2. BIJLAGE VAN ELSEVIER MEDIA LAB
100 | TerZake
Architectuur
MVRDV, OMA, Mecanoo
Dans
De Stilte, Jan Martens,
Nederlands Dans Theater
Ontwerpers
Lidewij Edelkoort, Irma Boom,
Marcel Wanders
Film
Morgan Knibbe, Job Joris &
Marieke, Oeke Hoogendijk
Heritage
Anne Frank Stichting,
Rijksdienst Cultureel Erfgoed,
Rijksmuseum
Literatuur
Tommy Wieringa, Arnon
Grunberg, Herman Koch
DJ’s
W&W, Oliver Heldens, Chuckie
Fotografie
World Press Photo, Erwin Olaf,
Ruud van Empel
Theater
Toneelgroep Amsterdam,
Theater Terra, Etienne Borgers
Beeldende kunst
Atelier van Lieshout, Marlene
Dumas, Lonnie van Brummelen
& Siebren de Haan
DutchCulture houdt nauwkeurig bij welke kunstenaars de grens overgaan.
Dit is hun top-3 voor elke sector:
Boven Animatie van
het in 2017 te openen
cultureel centrum in
de Chinese stad
Shenzhen
Onder De mycelium-
chair van Eric
Klarenbeek: een
combinatie van
3D-printen en
levende organismen
Culturele diplomatie
A D V E R T E N T I E
S I M O N S & B U U N K
combinatie tot stand van betere architectuur
van verpleeghuizen, e-health-toepassingen
en computerprogramma’s om mantelzorgers
en zorgverleners met elkaar te laten
communiceren. ‘Shenzhen worstelt ook met
vergrijzing én er is maakindustrie. Via de
daar gelegde contacten kan de sector nu dit
concept introduceren.’ De Waal nodigde er
relaties uit voor een bezoek aan de tentoon-
stelling The Future of Fashion. ‘Een mooie
tentoonstelling die meteen innovatief
gebruik van nieuwe materialen liet zien. Een
perfecte manier om Nederlandse creativiteit
en Nederlands initiatief te tonen.’
Natuurlijke schimmels
Initiatief is er genoeg bij Nederlandse ont-
werpers. Eric Klarenbeek noemt zichzelf met
nadruk ‘ontwerper’ en geen kunstenaar, hij
wil een product neerzetten. Toch maakte zijn
innovatieve concept om plastic te vervangen
aanvankelijk furore als kunstwerk. ‘We
hebben een stoel geprint met schimmels.
Die is de hele wereld overgegaan en heeft
heel veel aandacht getrokken.’ Zo kwam
Klarenbeek in contact met zijn huidige zaken-
partner, het Amerikaanse bedrijf Ecovative,
ook opgezet door jonge techneuten met een
missie, die paddenstoelen kweekten onder
hun bed. Nature’s glue, een natuurlijk
kleefmiddel, noemden deze jongens hun
schimmels. Zonder het giftige en kankerver-
wekkende formaldehyde, een veelgebruikte
grondstof voor bouwmaterialen en plastics.
Maar speciale 3D-printers hadden ze nog niet
— totdat Klarenbeek die leverde. Ecovative
heeft inmiddels zeventig werknemers,
Studio Klarenbeek wordt bemand door vijf
mensen en een aantal robots die zelfstandig
staan te printen in stof- en bacterievrije
ruimtes. Zij maken lampenkapjes, krukjes en
koelboxen, terwijl Studio Klarenbeek
experimenteert met natuurlijke materialen.
Zo wordt er met Brabantse kwekers gewerkt
aan grote structuren van mos voor geluids-
wanden langs snelwegen. ‘Mossen blijken
enorm goede fijnstofvreters. Het mooie is:
overal ter wereld kun je de grondstoffen voor
deze technologie vinden. Europa is ons
focusgebied, maar ook in Azië komen we
vaak. We zijn bezig voor vijf bedrijven
producten te ontwikkelen.’
Klarenbeek begeleidde op verzoek van Dutch-
Culture dit voorjaar ontwerpers tijdens de
Dutch Design Week in Beiroet. ‘Ik vind
het belangrijk dat ik een onderdeel kan zijn
van de zoektocht naar het plastic van de
toekomst. We werken voor sport-, outdoor-
en autobedrijven, ook Nederlandse. Ik kan
nieuwe markten aanboren. Dan wordt kunst
economie, dán vind ik het interessant.’ [JVV]
kwam zij in contact met Pureland, een
Chinees bedrijf dat investeert in culturele
centra in Chinese steden. Zij zitten in
Chengdu en Chongqing. Pureland benaderde
DutchCulture voor inhoudelijke versterking
van hun centra met tentoonstellingen en
muziek. Het Nederlandse bedrijf Yalp, dat
zelf de weg naar China vond en samenwerkt
met Pureland, levert er speeltoestellen. Zo
kunnen Chinese kinderen nu Hollands-veilig
klimmen en schommelen. Een typisch stukje
polderstraatbeeld, overgeplant naar China.
Ontwerpers van de toekomst
Sinds 1 februari is Jann de Waal (52), ceo en
eigenaar van Info.nl, lid van het Topteam
om de internationale relaties te versterken.
Hij is daarnaast partner bij Fuenta, een
netwerk van businessvernieuwers, en actief
in verschillende publieke organisaties
rond innovatie, onderwijs en de creatieve
industrie. ‘De verdienste van ontwerpers zit
’m ook in het vermogen om buiten de lijntjes
te kleuren,’ zegt hij. Ze kunnen nieuwe
oplossingen bedenken voor wat hij ‘wicked
problems’ noemt. Zo boog de sector zich
over de vraag: hoe kunnen we dementeren-
de ouderen op een betere manier thuis laten
wonen? Er wordt altijd gekozen voor een
integrale benadering. Daardoor kwam een
Populairinhetbuitenland
3. ‘Het Westen kijkt niet naar
Rusland, alleen naar Poetin’
Door�onze�redacteur
Eva�Cukier
A�M�ST�E�R�DA�M�.�Haar uitgeverij staat be-
kend als een van de laatste bastions van
liberaal denken in Rusland en haar talk-
show, waarin ze gevoelige onderwerpen
aansnijdt, is een verademing op de door
staatspropaganda overspoelde media.
Irina Prochorova (60) wordt vanwege
haar vele activiteiten op het snijvlak van
cultuur, literatuur en politiek vaak aange-
duid als een van de belangrijkste intellec-
tuelen in Rusland. Onlangs was ze in Ne-
derland om te praten over de staat van de
Russische cultuur.
