SlideShare a Scribd company logo
1 of 9
Download to read offline
,/f
349Pcd. T. 15 (1990) nr 6, 9'9'35'l
Sociaal milieu en etnische G, DRÍESSEN
KU. Nijmegcn, lnstituut ,roor Tocgepaste Sociale
Wetenschappen (ffS)' Afdeting Ondcrvrijskanscn'
Postbus 9048, 6500 KI Nijmegenherkomst als verklaring
voor verschillen in
onderwijspositie
Samenvatting
Welke rot speelt het sociaal milieu en de
ehisch herkomst in de verklaring van ver'
schillen in onderwijspositie (uitgedrulÉ in
toetsprestaties en doorstroomniveau) Yan
autochtone en allochtone leerlingen? Deze
vraagstelling staat centraal in dit artikel. Uit
de literatuur komen aanwijzingen naar voren
dat het sociaal milieu belangrijker is dnn de
etnische berkomst, maar dat het toebehoren
tot een allochtone groep het negatieve efrect
van het afkomstig zijn uit een laag sociaal
milieu mogelijkerwijs versterkt. De onder'
zoeken l.vaarop deze conclusie is gebaseerd,
kennen echter enkele beperkingen Yoor wat
betreft steekproeven en aspect€n van onder-
wijspositie. Om die reden z[jn analyses
uitgevoerd op een datab€stand dat is verkre'
gen via een landeliJk survey en rvaarin naast
gegevens over prestaties Nederlandse taal en
rekenen ook gegevens over de doorstroming
naar het voortgezet onderwijs zijn olgenomeu.
De resultatcn van deze analyses - waarbij
verschillende technieken zijn gehanteerd -
wijzen er op dat de rol die de ehische
herkomst speelt bij verïchillen in onder'
wijspositie in verhouding tot die van het
sociaal milieu niet relevant is. Dit neemt niet
weg dat er enkele relativerende opmerkingen
bij deze bevinding kunnen worden geplaatsL
1 Achtergrond en probleemstelling
De positie vao allochtone leerlingen in het
onderwijs - hier opgevat in termen vÍrn pres-
taties bij cogpitieve vakken en doorstroomniveau
voortgezet onderwijs - wijkt aanmerkelijk af van
die van autochtone lsellingerl Hierover bestaat
in het algemeen weinig sssnighsid' waarover
mindsl overeerste.tt-i.tg heerst, is het relatieve
sewicht van de factoren die verantwoordelijk
áoeten worden geacht voor deze verschillen-
De discussie die sedert enkele jaren hierover
wordt gevoerd" spitst zich vooral toe op de
factoren sociaal milieu
"a
str ische herkomst.
Recentelijk wint de oveffuiging veld dat het
sociaal -ilisu de doorslaggevende rol speelt als
verklarende factor.
De Jong (1987) bijvoorbeeld relateert in ziin
dissertatiè-onderzoek, dat is uitgevoerd in de
stad Rotterdan, de IQ-scores van de leerlingen
op het momeÊt dat zij zich in het laatste jaar
van het besisonderwijs bevinden aan beide
achtergroadke"merken. Zjn conclusie luidt dat
het veiband tussen IQ en sociaal-economische
status wat steÍker is dan het verband met
etnische herkomst. Hij brengt beide factoren
ook in verband met het doorstroomadvies dat
de leerli"gen ontva.ngen en met het civeau dat
zij in het tweede jaar van het voortgezet older-
wijs hebben beréikt. Dan blijkt dat er slechts
een apakke sr*enhang bestaat tussen advies of
bereikt niveau sa stnisgfig herkoms! terwijl de
samenhang met sociaal rnilieu aanzienlijk
sterker is. De eindconclusie van het osderzoek
is dan ook'-.dat de achterstand van allochtone
leerlingen ir sterkere mate een gevolg it ,u-
factoren die met de lage sociale status van hun
ouders samenhangen, dan met factoren die
semenhangen met hun culturele achtergrond.'
(De Jong; 1987, p. 207). Toch benadrukt De
jong dat dit niet wegleemt dat de allochtone
her[omst een e)cÍa handicap oplevert bij het
350
G. Dric.sen
doorlopen van het Nederlandse onderwiis.
Kerkloff.(1988) hanteert in het door háar op
enkele basisscholen in Tilburg en Breda uit_
gevoerde onderzoek verschillende effectmateq
die een indicatie geven varr de onderwiisposilie.
De radruk ligt daarbij op de taalpreráti"s uuo
de leerliageJ. Zrj komt tot vergétjkbare con-
ciusies als De Jong. Volgens háar ,...kan niet
geconcludeerd worden dat de variabele ,taal_
achtergrond' bepalend is voor de onderwiiskan-
sen van kjnderen uit etnische mindsl[sidsg.ss_
pen. De gesipaleerde discrepa-nties tussjn de
verschillende groepen leerlingen lijken eerder
samen te hangen met verschillen in het sociaal
milisu lvnaÍuit de leerlingen afl<omstis zjin'
(Kerkhoff, 1988, p. 190). M;- ;";Lï;
Jong - wijst deze onderzoekrer er op dat de
taalachtergrond van de leerlirg het eiïect van
het herkomslmilisu mogelijk vársterkt.
Tesser e.a. (1989a) gaan Let meest ver in hun
conclusies betreffende de reladeve invloed. van
etnische herkomst en sociaal mitisu. Zii maken
voor hun analyses gebruik vaa het data-bestand
van de laadelijke evaluade van het onder-
wijsvoorrangsbeleid. Het gaat daarbii om
leerliagen ia he t iaatste jaar van het basisotder-
wijs. in een padanalytisch verklariagsmodel saan
zij na wat de relaties zijn tussen he-t advies ïoor
voortgezet onderwijs (als te verklaren variabele)
en herkomstiand vader, opleirting vader en
beroep vader. Het bLijkt dat àe opleíd"ine van de
vader de centrale variabele is in het .ád"l
"odat etnische herkomst en beroep vader seen
zelfstaudige roi van betekenis' spelen. De
onderzoekers concluderen da-n ook dat het or
naar uitziet'...dat de onderwiisachterstandcn
van allochtone leerliagen aiets té ma-ken hebben
met specfieke culturele ke.'merken van de
verschilleade etnische groepen maar volledig
k 'nnen worden toegeschreven aan het lagere
opleidingsaiveau van de ouders va:r deze teeiti.n_
gen.' (Tesser e.a., 1989a, p, 9). In een latere
publikatie_(Tesser e.a., fdSgb) reiariveren ze
deze conclusie echter enigszias door de ver_
wachti,ng uit te spreken dai, wanneer in plaats
van het advies voortgezet onderwijs de tà_ en
rekenpresraties ais afhankeliike variabelen
worden genomen, er wijwel 2eker oog wel
directe effecten van herkómstlaad zullen' zijn,
oo]< bij controle voor opleiding vader.
De resuitaten ván de hiervoor besproken
onderzoekea samenvattend kan wordeo i""oo_
cludeerd dat bij de verkJaring yil1 ys15ghÍlss ir
aspectea van de onderwijspositie het sociale
Tilieu.ee.n belaagrijkere rol lijkt te spelen dan
qg glntsghe herkomst, maar dat het tOebehOren
tot een allochtone groep het negalieve effect
van het-alkomstig ziju uit een laag sociaai rnilieu
mogelijkerwijs versterkt. De onderzoeken
waaÍop deze conclusie is gebaseerd, kennen
echter
"*?1".
beperkingen.llet gaat namelijk
om zeer lokale steekproeven (DJ Jone: Keri(_
noi|, 9f mogelijk belangrijÈe afha"nkelijke
vanabelen zoals toetsprestaties taal en rekenen
ontbreken (Tesser e.a.). Om een beter zicht te
Kr{gen op de relatieve invloed vaa sociaal
milisu ea etnissfus herkomst is het noodza]elijk
te beschikken over een landelijke steekproefvan
scholen en over zowel toetsprestatiei Neder_
iandse taal en rekenen als ovei gegevens betref_
fende het doorstroomniu"uo uo-oiÍg"zet onder_
wijs. Aan deze voorwaarden is uoiáu* bii het
databestard dat beschikbaar is gekom.o uiu d"
effecrerke.nning onderwijs Èigen Taal en
Cultuur (zie Driessen e.a., f9g9l Met behulo
van dit bestand zat de waag naar de relatievL
invloed vaa sociaal milieu eielnische herkomst
nader worden onderzocht.
2 Data en variabelen
De data die worden gebruikt om een anfwoord
te zoekenop de waagstelling zijn oorsprontelijk
verzameld i-n het kader van de effecnerkenning
p^n{erwijs ir Eieel Taat ea Cultuur (OETC)
(Driessen e.a., 1989). In dat onderzoek stonden
de OETC- en reguliere-onderwiisprestaties van
lv{3rskk3anse, Spaanse en Turkse leerliagen
centraal. Teneinde daar zicht op te krijgen" ájn
de basisscholen benaderd waaroD uoËeos á"
adminiqtraties van het Nederlandse mlnisterie
van Onderwïs & Vy'etenschappen en van circa
25 grote Nederlandse gemèènren leerlinsen
zaten die ia aanmerking kwamsa voor iet
volgen va:r OETC. Het merendeel van aan_
geschreven scholen reageerde positief. De
vooruaamste reden waarom werd afgezien van
medewerking was tijdgebrek. Omïille van
Dudgettalre redenen konden niet aile oositief
reagerende scholen daadwerkeliik deeiaemen
aan het onderzoek. Er moest een seiectie
worden gemaakt van scholen met tenminste éér
Spaanse of tenminste 2 Turkse of Marokkaanse
leeriingen in het hoogste leerjaar van het
basisond_e^rwijs
.fiaargÀep
g). Uireindelijk
hebben 120 basisscholen verspreid over hell
Nederlard geparticipeerd. Van d.ie scholen
hebben de leerlingen" de leerkrachten van goeo
Sociaal milicu en ctnische hcrkomst als vcrklaring voor wrschillen in ondcrwijspmitic 351
8 en (voor zover van toepassing) de OETC-
leerkrachten via schriftelijke wagenlijsten
i-nformatie verstrekt over gezins-, leerling- en
klasken m erken. D aarnaast hebben de leerlinsen
enkele toetsen gemaakt. De gegevens d.ie ájn
verkregen, zija afkomstig van àlle leerli-ngen uit
de betreffende klassen, dus niet alleen van de
Malokkaanse, Spaense en Turkse leerli:rgen,
maar ook van bijvoorbeeld de Nederlandse,
Surinaamse en Molukse leerlingen. A1s gevolg
vatr de specifieke registratiesystematiek die door
het ministerie wordt gehanteerd en vanwege
het ontbreken van toegankelijke overzichtsstatis-
tieken van relevante variabelen voor deze
populatie valt moeilijk na te gaan in hoeverre
de deelnemende scholen representaLief zijn voor
de totale populatie van scholen met allochtone
leerlingen. Op basis van in een ander kader
uitgevoerde analyses (vgl. Driessen, 1990) kan
echter worden geconcludeerd dat er geen
aanwijzingen zijn dat de deelnemende scfolen
op relevante kenmerken af zouden wijken van
andere basisschoien in Nederla-od met alloch-
tone leeriingen.
De dataverzameling heeft op rwee momenten
plaatsgevonden. Rond de jaarwisseliag in het
schooljaar 1987/1988 hebben op ervari-ng gese-
lecteerde testleiders uit het lTS-iaterviewers-
corps gedurencie één ochtend de klas van de
groepsleerkrachten overgenomen. Tijdens die
ochtend hebben zij de toetsen en wagenlijsten
bij de l66llingen afgenomen. De groepsleer-
krachten konden ondertussen de voor hen
bestemde wagenlij sten invullen. De wagen I ij sten
voor de OETC-leerkrachten zijn via de school
verspreid en ua invulling rechtstreeks naar het
ITS geretourneerd. De fweede dataverzameling
vond plaats roud de herfsfvakantie in het
schooljaar 1988/89, dat wil ze#en in het jaar
nadat de lssllingen het basisonderwijs hadden
verlateo en waren doorgestroomd naar het
voortgezet ouderwijs. Bij de directies van de
betreffende basisscholeq is toen informatie
verzameld over het type voortgezet onderwijs
waarnaaÍ de leerlingen waren doorgestroomd.
Voor een uitgebreidere beschrijvhg van de
seiectie van de scholen en vzn de dataverzame-
ling wordt verwezen naar Driessen e.a. (1989)
en Driessen (1990).
De voor bovengenoemde waagstelling rele-
vante variabelen zijn op de volgende wijze
geoperationaliseerd.
De etnische herkomst van de leerlingen is
bepaald als het herkomstland van de vadá. ets
er geen vader (meer) was, is het herkomstland
van de moeder nengehouden. Voor de Molukse
leerlingen is het herkomstland van de groot-
ouder genomen.
l{et sociaal milieu is geoperalionaliseerd via
wagen aan de groepsleerkracht over het be-
roepsniveau van de vader en het opleidingsni-
veau van de vader en vaÍr de moeder. Het
beroepsniveau is vastgesteld via de lTS-beroe-
penklapper (Westerlaaï e.a., 975). Bij de
bepali"g van het opleidiagsniveau is de indeiing
van De Jong (1987) genomen. Deze indeling
differenlieert vooral sterk i.n de laagste oplei-
dingscategorieën, hetgeen een vereiste is va:r-
wege het grote aaadeel van allochtonea in de
onderzoekpopulatie. Tevens kan met deze
indeliag een niveau worden bepaald waarbij
zoveel mogelijk lskening wordt gehouden met
verschillen tussen onderwijssystemen in de
