Op basis van het bovenstaande kan wor- den geconcludeerd dat het taalvaardig- heidsniveau Arabisch bijzonder laag is. Bovendien kan uit de onderzoeksresul- taten worden afgeleid dat er voor de to- tale groep eerder sprake is van achter- uitgang in taalvaardigheidsniveau dan van vooruitgang. Beide resultaten ko- men overeen met die van Driessen (1992). Uit zijn onderzoek bleek boven- Stimulans/S/mei 1992
  • 3. dien dat die achteruitgang al vrij snel na aankomst in Nederland inzet. 0ozaken Op dit moment volgen nagenoeg alle N{arokkaanse kinderen in Nederland een of andere OETC-variant. Uit onderzoek rvordt niet duidelijk dat deze lessen Arabisch effect hebben op het taalvaar- digheidsniveau. lvlogelijk heeft dit te maken met het feit dat het niveau bij aanvang al dermate laag is dat er tijdens deze lessen keihard aan moet rvorden gerverkt om ook maar iets te bereiken. Daarnaast kunnen natuurlijk nog tal van andere oorzaken worden aangevoerd ter verklaring van het lage niveau. Gedacht kan worden aan het relatief geringe aan- tal uren taalles, aan de slechte condities waaronder het OETC moet functioneren en aan het feit dat de Nlarokkaanse kin- deren in Nederland steeds minder in contact komen met hun'eigen'taal. Er zijn echter aanwijzingen dat een erg be- langrijke oorzaak voor het lage niveau is gelegen in het feit dat het Standaard- Arabisch (zo wordt het schriftelijk Arabisch aangeduid) voor geen van de Marokkanen de ei-gen taal is3 (vgl. Driessen, 1991a). Daarnaast moet be- dachr worden dat het schriftetijk taal- niveau van kinderen in Marokko zelf niet veel hoger ligt dan dat van Marokkaanse kinderen in Nederland met vergelijkbare ondenvijservaring (vgl. Driessen & De Bot. 1991). De toekomst_ Hoe het ook zij, duidelijk zal zijn dat de toekomst van het Arabisch in Nederland niet ers rooskleurig is, en dat geldt met name voor het schriftelijk Arabisch. Er kan van rvorden uiteegaan dat. rr'anneer de gezinshereniging en daarmee de tus- sentijdse instroom van kinderen die rechtstreeks uit Marokko naar Neder- land komen verder afneemt, dit niveau nog §eer meer zal dalen. Van het OETC - of varianten daarvan - kan niet rvorden venvacht dat deze dit proces kan stoppen of zelfs keren. Uit onderzoek is gebleken dat dit taalverlies waarschijn- lijk snel zal gaan (Bentahila & Davies, 19sS). In het meest recente beleidsstuk met be- trekking tot OET rvordt gesteld dat het recht op OET niet ter discussie sraat. In het licht van de onderzoeksresultaten is het echter de vraag welke functie aan het NÍarokkaanse OET moet worden toe- gekend. Een waarschuwing Vanwaar de relativering waarmee dit tikel inzet? lvlet het scheppen van on- realistische venvachtingen is geen van t bij het OETC betrokken groepen -qe- baat. Zeker de Marokkaanse ouders er hun kinderen niet; zij zullen daardoor niet rvaar te maken eisen gaan stellen a de OETC-leerkrachten. Een en ander leidt slechts tot frustraties. Uiteindelijk kan dit alleen maar ne-qarief uirpakken voor het OETC. Noten 1. lv{et nadruk zij vermeld dat daarbij voorb wordt gegaan aan andere bezrvaren die I gens dit proefschrift naar voren kunnen worden gebracht (vgl. Projektkrant, 1991 Driessen. 1991b). 2. Het in de kop van de tabel vermelde '>3' heett uiteraard alleen betrekking op de geqevens uit 1983; voor de gegevens uit 1984 en 1985. moet gelezen worden'3'. Voor '>"1' geldt een overeenkomstige in terpretatie. 3. Iets soortgelijks geldt ook voor de spree taal. Voor een groot deel van de Marol kanen - zeker in Nederland - is de Iineua franca. het lVlarokkaans-.rabisch. niÀt ,i, moedertaal. maar een van de vele Berber variëteiten. Literatuur - Bentahila. A.. & E. Davies (1988). Con- ver_qence and divergence: tu'o cases of lar guaee shift in lv{orroco. Paper presented ar the [nternational workshop on maintenanc and loss of ethnic minority languages. Noordwijkerhout. The Netherlands, Au- gust 28-30. 1988. - Driessen, G. (1991a). Landstaal ol moe- dertaal? Het problematische karakter van de 'eigen taal'binnen het lvíarokkaanse OET(C). Migrantenstudies. (7) 2. pp. 2-11 - Driessen. G. (1991b). Recensie van: W. va de Wetering. Onderwijs in Eigen Taal en Cuituur aan Marokkaanse kinderen in Ne derland. Het OETC als resultante van een maatschappelijk krachtenspel. Nligranten. studies, (7). a. pp. 55-57. - Driessen, G. (1992). Ontwikkelineen in T1 en T2-vaardigheidsniveau van Turkse en Marokkaanse leerlingen. Verschijnt in: Toegepaste Taalwetenschap in Anikelen. - Driessen, G., K. de Bor & P. Jungbluth (1989). De effectiviteit van her Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur. Prestaties van Marokkaanse, Spaanse en Turkse leerlin- gen. Nijmegen: ITS. - Driessen, G. & K. de Bot (1991). De eigen taalvaardigheid van Marokkaanse leerlin- gen. Een nadere relativering. Levende Ta Ien. nr.459, pp. t24-127. - Projektkrant (1991). Recensie van: Onder wijs in eigen taal en cultuur aan lvÍarok- kaanse kinderen in Nederland - het OETC als resultante van een maatschappelijk krachtenspel (Stella van de Wetering). Prr jektkrant. julilaugustus 1991, p. 12. - Wetering, W. van de (1990). Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur aan Marokkaanse kinderen in Nederland. Het OETC ats re- sultante van een maatschappelijk krach- tenspel. Utrecht: Rijksuniversiteit. ::iï:,:a!ï4 1í;t':' àai:?1,t -.r.r Ur..', ,,/ . .,:, " Stimulans/6/mei '1992