2. •2
Traditionele Arbozorg
• Arbowetgeving als basis
• Protocollering (beleid, procedures, infrastructuur) als instrument
• Focus ligt op de vorm: beheersing van problematiek
• Resultaat: risico van schijnzekerheid
3. •3
Moderne Arbozorg
• Basis: Stimulering gewenst gedrag
• Organisatiecultuur is instrument
• Besef = rationeel en planmatig ontwerp is beperkt, focus op wat werkelijk is
(essentie)
• Resultaat: heersende organisatiecultuur toont de mate waarin
verantwoordelijkheid genomen wordt tot het realiseren van veiligheid en
gezondheid
4. •4
Organisatiecultuur
• Persoonlijkheid /karakter van de organisatie
• Optelsom van gedrag van individuen binnen een organisatie
• Sociale interacties tussen management en medewerkers, medewerkers
onderling, medewerkers derden etc.
• Set van ongeschreven regels en verwachtingen (zo doen we dat hier)
• Hardnekkig en langdurig
• Daadwerkelijk beleden realiteit (versus de papieren beschreven of bedoelde)
5. •5
Complexiteit cultuurverandering
• Cultuur bestaat uit meerdere lagen (Argyris)
1. Basisaannames Rationeel weten hoe je moet handelen en denken (gewenst
gedrag; beleden waarden; intenties; wat we ZEGGEN te doen)
2. Waarneembare gedrag Uitingen van de cultuur (wat we WERKELIJK doen)
• Ontwerpbenadering: Cultuurverandering focust zich vaak op de
basisaannames (beleden) en te weinig op onderliggende procesfactoren
(persoonlijke overtuigingen, waarden, emoties, denkramen, belangen etc.).
• Ontwikkelbenadering: Cultuurverandering focus zich op het vertalen van
intenties (1.) naar het feitelijke gedrag (2.). Procesfactoren krijgen de
aandacht.
6. •6
azM en Arbozorg
• Traditionele protocollaire aanpak optimaal geregeld (Gecertificeerd
Arbozorgsysteem)
• Besef: gedrag management en medewerkers uiteindelijk bepalend voor te
realiseren kwaliteit en voorkomen van fouten
• Effectieve implementatie van wat beschreven staat vereist dat management
en medewerkers zich kunnen, willen en dúrven te gedragen als
‘probleemeigenaar’ (weten wat risico’s en oplossingen zijn en daarnaar
handelen)
7. •7
azM en Cultuurverandering
Focus op:
Allignment tussen doelstellingen arbobeleid en ongeschreven regels waarnaar
men zich – meestal onbewust – gedraagt en die worden overgedragen en
bevestigd door sociale interacties
‘Zich vanuit vanuit intrinsieke motivatie zichtbaar gedragen naar wat op papier
staat’
8. •8
Integrale benadering
•Horizontaal: technologische, organisatorische, gedragsmatige doelstellingen
richten op ‘gezonde werkomgeving’ waarbij er zowel aandacht is voor fysieke als
psychosociale arbeidsbelasting
•Verticaal: doelstellingen stemmen overeen met onderliggende waarden,
overtuigingen, betekenissen en beïnvloeden elkaar in positieve zin.
9. •9
Concreet:
1.(H)erkenning paradigmashift Arbozorg en aanpak Cultuurverandering
2.Identificeren cultuurkenmerken die leiden tot bereiken gewenste doelen:
maatwerk + betrokkenheid gehele organisatie
3.Cultuurdoelen benoemen vanuit PSA perspectief (prettige psycosociale
werkomgeving betekent acceptabele gedragsnormen)
4.Concretiseren gewenst en ongewenst gedrag
5.Faciliteren sociale dialoog als gezamenlijk ontwikkel (leer)proces = dynamisch
en continu proces.
10. •9
Concreet:
1.(H)erkenning paradigmashift Arbozorg en aanpak Cultuurverandering
2.Identificeren cultuurkenmerken die leiden tot bereiken gewenste doelen:
maatwerk + betrokkenheid gehele organisatie
3.Cultuurdoelen benoemen vanuit PSA perspectief (prettige psycosociale
werkomgeving betekent acceptabele gedragsnormen)
4.Concretiseren gewenst en ongewenst gedrag
5.Faciliteren sociale dialoog als gezamenlijk ontwikkel (leer)proces = dynamisch
en continu proces.