Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens zeventiende zondag door het jaar (C 2019) – Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
Onzevader. Klop en er zal worden open gedaan. (C17 2019)
1.
2. Voor mensen die naamloos,
kwetsbaar en weerloos
door het leven gaan:
ontwaakt hier nieuw leven,
wordt kracht gegeven:
wij krijgen een naam.
Voor mensen die roepend
tastend en zoekend
door het leven gaan:
verschijnt hier een teken,
brood om te breken,
wij kunnen bestaan.
Voor mensen die vragend,
wachtend en wakend
door het leven gaan:
weerklinken hier woorden,
God wil ons horen,
wij worden verstaan.
Voor mensen die hopend,
wankel gelovend
door het leven gaan:
herstelt God uit duister
Adam in luister:
wij dragen zijn naam.
7. Draag mij, God in barmhartigheid.
Til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid:
Vader, Moeder, God met ons.
(BruynoogheM/Taizé,BerthierJacques)
8. E e r t G o d d i e o n z e V a d e r i s ;
w e e s t a l l e n w e l g e m o e d .
L o o f t H e m , g i j z u l t i n v r e d e z i j n .
A a n b i d t a l w a t H i j d o e t .
U , H e e r , k o m t a l l e l e v e n t o e
e n w i e o f w a a r G i j z i j t ,
U i s d e m a c h t , U z i n g e n w i j
d a n k v o o r u w h e e r l i j k h e i d .
9. L a m G o d s d a t o n z e z o n d e n d r a a g t ,
n e e m d e z e l o f z a n g a a n .
G e d e n k o n s i n u w k o n i n k r i j k ,
w a n t J e z u s i s u w n a a m .
G i j d i e v o o r o n s t e n b e s t e s p r e e k t ,
M e s s i a s , o n z e H e e r .
O , é é n g e b o r e n Z o o n v a n G o d ,
k o m h a a s t i g t o t o n s w e e r .
(Oosterhuis/ 16° eeuw)(Huub Oosterhuis / 16° eeuw)
10.
11. M e t n i e t s v a n n i e t s z i j t G i j b e g o n n e n ,
h e b t s p r a k e l o o s h e t l i c h t g e z e g d ,
d e t i j d b e p a a l d , h e t l a n d g e w o n n e n ,
d e z e e ë n o p h u n p l a a t s g e l e g d .
12. D e b a n d e r d u i s t e m i s g e b r o k e n
e n h e t w e r d m o r g e n , d a g n a d a g ,
e e n w e r e l d i n h e t l i c h t g e s p r o k e n ,
e e n m e n s h e i d d i e b e g i n n e n m a g .
13. G e e n e i n d i n z i c h t . G e e n r u s t g e v o n d e n .
H e t l a n g s t e d e e l n o g n i e t g e g a a n .
G e e n e n g e l m e t o n s m e e g e z o n d e n
o m n a c h t e n o n t i j t e v e r s l a a n .
14. M e t l i c h t v a n l i c h t h e b t G i j g e s c h r e v e n
u w b o e k d a t o n s h e t l e v e n r e d t
d e w o o r d e n v a n u w t r o u w g e g e v e n .
E n v a n d i t l i e d d e t o o n g e z e t .
(Oosterhuis Huub / Oosterhuis Tjeerd)
(HuubOosterhuis/TjeerdOosterhuis)
15.
16. [Voorganger]
Ik geloof in de mens,
in de innerlijke goedheid van de mens.
Ik geloof in een wereld
waar wij allen kunnen leven
in respect en eerbied voor elkaar,
wie we ook zijn.
Geloofsbelevenis
17. [Allen]
Ik geloof niet in oorlog,
onverschilligheid en hardheid
als basis voor ons bestaan;
maar in goedheid, liefde,
vergeving en vrede.
Ik geloof dat we samen
aan deze wereld van liefde moeten bouwen,
in woord en daad.
18. [Vg.]
Ik geloof dat Jezus Christus ons
de weg heeft getoond
om dit in deze wereld waar te maken.
Ik geloof dat Hij
door zijn leven, lijden en dood
ons deed inzien
welke de echte waarden zijn in het leven.
19. [Al.]
