Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos op de Sacramentszondag (C) 2016 (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
Sacramentsdag (4ing rond Woord en Brood met Johan)
1.
2. 1 .
D a g m e n s e n o m m i j h e e n
i n d e z e k r i n g v a n h o o p ,
g e r o e p e n é é n v o o r é é n
t o t d i e n s t e n w e d e r d o o p .
D a g l e v e n s b o e k , G o d s w o o r d
d a t v u u r u i t s t e e n w i l s l a a n ;
d a g l e v e n s b r o o d , G o d s w o o r d
d a t v o e d t o m o p t e s t a a n .
2 .
D a g s a b b a t , l i e v e b r u i d ,
o n m i s b a a r z o n d a g s k i n d
d a t o n z e t o e k o m s t d u i d t
e n v a n b e v r i j d i n g z i n g t .
D a g l i e v e d a g v a n G o d
d i e k o m t d o o r a l l e s h e e n ,
d i e k e e r t o n s s c h i j n b a a r l o t ,
o n s e e u w i g h a n d g e m e e n .
5. Nada te turbe, nada te espante:
quien a Dios tienne nada te falta
Nada te turbe, nada te espante:
só lo Dios basta.
Laat niets je verontrusten,
laat niets je beangstigen.
Wie God heeft, ontbreekt niets,
God alleen is genoeg
(Taizé)
6. Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde,
Geest van licht en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
7.
8. We zijn geen vreemden voor elkaar
Al spreken we andere talen.
We zijn geen vreemden voor elkaar.
We zijn van één zon de stralen.
We vormen een geheel,
en jij en ik zijn deel -
waar één mens lijdt,
lijdt heel de wereld
We zijn naar hetzelfde beeld gevormd.
Al zien we met andere ogen.
We zin naar hetzelfde beeld gevormd.
Door één levensgeest bewogen.
We vormen een verbond,
zijn aan elkaar verwant,
waar één mens sterft,
sterft heel de wereld
We zijn een leven onderweg.
Al volgen we andere wegen.
We zijn een leven onderweg.
En wie komt geen ander tegen?
De grond van dit bestaan,
in vrede samengaan,
wie één mens redt,
redt heel de wereld
9. We zijn geen vreemden voor elkaar
Al spreken we andere talen.
We zijn geen vreemden voor elkaar.
We zijn van één zon de stralen.
We vormen een geheel,
en jij en ik zijn deel -
waar één mens lijdt,
lijdt heel de wereld
We zijn naar hetzelfde beeld gevormd.
Al zien we met andere ogen.
We zin naar hetzelfde beeld gevormd.
Door één levensgeest bewogen.
We vormen een verbond,
zijn aan elkaar verwant,
waar één mens sterft,
sterft heel de wereld
We zijn een leven onderweg.
Al volgen we andere wegen.
We zijn een leven onderweg.
En wie komt geen ander tegen?
De grond van dit bestaan,
in vrede samengaan,
wie één mens redt,
redt heel de wereld
10. We zijn geen vreemden voor elkaar
Al spreken we andere talen.
We zijn geen vreemden voor elkaar.
We zijn van één zon de stralen.
We vormen een geheel,
en jij en ik zijn deel -
waar één mens lijdt,
lijdt heel de wereld
We zijn naar hetzelfde beeld gevormd.
Al zien we met andere ogen.
We zin naar hetzelfde beeld gevormd.
Door één levensgeest bewogen.
We vormen een verbond,
zijn aan elkaar verwant,
waar één mens sterft,
sterft heel de wereld
We zijn een leven onderweg.
Al volgen we andere wegen.
We zijn een leven onderweg.
En wie komt geen ander tegen?
De grond van dit bestaan,
in vrede samengaan,
wie één mens redt,
redt heel de wereld
11.
12.
13.
14.
15. [Voorganger]
Ik geloof dat het leven
mij geschonken werd
door God, onze Vader, bron van liefde.
[Allen]
Ik geloof dat ik geroepen ben
om mee te werken aan een toekomst
die voor elke mens menswaardig is.
16. [Vg]
Ik geloof in die uitzonderlijke mens
die niet geleefd heeft voor zichzelf.
[Al]
Ik geloof in die mens
die wij kennen als Zoon van mensen
en Zoon van God,
die een ereplaats gaf aan mensen
die over het hoofd werden gezien.
17. [Vg]
Ik geloof dat zijn Geest onder ons werkt
als wij in zijn naam samen zijn
en wij elkaar levenskansen geven.
18. [Al]
Ik geloof dat zijn Geest
ons telkens weer aanspoort
om naar elkaar om te zien
en zo mensen te worden
met en voor elkaar
19. [Voorganger]
Ik geloof dat ons leven
niet zal eindigen in het zinloze niets
[Allen]
Maar dat wij eens zullen leven
bij de bron van liefde
die voor ons dit leven schonk.
Amen.
20.
21. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
22.
23. 1.
Om wel en wee om goed en bloed om brood en wijn in overvloed
Om leven dat gebroken moet, wordt elke mens geboren
Om leven dat nooit vergaat, om licht dat nooit op sterven staat
Om waarheid, die vrijheid laat, moet ik, moet jij herboren
2.