Samen met haar broer, de steenrijke za-
kenman Michail Prochorov, trekt ze op te-
gen het poetinisme. Dat doen ze met hun
stichting, die culturele initiatieven
steunt. In 2012 richtten zij een nieuwe
politieke partij op, ‘Burgerplatform’ gehe-
ten. Michail stelde zich bij de presidents-
verkiezingen van 2012 als een van de wei-
nigen kandidaat als liberaal alternatief
voor Poetin. Maar nadat hun partijgeno-
ten zich hadden uitgesproken voor de an-
nexatie van de Krim, zagen broer en zus
zich gedwongen de partij te verlaten.
U bent een gerespecteerd intellectueel,
wat deed u besluiten het wespennest van
de politiek te betreden?
„Ook op mij oefende het politieke spel
een enorme aantrekkingskracht uit. Via
politiek kom je in contact met groepen
die je normaal gesproken niet snel tegen-
komt. Ik zag het als een test, ik wilde we-
ten of ik een dialoog kon aangaan met
mensen die ver van mijzelf afstaan.”
Wat ontdekte u tijdens gesprekken met
de gewone Rus?
„In Rusland, en ik denk ook in Europa, is
een politieke crisis gaande. Zodra je het
woord ‘democratie’ in de mond neemt,
stuit je in Rusland op een extreem agres-
sieve reactie. Als je vervolgens met Rus-
sen praat, kom je erachter dat zij, zonder
het zelf altijd te beseffen, hun leven wel
degelijk willen inrichten volgens demo-
cratische principes als gelijkheid, eerlijk-
heid en gerechtigheid.”
Heeft de democratische oppositie nog
wel slagkracht onder Poetin?
„Jazeker, de oppositie kan nog genoeg
doen. Het is fascinerend om te zien hoe
een samenleving zichzelf ook in moeilijke
omstandigheden blijft ontwikkelen. Zo
zie ik overal in Rusland discussieclubs uit
de grond schieten, vrijwilligerswerk is
populair en er worden educatieve pro-
gramma’s opgezet. Overal zijn – ondanks
de onderdrukking – ngo’s actief. Dat is al-
lemaal onderdeel van een nieuwe bewe-
ging van onderop. Russen zijn niet apa-
thisch, zoals vaak wordt aangenomen.
Het Westen merkt de veranderingen in de
Russische samenleving niet op, omdat er
niet naar de samenleving wordt gekeken,
maar alleen naar Poetin.”
INTERVIEW�IRINA�PROCHOROVA
Volgens intellectueel Irina
Prochorova heeft het Westen
een verkeerd beeld van
Rusland. De Russen waarderen
democratische principes wel
degelijk. „De praktijk is veel
hoopvoller dan de propaganda.”
De�situatie�in�Rusland is�volgens�Irina�Prochorova�razendsnel�verslechterd.�Daarom�is�het�volgens�haar�belang-
rijk�het�Russische�volk�te�steunen.
In Europa is de angst voor het Rusland
van Poetin groot.
„En misschien is dat wel terecht. Alleen
ziet het Westen Russen niet als welden-
kende mensen, maar slechts als dienaars
van Poetin. Er wordt te vaak gesteld dat
Russen aan tirannie gewend zijn, maar
dat klopt niet. Het ontbreekt aan interna-
tionale solidariteit met Rusland. Onze
landen zitten allemaal in hetzelfde
schuitje: economische crises, migratie,
opkomend nationalisme, populisme. Wat
er op dit moment in Frankrijk, Oostenrijk
of Polen gebeurt, is vergelijkbaar met de
situatie in Rusland. Maar als ik dit gebrek
aan solidariteit probeer te bespreken met
mensen buiten Rusland, stuit ik vaak op
onbegrip.”
U zegt dat we beter naar de Russen moe-
ten luisteren?
„Absoluut! Wat heeft het voor nut om al-
leen maar naar de president te luisteren
en niet naar het volk? Dan krijg je een
heel verkeerd beeld van ons land. De pro-
paganda bestaat uit holle retoriek, de
praktijk is veel hoopvoller. De Russische
samenleving is niet verloren, integen-
deel, zij is kampioen overleven.”
In Europa vraagt men zich af wanneer
de Russen nu eindelijk eens gaan protes-
teren tegen Poetin.
„Dat hebben we gedaan! Maar nu is dat te
gevaarlijk geworden, je belandt in de ge-
vangenis of erger. Nederlanders zouden
toch ook de straat niet op gaan als ze
daarbij het risico lopen in elkaar geslagen
te worden? Vier jaar geleden, toen ik zelf
nog in de politiek zat, werd er al geklaagd
door de oppositie dat ze het moeilijk had-
den onder Poetin. En kijk hoe Rusland er
vandaag voor staat, ons land is razend-
snel achteruitgegaan. Daarom is het be-
langrijk om het initiatief van mensen te
steunen, alleen zo kunnen we die nega-
tieve trend keren.”
Op wat voor manier doen u en uw broer
dat nu?
„Ons fonds is actief op cultureel vlak en
steunt projecten in de regio’s. Cultuurpo-
litiek is ook een vorm van politiek en er
zijn zoveel initiatieven die de moeite
waard zijn. Het belangrijkste probleem
van de erfenis van de Sovjet-Unie is dat
Rusland geen traditie heeft van solidari-
teit. Autoritaire regimes zijn immers geen
voorstander van eigen initiatief van bur-
gers. Wij proberen horizontale verbindin-
gen een nieuwe impuls te geven, die de
essentie vormen van democratie.”
U bent een optimist?
„Ik ben een voorzichtige optimist. U moet
weten dat mijn generatie sowieso al geen
enkele illusie koesterde. In de Sovjet-
Unie hádden wij geen toekomst. De val
van de Sovjet-Unie was voor mijn genera-
tie echt een cadeau dat ons in de schoot
werd geworpen. En dat is ook waarom ik
jonge Russen op het hart druk: jullie heb-
ben eindeloos meer kansen dan wij vroe-
ger, waardéér die verworvenheden en
probeer ze te beschermen.”
Heeft u veel contact met jongeren?
„Jazeker, er werken veel jonge mensen op
de redactie van mijn uitgeverij. Sommi-
gen zijn wanhopig en willen naar het bui-
tenland. Ik begrijp dat wel. Ze groeiden
op in een land dat op weg was naar vrij-
heid, en nu lijkt die weg geblokkeerd.
Helaas is gebleken dat
de annexatie van de
Krim ook door veel
liberalen werd gesteund,
ook binnen onze partij
FOTO�’S�PAVEL�GOLOVKIN/AP,�MAXIM�SHEMETOV/REUTERS
2014 was een rampjaar voor Rusland,
maar nu zie ik dat jongeren hun maat-
schappelijke activiteiten weer oppakken,
wat ontzettend belangrijk is.”