Ik geloof ook dat ik in het volgen van Jezus
verbondenheid kan vinden
met Hem die Hij zijn Vader noemde.
En ik geloof en hoop
dat de wereld ooit voltooid zal worden
wanneer wij allen
weer in liefde zullen samenleven
in de Geest van de Vader en de Zoon.
Amen.
20.
21. Bewaar ons gebed,
wij vertrouwen Jou,
Jij toont ons de weg naar Leven
Bij Jou is vreugde,
hoop zonder einde.
(Taizé)
(Taizé)
26. Vg. Wij danken Jou, Vader,
dat Jij een God van mensen bent,
dat Je Je niet geschaamd hebt
onze God genoemd te worden.
Dat Jij ons kent bij onze naam,
dat Jij de wereld in Jouw handen houdt.
Al. Want daarom heb Je ons geschapen
en daartoe ons geroepen in dit leven,
dat wij met Jou verbonden zouden zijn,
Jouw mensenvolk op deze aarde.
27. Vg. Gezegend ben Je
om het licht van onze ogen
en om de lucht die wij ademen.
Wij danken Jou voor heel de schepping,
voor alles wat Je gedaan hebt
in ons midden door Jezus, Jouw zoon.
Al. Want waar hij was, die mens Jezus,
gingen doven de oren open
en vielen blinden
de schellen van de ogen.
28. Vg. Waar hij was
werd de besmette melaatse
in de kring opgenomen
en werden zieken
de straffende vinger van God
uit het hoofd gepraat.
Al. Waar hij was
werd brood en vis van harte gedeeld
en groeide uit ‘amper iets voor één’ :
‘overvloed voor allen’.
29. Vg. Hij vertelde over het dagelijkse leven:
over een zaadje zo klein en de boom zo groot,
over een man met schuren vol en zo arm als wat,
over een kind dat wegliep en terugkwam.
Duidelijke taal voor wie horen kan.
Al. Onvergetelijk wat hij zei over vrije vogels
die zaaien noch maaien
en niet opslaan in schuren
maar geen gebrek lijden.
Over bloemen in ‘t wild:
ze zetten geen stap, ze spinnen geen draad
en er is geen mens die gekleed gaat als zij.
30. Vg. Vanaf de berg zag Hij de wereld op zijn kop.
Al. Zalig de armen,
want je bent niet gelukkig om wat je bezit
en je wordt niet rijk van wat je hebt; -
zalig die van wapens niet willen weten,
ze winnen de wereld zonder geweld; -
zalig die hun zinnen zuiveren,
ze vinden God in het diepst van hun hart; -
zalig die deemoedig zijn,
als een kind bij hun moeder
zijn zij geborgen bij God. [rechtstaan]
31. [Vg.]
In dit vertrouwen
heeft Hij van het leven
afscheid genomen…
[consecratie]
Zo heeft Hij de hoop op leven
in het hart van de mensen neergelegd…
32. [Al.]
Zijn geloof
dat alles zich uiteindelijk ten goede keert.
Wat Hij heeft gezegd en gedaan,
die mens Jezus,
het kan ons niet meer worden ontvreemd,
in geen graf voorgoed begraven worden.
33. [Vg.]
Steeds weer zal het tot leven komen,
en uit de dood opstaan.
[Al.]
Steeds weer
zal God zijn rijk doen komen op aarde.
om steeds weer hetzelfde:
vrede en gerechtigheid,
op aarde als in de hemel,
Jouw naam geheiligd,
Jouw wil gedaan.
34. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden
ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven
aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
38. Wie durft nog spreken uit naam van god?
Wie kwam hem hier ooit tegen,
wie is nog om hem verlegen?
De lucht is dicht en sprookjes zijn verleden tijd.
Wie bidt nog: 'Vader, U, die in de hemel zijt'?
39. Wie weet waarom hij heeft afgedaan?
Waarom is hij geweken,
is hij elders neergestreken ?
Weet ik teveel of niet genoeg,
ben ik soms blind,
dat ik geen god of hemel in mijn leven vind?
40. Of moet ik t'rug waar het ooit begon,
naar armen en ontheemden
van dichtbij tot in den vreemde,
tot in de arme die ik zelf in wezen ben
en zal ik dan weer horen uitgesproken Hem ?
van Opbergen Jan