onderscheiden herkomstlanden. In de uitei-u-
delijke miliguyar-i2lele zijn de antwoorden van
de leeri<racht gecombiaeerd tot een score op
een schaal waarva! de alfa-betrouwbaarheid .90
bedraagt en waarop de waarden variëren van 0
tot 16.
Bij de bepaling van de prestaties voor Neder-
landse taal en rekenen is uitgegaan van de
CITO Entreetoets. Deze toets is in grote lijnen
vergelijkbaar met de CITO Eindtoets basison-
derwijs. Het niveau is afgestemd op leerli.gen
halverwege het zevende ofbegin achtste leerjaar
basisonderwijs (vgl. Moelands, l-988). Omdat er
aalwijzjngen waren dat voor een groot deei van
de groep a.Liochtone leerlingen de toets waar-
schijnlijk te moeilijk zou zijn, heeft binnen de
subtoetsen Nederlandse taal en rekenen een
selectie plaatsgevonden van items die relatief
gemakkelijk zijn. Verder is er in verband met
mogelijke test- of itembias jegens allochtonen
(vgl. Extra & Verhoeven, 1985; Kerkhoff &
Vallen" 1985; De Jong & Vallen" 1989) speciaal
op gelet dat bij de taaltoets items met rypisch
Nederlandse inhouden zoveel mogelijk zijn
vermeden. Bij de rekentoets ziju items waarbij
de Nederlandse taal in de instructie enlof ia de
opgave zelf. een bepalende rol speelt niet
opgenomen. De taaltoets telt 35 en de reken-
toets 25 items. De betrouwbaarheid van beide
toetsen bedraagt .87, respeclievelijk .86 (Cron-
bachs alfa). De scores op de toetsen zijn uitein-
delijk omgezet in het percentage goed beant-
woorde opgaven.
IJet doontroomniveau is bepaald als het rype
voortgezet onderwijs waarin de leerlingen zich
352 G. Dricscn
bevinden in het jaar nadat zij de basisschool
hebben verlaten (dus in het schooljaar 1988/-
1989). Aan de directies van de 120 basisscholen
is gewaagd aan te geven om welk gpe het gaat.
De anfwoordeu zijn in negen categorieën
ondergebracht: ibo, lbo, mavo, havo, nvo en de
h'ssenliggende dubbelcategorieën (bv. lbo/ma-
vo)t .
3 Etnische herkomst en sociaal milieu
In totaal zijn brj het onderzoeknS4leerlingen
betrokken. Hiervan zijn er 1582 var autochtóne
en TI2 va:r allochtone herkomst. Binnen de
groep allochtonen kunaen acht etnische cateso-
rieëq worden onderscheiden. De prootste friee
zijn de Turken en Marokkaneo Jet resoectie-
velijk 368 en254leerlingen. Daarnaast gàat het
om 41 Spaanse leerlingen, 13 leerliagen uit de
categorie overige Zuideuropeanen (o.á. portuge-
zen
.en Italianen), 4ó leerlingen uit de categorie
Suri-na-ers en Antillianen, 1,6 Molukse-, 15
Chiaese en
_19 overige allochtone leerlingen.
Tussen de etnische categorieën béstaan
senzisnliji(g verschillen met-betrekkine tot
sociaal milisu. Op de milisussfi.a], *uu*"* d"
scores ftrrnn6s variëren van 0 tot 16. halen de
Nederla-ndse leerliagen een gemiddelde van 9.6,
!".*jt de allochtone leerlingen eeu gemiddelde
hebben vaa 3.9. Het verschil fussen beide
groep-en is srerk significarr (E2 bedraagt .52 bij
p:.OOO). Nadere analyse van deze ràsultaten
brengt aaa bet licht dat de uitzonderliik lase
scores van de allochtonen voorai wordJn
bepaald door de scores van de Marokkanen en
Turken, die een gemiddelde halen van 2.4,
respectieveiijk 3.8. De lage scores finnsa cls2s
fwee groepen kunnen op hun beurt weer wor-
den herleid tot de zeer iage opleirtingsniveaus
van de mannen en vooral van de wouwen. Van
de totale groep allochtone wouwen heeft 73
procent geen of hooguit enkele jaren lager
9n{erwijs gevolgd en dat meestal nog in Éet
herkomstland en niet in Nederland. Gézien de
orga.,isatie en het niveau van het onderwiis in
de herkomstlanden moeten deze vrouïen
waarschijniij k als analfabeet worden beschouwd
(vgl. Gailly, 1982; Herma"s,L982;Van der Mee,
1989). Wat het beroepsuiveau van de alloch-
tonen betreft, gaat het bri net merendeel van de
vaders (66 procent) om ongeschoolde handar-
beiders; van de autochtone vaders behoorr
slerchts 9 procent tot deze beroepsgroep.
Teneinde een indruk te geven van de verde-
ling van de autochtone en allochtone leeriiasen
over de milisuniyssus, is de oorsprontefi]ke
variabele voor de totale onderzoeksgroep
gehercodeerd tot vijf categorieën, name[j[ r"".
laag, laag, midden, hoog en zeer hoog iociaal
milieu. Uitgangspunt daarbij vormde een
procenfuele verdeling v an l2-23-N-?3-L?. (v $.
Swanborn, 1982). De betreffende gegevens staan
in tabel 1,.
Tabel 1: Sociaal miiisu o4ar. etnische herkomst
(percentages)
zeer laag
Bag
mid- hrcg zeer N
den hxg
51.6 24.6 11.3 1582
7?.2 L.9 0.ó Tn
aulochtonen
allochtonen
9.1
51.6
De ia tabel L gepresenteeld6 ysldsling laat zien
dat de allochtonen ziin geconcentreerd ia de
laagste twee milieuóatágorieën, terwijl de
autochtonen vooral il de midCen- ea Looe-
milieucategorie zijn te vi-uden. Deze bevi-od.ingá
komeu overeen met die van De Jong (1987),
Kerkhoff (1988) en Tesser e.a. (1989b). Overi-
gens kan worden verwacht dat deze tvoische
verdeliag problemen oplevert als het gaai o- de
vergelijkbaarheid van autochtone en allochtone
leerlingen binnen de efireme milisrrniys6us.
Hierop wordt later in dit artikel terugekomen.
4 Toetsprestaties en doorstroomniveau
In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de
toetsprestaties Nederlandse taal en rekeuen -uitgedrukt ia het percentage goed beantwoorde
opgaven - en van het doorstrogmniygss y6q11-
gezet otrderwijs. Allereerst worden deze gege-
vens gepresenteerd naar etnische herkomst,
vervolgens naar sociaal milisu. Voor sociaal
milieu is de hierboven gegeven indeling in vijf
niveaus aangehouden.
Uit het bovenste deel van de tabel kan
worden afgeleid dat er forse verschillen bestaan
tusse!. autochtone en allochtone ieerlinsen.
ps2s yslsshillen treden vooral aa-u het Ucn[Urj
de taaiscores. Autochtone leerlineen maken 1?
procent van de opgaven .ee. goá dan alloch-
tone leerlingen; de factor ernische herkomst
verklaart 19 procent van de variantie in de
taalscores. Voor rekenen ziin de verschillen
r
Sociaal niticu en etÍlischc heÍkos$t als vcrklaring vooÍ vcÍschillen in ondcnrijspcitic 353
ii
il
ili
li
Tabet 2: Toetsprestaties (in perceutage goed
beanrwoorde opgaven) en doorstroomniveau
uaar etnische herkom.st etr naar sociaal milisu
(gemiddelden)
ft3anss en Turkse lgsllingen die de laagste
scores halen; Molukse leerliagen en leerlingen
uit de categorie overige Zuideuropeanen stro-
men gemiddeld genomen door naar hogere
niveaus van voortgezet onderwijs dan Neder-
landse leerlingen.
Het ondersie deel van de tabel laat zien dat
met het stijgen van het milisunivmu tevens de
scores vooilaal, rekenen en doorstroomniveau
toenemetr. Ook hier blijkt dat het hoogste
Dercentage variantie wordt verklaard van de
taabcorel; anderzijds komt naar voren dat aan
sociaal miiieu een aalzienlijk groter deel van de
variantie in de doorstroomscores kan worden
toeseschÍeven dan aan etnische herkomst'
OvJrigens is het relevant er op te wijzen dat de
verbaiden russen milisg en toets- en door-
stroomgegevens alle lineair zijn (E'?-f : .01). De
samenhangen tussen toets' en doorstroom-
gegevens Jn sociaal milieu zijn sterker dan die
met etnische herkomst.
In tabel 3 worden de taal- en rekenprestaties
en de doorstroomgegevens in verband gebracht
met het sociaal milieu en de etnische herkomst
van de leerlingen- Via deze analyse wo:dt
feitelijk getoetsiof er binnen elk van de milieu-
niveaus íelevaste verschillen bestaan in gemid-
deldea tussen de autochtone En allochtone
leerlincen- Als sriterium voor relevantie geldt in
deze sárdie een E2- of f-waarde van minimaal
.025, ofwel er dient door de betreffende factor
tenminste 25 procent van de variantie in de
criteriumvaÍiabele te worden verklaard.
Uit de tabel komt naar voren dat wat taal en
rekenen betreft, de autochtone leerlingen
binnen de afzonderlijke milieuniveaus in de
meeste gevallen wat hogere toetsscores
-halen
dan de allochtone leerlingen. Voor taal zijn de
verschillen iets groter dan voor rekenen. Toch
blijkt dat slech[s in één geval - namelijk de
taalprestaties binnen de categorie laag miliEu -
het verschil maar net groot genoeg is om van
relevantie te kunnen spreken. In alle andere
gevallen wordt het relevantiecriterium niet
bereikt.
Is het zo dat autochtonen in het algemeen
binnen de milieuniveaus wat hogere scores
halen dan ailochtonen" voor de doorstroom-
niveaus geldt in het merendeel van de gevallen
het omgekeerde. Hier blijkt dat allochtone
leerlingón uit dezelfde miligucalsgerie naar iets
hogeràniveaus van voortgezet onderwijs door-
shómen dan hun autochtone jaargenoten. Maar
hier moet aan worden toegevoegd dat het
auL all É
taal
rekenen
v.o.
86 69 .19
80 67 .m
5.2 4.1 .06
zeet laag aid- hoog zc"t É
laag dcn h@g
taal & T2 83 88 92 .Zs
rckenen 60 69 78 84 n .1ó
v.o. 35 4.1 4.7 5.1 6;l .2L
I
I
il
I
á
]l
rl
J:I
q
íl
it
:l
iJ
:J
ilfti
Ld
t3
beduideud kleiner en wordt er slechls 9 procent
in de variantie verklaard. Dit duidt er op dat
prestatieverschillen voor het gtootste deel
icunnen wordeu hsrleid tot verschillen in de
taalbeheersing, allochtone leerlingen hebben
vooral problemen met de Nederlandse taal-
Overigens is het niet zo dat alle allochtone
groepén even slechte prestaties leveren op de
rweJ toetsen. Molukse leerlingen bijvoorbeeld
presteren beter op de taaltoets dan Nederlandse
leerlingen, terwijl Chinese leerlingen hogere
scores halen op de rekentoets. ps lnagste scores
halen de |v{31skkannse en Turkse leerlingen;
hun percentages goed gemaakte oPgaven
bedragen voor taal 65 en 62 eD voor rekenen 68
en 6ó.
Wat doorstroming naar het voortgezet onder-
wijs betreft, staat de score 4 ongeveer gelijk aan
lbo/mavo.aiveau en de score 5 kar ats mavo-
niveau worden geimterpreteerd De verschillen
tussen autochtone en allochtone leerlingen
bedragen binnen de hier gehanteerde indeling
dus één niveau. Op zich lijkt dit misschien o'iet
zo veel, maar indien naar de procentuele
verdeiing van de leerlingen over de verschil-
lende onderwijsniveaus wordt gekeken, dan
blijkt dat van de autochtone lsfflingeo Zi
prócent naar de typen havo, havo/rruro of r"ro
doorstroomt, terwijl van de allochtone leerlingen
dat niet meer dan 8 procent doet. Daarentegen
gaat van de autochtoue leerlingen 36 procent
naar ibo, ibo/lbo, lbo of lbo/mavo en van de
allochtone leerlingen liefst 54 procont. Ook qua
doorstroming zijn het met oáme de Marok-
354
G. Driessen
Tabel
,3:
Toetsprestaties (in p.ercentage goec
sociaal *rii;uï;;,-rche herkoms, f*".rool,ïlitwoorde
opgaven) en doorstroomniveau naar
laag
laag mid- hoos
den hoog
e
t1' 78 u 8e % .11& 70 n 80 89, .0ó
.01 .u .02 .02 .00
g7 .08
91.' .oó
.00
y' 77 js 85
67 68 76 7s
.00 .00 .00 .01
2:3-' 3.9 4.7 s.7 6.8 .le3.6 1.2 4.g 5.8 6.2. .09
.02 .01 .00 .00 .00
taal
E2
rckenen
autochtonen
allochtonen
autochtonen
allochtonen
autochtonen
allochtonen
tr-
v.o,
tr-
. N <i0
relevantiecriterium voor geen van de vergelijkin-
geu wordt gehaa_ld.
Op basis vaa tabel 3 kan samenvattend
worden geconcludeerd dat e. _ *-;r*' ,_
zo_ndering na - binneo de afzonderlik. -lti"u_olveaus geen relevante verschillen bestaan
tussen autochtone en allsgh.re iee.m!e". Oitbetekeut dus dat autochtone leeriioeeoï
"envergelijkbaar sociaal_ecooo-ir"h "_ilr* oO
toeval na geen hogere of lagere á_;J-.;"r_prestatles leveren en evenmin naar hogere ofiagere niveaus van voortgezet ouderwijí áoor-
stromen dan allochtoné leerliragen. 'erlà"r,
geformuleerd: in de verklaring ;;-;;r;"hi[""in toetsprestaties en doorstroomniveau speeit de
e tnis che he r k o ms t in verge lij king to t-U"i'r-oïiu uf
miligu geen roi.
,
"
Lo:yl. d", hier. gehanteerde rabelaaalyseme-
ln9o! al3.trgkke lijk is vanwege het feit d,át zli zo
rnzrcnreÍ{t( rs, kenr zij echter een belanpríike