Terug naar 2014. U en uw broer stapten
op toen uw partij weigerde afstand te
nemen van de annexatie van de Krim.
„Dat was een heel treurig moment. In de
politiek moet je compromissen sluiten,
maar in sommige situaties zijn compro-
missen gewoon onmogelijk. Ik vond dat
een liberale oppositiepartij als de onze
verplicht was de annexatie te veroorde-
len. Helaas is gebleken dat de annexatie
ook door veel liberalen werd gesteund,
ook binnen onze partij. We hebben toen
een stemming georganiseerd in de regio-
nale partijcentra en een meerderheid
steunde de annexatie. Dat was het mo-
ment dat ik en mijn broer zeiden: ‘Sorry,
dan trekken wij ons terug’.”
Dat moet een bittere teleurstelling zijn
geweest.
„Het was een ontzettend moeilijke beslis-
sing, wel de enige juiste. Daarna heb ik
besloten mijn persoonlijke relaties boven
mijn politieke voorkeuren te stellen en
heb ik onder mijn vrienden een taboe in-
gesteld op het thema ‘Krim’. Er zitten
mensen bij die ik al veertig jaar ken, en ik
weiger met hen te breken alleen omdat
we op politiek vlak van mening verschil-
len. In Rusland heerst wat ik noem een
‘Koude Burgeroorlog’, de enige manier
om niet van elkaar vervreemd te raken is
politiek en privé rigoureus te scheiden.”
Is die kloof er ook op cultureel vlak?
„Helaas wel. Zo zijn er schrijversbonden
die in ruil voor geld samenwerken met
het openbaar ministerie. Ook zien we
zelfcensuur weer opduiken, mensen die
zichzelf een spreekverbod opleggen. Er is
niet veel voor nodig het Russische trauma
van de repressie nieuw leven in te blazen.
Maar cultuur is veerkrachtig, en de boe-
kenbranche waarin ik werk, is nog vrij.
„Gelukkig zijn er nog altijd onderwerpen
waarbij de Russische bevolking keihard
stelling neemt. Neem het verbod op abor-
tus dat de overheid onlangs wilde invoe-
ren. Na een storm van verontwaardiging
zag de regering zich gedwongen het wets-
voorstel in te trekken. Al die simplisti-
sche verboden die de overheid instelt
gaan voorbij aan de complexiteit van de
Russische samenleving. Het laat zien dat
het Kremlin totaal geen inzicht heeft in
de werkelijke problemen in het land.”
Hoe is dat mogelijk?
„De Sovjet-Unie viel mede uit elkaar
doordat niemand de waarheid durfde te
vertellen en alle informatiebronnen – van
enquêtes tot statistieken tot analyses –
werden vervalst. Ook vandaag de dag zijn
enquêtes niet te vertrouwen. Een Rus die
plotseling een opiniepeiler aan de tele-
foon krijgt die hem vraagt: ‘Goh, wat
vindt u van de president en de annexatie
van de Krim?’, gaat echt de waarheid niet
vertellen. De steun van de bevolking voor
Poetin moeten we ook met een korrel
zout nemen. De Russische samenleving is
in werkelijkheid veel ontwikkelder dan
wij denken. Ik probeer Russische functio-
narissen dan ook altijd te laten inzien dat
de journalistiek in feite de beste en goed-
koopste manier voor de staat is om de
burger in de gaten te houden. Daar kan
geen verklikker of enquête tegenop.”
Irina�Prochorova�is�eigenaar
van�de�liberale�uitgeverij�New
Literary�Observer.�De�25-jarige
NLO�geeft�boeken�en�tijdschrif-
ten�uit,�en�organiseert�lezingen
en�debatten.�Ook�heeft�Procho-
rova�een�populaire�en�zeer�kriti-
sche�talkshow�op�de�onafhanke-
lijke�zender�RBK,�waarvan�haar
broer�de�eigenaar�is.
In�2004�richtte�ze�de�Mikhail
Prokhorov�Foundation�op,�ge-
noemd�naar�haar�broer,�die�cul-
turele�initiatieven�in�Rusland
steunt.�Ze�ontving�verschillende
onderscheidingen,�waaronder
het�Franse�Légion�d’H�o�n�n�e�u�r.
Liberale�uitgever
Légion�d’Honneur
4. PostNL • Port betaald • Retouradres Postbus 11, 1200 JC Hilversum
AP
6. v10
I
s dit echt waar? Ongelovig kijk ik Bas
Valckx van de Nederlandse ambassade
in Tokio aan. ‘Ja hoor! Regelmatig ko-
men Japanners langs met plannen om sa-
men een nieuwe voc op te richten.’
Ook mijn reisgezel, de japanoloog Matthi
Forrer, kijkt er niet van op en neemt nog
een slok koffie. Nou, daar moet je in Neder-
land mee aankomen. En die slavenhandel
dan? En al die bruut gerunde plantages?
Dat speelt dus niet in Japan. Dat was dui-
zenden kilometers verderop in Batavia,
vanwaar af en toe een handelsschip naar
Nagasaki zeilde. Want twee eeuwen lang
had Nederland een exclusieve afspraak
met de Shogun, de machtige Japanse al-
leenheerser. Tussen 1639 en 1854 mocht
geen enkel ander westers land contact heb-
ben met Japan, laat staan handel drijven.
Ze hadden hier slechte ervaringen opge-
daan met Portugezen, die behalve suiker
ook God aan de man brachten en zo tien-
duizenden zieltjes wonnen. De Shogun
had grote moeite met het neerslaan van
In Japan is onze VOC be-
roemd. Ieder kind leert daar
over Deshima, de Neder-
landse handelspost in Na-
gasaki. Ooit poort naar het
Westen, nu symbool voor
openheid en onlangs her-
bouwd. In OVT een tweeluik.
tekst en foto’s marten minkema
7. v 11
christelijke opstanden, maar kreeg ze er-
onder met hulp van Nederlandse scheeps-
kanonnen. Hij verordonneerde de sakoku,
de totale afsluiting van Japan. Alleen de
Nederlanders kregen als dank een Han-
delspas. Die borgen het papier als grote
schat op in een kamferhouten kist tegen
ongedierte en verhuisden van het nabijge-
legen havenstadje Hirado naar hun splin-
ternieuwe bruggenhoofd in de baai van
Nagasaki: Deshima. Een kunstmatig, waai-
ervormig ‘Eiland dat uitsteekt’ van amper
anderhalve hectare waar niemand af
mocht.
