Good Stuff Happens in 1:1 Meetings: Why you need them and how to do them well
HCM 2 april2016 over Het Hofjesboek in aantocht
1. ZATERDAG 2 APRIL 2016
Achtergrond
een invloedrijke en internationaal
georiënteerde afdeling voor ves-
tingbouw had. Je hebt ook veel
anonieme, verscholen hofjes, maar
Hofje Meermansburg is een voor-
beeld van een hofje dat er juist
wezen mocht. De stichter wilde
laten zien dat hij zich als goed
christen bekommerde om zijn
naasten die niet meer in hun eigen
levensonderhoud konden voorzien.
Tegelijkertijd wilde hij de stad iets
moois nalaten, in dit geval een
poortgebouw waarvoor kosten
noch moeite werden gespaard. Het
werd ontworpen door de destijds
beroemde architect Jacob Roman,
de latere hofarchitect van stadhou-
der Willem III die ook tekende
voor Paleis Het Loo in Apeldoorn.”
Verstilde sfeer
Aan de hand van een kaart van
Leiden die ook in haar boek voor-
komt heeft Wilms Floet een route
langs een half dozijn hofjes uitge-
stippeld, maar er zal deze middag
weinig van terecht komen. Over
het tussen 1680 en 1683 gebouwde
Hofje Meermansburg raakt ze al
niet uitgepraat. En eigenlijk maakt
de entree van dit ene hofje al dui-
delijk waarom veel mensen zo
verzot zijn op deze ’verborgen
schatten’ die, om Wilms Floet te
citeren, ’als groene, semiopenbare
haarvaten van het stedelijk net-
werk sterk bijdragen aan de kwali-
teit van een stad’. Terwijl er op de
in de schaduw gelegen Oude Vest
een gure wind staat, heerst aan de
andere kant van het monumentale
poortgebouw letterlijk en figuur-
Met het Johan Enschedéhofje huis-
vest Haarlem ook het meest recente
hofje: het werd in 2007 in gebruik
genomen en onderstreept volgens
Wilms Floet ’dat het hofje in de
loop der eeuwen niets aan actuali-
teitswaarde heeft ingeboet’. „Er is
nog steeds behoefte aan de gebor-
genheid van het hofje. Als deze
besloten woonomgeving op de
juiste wijze wordt vormgegeven, is
het nog steeds heel aantrekkelijk
voor bepaalde groepen stadsbewo-
ners.”
Architectonische kwaliteit
Wilms Floet vertelt het op de Oude
Vest in Leiden, voor de poort van
Hofje Meermansburg. Want Haar-
lem mag zowel het oudste als het
jongste hofje binnen de gemeente-
grenzen hebben, voor de bouw-
kundig ingenieur is Leiden dé
hofjesstad van Nederland. „Van de
38 hofjes die de stad ooit telde, zijn
er maar liefst 32 behouden geble-
ven. Ter vergelijking: in Amster-
dam zijn 25 van de 51 hofjes inmid-
dels verdwenen en in Gouda zelfs
22 van de 24 hofjes die de stad ooit
telde.”
Dat in Leiden zoveel hofjes werden
gesticht, was volgens de docent en
onderzoeker aan de faculteit
Bouwkunde van de TU Delft te
danken aan ’een buitengewoon
gunstig klimaat voor hofjesstich-
tingen van hoge architectonische
kwaliteit’. „Leiden was de grootste
en welvarendste textielstad onder
de Hollandse steden. De stad huis-
vestte bovendien de Leidse Univer-
siteit, die in de zeventiende eeuw
lijk een heel ander klimaat. In de
zonovergoten en luwe binnentuin
zitten enkele huurders van de
dertig woningen buiten, te lezen of
gewoon te ’spragen’.
„Op deze plek stond vroeger kloos-
ter Nazareth”, legt Wilms Floet uit,
terwijl ze automatisch haar stem
dempt om de verstilde sfeer in de
binnentuin niet te verstoren. „Na
de reformatie kreeg ook dit kloos-
ter een andere bestemming, in de
vorm van huisjes voor textielarbei-
ders. Hofje Meermansburg dankt
zijn naam aan de stichters, VOC-
bewindsman Maerten Meerman en
zijn vrouw Helena Verburgh. Het
hof was bedoeld voor ’eerbare,
nugtere weduwen ofte vrouwsper-
sonen’. Ze moesten minstens 40
jaar oud zijn en ’van goede naam
en faam’.”
Sociale functie
Nederland telt anno 2016 nog on-
geveer 150 hofjes en Wilms Floet
heeft ze de afgelopen jaren vrijwel
allemaal bezocht. Vanuit verschil-
lende invalshoeken analyseert ze in
haar boek 214 nog bestaande of
verdwenen hofjes in de historische
binnensteden van acht steden:
Amsterdam, Haarlem, Leiden,
Gouda, Den Haag, Delft, Rotter-
dam en Dordrecht.
Glimlachend: „Er zijn meer steden
met hofjes, zoals Schiedam en
Vlaardingen. En gelet op het aantal
en de lokale kenmerken van de
hofjes in Alkmaar, had ook die stad
goed in deze studie gepast. Maar
omdat mijn tijd en energie helaas
niet onbeperkt zijn, moest ik een
keuze maken.”