Om hart en handen voor elkaar,om thuis te wezen wie weet waar
Om God te zien in hem en haar, wordt elke mens geboren
Om vrede maar ongestoord, om naam te dragen ongehoord
Om liefde als laatste woord, moet ik, moet jij herboren
3.
Om eenmaal en om andermaal,
om één van hart en één van taal,
om mens te zijn, een nieuw verhaal
wordt elke mens geboren.
Om vrij en geen slaaf te zijn,
om eens voorgoed geleden pijn,
om goed zoals God te zijn
moet ik, moet jij herboren.
24.
25.
26.
27. Vg. Wij danken Jou, Vader,
dat Jij een God van mensen bent,
dat Je Je niet geschaamd hebt
onze God genoemd te worden.
Dat Jij ons kent bij onze naam,
dat Jij de wereld in Jouw handen houdt.
Al. Want daarom hebt Je ons geschapen
en daartoe ons geroepen in dit leven,
dat wij met Jou verbonden zouden zijn,
Jouw mensenvolk op deze aarde.
28. Vg. Gezegend ben Je om het licht van onze ogen
en om de lucht die wij ademen.
Wij danken Jou voor heel de schepping,
voor alles wat Je gedaan hebt
in ons midden door Jezus, Jouw zoon.
Al. Want waar hij was, die mens Jezus,
gingen doven de oren open
en vielen blinden
de schellen van de ogen.
29. Vg. Waar hij was
werd de besmette melaatse in de kring opgenomen
en werden zieken
de straffende vinger van God uit het hoofd gepraat.
Al. Waar hij was
werd brood en vis van harte gedeeld
en groeide uit ‘amper iets voor één’ :
‘overvloed voor allen’.
30. Vg. Hij vertelde over het dagelijkse leven: over een zaadje zo
klein en de boom zo groot, over een man met schuren vol en
zo arm als wat, over een kind dat wegliep en terugkwam.
Duidelijke taal voor wie horen kan.
Al. Onvergetelijk wat hij zei over vrije vogels
die zaaien noch maaien
en niet opslaan in schuren
maar geen gebrek lijden.
Over bloemen in ‘t wild:
ze zetten geen stap, ze spinnen geen draad
en er is geen mens die gekleed gaat als zij.
31. Vg. Vanaf de berg zag Hij de wereld op zijn kop.
Al. Zalig de armen,
want je bent niet gelukkig om wat je bezit
en je wordt niet rijk van wat je hebt; -
zalig die van wapens niet willen weten,
ze winnen de wereld zonder geweld; -
zalig die hun zinnen zuiveren,
ze vinden God in het diepst van hun hart; -
zalig die deemoedig zijn,
als een kind bij hun moeder
zijn zij geborgen bij God.
32. Vg. Zijn geloof heeft uiteindelijk
alles ten goede gekeerd.
Wat Hij heeft gezegd en gedaan,
die mens Jezus,
het kan ons niet meer worden ontvreemd,
in geen graf voorgoed begraven worden.
33. Al. Steeds weer zal het tot leven komen,
en uit de dood opstaan,
zal God zijn rijk doen komen op aarde
om steeds weer hetzelfde:
vrede en gerechtigheid,
op aarde als in de hemel,
Jouw naam geheiligd, Jouw wil gedaan.
34.
35.
36.
37. G a d a n o p w e g e n l a a t h o o p e n v e r w a c h t i n g j e l e i d e n
o o k a l z i j n p i j n e r v e r d r i e t
d o o r g e e n m e n s t e v e r m i j d e n .
W e e s n i e t b e v r e e s d ,
g a e n v e r t r o u w o p d e G e e s t
d i e j e v a n a n g s t z a l b e v r i j d e n .
G a d a n o p w e g
e n o n t m o e t o p j e r e i s m e d e m e n s e n ,
g e e f a a n e e n i e d e r
a l w a t j i j j e z e l f t o e z o u w e n s e n .
D a n , o n d e r ' t g a a n
z u l j e d e a n d e r z i e n s t a a n
e n o v e r s c h r i j d j e j e g r e n z e n .
n
38. G a d a n o p w e g e n l a a t h o o p e n v e r w a c h t i n g j e l e i d e n
o o k a l z i j n p i j n e r v e r d r i e t
d o o r g e e n m e n s t e v e r m i j d e n .
W e e s n i e t b e v r e e s d ,
g a e n v e r t r o u w o p d e G e e s t
d i e j e v a n a n g s t z a l b e v r i j d e n .
G a d a n o p w e g
e n o n t m o e t o p j e r e i s m e d e m e n s e n ,
g e e f a a n e e n i e d e r
a l w a t j i j j e z e l f t o e z o u w e n s e n .
D a n , o n d e r ' t g a a n
z u l j e d e a n d e r z i e n s t a a n
e n o v e r s c h r i j d j e j e g r e n z e n .
39.
40. ALLEN:
God van ons leven, bron van ons bestaan,
Jij wekt leven uit al wat lusteloos, windstil of verlaten lijkt.
Goed nieuws mochten wij dit uur van Jou vernemen:
ons dode bestaan heb Jij omgekeerd tot nieuw leven.
Jij gaf ons een nieuw elan
om zo het mooiste van onszelf te delen met elkaar.
Doe ons dan die wegen gaan,
wegen van hoop en uitzicht,
wegen waarop Jezus ons is voorgegaan
hier en nu, in tijd en eeuwigheid.