Hollandkunde
Als handelspost stelde Deshima weinig
voor, Japan deed veel meer zaken met Chi-
nezen. Maar als doorgeefluik van westerse
wetenschap des te meer. Duizenden boe-
ken met de nieuwste medische en water-
bouwkundige kennis kwamen vanuit voc-
schepen de factorij op, het smalle brugge-
tje over naar Nagasaki en zo naar de hoofd-
stad Edo, de oude naam voor Tokio. Hon-
derden Japanners leerden Nederlands –
‘het Latijn van het Oosten’ – om al die boe-
ken te lezen. Zo ontstond een heel vakge-
bied: Rangaku, of Hollandkunde. De spo-
ren daarvan vind je nog steeds in de Japan-
se taal: ponpu voor pomp, madorosu voor
matroos. ‘Randoseru voor ransel,’ voegt
Valckx toe. ‘Mesu voor chirurgisch mes,’
weet Forrer. Favoriet van Valckx is otenba.
‘O ja,’ lacht Forrer. ‘Een wilde, ontembare
vrouw.’ Weinig kans dat die term uit boe-
ken is opgepikt.
Op Deshima woonden enkel mannen,
maximaal veertien. Alleen vrouwelijk be-
zoek uit de prostitutiewijk Maruyama was
toegestaan. Zo’n nachtelijke gast liep ooit
een olielampje omver. De Handelspas werd
snel in veiligheid gebracht terwijl Deshima
half afbrandde.
Het eiland is vaak van gezicht veranderd,
alleen de waaiervorm bleef hetzelfde. Die
vind je nu nog steeds terug in de winkel-
schappen, als halfronde Deshima-koekjes
en op pakken Deshima-koffie. Bij het af-
scheid van Valckx kijken Forrer en ik nog
even om. En ja hoor, wat ze zeggen klopt:
ook de Nederlandse ambassade is ge-
bouwd in de vorm van een waaier.
Plattegrond van de handelspost (‘Faktory’) op Deshima, 1824
>
Nagasaki met de locatie
van Deshima, 2016
8. v12
Choreografie
Twee uur vliegen van Tokio ligt Nagasaki,
dat je van boven langgerekt ziet liggen aan
een baai op het zuidereiland Kyushu. Ie-
dereen noemt Forrer hier bij zijn voor-
naam, want Mister Matthi-san is beroemd.
Je kunt hem ook niet over het hoofd zien:
een lange man met dito, breed waaierend
haar onder een gleufhoed waarvan de rand
op een plat brilmontuur rust. Daarachter
ogen die niets missen, met speciale aan-
dacht voor de subtiele choreografie van
het volle Japanse stadsleven waarin nie-
mand teveel ruimte inneemt: ‘Marten,
links lopen hoor! Die mensen willen er
langs.’ Al twintig jaar is Forrer als expert uit
Leiden betrokken bij de restauratie van
Deshima, waarvoor de inwoners van de
stad vele miljoenen bij elkaar spaarden.
Eerst om het versnipperde stukje grond te-
rug te kopen van tientallen kleine particu-
lieren – wat vijftig jaar duurde – en vanaf
het begin van deze eeuw voor de herbouw.
Ze zien Nagasaki als de enige echt interna-
tionale stad van Japan, en Deshima als
bron van de kennis die het land de moder-
ne tijd in heeft getrokken.
Toch wil ik niet meteen naar de factorij.
Want Nagasaki, dat is voor naoorlogse Ne-
derlanders toch vooral die atoombom. Die
moet ik eerst uit mijn hoofd gooien, want
anders blijft de echo over dit verhaal han-
gen. Daarom op naar het Park van de Vre-
de. Daar lopen schoolklassen af en aan,
hun leraren met vlaggetjes voorop richting
het grote herdenkingsmonument. Beschei-
den opzij staat een bronzen beeld van twee
kinderen op een bankje. Ze staren verstijfd
naar een punt in de lucht als in een kop-
lamp, precies naar de plek waar de kanarie-
geel geverfde Fat Man op 9 augustus 1945
om 11.02 uur ontplofte. ‘A Second Kiss for
Hirohito’, had een Amerikaanse militair er
nog op gestift. Hier ging alles plat, maar
net om de bocht, baai-afwaarts achter de
heuvel, bleven sommige houten gebouwen
staan. Zoals op Deshima, elf tramhaltes en
hooguit vijf kilometer verder richting zee.
Vanuit het ouderwetse trammetje 1 zien we
hoogbouw en drukte voorbijkomen. En
billboards met de opmerkelijke toeristi-
sche slogan ‘Kiss my Nagasaki’. Dit is naar
Japanse begrippen bijna een dorp, maar
elke meter van de weinige ruimte moet be-
nut. Vandaar de blokkerige non-architec-
tuur en overal volkomen vierkante auto-
tjes die je in elk verloren hoekje kan parke-
ren. Het is een lelijke stad van grote
schoonheid, want de mensen bevolken
hier de straten met aandacht – zoals ze in
Japan eigenlijk alles met aandacht doen.
Nergens ligt vuil, iedereen maakt buigin-
kjes naar de ander. En bij halte Deshima
verzorgen twee witgehandschoende be-
ambten voorzichtig en liefdevol de rails
met een kleine staalborstel en een lang ge-
tuite oliekan, decimeter voor decimeter.
Goudse pijpen
Forrer wijst op het asfalt van de straat on-
der onze voeten. ‘Zie je die lijn? Die mar-
hh
9. v 13
keert de kade van Deshima bij de Water-
poort.’ We zijn Deshima dus al ongemerkt
opgelopen. Vroeger lag rondom zeewater
met vrij zicht op de baai. Nu ligt Deshima
geblindeerd tussen kantoren en stap je de
tram uit aan de korte rechterzijde van de
factorij, waar roeibootjes lading aan wal
brachten van de voc-schepen die in de
baai moesten ankeren. Dat was altijd in de
vroege herfst, de rest van het jaar zat de
Waterpoort potdicht en moest je de trap
op om over de metershoge ringmuur van
de factorij naar buiten te kijken. Het was
dan een luxe gevangenis, met Japanse
wachtposten bij de Landpoort en op zeven
andere strategische hoeken. Ook het gou-
vernement van Nagasaki had goede inkijk
vanaf de heuvel ernaast. Op Deshima werd
veel gebiljart, verveeld en gerookt uit lange
Goudse pijpen, terwijl de Hollanders en
hun tientallen Japanse tolken elkaar nauw-
lettend in de gaten hielden. Alle communi-
catie met het vasteland liep via de tolken
en het was niet de bedoeling – maar wel de
praktijk – dat de gasten zelf Japans leerden.
Ze mochten alleen van het eiland af voor
een begrafenis, en de Landpoort ging ook
open voor de jaarlijkse Hofreis naar Edo.