Uiteraard komt in het boek van
Wilms Floet de sociale functie van
hofjes aan bod: van een door rijke
particulieren gefinancierd sociaal
vangnet, veranderden ze in de loop
der eeuwen in een stedelijke woon-
vorm voor alleenstaanden in de
sociale huursector. Nieuw is dat
Wilms Floet ook nadrukkelijk
inzoomt op de architectonische en
stedenbouwkundige eigenschap-
pen van hofjes. „Alle hofjes in het
boek hebben een combinatie van
grondgebonden woningen, een
groen karakter en een bijzonder
woonprogramma met elkaar ge-
meen”, legt ze uit. „Maar hét hofje
bestaat niet. Afhankelijk van de
veranderende maatschappelijke
opvattingen en architectonische en
stedenbouwkundige ontwikkelin-
gen, is het hofje in de loop der
eeuwen in feite steeds opnieuw
uitgevonden.”
’Alleen, maar ook samen’
De komende decennia blijft het
’hofjes-concept’ een aantrekkelijke
compacte bouwvorm bieden voor
stedelijke bouwopgaven, voorspelt
Wilms Floet. „De in 1998 gereali-
seerde Mariaplaats in Utrecht laat
zien hoe goed je met een hofje een
gat in de binnenstad kunt opvul-
len. In de huidige participatiesa-
menleving kunnen kwetsbare
mensen onder het motto ’alleen,
maar ook samen’ dankzij een hofje
wellicht zelfstandig blijven wonen.
En sinds kort wordt de geborgen-
heid van het hofje ook in de strijd
gegooid om mensen uit een hogere
sociale klasse te verleiden zich als
collectief te vestigen dan wel te
blijven wonen in de stad.” ■
Wat is het geheim van het hofje, de besloten woonomgevingen
met kleine huisjes rondom één centrale binnentuin die als
verstilde, groene oases een rustpunt vormen in veel Hollandse
binnensteden? Als iemand het antwoord op die vraag weet is
het wel Willemijn Wilms Floet: ze promoveerde in 2014 op het
onderwerp en schreef er vanuit een architectonische
invalshoek een prachtig geïllustreerd boek over. Tijdens een
wandeling door Leiden blijkt dat ze na al die jaren nog steeds
niet uitgekeken is op hofjes.
Tekst: Cees de Geus
Willemijn Wilms in het Oude Vest Meermanshof in Leiden. FOTO TACO VAN DER EB
Geheim
van het
hofje
Leiden dé
hofjesstad van
Nederland
Hofje van Staats in Haarlem en (l) Samuel de Zee’s hof in Leiden. FOTO'S KATJA EFFTING
H
et Hofje de Bake-
nesserkamer in
Haarlem is het
oudste nog be-
staande ’hofje van
liefdadigheid’ in Nederland. Op
initiatief van een rijke weldoener
bood het vanaf 1395 onderdak aan
een groep behoeftige ouderen. In
alle soorten en maten vond het
concept, om die moderne term
maar eens te gebruiken, in de eeu-
wen erna ongeveer 400 keer navol-
ging, met name in Noord- en Zuid-
Holland.
Boek
Het hofje. Bouwsteen van
de Hollandse stad, 1400-
2000. Auteur: Willemijn
Wilms Floet. Uitgever:
Vantilt, Nijmegen. Aantal
pagina’s; 242. Prijs: 24,94
euro tot 1 juli, daarna
29,95 euro.
Het Gravinnehofje (2001)
in Haarlem wordt alge-
meen beschouwd als een
minder geslaagd voor-
beeld van een hofje. De
studie van Wilms Floet
naar het architectonische
ontwerp van hofjes,
heeft enkele voorwaar-
den voor succes opgele-
verd:
-er is altijd sprake van
laagbouw en de voordeu-
ren van de woningen
liggen direct aan het
hofje;
-de verbinding tussen
het hofje en de straat
moet zorgvuldig en met
aandacht voor detail
worden aangelegd;
-om het hofje deel te
laten zijn van de stad
mag het hoogteverschil
tussen de straat en het
hofje niet meer bedragen
dan een halve verdieping
en moet het met zorg
worden overbrugd;
-er is een architectoni-
sche eenheid vereist,
gekenmerkt door her-
haalde elementen en
ritme (ramen, deuren,
schoorstenen, dakkapel-
len), die een beeld van
rust en collectiviteit
oproept;
-de binnentuin is een
centrale collectieve groe-
ne ruimte voor de bewo-
ners, waar soms plaats is
voor bezoekers van bui-
ten;
-van belang is een be-
trokken opdrachtgever-
schap dat streeft naar
een zorgvuldig ontwor-
pen project waarin archi-
tectuur geen sluitpost is.
Wat maakt
een hofje
succesvol?
ZATERDAG 2 APRIL 2016
Achtergrond
’Het hofje. Bouwsteen
van de Hollandse stad,
1400-2000’ wordt op
zaterdag 9 april 2016
gepresenteerd in een van
de steden die prominent
aan bod komen in het
boek: Haarlem. Auteur
Willemijn Wilms Floet
houdt ’s ochtends eerst
een lezing voor een
besloten gezelschap, het
Landelijk Hofjesberaad,
en verzorgt vervolgens
om 17 uur een presenta-
tie bij Boekhandel Athe-
naeum (Gedempte Oude
Gracht 70).
Presentatie
in Haarlem