3. • p. 16 Omwille van het feit dat de pers onze
campagne vooral wil ondersteunen indien
wij hen een primeur kunnen bieden wat de
beelden betreft, is de startdatum voor
uitlevering van affiches, flyers en
magazines voorzien op 29 oktober.
• We beginnen de affiches, flyers en
magazines te leveren op 29 oktober. De
pers ondersteunt onze campagne namelijk
als we hen een primeur voor de beelden
bieden.
3
4. • p.17
arbeidsongeschiktheidsverzekeringsvoorwaarden;
armoedebestrijdingcommissie;
belangenbehartigingsbeleid;
gemeentereinigingsroltrommelhuisvuilophaalvrachtw
agensysteembegeleidingsdienst
• Voorwaarden om arbeidsongeschiktheid te
verzekeren
• Commissie om armoede te bestrijden
• Beleid om belangen (van X) te behartigen
• Dienst om het systeem te leren bedienen waarmee
de gemeentelijke vrachtwagens met roltrommel
werken die het huisvuil ophalen.
4
5. 5
• p.17 Het meenemen van een geldig
paspoort is verplicht.
• U moet een geldig paspoort
meenemen.
6. • In elke gemeente worden vandaag de dag etnisch-culturele
minderheden geteld onder haar inwoners. Bijna elke gemeente
wordt dan ook geconfronteerd met de uitdaging om deze
diversiteit een plaats te geven in zijn (= haar) beleid. Hoe schrijft
men een beleid naar minderheden uit, hoe bereikt men etnisch-culturele
minderheden? Verder is het belangrijk dat er meer
diversiteitsmanagement komt in de dienstverlening, moeten er
effectieve methodieken voor inspraak en participatie ontwikkeld
worden, en hebben allochtonen nood aan meer en aangepaste
info over de werking van de gemeente waar ze in verblijven.
Elke gemeente telt vandaag 'hoeveel inwoners zij heeft van
etnisch-culturele minderheden'.
OF: 'onder haar inwoners etnisch-culturele minderheden.'
• Haar beleid moet mensen uit minderheden die van elkaar
verschillen bereiken. Hoe pakt een gemeente zo’n beleid aan?
• De gemeente moet ook de dienstverlening aan de minderheden
aanpassen en doeltreffende methodes ontwikkelen om haar
inwoners te betrekken en inspraak te geven. Allochtonen
hebben verder nood aan meer en aangepaste info over hoe de
gemeente werkt waar ze in verblijven.
6
7. • Het inzien van het belang van het vermijden
van naamwoordstijl en nominalisering kan
een bijdrage leveren tot het leesbaarder
schrijven.
7
Als je inziet dat je naamwoordstijl en
nominalisering moet vermijden, zul je
leesbaarder schrijven.
BETER: je schrijft leesbaarder als je
naamwoordstijl en nominalisering vermijdt.
8. • p.19 De verkeersborden die het college van burgemeester
en schepenen [mede op grond van de reacties van de
bewoners en andere belanghebbenden ] plaatste om
vrachtwagens boven een bepaalde maximumlengte te
weren uit de straat maken het mogelijk om schade aan de
[nieuw ingerichte] straat, [veroorzaakt door vrachtwagens
waarop de straat niet is berekend,] te verhalen op de
veroorzaker.
• Het college van burgemeester en schepenen plaatste
verkeersborden om vrachtwagens met meer dan acht
meter lengte uit de straat te weren. Bewoners hadden
daarom gevraagd. Door die borden kan de gemeente de
schade aan de straat, die nieuw was ingericht, verhalen op
de veroorzaker. (De straat is namelijk niet berekend op
zware vrachtwagens.)
8
9. • p. 19 De [ door u op 1 oktober aan het
fietspad in de Abdijlaan uitgevoerde]
onderhoudswerkzaamheden voldoen
niet aan de contractvoorwaarden.
• U voerde op 1 oktober onderhoudswerk
uit aan het fietspad in de Abdijlaan. Dat
werk voldoet niet aan de voorwaarden
van het contract.
9
10. • p. 20 En dat is ook waar ze in Brazilië volop
mee bezig zijn. (...) Een leuk idee dat enkele
winkels al doen, is kort na een evenement een
FairTrade@Home te organiseren. (...) Het is
namelijk zo dat we met een aantal perstitels
in gesprek zijn.