Dan werd een kleine Nederlandse delega-
tie in de lange stoet meegedragen om de
fijnste Europese stoffen en zeldzame hout-
soorten van Borneo aan de Shogun te
schenken.
Opperhoofd
De Waterpoort is nu het loket voor toe-
gangskaartjes. Vandaar loopt de lange
hoofdstraat van Deshima in een mooie
waaierbocht over de hele breedte naar de
andere kant. Nieuw aangelegd, want er was
niets meer uit die oude tijd. Het is ook hier
druk en ik herken de vlaggetjes van school-
klassen uit het Park van de Vrede. Forrer
wijst links en rechts op de meest recent op-
getrokken historische gebouwen, naar
voorbeeld van Deshima in het begin van de
negentiende eeuw. Hier de pakhuizen,
daar de woning van de klerk, en dat houten
gebouw met symmetrische trappen links
en recht naar een balkon op de eerste ver-
dieping is het huis van het Opperhoofd, de
hoogste Nederlandse functie op de factorij.
Binnen gaan de schoenen uit, we zijn hier
op bezoek. Forrer heeft de kamers eigen-
handig ingericht met de juiste meubels. Ta-
fels, stoelen, kaarsensnuiters, kwispedo-
ren, luchters en serviezen; alles klopt met
prenten en inventarislijsten uit Deshima
rond 1820. ‘Maandenlang heb ik Europese
antiekzaken afgereisd. Bijna nergens in Ne-
derland vind je zulke exacte stijlkamers.
Zie je die boeken in de kast? Geen bezoeker
kan erbij, maar ze komen wel precies uit
die tijd.’ Toch is het een merkwaardige op-
stelling. Je bent in Nederland, maar ook
weer niet tussen al die Japanse schuifdeu-
ren en tatami-matten.
Zenuwstuipen
Op de grote eettafel van het Opperhoofd
staat een fraaie mock-up van een feestmaal-
tijd. In het midden prijkt een grote var-
kenskop met een appel in de bek. Ik kijk er
bijna overheen maar besef opeens dat dit
voor Japanners heel raar moet zijn. Een big
met fruit tussen de kaken, dat stond en
staat hier niet op het menu. Maar omge-
keerd: hoe vaak zal op Deshima vliegende
vis zijn geserveerd? Dat is de veel gegeten
specialiteit rond Nagasaki, die ik gisteren
zo mooi kreeg opgediend tegen een heuvel
van geraspte rettich. Net of hij gekromd uit
zee sprong, de kop omhoog, de vleugels
gespreid en de onderkant in partjes gesne-
den, klaar voor de stokjes. Maar bij het
pakken van het tweede schijfje hapte de vis
en sloeg met zijn vleugels in een zeer half-
slachtige poging van de schaal te vliegen.
Zenuwstuipen, niks aan de hand. Iedereen
at gewoon door, ik ook. Nee, dan dieren-
koppen met appels; heel exotisch en om
bij te griezelen. Ze zijn hier wel verslingerd
In de hoofdstraat van Deshima
Hollandse koffie uit de souvenirshop
>
Hollandse koffie uit de souvenirshop
10. v 15
geraakt aan Hollandse stroopwafels, die ze
ook maken in een groene variant met zee-
wier. Er zijn vast niet veel Nederlanders die
weten hoe je een stroopwafel serveert, na-
melijk plat bovenop een hete kop koffie
om hem goed zacht te krijgen. Japanners
weten dat wel. Maar het soppen van koek-
jes lijkt niet overgenomen, en ik begin er
ook niet over.
Blikvanger
Aan de andere kant van Deshima is de res-
tauratie nog in volle gang. Graafmachines
werken aan een nieuwe landbrug en Forrer
inspecteert de plek waar de 34 meter hoge
scheepsmast stond met de Nederlandse
vlag in top. Dat was een blikvanger voor de
hele stad, en inspiratiebron voor de Na-
gasaki Hata, de beroemde plaatselijke vlie-
ger die je nog steeds alleen in de Neder-
landse kleuren kunt kopen. Maar vraag je
Japanners naar de oorsprong, dan lijkt dat
vergeten. Rood-wit-blauw staat gewoon
het allermooist tegen de blauwe lucht, dat
zie je toch zo en daarmee uit. Hoe dan ook,
Forrer wil de vlaggenmast graag terug, en
romantische woorden zijn daar zo bij ge-
vonden. Zoals: op die eenzame buitenland-
se speldenprik in het grote Japanse rijk
bleef de Nederlandse driekleur altijd fier
wapperen. Zelfs toen die vlag in de Franse
tijd overal op de rest van de wereld was ge-
streken. Hoewel, overal? Aan de Afrikaanse
Goudkust weigerde het Nederlandse fort
Elmina ook de driekleur te strijken. Maar
dat was een door slavenhandel besmet hol
en daar hebben we het niet meer over. Nee,
dan Deshima: de smetteloze voc-factorij.
Nou ja, bijna dan. Want ten eerste leefden
er wel degelijk een paar slaven op
Deshima, die met de Opperhoofden, pak-
huismeesters en klerken meekwamen uit
Batavia. Voor Japanners was dat heel
vreemd, dat je iemand kon kopen en bezit-
ten. Uit oude Japanse teksten spreekt ook
vaak sympathie voor de slaven en afkeer
van hun slechte behandeling. Maar ten
tweede was Deshima in de Franse tijd geen
factorij meer van de voc. Die was immers
opgedoekt per 1 januari 1800. Tot overmaat
van ramp was Stadhouder Willem V al ja-
ren eerder naar Engeland gevlucht en in-
middels vervangen door een serie vazallen
van Napoleon. Daarmee werd de basis van
de Shogunale Handelspas wel erg wankel.
Er kwamen lastige vragen uit Edo. Bijvoor-
beeld: bestaat Nederland nog wel? Koorts-
achtig werkten de verweesde Hollanders
aan een veilig antwoord, met alle steun van
de Japanse tolken die vreesden voor hun
baan. Uiteindelijk knutselden ze het ver-
haal dat de Stadhouder geen kinderen had,
en dat hij daarom een Franse zoon had ge-
adopteerd die nu op de Nederlandse troon
zat. Of Edo het leugentje doorzag is niet
bekend, maar de Shogun vond het goed.
Zo balanceerde Deshima als een gehavend
vliegertje haar laatste eeuw in.