b"p:r,Fg. Immers, ati gevoig
"*
j.'ilïln"
verdeling van her social mili"eu ou". já"Ë"ia"
llmsche,caregorieën
_ hetgeen ,u ..-o_uaiï"o
Ëmprnsch gegeven vormt _ is.vergelijking tussen
autochtonen en allochtonen brnnen de extreme
milieuni.veaus n ier goed rIlog"ii1t. ó";;"h, i;;"alternatleve milieu_indelingen een oplossiag
ï:r dit probleem re viacien; de mogelijkheden
zr.;n evenwel wij beperkt. Verschi[e;de ioaeii.r-
gen met twee. drie en vier categorieën leveren
dezelfde resulraren op a, rri".UËu.o;;;;;.;;_
teerd, dat wil zeggen: binnen ;;r-;;á:;;jià"
milieuel.trrie zijn er geen of slechts zeer
geruge relevalte verschillen tussen de eemid_
delde scores van aurochtone
-en
urioZiioo"
leerlingen. De conclusi" aut a"-"toil"lJi".-
komsr nier van belaag is bij de
";;H*;;'"*verschillen in toetspiestadËs en Oo*rt Zo__
ruveau wordt daarmee dus bevestigd.
fa.ast eenweg variantie_a-nalvrï'rii, ook
enxele meerweg variantie_alalyses uitgevoerd
m^et
^de
toerspres.taties_ en doorstroo_!2i.""o,
als cntenumvariabeien en sociaal iliiéu
"oetnische herkomst ais facroreq. ffi"rUii-,i;,verschillende miiisuniessy-indeli"gen- ;b#teerd. Deze a:ralyses zijn uitgevo?Á Z_ ,"toetsen of er zich significante intéractie-effecren
::p:1:"". Dir blijkr det het geval re zijn, war
wu zeggeD dat her effect van etnische heikomsr
in alle categorieëa va:r sociaal milieu _ on
toeva.l na - hetzelfde is (hergeen o"..in"* oá[
d^ r."! enige zekerheid uit rïuii j toi'ii'.à"oafgeleid). Eerder ia dit artíll-f;;"d"';p_gemerkt dat de samenÀangen tussen-sociaaj
milieu en de criterirrmvil.ii'ggi." li""ui, ,iio;varwege het feit dat de etuische he.koÁr e"o
dichotome variabele betreft, -ug a"r" nl". uf,
metrisch worden beschouwd. frrt á.r.-i.rr_
merken van de data als uitg*grlu"1 ;i;nafsluitend enkele exploratreve regressie_analvses
urtgevoerd, via welke de relati&e invlcle d'vern
etnische herkomst en sociaal mi_lieu wordt
vastgesteid. Tabel 4 biedt een beknopt overzichr
van de resultaten.
Sociaal milieu en etnische herkomst als vcrklaring voor vcrschillcn in ondcrwijspositic 355
Tabel 4: Toetsprestaties en doorsEoomniveau ia relatie tot sociaal milieu en Êlnische herkomst.
Resultaten van regressie-analyse: gestandaardiseerde regressie-coëfficiënten (beta's) eu verklaarde
variantie (R2)
ÉReR2
taat
beta
rekenen
beta beta
)1
.01
.22
.58
11
.1ó
-:.10
40
04'
t<
.01
.37
.l'7
sociaaI milieu
etnische herkomst
' niet sigrificant
De gegevens in tabel 4 vormen in alle opzichten
een bevestiging van de resultaten van de een-
weg variantie-analyses. Duidelijk wordt dat het
sociaal milisu de dominant verkiarende factor
is. Dit blijkt niet aileen uit de beta's, waannee
de werking van de ene factor onder constant-
houding van de andere wordt uitgedrukt, maar
ook uit de muitiple correlaties. De beta's voor
etnische herkomst komen voor taai eu doorstro-
ming voortgezet. onderwijs maar net boven het
relevantiecriterium van .15 uit; voor rekenen is
de beta niet signifrcant. Overigens is het inte-
ressanf op te merken dat ook hier het negatieve
effed van etnische herkomst op doorstroom-
niveau terugkeert. Dit betekent binnen deze
analyses dat, indien een correctie plaatsvindt
voor sociaal milisu, allochtone leerlingen naar
hogere vormen van voortgezet onderwijs door-
stromeu dan autochtone leerli.ngen. Op dit
fenomeen, ook wel aangeduid als 'overadvise-
ring' of 'positieve discriminatie', wordt elders
nader ingegaan (vgl. Driessen, 1990). Uit de
muitiple correlaties blijkt dat sociaal milieu 25,
respectievelijk 16 en 21 procent van de varian-
tie verklaart in de toetsprestaties en door-
stroomgegevens. Wanneer voor sociaal milieu
wordt gecorrigeerd, verklaart etnische 6".ft emst
bij alle drie de criteriumvariabeleq vervoigens
slechts nog één procent of minder van de
variantie.
5 Discussie
De resultaten van fwee verschillende analyseme-
thoden wijzen er op dat de invloed van etnische
herkomst in verhouding tot die van sociaal
milieu niet reievant is. Anders gesteld: de
toetsscores Nederlandse taal en rekenen en de
doorstroomniveaus voortgezet onderwijs van
allochtone leerlingen wijken niet af van die van
autochtone leerlingen met eeq vergelijkbare
sociaal-economische achtergrond. Dit houdt in
dat de conclusies die De Joug (1987) en Kerk-
hoff (1983) trokkeu op basis van lokale onder-
zoekspopulaties ook gelden voor sen landelijke
populatie van scholen met allochtone leerlingen'
Tevens betekent dit een bevestiging van de
resuitaten van Tesser e.a. (1989a); voor hun
uitspraak dat er met betrekking tot de taal- en
rekenprestaties (dit in tegenstelling tot het
doorstroomadvies) wèl directe effecten van
herkomstland verwacht kutttten worden, is
evenwei geen empirisch evidentie gevonden.
Het is zinvol bij deze resultaten enkele
relativerende opmerkingen te plaatsen. Op de
eerste plaats betekeneu de bevindingen niet dat
allochtone leerlingen als groep het even goed
zouden doea als autochtone lsgllingen. Juist het
feit dat allochtonen zijn geconceutreerd il de
laagste milisuniv6aus houdt in dat zij ook de
laagste toetspresta[ies halen en naar de laagste
vonnen vatr voortgezet ooderwijs doorstromen.
Op de fweede plaats heeft de operationalisatie
van sociaal milisu plsal5gevonden met behuip
vao indicatoren (beroep en opleiding) die
mogelijk rypisch Westers genoemd kunnen wor-
den en is het sociaal-miiieuniveau aÍgemeten
aan Nederiandse maatstaven. Het is de waag of
dit soort aspecten in landeu ais Turkije eu
Marokko dezelfde betekenis heeft als in Neder-
land. Daar kan nog aan worden toegevoegd dat
het milieuaiveau waarschijnlijk relatief is: een
allochtoon kaa in het herkomstland een hoge
status hebben, terwijl diezeifde status in Neder-
land zeer laag wordt gewaardeerd. Op de derde
piaats wil de dominante verkiaringskracht van
de factor sociaal miligu niet zeggen dat er
daarnaast niet nog etnisch-culturele factoren
een rol spelen die alleen voor de groep alloch-
tone leerlingen van belang zijn. Mogelijk be-
356
G. Driessen
Summary
The central
_question of this article concerns
[ne netauve importance of ethnical and socio-
econom i c background in explaiaing d.ifferences
rn pnnaÍ7 school testscores and attained se-
gogdary education level. Researcl titcrnture
indicates that socio-ecoaonic background is
probably the more important factËr oi tte
two. Howeyer, the research projects oo ,hi.lthis conclusion is based sËow ,o-"-ti.it -
fions with rtgard to sample characteÀtics
and criteriumvariables. Èo" that *rooanalyses werc carried out on data that wer.e
gathered in a national survey. fn"
"Jt".iu_variables consisted of scores on Dutch-ian-
guage and arithmetic tests that the pupils did
in_the last year of primary
"au"atià"-Àna
or
alratned
-
s-econdary educatiou level. The
nesults of different kinds of ana.lyses coufirm
earlier findings, i.e. the rclevance of
"Ànicafoacxground relative to socio_economic back.
ground in explaining differcnces in educa-
uonar position is nil. Another way of putting
this is that migrant chitderen gát ÀJË_utestresults and attain the saáe levets of
secondary education as Dutch children with
the same socio-economic backgrl;;A:-
'
Noten
,.1 ! het schoolloopbanenonderzoek wordr er yan
ulrgegaan dat de rypen voongezet onderwijs kunnenworden onde rscheide n n"ur ro"ïtij Ll,.iorËuï .rïi*"
"fsl. fcssgr, 1986). Hoewel daarmee À;;;;;,;.-ntveau stnkt genomen een ordinaal karaktcÍ draagt, is het
lf!- sefqteulk deze variabere ars ajiàe á" ?i,J*"r_nrveau te beschouwen en de brj dat nileau to"g*án"sratrstische analysetechnieken te hantcren f"g. Ë1"Ë eSaris, 1%0).
2 P. correlatie^-ratio Eta2 - de nominaal_metrische
tegenhanger oan É - wordt steeds afgekort,óaÊà.---
.-
3 In d". laagste milieucaregone *íà.-gr""p""uro"f,-tonen bevinden zich ó en in de hoogste caÉgorie,an deallochtonen 5 leerlingen. Voor de U"ï.t.n,n!ïn-gïïoo.verschillen tussen dJ milieunrveaus zijn zij bij de aanlig-
F:ld:-:"!"F".i: gevoegd (hergcen ovengens ren opzichre
n het gebruik van de volleàige .ung.- *n .u,.ïo.i"eneen verw-aarloosbaar effect heeft op o-e Ez-vaaroZni-
hoeft het begnp ,sociaal miligg, voor alloch-
tonen een andere invulling daa voor auto;h_
tonen.
Literatuur
t,:I,^!:j.y'' Sads (1980). ,Releranre rrariabelen bij het
ooorverwuzen na de lagere school; een structureel
mod^el'. In: Tijdschnft voor Onaeruijsrcsàot, ii), pp.
63-79.
Dl*:t, C. qnn0l. De onde*ijspsitie van ail*htonc
rccrungen. De tol van s*iaal-economishe en ctnisch-
X!nt".. factorea met sryciate aandaiht-wír net
_ vnsctwtls n Ergan Taal en Cuttuun Niimcscn. fTS.
Dnessen, G., K áe Bor & p. j;;cbruiï-iiiáïr. p.efïectivitcit van het ondelwijs fr È,s"à-'íh *Cultuut prcstaties van Marc*taanse,'-ipÀ*"
",-
Tur*-y: leerlingen Nijmegen, mS.----
bxrra. C.. & L VerhocvenlilaS;. .Bias
in inteilisentie-
o-!d:Ío"!- qij allochronc kinderen,. tn, iiJiáAsrnerruorc& (óz), pp. 3yZ_395.
Garlty,-A. (1982).-,ilet onderwijs in Turkije,. In: A. caÍUy
& J....Leman. (red.), Onaewiis,-t""i_
"i
"
t""r_
m@ilrJkhêcten in dc tmmigntie l-euven, ACCO, pp.35-
55.
H"1m3.*,^P
_(1?S2).
,Het
onderwijs in Marokko,. In: A.
yil,ï..Í rj tman (rcd.), Ondewijs, taat- en !ecÍ-
nocttukhecten in dc immigntra i_cuven, ACCO, pp.
25-33.
Jong,, M..J. de (1%'f. Herkoms kennis en kanscn.
tutocnrcnc en aut@htonc leerliagen tijdcns de over-
gang van basis naar v@rtgezet oiacnijs Lissc, Swcts
&. Z*itlinser.
Jong M. d;, & T. Vailcn (1%9). ,Linsui:stische
en
cuhurele bronncn ,ran itembias , -;;-Éi;;;*"
Basisonderwijs voor lcerlingen ui,
"ini""fr"-ïioo"r-heidsgrocpcn,. ln: pcaapgiáhe Studië;16), pp. :eo_
402.
Jungbluth, P., C. Verhaak & G. Vrieze (19g9). Betcidsad-
'r'es
formarÈregp Iing e n ondcwij*àrn j N;j;&"",
Kerkhoff, A. (19SS). Taat,aadighcid en schrx,;kuctes Deretatic tusscn taalvaadighcií NedcÍlaads
"n
iiàmncta n all@htonc en aut&htonê lccrlinge.n aan het
einde van dc basisscha!. nmsterUamn_isle,-S*"" AZeitlingcr.
Kerkhoff, A., & T. Vallen (19g5). ,Culrural biases in
sccond language testirg of ch.ildren,. tn: C. gxtra A f.vauen (eds.), Ethnic minodties and Dutch as a secÍ,nd
Ianguage. Studies on lalguagc acquisition DoÍdrccht,
Fons Publications, pp.tgg-tq3.
M11,. G.^-van Oer (f%9). ,Aaalfabetisme
roesenomen.
Ètuna Z) procent rran de Turken in Nederland-kan nret
.,1.1.n.of sclrijven,. rn. Het *nÀnÀá-l'lï ilï.n..r:i-:-Tl A. (1988). tutftctcr,ts tusis,,aaàighác:n taat,
reKeden en informarievenrerkiag Vetint*arding
Arnhem, CITO.
Swanborn, P. (1982). khaattcchnieken. Theorie en
praktuk van acht eenvoudige prncedures. Mep-peVAmsterdam, Boom.
Tesse_r. P. (1986). Soctale herkomst en schaolloopbaan tn
_ !"t yl,C:19t onderwjs. Nijmegen. ITS.
lesser, P. (1989). ,Achrerstand
en iultureel verschil. Een
di.lemma in het Onderwrjsvoorrangsbeleid,. In: Jeugct
_ en kmenteuing, 2/3, pp. Ig9-201.
"
lesser, P., G. yan der Werf & L. Mulder (19g9a). Her
o n d e rwilswoo rrangs b e ! e id e n d e o n de twij'ska iJ n' va netnische ggcpen. papcr ten behocve *n d" Ond"r_
_
wr.;sresearchdagen 1999 re Leiden. Nijmegen, lTS.
I esser. P., G. ran der Werf. L. VufA'er &- V. W"lo"
(1989b). De beginfase ven het Voorrangsbeleid in het
Sociaal milicu en ctnischc herkomst als verklaring voor verschillen in onderwijspositie 357
Basisoadewijs Veslag uan het oriëntercnd ondenock
91 !e_ lydclij kc OV&evatuatia Nijmegeny'Groningen,
rsiRloN.
Westcrlaak, J., J. Kropman & J. Collaris (19?5). Beroa
penklappcn Nijmegen, lTS.
.Tlefuoorden
Sociaal milisu (Eudised 2581)
Etnische herkomst (Eudised ZsI4/)
Scholier (Eudised 10210)
Autochtoon (Eudised 10400)
Allochtoon (Eudised 10400)