• En daar zijn ze in Brazilië volop mee bezig. (...)
Enkele winkels organiseren al kort na een
evenement een FairTrade@Home. Leuk. (...)
We zijn met een aantal perstitels in gesprek.
10
11. • p. 20 Pas deze tips ‘met betrekking tot’
een vlotte taal ‘ten aanzien van’ de lezer
‘met het oog op’ scoren nu maar eens
toe.
• Pas deze tips voor een vlotte taal toe
naar de lezer om te scoren. (maar nog
teveel stapeling van voorzetsels)
• BETER: Pas deze tips voor een vlotte taal
toe naar de lezer. Zo scoor je.
11
12. • Het is niet waar ik niet in de eerste plaats voor kies.
Ik kies eerst voor 'X'. (x = vervanging van verwijswoord)
• Het bestuur voelt er, tenminste niet op dit moment niets
voor.
Het bestuur voelt nu niets voor 'X'. (x = benoem
waarvoor)
• We doen er alles aan om te vermijden dat dit niet nog
eens gebeurt. We zijn echter evenmin niet
verantwoordelijk voor de inhoud van de
reclameboodschappen.
• We willen vermijden dat X nog eens gebeurt (was de
bedoeling maar staat er omgekeerd).
• We zijn echter niet verantwoordelijk voor de inhoud van
de reclameboodschappen. (waarschijnlijk de bedoeling)
• We doen er alles aan opdat dit nog eens gebeurt. We zijn
namelijk verantwoordelijk voor de inhoud van de
reclameboodschappen. (= wat er staat). 12
13. STAPPENPLAN
Voor WIE schrijf je: profielschets
WAAROM schrijf je: doel van de tekst:
formuleer je boodschap in slogan of kopregel
(bij persuasieve brief, folder/flyer)
WAT schrijf je: formuleer je onderwerp in
één onderwerpregel (infobrief) of
hoofdgedachte (aankondiging, bericht, artikel
HOE schrijf je: ontwerp een structuur en
strategie
15. Lezergerichtheid
1. Niet ‘wij’ maar ‘u’!
Wij bieden u een ruim aanbod aan
rondleidingen.
U vindt bij ons een rondleiding op maat. (u
verneemt, u kunt rekenen op, …)
16. Lezergerichtheid
2. Denk aan de psychologie van de lezer
Roken is ongezond en kan kanker
veroorzaken
Roken tast je potentie aan / bezorgt je
vroeger rimpels / maakt je een outsider
17. Lezergerichtheid
3. Geef duidelijke en positieve instructies
Aarzel niet ons te contacteren als u nog
vragen hebt.
Nog vragen? Bel naar Griet op het nummer
03 229 09 90, elke werkdag van 9 tot 17 uur
18. Lezergerichtheid
4. Gebruik de taal van de lezer
Het comité kent u het recht toe op
maatschappelijke integratie in de vorm van
een aanvullend leefloon als samenwonenden.
U ontvangt in oktober 159,58 euro. Dit
bedrag is een aanvullend leefloon omdat u
samenwoont.
19. Lezergerichtheid
5. Mijd lege woorden en ‘marketingtaal’
Prachtige landschappen, heerlijk eten, leuke animatie …
als u met ons reist, geniet u de beste service
Maak concreet met voorbeelden. Een paëlla eten terwijl
u uitkijkt over… en Spaanse gitaarmuziek weerklinkt.
Prachtige beeldenverzameling in een uniek decor,
heerlijk eten in het M-café, leuke animatie en
interessante rondleidingen… als u naar ons komt, geniet
u de beste service op ongeziene wijze in een boeiende
dialoog tussen kunst en publiek.
20. Lezergerichtheid
6. Spreek de lezer rechtstreeks aan
Het fotoboek kan worden besteld aan het
onthaal.
Wij organiseren een infonamiddag over…
U kunt het fotoboek bestellen aan het
onthaal.
Wilt u graag meer weten over …?
21. Lezergerichtheid
6-bis. Spreek de lezer rechtstreeks aan, maar...
Wij hopen jullie talrijk te ontmoeten
is zendergericht, want lezer is altijd alleen
en heeft ook geen greep op het aantal
bezoekers dat jij hoopt te ontmoeten.