Met dank aan Kuniko en Matthi Forrer. Dit project
ism Stichting ZOOMmedia is mede mogelijk
gemaakt door steun van het Matchingfonds
Gedeeld Cultureel Erfgoed, de Nederlandse
ambassade in Tokio en DutchCulture:
hollandkyushu.com/nl/ Volgende week deel 2
OVT – Het spoor terug
> ZONDAG, NPO RADIO 1, 11.25-12.00 uur
Matthi Forrer in een stijlkamer in het huis van het Opperhoofd
Souvenirs uit Nagasaki
11. v20
H
et was even schrikken, maar na
een weekje Nagasaki begrijp ik die
Japanners wel. Goed: ze zouden
dus het liefst nieuw leven blazen in die Ver-
eenigde Oostindische Compagnie. Waar-
van je het omstreden embleem op straat en
in winkels tegenkomt – soms ook in spie-
gelbeeld of met omgekeerde V, maakt hier
niet uit. Maar bedenk dan dit: Japan zat
twee eeuwen lang potdicht. De heersende
Shogun gooide het land in 1638 op slot uit
angst voor zendelingen en kolonisatie. Al-
leen Nederland mocht ankeren voor het ei-
landje Deshima in de baai van Nagasaki,
tegen de belofte geloof en tengels thuis de
laten. Daarmee werd de voc het enige wes-
terse contact van een rijk met dertig mil-
joen Japanners, en Deshima het eenzame
bruggetje naar een exotische wereld.
Waarvan ze niets zagen, want het waaier-
vormige eilandje was ommuurd en zwaar
In Japan is onze VOC beroemd
en geliefd. Ieder kind leert daar
over Deshima, de piepkleine
Nederlandse handelspost in
Nagasaki. Ooit venster op het
Westen, nu symbool voor open-
heid en sinds kort herbouwd.
In OVT een tweeluik.
door marten minkema
Feestmaal op Deshima, ca. 1825. Factorij-arts Von Siebold snijdt het vlees aan.
Sieboldhuis
12. v 21
bewaakt. De Nederlandse bewoners ken-
den ze vooral van de Nagasaki-e, goedkope
prenten voor een cent waardoor heel Japan
die vreemdelingen kon bestuderen; de
klerken, assistenten, pakhuismeesters en
natuurlijk het Opperhoofd van dienst met
hun rode haren, merkwaardige vesten en
brede hoeden. Allemaal mannen, want
westerse vrouwen waren taboe op
Deshima. Daarom verkochten prentjes van
Titia Blomhoff en haar kleine Johannes het
beste. Vrouw en kind kwamen in 1817 tegen
alle regels in meegevaren met het nieuwe
Opperhoofd Jan Cock Blomhoff, die dacht
dat het wel los zou lopen met dat vrouwen-
verbod. Nou, niet dus. Ondanks smeekbe-
des moesten ze op bevel van de Shogun
weer terug, Jan Cock bleef achter en Titia
stierf in Nederland zonder haar man ooit
weer te zien. Kortom, voer voor onver-
woestbaar romantisch drama dat eeuwen
Quote
>
13. v22
meegaat. Geen wonder dat nog regelmatig
Japanse zakenlieden bij de Nederlandse
ambassade aankloppen met het plan om
dat ijzersterke merk voc weer in de markt
te zetten. En misschien gaan we nog een
keer overstag.
Hokusai
Maar vandaag is het de beurt aan de Japan-
ners om te slikken. Mijn reisgenoot, japa-
noloog en en kunsthistoricus Matthi For-
rer, staat voor een volle zaal in Nagasaki.
Cameraploegen van televisie houden el-
kaar in de gaten, ze willen allemaal als eer-
ste weg met zijn verhaal. Wat erop neer-
komt dat niemand minder dan Katsushika
Hokusai – de grote Japanse kunstenaar van
de roemruchte golf en 35 andere Gezichten
op de berg Fuji – zich liet inspireren door
westerse kunst. Forrer (met Fuji-stropdas)
projecteert vijf aquarellen die in Leiden
liggen. ‘Absoluut van Hokusai,’ doceert hij,
hoewel ze niet zijn ondertekend en duide-
lijk geschilderd in Europese stijl. ‘Kijk eens
naar de weerspiegeling van die brug, boot-
jes en huizen in het water. Zulke reflecties
lieten Japanse kunstenaars nooit zien. En
de typisch Japanse omlijningen in zwarte
inkt ontbreken hier, je ziet vooral vormen
en kleuren.’ Het publiek luistert aandach-
tig, maar ik weet dat Forrer nu enorm zijn
nek uitsteekt. Als jongetje zag hij in de
herfst van 1962 de grote Hokusai-tentoon-
stelling (met die Fuji) in het Amsterdamse
Rijksmuseum, en wist meteen: dit is mijn
kunstenaar, en Japan mijn land. Meer dan
vijftig jaar en vijf boeken over Hokusai ver-
der is Forrer internationaal erkend expert.
Maar gezien zijn boodschap vanmiddag is
het wel handig dat hij met pensioen is en
geen carrière heeft te verliezen. Want ze
zijn hier fel op het bewaken van hun oude
meesters. Dat Europeanen als Vincent van
Gogh zijn beïnvloed door Japanse kunst: ja
natuurlijk. Glashelder en vanzelfsprekend.
Maar omgekeerd? En dat zelfs een halve
eeuw voor Van Gogh, toen Japan was afge-
sloten van de buitenwereld? Dat horen Ja-
panners liever niet, dus bewijzen graag.
Forrer denkt die te hebben. Want het land
zat dan wel dicht, maar Deshima was het
zwakke punt, en daar woonde het lek.
Von Siebold
Dat lek was Philipp Franz von Siebold, een
jonge chirurg uit Würzburg die als Duitser
eigenlijk niet op Deshima mocht werken.
Maar geen nood, de nieuwe factorij-arts
werd in 1823 geïntroduceerd als Berg-Ne-
derlander. Dat verklaarde meteen zijn
vreemde taaltje. Siebold was hier met een
opdracht die ver voorbij zijn vak reikte, na-
melijk het verzamelen van zoveel mogelijk
flora, fauna en algemene kennis over Ja-
pan. Als westers geneesheer had hij meer
toegang tot het vasteland dan enige ande-
re bewoner van Deshima. De Japanners wa-
ren onder de indruk van zijn kennis, en ga-
ven hem zelfs toestemming om een eigen
medisch schooltje op te richten tegen de
heuvels van de Nagasaki. Van zijn studen-
ten kreeg Siebold in ruil honderden plan-
ten, zaden en dieren aangeleverd, die hij
De Nihonbashi-brug in Edo (het huidige Tokio), 1826. Aquarel toegeschreven aan Hokusai.
Sieboldhuis
14. v 23
zorgvuldig inpakte, droogde of op sterk
water zette voor vervoer naar Batavia.