More Related Content

Viewers also liked

Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?Eduard de Boer
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participationGeert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participationDriessen Research
 
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the NetherlandsGeert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the NetherlandsDriessen Research
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...Driessen Research
 
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...Driessen Research
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...Driessen Research
 
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...Driessen Research
 
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in NederlandGeert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in NederlandDriessen Research
 
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Driessen Research
 
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panaceeInge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panaceeDriessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...Driessen Research
 
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...Driessen Research
 
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Driessen Research
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...Driessen Research
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...Driessen Research
 

Viewers also liked (16)

Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
Hoe werf je als tandarts nieuwe patiënten online?
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participationGeert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) AERA Effects of immigrant participation
 
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the NetherlandsGeert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
Geert Driessen (1994) Moroccan children acquiring Arabic in the Netherlands
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
Geert Driessen & Frederik Smit (2008) Does ethnic minority parents' integrati...
 
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
Geert Driessen (2011) Staan jongens op achterstand? Seksespecifieke schoolloo...
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) Is there a catholic scho...
 
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
Greetje van der Werf & Geert Driessen (1993) Het functioneren van het voortge...
 
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
Geert Driessen (2001) IRE Ethnicity, forms of capital, and educational achiev...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in NederlandGeert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
Geert Driessen & Michael Merry (2010) MS Hindoescholen in Nederland
 
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...
Guuske Ledoux, Geert Driessen et al. (2015) Het onderwijsachterstandenbeleid ...
 