22. Lezergerichtheid
7. Toon het voordeel voor de lezer
Wij bieden een waaier aan oplossingen
voor uw meest diverse opbergproblemen.
U wilt uw tijdschriften en papieren handig
kunnen opbergen én ook snel weer
terugvinden? Met onze …
23. Lezergerichtheid
8. Breng het onderwerp naar de lezer
Sluikstorten bezorgt onze vuilnisophaal-dienst
veel extra werk en betekent ook
hogere uitgaven.
Wat zou u ervan vinden als u op een dag
een verroeste koelkast op uw trottoir,
parking of oprit vond?
24. Lezergerichtheid
9. Doseer je info
Geef genoeg maar niet teveel informatie
Zorg voor structuur en een logische
volgorde
25. Lezergerichtheid
10. Waak over je toon
Iedereen met een greintje verstand weet
dat glazen flessen in de glasbak horen.
Breng uw glazen flessen altijd naar de
glasbak.
26. De infobrief – 3 A’s
antwoord op vraag om info
• Wordt je Aandacht getrokken?
• Begrijp je brief meteen?
LEESBAAR
• Voel je je Aangesproken?
LEZERGERICHT
• Hoe ervaar je de toon van de brief?
LEZERVRIENDELIJK
• Wat ga je doen of overwegen? Zet de brief je aan
tot Actie?
EFFECTIEF
26
27. Persuasieve brief p 95-97
• Wordt je Aandacht getrokken?
• Begrijp je brief meteen?
LEESBAAR
• Voel je je aangesproken?
LEZERGERICHT & -VRIENDELIJK
• Wat overtuigt je om de boodschap Af te wegen?
PERSUASIEF
• Wat ga je doen of overwegen? Accepteer je het
standpunt of de boodschap?
EFFECTIEF 27
28. Inhoud persuasieve brief p 95
• Sprekende beschrijving van product, situatie of idee?
• Toon je verifieerbare feiten gunstig voor lezer?
• Rationele argumenten in logische redenering?
• Ondersteunen emotionele elementen rationele?
• Gezagsargument of testimonial: halo-effect?
• Op welke behoefte van lezer speel je in?
MASLOW (p 82-83): voor marketeers
+ MARK (p 83): voor wie verder wil: de plakfactor
talenten realiseren; schoonheid, kennis; betrokkenheid
• HUMOR: in anekdotes, beeldspraak, citaten, herhaling,
stijlfiguren, ...
28
29. Opbouw persuasieve brief p 95
• A Trek de Aandacht, wek met een herkenbare
situatie belangstelling.
• I Wek Interesse: laat aantrekkelijke, positieve
kanten zien, speel in op behoeften.
• D Stimuleer de wens en het verlangen (Desire),
som voordelen op, motiveer om het aanbod, de
idee of het standpunt te aanvaarden.
• A Zet aan tot Actie, besluitvorming,
opinievorming.
• Attention – Interest – Desire - Action
29
30. • A.
• Vindt u het fijn ’s ochtends frisse lucht op
te snuiven, uw rondje te joggen? Vindt u
het ook fijn als uw kinderen bij mooi
weer de tuin in kunnen of naar het park
gaan spelen? (lokale context)
• OF: de ‘fear appeal’ -aanpak
• Moet u ook zo hoesten als u buiten gaat?
30
31. • I.
• Wist u dat de vervuiling veel inwoners van
onze gemeente de adem beneemt? Dat fijn
stof voor iedereen gevaarlijk is?
• OF:
• Dat komt door de vervuilde lucht die onder het
lage wolkendek blijft hangen en maar niet wil
wegtrekken. Deze gevaarlijke situatie blijft nog
een tijd aanslepen.
• U en ik hebben daar last van maar
astmalijders kunnen helemaal niet meer de
straat op zonder onderweg in elkaar te zakken.
31
32. • D.
• Ook u kunt de luchtkwaliteit in onze gemeente helpen
verbeteren.
