Geert Driessen (2008) Did Peergroup nauwelijks van invloed op leerprestaties.pdf
1. L
oNDERZOEK I KORT
Peergroup nauwelijks van
invloed op leerprestaties
of kinderen succes in het onderwiis hebben, heeft met diverse factoren te ma-
ken. Biivoorbeeld met aanleg, sociaal milieu, etnische herkomst en opvoeding.
De peergroup (medeleerlingen) bliikt echter nauweliiks een factor van belang'
bliikt uit ITS-onderzoek.
In opdracht van het ministede van
OCW is het ITS nagegaan wat het ef-
fect is van de peergroup op de presta-
ties van individuele leerlingen. Een
vaak gesteide vraag is blivoorbeeld of
het voor de prestaties van leerlingen
ongunstig is of ze in een klas zitten
met veel allochtone medeleerlingen'
Het effect van de groepssamenstelling
is onderzocht op de punten etniciteit
(percentage allochtonen in de groep;
' zwarte' vs.'witte' scholen), sociaal
milieu (percentage leerlingen van
laagopgeleide ouders), sekse (percenta-
ge meisjes), prestatieniveau (gemid-
delde niveau) en leeftiid (combinatie-
klassen versus homogene kiassen).
Voor het onderzoek ziin de bevindin-
gen van vele honderden Nederlandse
en buitenlandse studies bij elkaar ge-
bracht. Dit type onderzoek biiikt bui-
tengewoon complex en enige terug-
houdendheid bij het trekken van har-
de conclusies is dan ook nodig.
In zijn algemeenheid kunnen we con-
cluderen dat er hooguit kleine effecten
optreden van de groepssamenstelling.
Het maakt dus niet of nauweliiks uit oÍ
medeleerlingen eenzelfde of iuist een
gemengd prestatieniveau hebben of
dat kinderen in kiassen met leeftiids-
genoten dan wei in combinatieklassen
zitten. Evenmin maakt het veel uit of
ze in klassen zitten met veel of weinig
ieerlingen uit eenzelfde sociaal milieu
of etnische groep of van dezelfde sekse.
Ook bliiken er nauweliiks verschilien
in effecten tussen subgroePen. Zo
maakt het voor allochtone noch au-
tochtone leerlingen veel uit of ze in
klassen met veel andere allochtone
leerlingen zitten.
voor het verbeteren van onderwiis-
pÍestaties van leerlingen heeft het dus
waarschiiniijk weinig zin de klassa-
menstelling aan te Passen.
Men kan zich afvragen waarom er
hooguit zeer kleine peergroup -efÍecten
worden aangetroffen. Een eerste reden
ls natuurliik, omdat ze eÍ gewoonweg
niet ziin. Leerlingkenmerken zoais so-
ciaal milieu en etnische herkomst blil-
ken veel belangrilker dan groepsken-
merken. Een veronderstelling is ook
dat Ieerkrachten bii een gewilzigde
klassamenstelling hun didactiek aan-
passen. Daar ziin echter geen aanwii-
zingen voor. Een mogeliikheid is te-
vens dat er verschillende peergroup-ef-
fecten tegelijkertiid in tegengestelde
richting werkzaam ziin. Dit betekent
dat ze tegen elkaar wegvallen en dat
het er dus op liikt alsof er geen effec-
ten zijn. Ten slotte zou het kunnen
liggen aan methodologische tekortko-
mingen. Maar de conclusie ivvoorals-
nog toch dat de peergroup geen factor
van belang liikt voor leerprestaties. /
Geert Driessen
C. Driessen,' Peergroup' effecten op on-
derwijsprestaties. Een internotionaol re-
view von effecten, verkloringen en theo-
retische en methodologische aspecten.
Nijmegen: 1T5, 2007.
U
o
i
Verkeerslawaai stoort schoolkinderen
Overvliegende vliegtuigen en geraas van auto's heeft effect op de concentratie
en het begriipend lezen van schoolkinderen. Dat bliikt uit het proefschrift van
gezondheidswetenschapper Elise van Kempen'
Hoe hebt u de effecten onderzocht? en effecten op hartvaatstelsel bij kin-
Ik heb een meta-analyse van bestaan- deren en voiwassenen te onderzoe-
de studies gedaan om de relatie tussen ken. Daarnaast heb ik binnen het zo-
transportgeluid, dus lawaai veroor- geheten RANCH-onderzoek zelf data
zaakt door wegverkeer en vliegtuigen, verzameld. We hebben de effecten
didaktlef NR 3 / MAART 2008
van geluid onderzocht bii 3000 kinde-
ren uit groep 7 die in de buurt van
Schiphol, London Heathrow en Ma-
drid Barajas wonen. Daarbii hebben
we behalve naar de effecten oP ge-
24