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panaceeInge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee
Inge Bruggers, Geert Driessen & Maurice Gesthuizen (2015) BBMP VVE panacee
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) JET Parents and schools as partners in ...
 
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
Jos van Kuijk & Geert Driessen (2015). Ervaringen met het lerende organisatie...
 
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten?
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
Frederik Smit, Geert Driessen & Peter Sleegers (2006) INET Six archetypes of ...
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) Early Childhood Edu...
 

Similar to Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring voor verschillen in onderwijspositie.

Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfGeert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...Driessen Research
 
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdf
Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdfGeert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdf
Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdf
Geert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdfGeert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdf
Geert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...
Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...
Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...Driessen Research
 
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...Driessen Research
 
Geert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdf
Geert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdfGeert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdf
Geert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...
Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...
Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...Driessen Research
 
Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Driessen Research
 
Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...
Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...
Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...Driessen Research
 
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdfDriessen Research
 
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...Driessen Research
 
Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...
Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...
Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...Driessen Research
 
Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...
Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...
Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...Driessen Research
 
Geert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdf
Geert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdfGeert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdf
Geert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
 Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor... Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...Driessen Research
 

Similar to Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring voor verschillen in onderwijspositie. (20)

Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfGeert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdf
 
Geert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (1993) Stim Achtergronden van onderwijsprestaties.pdf
 
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
Geert Driessen & Kees de Bot (1990) TTiA Leerlingkenmerken en taalvaardigheid...
 
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
 
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
Shirley Oomens, Geert Driessen & Peer Scheepers (2003) TvS DE INTEGRATIE VAN ...
 
Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdf
Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdfGeert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdf
Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdf
 
Geert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdf
Geert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdfGeert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdf
Geert Driessen (2001) PS rev Verkuyten & Thijs Leren (en) waarderen.pdf
 
Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...
Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...
Geert Driessen (2004) PS Gezinsvorming en onderwijskansen. De verblijfsduur v...
 
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...
 
Geert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdf
Geert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdfGeert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdf
Geert Driessen & Lia Mulder (2004) Did Het gezin als springplank voor school.pdf
 
Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...
Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...
Geert Driessen, Hetty Dekkers & Roel Bosker (1997) Sociaal-etnische en seksev...
 
Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...
Geert Driessen (2005) Pedagogiek Cognitieve competenties van jonge kinderen e...
 
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
Geert Driessen (1996) Did Allochtone kleuters minder goed voorbereid op echte...
 
Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...
Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...
Geert Driessen & Frans van der Slik (2004) TvO Sociaal Milieu, Etnische Herko...
 
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
 
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...
Jaap Roeleveld, Geert Driessen et al. (2015) , ed Van der Werfhorst Ontwikkel...
 
Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...
Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...
Geert Driessen (2004) ORD Gezinsomstandigheden, Opvoedingsfactoren en sociale...
 
Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...
Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...
Geert Driessen (2006) M&M Het advies voortgezet onderwijs: is de overadviseri...
 
Geert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdf
Geert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdfGeert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdf
Geert Driessen (1993) JeS rev Matthijssen Lessen in orde voor immigranten.pdf
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
 Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor... Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (2003) Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactor...
 

More from Driessen Research

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Driessen Research
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxDriessen Research
 

More from Driessen Research (20)

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
 

Geert Driessen (1990) PT Sociaal milieu en etnische herkomst als verklaring voor verschillen in onderwijspositie.