Hoogtepunt was zijn deelname in 1826 aan
een Hofreis naar Edo, zoals Tokio toen
heette. Zo’n Hofreis was een regelmatige
verplichting om de Shogun respect en ge-
schenken te brengen. De tocht ging altijd
per maandenlange wandelstoet, waarin
het Opperhoofd met een kleine staf in
draagstoelen meereisde. Maar Siebold ge-
bruikte de draagstoel vooral om aanteke-
ningen te maken, rende meestal vooruit en
stuurde jagers de zijpaden in om vreemde
dieren te vangen, terwijl zijn briljante teke-
naar Kawahara Keiga het landschap in
kaart bracht en hij zelf onbekende planten
plukte. In de depots van het Leidse Natura-
lis staan nog altijd planken vol met zijn
natte preparaten, opgezette dieren en her-
bariumdozen, waar Japanse onderzoekers
speciaal voor langskomen om te onderzoe-
ken hoe hun eigen natuur er toen uitzag.
Grote roem
Eenmaal in Edo begon het grote wachten,
want de Shogun liet je zo een maandje dui-
mendraaien voor hij tijd nam. Forrer denkt
dat Siebold toen de al oudere Hokusai
heeft ontmoet. ‘En dat hun gesprek op Eu-
ropese schilderkunst kwam. En dat Hoku-
sai toen zei: ja maar wacht eens, dat schil-
deren als een Europeaan, dat kan ik ook!’
Al een paar dagen later kwam hij de resul-
taten brengen. Zonder ondertekening of
zegel, want dat zou gevaarlijk zijn; Keiga
was immers de enige collega die voor bui-
tenlanders mocht werken. Siebold nam de
aquarellen mee naar Nederland, waar ze in
een map of la terecht kwamen en niemand
meer wist hoe of wat. Waarom Forrer dan
wel? Omdat Siebold alles secuur noteerde,
en geen snipper papier weggooide. Hij liet
zelfs briefjes achter met aanwijzingen voor
toekomstige biografen, want hij voorzag
grote roem – en terecht: Siebold is in Japan
nog bekender dan Anton Geesink. Zijn
hele archief ligt in het kasteel van achter-
achterkleinzoon Constantin in Hessen, een
Duitse graaf waar Forrer regelmatig langs-
komt voor onderzoek. En daar een inventa-
rislijst ontdekte van een serie ontvangen
aquarellen van Hokusai, waarvan de be-
schrijving precies correspondeert met de
ongesigneerde serie die Forrer kende uit
Leiden. Dus voilà. Maar de zegen uit Japan
is bij het ter perse gaan van deze VPRO Gids
nog niet ontvangen. Wat Forrer niet ver-
hindert om alvast te zoeken naar westerse
invloed in de Gezichten op de berg Fuji,
waaraan Hokusai vier jaar later begon.
Nazaat
Nog een laatste keer bezoeken we
Deshima, waar de restauratie bijna is vol-
tooid. Forrer werkt er al vele jaren aan mee
en is van de strikte interpretatie, alles moet
kloppen. Hij wijst op de nieuw gebouwde
pakhuizen en woningen die zijn opgetrok-
ken op de traditionele manier met muren
van bamboe en leem. Forrer past in deze
sfeer, is een ambassadeur van het verleden
met lang haar, hoed en waaier in zijn
borstzakje. Inderdaad als op zo’n oude
prent, een Nagasaki-e. Ook draagt hij nog
netsukes aan zijn riem, mooi gesneden
gordelknopen van narwaltand of hout,
waar Japanners vroeger hun sleutels en ta-
bakszakjes aan hingen omdat kimono’s
geen zakken hadden. Je ziet netsukes ner-
gens meer op straat, maar Forrer heeft een
hele verzameling. Vandaag bungelen zijn
usb-sticks aan een ingedroogde en gelakte
mandarijnschil met het knoopsgat waar de
navel zat. Fascinerend. ‘En antiek hoor,
maar dat hoeft niet veel te kosten. Japan-
ners houden eigenlijk niet van oud.’ Bij de
Landpoort op Deshima botst dat met zijn
principes, want hier komt volgend jaar een
nieuwe brug naar de overkant, het sluit-
stuk van de restauratie. ‘Het is een modern
ontwerp, en de brug wordt twee keer lan-
ger dan toen.’ Ja, dat doet een beetje pijn.
‘Weet je, een paar jaar geleden kwam ik er-
achter dat ik de nazaat van een Opper-
hoofd ben.’ Hij zegt het terloops, maar
voor mij valt zo veel op z’n plek. Natuurlijk,
er kwamen en gingen wel honderd Opper-
hoofden in die paar eeuwen Deshima. Nie-
mand mocht lang op de factorij wonen,
hoewel de Japanse controle tegen het eind
verslapte. Blomhoff bleef bijvoorbeeld vele
jaren. Verder speelde mee of je een beetje
te pruimen was in de kleine gemeenschap.
De voorouder van Forrer mocht een keer
terugkomen als chef, dus Jan Louis de Win
is vast een gezellige man geweest. Je had
ook heel vervelende Opperhoofden, en dan
was de stemming er meteen uit. Zoals
schitterend beschreven door een kapitein
wiens naam langer was dan zijn schip: Cor-
nelis Theodoor van Assendelft de Coningh.
Matthi Forrer met Hokusai-aquarel, Museum Volkenkunde, Leiden
museumvolkende
>
15. v 25
Domper
Op de weg naar Deshima verheugde Cor-
nelis zich enorm op alle smeuïge nieuws-
verhalen waar hij de bewoners op zou trak-
teren: ‘Door maanden lang bergen van bla-
den, tijdschriften en brochures na te pluizen
en mij het voornaamste in het geheugen te
pompen, had ik mijzelf gevormd tot een
soort van pratende kroniek, die naar mijn
mening een welkome verschijning te mid-
den der geïsoleerde bannelingen op
Deshima moest zijn.’
De domper bij aankomst was groot, want
er stond geen ontvangstcomité in de regen
bij de Waterpoort, en ook binnen op de
hoofdstraat was geen ‘spoor van enig le-
vend wezen te bespeuren.’
Dus klopten ze aan bij het Opperhoofd,
waar een bediende de salon wees. Na lang
wachten ging de kamerdeur langzaam
open, ‘en een oudachtig heer in een lange
kamerjapon en op pantoffels, stond voor
ons. “Dag heren!” sprak het Opperhoofd,
want hij was het, heel kalm en bedaard, op
een toon alsof hij ons een half uur te voren
nog op de sociëteit ontmoet had.’
Op de hartelijke begroeting van de bezoe-
kers volgde een deftige knik. ‘Wat drom-
mel, dacht ik, tamelijk afgekoeld door de ijs-
koude ontvangst, als hij niet naar de nieuwe
wereldgeschiedenis vraagt, zal ik er hem
ook niets van vertellen. (…) Na een ogenblik
van pijnlijk stilzwijgen viel gelukkig het oog
des Opperhoofds op het venster, waar de re-
gen tegen het raam kletterde; dat gaf uit-
komst. “De heren treffen geen mooi weer,”
sprak hij langzaam.’