• Door u niet met de auto te verplaatsen, helpt u uw mede
Mollegemnaren weer vrijer te ademen. De kinderen in onze
gemeente die aan astma lijden, onze senioren met
longproblemen, … zij zullen u dankbaar zijn! (een beroep
doen op verantwoordelijkheidsgevoel, gevoel om ‘goed te
doen’, anderen te helpen)
• Bovendien is een fiets- of wandeltochtje ook goed voor uw
lijn, conditie en gezondheid. Dokters raden ons aan ten minste
een half uur per dag te bewegen. (inspelen op het ‘eigen
voordeel’)
• Wees gerust, ook de industrie krijgt van ons de aansporing om
hun schadelijke uitstoot te verminderen. (bijkomend
argument)
32
33. • A.
• Laat uw auto, moto of bromfiets drie
dagen aan de kant. Neem de fiets of de
bus. Hebt u last van de ademhaling, blijf
dan binnen. Zo zorgt u er mee voor dat
kinderen in de tuin kunnen blijven spelen
en u uw rondjes kunt lopen.
• Doe niet of er geen vuiltje aan de lucht
is en laat uw auto staan!
33
34. Persuasieve tekst p 72
• Informeren opiniëren overtuigen
instrueren
• Welke vorm? Zie p87-88
• Beïnvloeden van KENNIS = overtuigingen, attitudes
en waarden
beïnvloeden van GEDRAG
HOE? Info – emotie – recente gedrag als richtlijn (vbn
p 73)
+ de subjectieve norm = wat anderen vinden (vb p 74)
VORMING VAN ATTITUDES 34
35. Persuasieve tekst
Het A3-model p 74
LEZER NEEMT DRIE BESLISSINGEN
• Besteden ze Aandacht aan de tekst?
sluit aan bij voorkennis / kom met iets nieuws / verrassends
• Wegen ze de boodschap zorgvuldig Af?
op basis van argumenten en/of emotionele elementen
samenhangend & helder opgebouwd / getuigenis/ halo/
herkenning
• Accepteren ze het standpunt van de tekst?
35
36. Het A3-model – AANDACHT p 75
TEKST = INTERESSANT ALS
• Sluit met nieuwe info aan bij voorkennis
• Spreek verwachtingen van de lezer tegen
• Speel in op gevolgen voor de lezer =
consequentiebetrokkenheid
• ‘Sluit aan bij’ / ‘druis niet in tegen’ wat lezer
heilig is = waardebetrokkenheid
• Opmerking: maak tekst interessant genoeg
om een leesinspanning te doen.
36
37. Het A3-model – AFWEGING p 76
• LEZER WIL ZEKERHEID OVER CORRECTE
ATTITUDE
– als onderwerp grote consequenties heeft
– als gepropageerde standpunt neutraal is - vinden ze
niet correct (aanvaardbaar) of incorrect (verwerpelijk)
• Lezer moet HET MINSTE MOEITE doen
– als zijn voorkennis groot is
– als hij zeker wil zijn of zijn attitude correct is
37
38. Het A3-model – ACCEPTATIE p 77-78
• Als lezer standpunt als correct evalueert
• Als hij de tekst systematisch verwerkt
• Als hij al een bestaande attitude heeft
tegenover onderwerp en dat oordeel
systematisch is verworven
JE HEBT GEEN INVLOED OP:
• stemming – context – intelligentie –
zelfvertrouwen van de lezer
38
39. Het A3-model en keuze van de
inhoud
INHOUD invloed op de drie beslissingen p 79
• Aandacht als je interesse wekt door selectie van
de info en door de formulering
• Afweging als inhoud veel gewicht heeft en
weinig moeite vraagt
• Acceptatie als je ‘t kort houdt en aannemelijk
maakt dat een gevolg wenselijk/onwenselijk fear
appeal) is + waarschijnlijk is p 78
39
40. Het A3-model: vuistregels voor
keuze van de inhoud p 81
• jouw geloofwaardigheid bij sterk imago
• geloofwaardige getuige (een testimonial)
• betrouwbare eigenschappen van je bron
• herkenning van de getuige als mens
• je geloofwaardigheid en die van de getuige
• de consensusidee
• laten voelen dat er veel argumenten zijn
• Ontkrachten van de ‘eigen-schuld-regel’
40
41. Benadering van de INHOUD
• Wie heeft de grootste kans op
succes?
Man A: "Ik wil niet dik zijn. Ik volg
een dieet, omdat ik geen bierbuik
meer wil."