  • 1. ,/f 349Pcd. T. 15 (1990) nr 6, 9'9'35'l Sociaal milieu en etnische G, DRÍESSEN KU. Nijmegcn, lnstituut ,roor Tocgepaste Sociale Wetenschappen (ffS)' Afdeting Ondcrvrijskanscn' Postbus 9048, 6500 KI Nijmegenherkomst als verklaring voor verschillen in onderwijspositie Samenvatting Welke rot speelt het sociaal milieu en de ehisch herkomst in de verklaring van ver' schillen in onderwijspositie (uitgedrulÉ in toetsprestaties en doorstroomniveau) Yan autochtone en allochtone leerlingen? Deze vraagstelling staat centraal in dit artikel. Uit de literatuur komen aanwijzingen naar voren dat het sociaal milieu belangrijker is dnn de etnische berkomst, maar dat het toebehoren tot een allochtone groep het negatieve efrect van het afkomstig zijn uit een laag sociaal milieu mogelijkerwijs versterkt. De onder' zoeken l.vaarop deze conclusie is gebaseerd, kennen echter enkele beperkingen Yoor wat betreft steekproeven en aspect€n van onder- wijspositie. Om die reden z[jn analyses uitgevoerd op een datab€stand dat is verkre' gen via een landeliJk survey en rvaarin naast gegevens over prestaties Nederlandse taal en rekenen ook gegevens over de doorstroming naar het voortgezet onderwijs zijn olgenomeu. De resultatcn van deze analyses - waarbij verschillende technieken zijn gehanteerd - wijzen er op dat de rol die de ehische herkomst speelt bij verïchillen in onder' wijspositie in verhouding tot die van het sociaal milieu niet relevant is. Dit neemt niet weg dat er enkele relativerende opmerkingen bij deze bevinding kunnen worden geplaatsL 1 Achtergrond en probleemstelling De positie vao allochtone leerlingen in het onderwijs - hier opgevat in termen vÍrn pres- taties bij cogpitieve vakken en doorstroomniveau voortgezet onderwijs - wijkt aanmerkelijk af van die van autochtone lsellingerl Hierover bestaat in het algemeen weinig sssnighsid' waarover mindsl overeerste.tt-i.tg heerst, is het relatieve sewicht van de factoren die verantwoordelijk áoeten worden geacht voor deze verschillen- De discussie die sedert enkele jaren hierover wordt gevoerd" spitst zich vooral toe op de factoren sociaal milieu "a str ische herkomst. Recentelijk wint de oveffuiging veld dat het sociaal -ilisu de doorslaggevende rol speelt als verklarende factor. De Jong (1987) bijvoorbeeld relateert in ziin dissertatiè-onderzoek, dat is uitgevoerd in de stad Rotterdan, de IQ-scores van de leerlingen op het momeÊt dat zij zich in het laatste jaar van het besisonderwijs bevinden aan beide achtergroadke"merken. Zjn conclusie luidt dat het veiband tussen IQ en sociaal-economische status wat steÍker is dan het verband met etnische herkomst. Hij brengt beide factoren ook in verband met het doorstroomadvies dat de leerli"gen ontva.ngen en met het civeau dat zij in het tweede jaar van het voortgezet older- wijs hebben beréikt. Dan blijkt dat er slechts een apakke sr*enhang bestaat tussen advies of bereikt niveau sa stnisgfig herkoms! terwijl de samenhang met sociaal rnilieu aanzienlijk sterker is. De eindconclusie van het osderzoek is dan ook'-.dat de achterstand van allochtone leerlingen ir sterkere mate een gevolg it ,u- factoren die met de lage sociale status van hun ouders samenhangen, dan met factoren die semenhangen met hun culturele achtergrond.' (De Jong; 1987, p. 207). Toch benadrukt De jong dat dit niet wegleemt dat de allochtone her[omst een e)cÍa handicap oplevert bij het
  • 2. 350 G. Dric.sen doorlopen van het Nederlandse onderwiis. Kerkloff.(1988) hanteert in het door háar op enkele basisscholen in Tilburg en Breda uit_ gevoerde onderzoek verschillende effectmateq die een indicatie geven varr de onderwiisposilie. De radruk ligt daarbij op de taalpreráti"s uuo de leerliageJ. Zrj komt tot vergétjkbare con- ciusies als De Jong. Volgens háar ,...kan niet geconcludeerd worden dat de variabele ,taal_ achtergrond' bepalend is voor de onderwiiskan- sen van kjnderen uit etnische mindsl[sidsg.ss_ pen. De gesipaleerde discrepa-nties tussjn de verschillende groepen leerlingen lijken eerder samen te hangen met verschillen in het sociaal milisu lvnaÍuit de leerlingen afl<omstis zjin' (Kerkhoff, 1988, p. 190). M;- ;";Lï; Jong - wijst deze onderzoekrer er op dat de taalachtergrond van de leerlirg het eiïect van het herkomslmilisu mogelijk vársterkt. Tesser e.a. (1989a) gaan Let meest ver in hun conclusies betreffende de reladeve invloed. van etnische herkomst en sociaal mitisu. Zii maken voor hun analyses gebruik vaa het data-bestand van de laadelijke evaluade van het onder- wijsvoorrangsbeleid. Het gaat daarbii om leerliagen ia he t iaatste jaar van het basisotder- wijs. in een padanalytisch verklariagsmodel saan zij na wat de relaties zijn tussen he-t advies ïoor voortgezet onderwijs (als te verklaren variabele) en herkomstiand vader, opleirting vader en beroep vader. Het bLijkt dat àe opleíd"ine van de vader de centrale variabele is in het .ád"l "odat etnische herkomst en beroep vader seen zelfstaudige roi van betekenis' spelen. De onderzoekers concluderen da-n ook dat het or naar uitziet'...dat de onderwiisachterstandcn van allochtone leerliagen aiets té ma-ken hebben met specfieke culturele ke.'merken van de verschilleade etnische groepen maar volledig k 'nnen worden toegeschreven aan het lagere opleidingsaiveau van de ouders va:r deze teeiti.n_ gen.' (Tesser e.a., 1989a, p, 9). In een latere publikatie_(Tesser e.a., fdSgb) reiariveren ze deze conclusie echter enigszias door de ver_ wachti,ng uit te spreken dai, wanneer in plaats van het advies voortgezet onderwijs de tà_ en rekenpresraties ais afhankeliike variabelen worden genomen, er wijwel 2eker oog wel directe effecten van herkómstlaad zullen' zijn, oo]< bij controle voor opleiding vader. De resuitaten ván de hiervoor besproken onderzoekea samenvattend kan wordeo i""oo_ cludeerd dat bij de verkJaring yil1 ys15ghÍlss ir aspectea van de onderwijspositie het sociale Tilieu.ee.n belaagrijkere rol lijkt te spelen dan qg glntsghe herkomst, maar dat het tOebehOren tot een allochtone groep het negalieve effect van het-alkomstig ziju uit een laag sociaai rnilieu mogelijkerwijs versterkt. De onderzoeken waaÍop deze conclusie is gebaseerd, kennen echter "*?1". beperkingen.llet gaat namelijk om zeer lokale steekproeven (DJ Jone: Keri(_ noi|, 9f mogelijk belangrijÈe afha"nkelijke vanabelen zoals toetsprestaties taal en rekenen ontbreken (Tesser e.a.). Om een beter zicht te Kr{gen op de relatieve invloed vaa sociaal milisu ea etnissfus herkomst is het noodza]elijk te beschikken over een landelijke steekproefvan scholen en over zowel toetsprestatiei Neder_ iandse taal en rekenen als ovei gegevens betref_ fende het doorstroomniu"uo uo-oiÍg"zet onder_ wijs. Aan deze voorwaarden is uoiáu* bii het databestard dat beschikbaar is gekom.o uiu d" effecrerke.nning onderwijs Èigen Taal en Cultuur (zie Driessen e.a., f9g9l Met behulo van dit bestand zat de waag naar de relatievL invloed vaa sociaal milieu eielnische herkomst nader worden onderzocht. 2 Data en variabelen De data die worden gebruikt om een anfwoord te zoekenop de waagstelling zijn oorsprontelijk verzameld i-n het kader van de effecnerkenning p^n{erwijs ir Eieel Taat ea Cultuur (OETC) (Driessen e.a., 1989). In dat onderzoek stonden de OETC- en reguliere-onderwiisprestaties van lv{3rskk3anse, Spaanse en Turkse leerliagen centraal. Teneinde daar zicht op te krijgen" ájn de basisscholen benaderd waaroD uoËeos á" adminiqtraties van het Nederlandse mlnisterie van Onderwïs & Vy'etenschappen en van circa 25 grote Nederlandse gemèènren leerlinsen zaten die ia aanmerking kwamsa voor iet volgen va:r OETC. Het merendeel van aan_ geschreven scholen reageerde positief. De vooruaamste reden waarom werd afgezien van medewerking was tijdgebrek. Omïille van Dudgettalre redenen konden niet aile oositief reagerende scholen daadwerkeliik deeiaemen aan het onderzoek. Er moest een seiectie worden gemaakt van scholen met tenminste éér Spaanse of tenminste 2 Turkse of Marokkaanse leeriingen in het hoogste leerjaar van het basisond_e^rwijs .fiaargÀep g). Uireindelijk hebben 120 basisscholen verspreid over hell Nederlard geparticipeerd. Van d.ie scholen hebben de leerlingen" de leerkrachten van goeo
  • 3. Sociaal milicu en ctnische hcrkomst als vcrklaring voor wrschillen in ondcrwijspmitic 351 8 en (voor zover van toepassing) de OETC- leerkrachten via schriftelijke wagenlijsten i-nformatie verstrekt over gezins-, leerling- en klasken m erken. D aarnaast hebben de leerlinsen enkele toetsen gemaakt. De gegevens d.ie ájn verkregen, zija afkomstig van àlle leerli-ngen uit de betreffende klassen, dus niet alleen van de Malokkaanse, Spaense en Turkse leerli:rgen, maar ook van bijvoorbeeld de Nederlandse, Surinaamse en Molukse leerlingen. A1s gevolg vatr de specifieke registratiesystematiek die door het ministerie wordt gehanteerd en vanwege het ontbreken van toegankelijke overzichtsstatis- tieken van relevante variabelen voor deze populatie valt moeilijk na te gaan in hoeverre de deelnemende scholen representaLief zijn voor de totale populatie van scholen met allochtone leerlingen. Op basis van in een ander kader uitgevoerde analyses (vgl. Driessen, 1990) kan echter worden geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de deelnemende scfolen op relevante kenmerken af zouden wijken van andere basisschoien in Nederla-od met alloch- tone leeriingen. De dataverzameling heeft op rwee momenten plaatsgevonden. Rond de jaarwisseliag in het schooljaar 1987/1988 hebben op ervari-ng gese- lecteerde testleiders uit het lTS-iaterviewers- corps gedurencie één ochtend de klas van de groepsleerkrachten overgenomen. Tijdens die ochtend hebben zij de toetsen en wagenlijsten bij de l66llingen afgenomen. De groepsleer- krachten konden ondertussen de voor hen bestemde wagenlij sten invullen. De wagen I ij sten voor de OETC-leerkrachten zijn via de school verspreid en ua invulling rechtstreeks naar het ITS geretourneerd. De fweede dataverzameling vond plaats roud de herfsfvakantie in het schooljaar 1988/89, dat wil ze#en in het jaar nadat de lssllingen het basisonderwijs hadden verlateo en waren doorgestroomd naar het voortgezet ouderwijs. Bij de directies van de betreffende basisscholeq is toen informatie verzameld over het type voortgezet onderwijs waarnaaÍ de leerlingen waren doorgestroomd. Voor een uitgebreidere beschrijvhg van de seiectie van de scholen en vzn de dataverzame- ling wordt verwezen naar Driessen e.a. (1989) en Driessen (1990). De voor bovengenoemde waagstelling rele- vante variabelen zijn op de volgende wijze geoperationaliseerd. De etnische herkomst van de leerlingen is bepaald als het herkomstland van de vadá. ets er geen vader (meer) was, is het herkomstland van de moeder nengehouden. Voor de Molukse leerlingen is het herkomstland van de groot- ouder genomen. l{et sociaal milieu is geoperalionaliseerd via wagen aan de groepsleerkracht over het be- roepsniveau van de vader en het opleidingsni- veau van de vader en vaÍr de moeder. Het beroepsniveau is vastgesteld via de lTS-beroe- penklapper (Westerlaaï e.a., 975). Bij de bepali"g van het opleidiagsniveau is de indeiing van De Jong (1987) genomen. Deze indeling differenlieert vooral sterk i.n de laagste oplei- dingscategorieën, hetgeen een vereiste is va:r- wege het grote aaadeel van allochtonea in de onderzoekpopulatie. Tevens kan met deze indeliag een niveau worden bepaald waarbij zoveel mogelijk lskening wordt gehouden met verschillen tussen onderwijssystemen in de onderscheiden herkomstlanden. In de uitei-u- delijke miliguyar-i2lele zijn de antwoorden van de leeri<racht gecombiaeerd tot een score op een schaal waarva! de alfa-betrouwbaarheid .90 bedraagt en waarop de waarden variëren van 0 tot 16. Bij de bepaling van de prestaties voor Neder- landse taal en rekenen is uitgegaan van de CITO Entreetoets. Deze toets is in grote lijnen vergelijkbaar met de CITO Eindtoets basison- derwijs. Het niveau is afgestemd op leerli.gen halverwege het zevende ofbegin achtste leerjaar basisonderwijs (vgl. Moelands, l-988). Omdat er aalwijzjngen waren dat voor een groot deei van de groep a.Liochtone leerlingen de toets waar- schijnlijk te moeilijk zou zijn, heeft binnen de subtoetsen Nederlandse taal en rekenen een selectie plaatsgevonden van items die relatief gemakkelijk zijn. Verder is er in verband met mogelijke test- of itembias jegens allochtonen (vgl. Extra & Verhoeven, 1985; Kerkhoff & Vallen" 1985; De Jong & Vallen" 1989) speciaal op gelet dat bij de taaltoets items met rypisch Nederlandse inhouden zoveel mogelijk zijn vermeden. Bij de rekentoets ziju items waarbij de Nederlandse taal in de instructie enlof ia de opgave zelf. een bepalende rol speelt niet opgenomen. De taaltoets telt 35 en de reken- toets 25 items. De betrouwbaarheid van beide toetsen bedraagt .87, respeclievelijk .86 (Cron- bachs alfa). De scores op de toetsen zijn uitein- delijk omgezet in het percentage goed beant- woorde opgaven. IJet doontroomniveau is bepaald als het rype voortgezet onderwijs waarin de leerlingen zich
  • 4. 352 G. Dricscn bevinden in het jaar nadat zij de basisschool hebben verlaten (dus in het schooljaar 1988/- 1989). Aan de directies van de 120 basisscholen is gewaagd aan te geven om welk gpe het gaat. De anfwoordeu zijn in negen categorieën ondergebracht: ibo, lbo, mavo, havo, nvo en de h'ssenliggende dubbelcategorieën (bv. lbo/ma- vo)t . 3 Etnische herkomst en sociaal milieu In totaal zijn brj het onderzoeknS4leerlingen betrokken. Hiervan zijn er 1582 var autochtóne en TI2 va:r allochtone herkomst. Binnen de groep allochtonen kunaen acht etnische cateso- rieëq worden onderscheiden. De prootste friee zijn de Turken en Marokkaneo Jet resoectie- velijk 368 en254leerlingen. Daarnaast gàat het om 41 Spaanse leerlingen, 13 leerliagen uit de categorie overige Zuideuropeanen (o.á. portuge- zen .en Italianen), 4ó leerlingen uit de categorie Suri-na-ers en Antillianen, 1,6 Molukse-, 15 Chiaese en _19 overige allochtone leerlingen. Tussen de etnische categorieën béstaan senzisnliji(g verschillen met-betrekkine tot sociaal milisu. Op de milisussfi.a], *uu*"* d" scores ftrrnn6s variëren van 0 tot 16. halen de Nederla-ndse leerliagen een gemiddelde van 9.6, !".*jt de allochtone leerlingen eeu gemiddelde hebben vaa 3.9. Het verschil fussen beide groep-en is srerk significarr (E2 bedraagt .52 bij p:.OOO). Nadere analyse van deze ràsultaten brengt aaa bet licht dat de uitzonderliik lase scores van de allochtonen voorai wordJn bepaald door de scores van de Marokkanen en Turken, die een gemiddelde halen van 2.4, respectieveiijk 3.8. De lage scores finnsa cls2s fwee groepen kunnen op hun beurt weer wor- den herleid tot de zeer iage opleirtingsniveaus van de mannen en vooral van de wouwen. Van de totale groep allochtone wouwen heeft 73 procent geen of hooguit enkele jaren lager 9n{erwijs gevolgd en dat meestal nog in Éet herkomstland en niet in Nederland. Gézien de orga.,isatie en het niveau van het onderwiis in de herkomstlanden moeten deze vrouïen waarschijniij k als analfabeet worden beschouwd (vgl. Gailly, 1982; Herma"s,L982;Van der Mee, 1989). Wat het beroepsuiveau van de alloch- tonen betreft, gaat het bri net merendeel van de vaders (66 procent) om ongeschoolde handar- beiders; van de autochtone vaders behoorr slerchts 9 procent tot deze beroepsgroep. Teneinde een indruk te geven van de verde- ling van de autochtone en allochtone leeriiasen over de milisuniyssus, is de oorsprontefi]ke variabele voor de totale onderzoeksgroep gehercodeerd tot vijf categorieën, name[j[ r"". laag, laag, midden, hoog en zeer hoog iociaal milieu. Uitgangspunt daarbij vormde een procenfuele verdeling v an l2-23-N-?3-L?. (v $. Swanborn, 1982). De betreffende gegevens staan in tabel 1,. Tabel 1: Sociaal miiisu o4ar. etnische herkomst (percentages) zeer laag Bag mid- hrcg zeer N den hxg 51.6 24.6 11.3 1582 7?.2 L.9 0.ó Tn aulochtonen allochtonen 9.1 51.6 De ia tabel L gepresenteeld6 ysldsling laat zien dat de allochtonen ziin geconcentreerd ia de laagste twee milieuóatágorieën, terwijl de autochtonen vooral il de midCen- ea Looe- milieucategorie zijn te vi-uden. Deze bevi-od.ingá komeu overeen met die van De Jong (1987), Kerkhoff (1988) en Tesser e.a. (1989b). Overi- gens kan worden verwacht dat deze tvoische verdeliag problemen oplevert als het gaai o- de vergelijkbaarheid van autochtone en allochtone leerlingen binnen de efireme milisrrniys6us. Hierop wordt later in dit artikel terugekomen. 4 Toetsprestaties en doorstroomniveau In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de toetsprestaties Nederlandse taal en rekeuen -uitgedrukt ia het percentage goed beantwoorde opgaven - en van het doorstrogmniygss y6q11- gezet otrderwijs. Allereerst worden deze gege- vens gepresenteerd naar etnische herkomst, vervolgens naar sociaal milisu. Voor sociaal milieu is de hierboven gegeven indeling in vijf niveaus aangehouden. Uit het bovenste deel van de tabel kan worden afgeleid dat er forse verschillen bestaan tusse!. autochtone en allochtone ieerlinsen. ps2s yslsshillen treden vooral aa-u het Ucn[Urj de taaiscores. Autochtone leerlineen maken 1? procent van de opgaven .ee. goá dan alloch- tone leerlingen; de factor ernische herkomst verklaart 19 procent van de variantie in de taalscores. Voor rekenen ziin de verschillen
  • 5. r Sociaal niticu en etÍlischc heÍkos$t als vcrklaring vooÍ vcÍschillen in ondcnrijspcitic 353 ii il ili li Tabet 2: Toetsprestaties (in perceutage goed beanrwoorde opgaven) en doorstroomniveau uaar etnische herkom.st etr naar sociaal milisu (gemiddelden) ft3anss en Turkse lgsllingen die de laagste scores halen; Molukse leerliagen en leerlingen uit de categorie overige Zuideuropeanen stro- men gemiddeld genomen door naar hogere niveaus van voortgezet onderwijs dan Neder- landse leerlingen. Het ondersie deel van de tabel laat zien dat met het stijgen van het milisunivmu tevens de scores vooilaal, rekenen en doorstroomniveau toenemetr. Ook hier blijkt dat het hoogste Dercentage variantie wordt verklaard van de taabcorel; anderzijds komt naar voren dat aan sociaal miiieu een aalzienlijk groter deel van de variantie in de doorstroomscores kan worden toeseschÍeven dan aan etnische herkomst' OvJrigens is het relevant er op te wijzen dat de verbaiden russen milisg en toets- en door- stroomgegevens alle lineair zijn (E'?-f : .01). De samenhangen tussen toets' en doorstroom- gegevens Jn sociaal milieu zijn sterker dan die met etnische herkomst. In tabel 3 worden de taal- en rekenprestaties en de doorstroomgegevens in verband gebracht met het sociaal milieu en de etnische herkomst van de leerlingen- Via deze analyse wo:dt feitelijk getoetsiof er binnen elk van de milieu- niveaus íelevaste verschillen bestaan in gemid- deldea tussen de autochtone En allochtone leerlincen- Als sriterium voor relevantie geldt in deze sárdie een E2- of f-waarde van minimaal .025, ofwel er dient door de betreffende factor tenminste 25 procent van de variantie in de criteriumvaÍiabele te worden verklaard. Uit de tabel komt naar voren dat wat taal en rekenen betreft, de autochtone leerlingen binnen de afzonderlijke milieuniveaus in de meeste gevallen wat hogere toetsscores -halen dan de allochtone leerlingen. Voor taal zijn de verschillen iets groter dan voor rekenen. Toch blijkt dat slech[s in één geval - namelijk de taalprestaties binnen de categorie laag miliEu - het verschil maar net groot genoeg is om van relevantie te kunnen spreken. In alle andere gevallen wordt het relevantiecriterium niet bereikt. Is het zo dat autochtonen in het algemeen binnen de milieuniveaus wat hogere scores halen dan ailochtonen" voor de doorstroom- niveaus geldt in het merendeel van de gevallen het omgekeerde. Hier blijkt dat allochtone leerlingón uit dezelfde miligucalsgerie naar iets hogeràniveaus van voortgezet onderwijs door- shómen dan hun autochtone jaargenoten. Maar hier moet aan worden toegevoegd dat het auL all É taal rekenen v.o. 86 69 .19 80 67 .m 5.2 4.1 .06 zeet laag aid- hoog zc"t É laag dcn h@g taal & T2 83 88 92 .Zs rckenen 60 69 78 84 n .1ó v.o. 35 4.1 4.7 5.1 6;l .2L I I il I á ]l rl J:I q íl it :l iJ :J ilfti Ld t3 beduideud kleiner en wordt er slechls 9 procent in de variantie verklaard. Dit duidt er op dat prestatieverschillen voor het gtootste deel icunnen wordeu hsrleid tot verschillen in de taalbeheersing, allochtone leerlingen hebben vooral problemen met de Nederlandse taal- Overigens is het niet zo dat alle allochtone groepén even slechte prestaties leveren op de rweJ toetsen. Molukse leerlingen bijvoorbeeld presteren beter op de taaltoets dan Nederlandse leerlingen, terwijl Chinese leerlingen hogere scores halen op de rekentoets. ps lnagste scores halen de |v{31skkannse en Turkse leerlingen; hun percentages goed gemaakte oPgaven bedragen voor taal 65 en 62 eD voor rekenen 68 en 6ó. Wat doorstroming naar het voortgezet onder- wijs betreft, staat de score 4 ongeveer gelijk aan lbo/mavo.aiveau en de score 5 kar ats mavo- niveau worden geimterpreteerd De verschillen tussen autochtone en allochtone leerlingen bedragen binnen de hier gehanteerde indeling dus één niveau. Op zich lijkt dit misschien o'iet zo veel, maar indien naar de procentuele verdeiing van de leerlingen over de verschil- lende onderwijsniveaus wordt gekeken, dan blijkt dat van de autochtone lsfflingeo Zi prócent naar de typen havo, havo/rruro of r"ro doorstroomt, terwijl van de allochtone leerlingen dat niet meer dan 8 procent doet. Daarentegen gaat van de autochtoue leerlingen 36 procent naar ibo, ibo/lbo, lbo of lbo/mavo en van de allochtone leerlingen liefst 54 procont. Ook qua doorstroming zijn het met oáme de Marok-