Man B: "Ik wil een strak lijf. Ik volg
een dieet om een sixpack te
kweken."
41
42. Benadering van de INHOUD
• Uw klant vraagt:
"Levert u ook op zaterdag?"
U antwoordt rechttoe rechtaan:
"Geen probleem.“
• Beter zou zijn:
"Ja, natuurlijk.“
• Ons brein denkt in beelden. Het kan 'géén
probleem' pas zien zodra het 'probleem' heeft
verwerkt. Gevolg? Het begrip 'probleem' blijft
sluimeren. En daarmee associeert de klant uw
service. 42
43. Benadering van de INHOUD
• "Levert u ook op zaterdag?“
"Geen probleem. Dat kost niets extra.”
• Probleem! Kosten! Extra!
zijn 'roze olifanten‘. Zo noemt Bill McFarlan
begrippen die je wel móét onthouden – of
je nu wilt of niet. "Denk niet aan een roze
olifant. Komaan, vooral geen roze olifant!”
• "Levert u ook op zaterdag?"
"Ja, natuurlijk: net zo snel en voordelig
als op weekdagen.“ roze wolkjes
43
44. Benadering van de INHOUD
• Ontkenningen werken tegen. Vervang ze dus.
• Maar wat met negatief gekleurde woorden? Ze
schreeuwen luider om aandacht dan positieve.
Bent u een idioot?
Een e-mail met zo'n onderwerpregel wordt altijd
open geklikt. Maar uw lezer koppelt je
organisatie wel aan 'idioten' …
Verliest u elke maand 30 euro?
Deze onderwerpregel is wel oké. Want hij speelt
in op de angst voor verlies. Die emotioneel
dubbel zo zwaar weegt als een vergelijkbare
winst. => FEAR APPEAL
44
45. Oefeningen p. 122
1. Wat is verschil in aanpak,
benadering van de lezer
tussen de twee teksten: RIJ
VEILIG BIJ MIST (intro van
de overheidsfolder)
2. Welke boodschap verkies
je in de Greenpeace
teksten? Waarom? 45
46. Herschrijving intro folder ‘mist’
Ook bij mist kunt u veilig
thuiskomen. U leest hier
tien tips om ongevallen te
voorkomen. Zo rijdt u
probleemloos en speelt u
op veilig. Uw kinderen zien
u gegarandeerd terug
46
47. Wat maakt een tekst helder?
Links: intellectueel – rationeel p 38
• Wat is de hoofdgedachte? (inhoud in twee regels)
• Wat is de basisboodschap en de inzet van het stukje?
• Hoe is de tekst opgebouwd? Ontwikkeling van gedachtegang en
structuurlijn? Externe en interne structuuraanduiders en/ of
doorleesstimuli?
• Zijn er blikvangers? Koppen, streamers/quotes, illustraties?
• Is er een intro & uitsmijter?-
• Hoe zijn de alinea’s opgebouwd? Kernzin van de alinea?
• Wat is het doel van de tekst? Informatief; opiniërend; beschouwend;
amuserend; instructief; activerend; persuasief; wervend…?
• Is de tekstsoort aangepast aan doel en voor welke doelgroep?
• Hoe loopt de aandachtscurve van de lezer of hoe zijn de
spanningsbogen opgebouwd?
47
48. Wat maakt een tekst levendig? rechts:
48
zintuiglijk- creatief- lezergericht p 38
• Hoe is INHOUD verwoord?
– Waarneming: beelden, geluiden, citaten, dialoog…
– Illustraties, voorbeelden, veelzeggende details
– Associatieve en creatieve formuleringen
– Ritmisch, muzikaal , in klankrijke verwoording
• Hoe is de TOON?
– Neutraal – positief - negatief?
– Hoe richt de tekst zich tot de lezer (of niet)? Doelgroep?
– Hoe lezer(on)vriendelijk is de tekst?
• Hoe is de STIJL?
– Vanuit welk perspectief ‘verteld’?
– Hoe afwisselend is de woordkeus, zinsbouw, zinslengte, zinstype?
– Zijn er verrassende stijlfiguren? Woordspeling, contrast, paradox,
herhaling, personificatie
– Zijn er typerende adjectieven, plastische werkwoorden?
kwalificerende bijv. nwdn