  • 6. 354 G. Driessen Tabel ,3: Toetsprestaties (in p.ercentage goec sociaal *rii;uï;;,-rche herkoms, f*".rool,ïlitwoorde opgaven) en doorstroomniveau naar laag laag mid- hoos den hoog e t1' 78 u 8e % .11& 70 n 80 89, .0ó .01 .u .02 .02 .00 g7 .08 91.' .oó .00 y' 77 js 85 67 68 76 7s .00 .00 .00 .01 2:3-' 3.9 4.7 s.7 6.8 .le3.6 1.2 4.g 5.8 6.2. .09 .02 .01 .00 .00 .00 taal E2 rckenen autochtonen allochtonen autochtonen allochtonen autochtonen allochtonen tr- v.o, tr- . N <i0 relevantiecriterium voor geen van de vergelijkin- geu wordt gehaa_ld. Op basis vaa tabel 3 kan samenvattend worden geconcludeerd dat e. _ *-;r*' ,_ zo_ndering na - binneo de afzonderlik. -lti"u_olveaus geen relevante verschillen bestaan tussen autochtone en allsgh.re iee.m!e". Oitbetekeut dus dat autochtone leeriioeeoï "envergelijkbaar sociaal_ecooo-ir"h "_ilr* oO toeval na geen hogere of lagere á_;J-.;"r_prestatles leveren en evenmin naar hogere ofiagere niveaus van voortgezet ouderwijí áoor- stromen dan allochtoné leerliragen. 'erlà"r, geformuleerd: in de verklaring ;;-;;r;"hi[""in toetsprestaties en doorstroomniveau speeit de e tnis che he r k o ms t in verge lij king to t-U"i'r-oïiu uf miligu geen roi. , " Lo:yl. d", hier. gehanteerde rabelaaalyseme- ln9o! al3.trgkke lijk is vanwege het feit d,át zli zo rnzrcnreÍ{t( rs, kenr zij echter een belanpríike b"p:r,Fg. Immers, ati gevoig "* j.'ilïln" verdeling van her social mili"eu ou". já"Ë"ia" llmsche,caregorieën _ hetgeen ,u ..-o_uaiï"o Ëmprnsch gegeven vormt _ is.vergelijking tussen autochtonen en allochtonen brnnen de extreme milieuni.veaus n ier goed rIlog"ii1t. ó";;"h, i;;"alternatleve milieu_indelingen een oplossiag ï:r dit probleem re viacien; de mogelijkheden zr.;n evenwel wij beperkt. Verschi[e;de ioaeii.r- gen met twee. drie en vier categorieën leveren dezelfde resulraren op a, rri".UËu.o;;;;;.;;_ teerd, dat wil zeggen: binnen ;;r-;;á:;;jià" milieuel.trrie zijn er geen of slechts zeer geruge relevalte verschillen tussen de eemid_ delde scores van aurochtone -en urioZiioo" leerlingen. De conclusi" aut a"-"toil"lJi".- komsr nier van belaag is bij de ";;H*;;'"*verschillen in toetspiestadËs en Oo*rt Zo__ ruveau wordt daarmee dus bevestigd. fa.ast eenweg variantie_a-nalvrï'rii, ook enxele meerweg variantie_alalyses uitgevoerd m^et ^de toerspres.taties_ en doorstroo_!2i.""o, als cntenumvariabeien en sociaal iliiéu "oetnische herkomst ais facroreq. ffi"rUii-,i;,verschillende miiisuniessy-indeli"gen- ;b#teerd. Deze a:ralyses zijn uitgevo?Á Z_ ,"toetsen of er zich significante intéractie-effecren ::p:1:"". Dir blijkr det het geval re zijn, war wu zeggeD dat her effect van etnische heikomsr in alle categorieëa va:r sociaal milieu _ on toeva.l na - hetzelfde is (hergeen o"..in"* oá[ d^ r."! enige zekerheid uit rïuii j toi'ii'.à"oafgeleid). Eerder ia dit artíll-f;;"d"';p_gemerkt dat de samenÀangen tussen-sociaaj milieu en de criterirrmvil.ii'ggi." li""ui, ,iio;varwege het feit dat de etuische he.koÁr e"o dichotome variabele betreft, -ug a"r" nl". uf, metrisch worden beschouwd. frrt á.r.-i.rr_ merken van de data als uitg*grlu"1 ;i;nafsluitend enkele exploratreve regressie_analvses urtgevoerd, via welke de relati&e invlcle d'vern etnische herkomst en sociaal mi_lieu wordt vastgesteid. Tabel 4 biedt een beknopt overzichr van de resultaten.
  • 7. Sociaal milieu en etnische herkomst als vcrklaring voor vcrschillcn in ondcrwijspositic 355 Tabel 4: Toetsprestaties en doorsEoomniveau ia relatie tot sociaal milieu en Êlnische herkomst. Resultaten van regressie-analyse: gestandaardiseerde regressie-coëfficiënten (beta's) eu verklaarde variantie (R2) ÉReR2 taat beta rekenen beta beta )1 .01 .22 .58 11 .1ó -:.10 40 04' t< .01 .37 .l'7 sociaaI milieu etnische herkomst ' niet sigrificant De gegevens in tabel 4 vormen in alle opzichten een bevestiging van de resultaten van de een- weg variantie-analyses. Duidelijk wordt dat het sociaal milisu de dominant verkiarende factor is. Dit blijkt niet aileen uit de beta's, waannee de werking van de ene factor onder constant- houding van de andere wordt uitgedrukt, maar ook uit de muitiple correlaties. De beta's voor etnische herkomst komen voor taai eu doorstro- ming voortgezet. onderwijs maar net boven het relevantiecriterium van .15 uit; voor rekenen is de beta niet signifrcant. Overigens is het inte- ressanf op te merken dat ook hier het negatieve effed van etnische herkomst op doorstroom- niveau terugkeert. Dit betekent binnen deze analyses dat, indien een correctie plaatsvindt voor sociaal milisu, allochtone leerlingen naar hogere vormen van voortgezet onderwijs door- stromeu dan autochtone leerli.ngen. Op dit fenomeen, ook wel aangeduid als 'overadvise- ring' of 'positieve discriminatie', wordt elders nader ingegaan (vgl. Driessen, 1990). Uit de muitiple correlaties blijkt dat sociaal milieu 25, respectievelijk 16 en 21 procent van de varian- tie verklaart in de toetsprestaties en door- stroomgegevens. Wanneer voor sociaal milieu wordt gecorrigeerd, verklaart etnische 6".ft emst bij alle drie de criteriumvariabeleq vervoigens slechts nog één procent of minder van de variantie. 5 Discussie De resultaten van fwee verschillende analyseme- thoden wijzen er op dat de invloed van etnische herkomst in verhouding tot die van sociaal milieu niet reievant is. Anders gesteld: de toetsscores Nederlandse taal en rekenen en de doorstroomniveaus voortgezet onderwijs van allochtone leerlingen wijken niet af van die van autochtone leerlingen met eeq vergelijkbare sociaal-economische achtergrond. Dit houdt in dat de conclusies die De Joug (1987) en Kerk- hoff (1983) trokkeu op basis van lokale onder- zoekspopulaties ook gelden voor sen landelijke populatie van scholen met allochtone leerlingen' Tevens betekent dit een bevestiging van de resuitaten van Tesser e.a. (1989a); voor hun uitspraak dat er met betrekking tot de taal- en rekenprestaties (dit in tegenstelling tot het doorstroomadvies) wèl directe effecten van herkomstland verwacht kutttten worden, is evenwei geen empirisch evidentie gevonden. Het is zinvol bij deze resultaten enkele relativerende opmerkingen te plaatsen. Op de eerste plaats betekeneu de bevindingen niet dat allochtone leerlingen als groep het even goed zouden doea als autochtone lsgllingen. Juist het feit dat allochtonen zijn geconceutreerd il de laagste milisuniv6aus houdt in dat zij ook de laagste toetspresta[ies halen en naar de laagste vonnen vatr voortgezet ooderwijs doorstromen. Op de fweede plaats heeft de operationalisatie van sociaal milisu plsal5gevonden met behuip vao indicatoren (beroep en opleiding) die mogelijk rypisch Westers genoemd kunnen wor- den en is het sociaal-miiieuniveau aÍgemeten aan Nederiandse maatstaven. Het is de waag of dit soort aspecten in landeu ais Turkije eu Marokko dezelfde betekenis heeft als in Neder- land. Daar kan nog aan worden toegevoegd dat het milieuaiveau waarschijnlijk relatief is: een allochtoon kaa in het herkomstland een hoge status hebben, terwijl diezeifde status in Neder- land zeer laag wordt gewaardeerd. Op de derde piaats wil de dominante verkiaringskracht van de factor sociaal miligu niet zeggen dat er daarnaast niet nog etnisch-culturele factoren een rol spelen die alleen voor de groep alloch- tone leerlingen van belang zijn. Mogelijk be-
  • 8. 356 G. Driessen Summary The central _question of this article concerns [ne netauve importance of ethnical and socio- econom i c background in explaiaing d.ifferences rn pnnaÍ7 school testscores and attained se- gogdary education level. Researcl titcrnture indicates that socio-ecoaonic background is probably the more important factËr oi tte two. Howeyer, the research projects oo ,hi.lthis conclusion is based sËow ,o-"-ti.it - fions with rtgard to sample characteÀtics and criteriumvariables. Èo" that *rooanalyses werc carried out on data that wer.e gathered in a national survey. fn" "Jt".iu_variables consisted of scores on Dutch-ian- guage and arithmetic tests that the pupils did in_the last year of primary "au"atià"-Àna or alratned - s-econdary educatiou level. The nesults of different kinds of ana.lyses coufirm earlier findings, i.e. the rclevance of "Ànicafoacxground relative to socio_economic back. ground in explaining differcnces in educa- uonar position is nil. Another way of putting this is that migrant chitderen gát ÀJË_utestresults and attain the saáe levets of secondary education as Dutch children with the same socio-economic backgrl;;A:- ' Noten ,.1 ! het schoolloopbanenonderzoek wordr er yan ulrgegaan dat de rypen voongezet onderwijs kunnenworden onde rscheide n n"ur ro"ïtij Ll,.iorËuï .rïi*" "fsl. fcssgr, 1986). Hoewel daarmee À;;;;;,;.-ntveau stnkt genomen een ordinaal karaktcÍ draagt, is het lf!- sefqteulk deze variabere ars ajiàe á" ?i,J*"r_nrveau te beschouwen en de brj dat nileau to"g*án"sratrstische analysetechnieken te hantcren f"g. Ë1"Ë eSaris, 1%0). 2 P. correlatie^-ratio Eta2 - de nominaal_metrische tegenhanger oan É - wordt steeds afgekort,óaÊà.--- .- 3 In d". laagste milieucaregone *íà.-gr""p""uro"f,-tonen bevinden zich ó en in de hoogste caÉgorie,an deallochtonen 5 leerlingen. Voor de U"ï.t.n,n!ïn-gïïoo.verschillen tussen dJ milieunrveaus zijn zij bij de aanlig- F:ld:-:"!"F".i: gevoegd (hergcen ovengens ren opzichre n het gebruik van de volleàige .ung.- *n .u,.ïo.i"eneen verw-aarloosbaar effect heeft op o-e Ez-vaaroZni- hoeft het begnp ,sociaal miligg, voor alloch- tonen een andere invulling daa voor auto;h_ tonen. Literatuur t,:I,^!:j.y'' Sads (1980). ,Releranre rrariabelen bij het ooorverwuzen na de lagere school; een structureel mod^el'. In: Tijdschnft voor Onaeruijsrcsàot, ii), pp. 63-79. Dl*:t, C. qnn0l. De onde*ijspsitie van ail*htonc rccrungen. De tol van s*iaal-economishe en ctnisch- X!nt".. factorea met sryciate aandaiht-wír net _ vnsctwtls n Ergan Taal en Cuttuun Niimcscn. fTS. Dnessen, G., K áe Bor & p. j;;cbruiï-iiiáïr. p.efïectivitcit van het ondelwijs fr È,s"à-'íh *Cultuut prcstaties van Marc*taanse,'-ipÀ*" ",- Tur*-y: leerlingen Nijmegen, mS.---- bxrra. C.. & L VerhocvenlilaS;. .Bias in inteilisentie- o-!d:Ío"!- qij allochronc kinderen,. tn, iiJiáAsrnerruorc& (óz), pp. 3yZ_395. Garlty,-A. (1982).-,ilet onderwijs in Turkije,. In: A. caÍUy & J....Leman. (red.), Onaewiis,-t""i_ "i " t""r_ m@ilrJkhêcten in dc tmmigntie l-euven, ACCO, pp.35- 55. H"1m3.*,^P _(1?S2). ,Het onderwijs in Marokko,. In: A. yil,ï..Í rj tman (rcd.), Ondewijs, taat- en !ecÍ- nocttukhecten in dc immigntra i_cuven, ACCO, pp. 25-33. Jong,, M..J. de (1%'f. Herkoms kennis en kanscn. tutocnrcnc en aut@htonc leerliagen tijdcns de over- gang van basis naar v@rtgezet oiacnijs Lissc, Swcts &. Z*itlinser. Jong M. d;, & T. Vailcn (1%9). ,Linsui:stische en cuhurele bronncn ,ran itembias , -;;-Éi;;;*" Basisonderwijs voor lcerlingen ui, "ini""fr"-ïioo"r-heidsgrocpcn,. ln: pcaapgiáhe Studië;16), pp. :eo_ 402. Jungbluth, P., C. Verhaak & G. Vrieze (19g9). Betcidsad- 'r'es formarÈregp Iing e n ondcwij*àrn j N;j;&"", Kerkhoff, A. (19SS). Taat,aadighcid en schrx,;kuctes Deretatic tusscn taalvaadighcií NedcÍlaads "n iiàmncta n all@htonc en aut&htonê lccrlinge.n aan het einde van dc basisscha!. nmsterUamn_isle,-S*"" AZeitlingcr. Kerkhoff, A., & T. Vallen (19g5). ,Culrural biases in sccond language testirg of ch.ildren,. tn: C. gxtra A f.vauen (eds.), Ethnic minodties and Dutch as a secÍ,nd Ianguage. Studies on lalguagc acquisition DoÍdrccht, Fons Publications, pp.tgg-tq3. M11,. G.^-van Oer (f%9). ,Aaalfabetisme roesenomen. Ètuna Z) procent rran de Turken in Nederland-kan nret .,1.1.n.of sclrijven,. rn. Het *nÀnÀá-l'lï ilï.n..r:i-:-Tl A. (1988). tutftctcr,ts tusis,,aaàighác:n taat, reKeden en informarievenrerkiag Vetint*arding Arnhem, CITO. Swanborn, P. (1982). khaattcchnieken. Theorie en praktuk van acht eenvoudige prncedures. Mep-peVAmsterdam, Boom. Tesse_r. P. (1986). Soctale herkomst en schaolloopbaan tn _ !"t yl,C:19t onderwjs. Nijmegen. ITS. lesser, P. (1989). ,Achrerstand en iultureel verschil. Een di.lemma in het Onderwrjsvoorrangsbeleid,. In: Jeugct _ en kmenteuing, 2/3, pp. Ig9-201. " lesser, P., G. yan der Werf & L. Mulder (19g9a). Her o n d e rwilswoo rrangs b e ! e id e n d e o n de twij'ska iJ n' va netnische ggcpen. papcr ten behocve *n d" Ond"r_ _ wr.;sresearchdagen 1999 re Leiden. Nijmegen, lTS. I esser. P., G. ran der Werf. L. VufA'er &- V. W"lo" (1989b). De beginfase ven het Voorrangsbeleid in het
  • 9. Sociaal milicu en ctnischc herkomst als verklaring voor verschillen in onderwijspositie 357 Basisoadewijs Veslag uan het oriëntercnd ondenock 91 !e_ lydclij kc OV&evatuatia Nijmegeny'Groningen, rsiRloN. Westcrlaak, J., J. Kropman & J. Collaris (19?5). Beroa penklappcn Nijmegen, lTS. .Tlefuoorden Sociaal milisu (Eudised 2581) Etnische herkomst (Eudised ZsI4/) Scholier (Eudised 10210) Autochtoon (Eudised 10400) Allochtoon (Eudised 10400)