Het bezoek van Cornelis was rond 1850,
toen de klad er al in zat. Het ging slecht
met de Nederlandse handel en de staf op
Deshima was klein. Een paar jaar later zou-
den de Amerikaanse oorlogsschepen van
commodore Perry de isolatie van Japan
doorbreken en openstelling voor internati-
onale handel afdwingen. Dat was het einde
van de speciale Nederlandse status in Ja-
pan. Waardoor het droomeiland Deshima
veranderde in een snipper grond van wei-
nig waarde, die al snel opging in de land-
aanwinning in de baai van Nagasaki.
Onder elkaar
Op de terugweg naar Nederland loop ik
met Forrer door Tokio. Of eigenlijk moet ik
zeggen: ik door Tokio en Forrer door het
oude Edo. Want Forrer kijkt dwars door de
torenhoge nieuwbouw heen en wijst op
Echigoya, het grote stoffenwarenhuis waar
je de mooiste kimono’s kon bestellen. Maar
Echigoya is al anderhalve eeuw weg, dus ik
zie niks. Gelukkig staat in het Edo-Tokio
Museum een mooie maquette van de be-
roemde winkel, en is het vandaag boven-
dien de laatste dag van een grote Siebold-
tentoonstelling. Het is vreselijk druk en de
bezoekers schuifelen in een hermetisch ge-
sloten rij langs door Siebold verzamelde
lakdoosjes, rettich-raspen, Japanse tanden-
borstels en kunstig gevlochten mandjes:
allemaal dagelijkse gebruiksvoorwerpen
die ze zelf nooit bewaarden en daarom nu
bijzonder zijn. Ik probeer ergens midden
in de rij op te gaan, maar dat lukt niet.
Daar zijn ze hier nogal strikt in: achter aan-
sluiten! Dan maar niet, want er is geen tijd
meer, op naar het vliegveld. In de volle me-
tro valt mij weer op: alleen Japanse gezich-
ten. Je ziet in dit land bijna geen buitenlan-
ders, nog steeds niet. Japanners zijn hier
onder elkaar, en lijken dat prima te vinden.
Ze houden graag wat ondoorgrondelijk-
heid hoog, en blijven op vriendelijke af-
stand van de buitenstaander. Deshima is
ook van deze tijd.
Met dank aan Isabel van Daalen en Fuyuko
Matsukata. Dit project i.s.m. Stichting ZOOM-
media is mede mogelijk gemaakt door steun van
het Matchingfonds Gedeeld Cultureel Erfgoed,
de Nederlandse ambassade in Tokio en
DutchCulture: hollandkyushu.com/nl/
OVT – Het spoor terug: Terug naar
Deshima (2)
> ZONDAG, NPO RADIO 1, 11.25-12.00 uur
Etalage van stoffenwarenhuis Echigoya in Tokio, ca. 1850
21. maandag première | dinsdag media | woensdag film | donderdag cultureel supplement | vrijdag boeken
Donderdag 23 juni 2016
CULTUREEL SUPPLEMENT
ILLUSTRATIE�ANNE�VAN�WIEREN
Donderdag 23 juni 2016
Ivo van Hove
en 99 andere
succesvolle
Nederlandse
kunstenaars in
het buitenland
top 100
cultuur
22. C2 Cultuur Top 100
Vrouwen
breken door
Juryrapport
Uit de shortlist van 150
cultuurmakers selecteerde een
professionele jury de NRC Cultuur
Top 100. Winnaar van deze tweede
editie is Ivo van Hove, die een
succesjaar beleefde op Broadway.
Door�onze�redacteuren
Daan�van�Lent�en�Arjen�Ribbens
E
en dancefeest in Miami, Las
Vegas of Ibiza is pas com-
pleet met een dj uit Neder-
land. Wereldwijd groeien
kinderen op met Miffy, Mi
fei of hoe Nijntje elders ook
mag heten. En hoeveel prestigieuze bui-
tenlandse bouwprojecten worden niet
geleid door Rem Koolhaas, Francine Hou-
ben of een andere Dutch architect?
Cultuur is een belangrijk Nederlands
exportproduct. Je zou verwachten dat de
overheid fors investeert in internationaal
cultuurbeleid. Dat valt tegen, zoals blijkt
uit het in maart verschenen overheids-
rapport Cultuur als kans. Het budget is
nog geen 50 miljoen euro per jaar, aan-
zienlijk minder dan onze buurlanden in-
vesteren in cultuurexport. Bovendien is
de afgelopen zes jaar fors bezuinigd op
grensoverschrijdende cultuurpromotie.
Curieus. Zeker als je die 50 miljoen af-
zet tegen de andere pijlers van het bui-
tenlandbeleid. Bij het versterken van de
buitenlandse politieke, maatschappelijke
en economische betrekkingen speelt cul-
tuur vaak een belangrijke rol. Hoe vaak is
het Concertgebouworkest of Het Nationa-
le Ballet al niet het smeermiddel geweest
bij handelsmissies of staatsbezoeken?
André Rieu
Met de NRC Cultuur Top 100 probeert de-
ze krant sinds vorig jaar de internationale
reikwijdte van Nederlandse kunst en cul-
tuur te inventariseren. Dat André Rieu de
wereld laat walsen en dat Irma Boom,
Marlene Dumas en Jaap van Zweden in-
ternationale sterren zijn, zal weinigen
zijn ontgaan. Maar wie kan spontaan de
namen noemen van de 24-jarige celliste
die de Europese concertzalen verovert of
het Bredase dansgezelschap dat afgelo-
pen jaar in veertien buitenlanden optrad?
Met de jaarlijkse Cultuur Top 100 zet-
ten we de meest succesvolle Nederlandse
cultuurexporteurs op een rij. Die met een
jury samengestelde ranglijst is een mix
van autoriteit en invloed, van reputatie
en verdiensten, van omzet en geloof-
waardigheid. Na raadpleging van diverse
cultuurfondsen is eerst een kandidaten-
lijst opgesteld met namen van 150 cul-
tuurmakers uit veertien disciplines. Daar-
op stonden kunstenaars en gezelschap-
pen die in het buitenland actief zijn, maar
ook musea en evenementen die grote
hoeveelheden cultuurtoeristen naar Ne-
derland lokken. Op de groslijst stonden
ook een paar namen die we vorig jaar bij
de eerste Cultuur Top 100 over het hoofd
hadden gezien, zoals filmfestival IDFA.
Van alle kandidaten is uitgezocht wat in
het afgelopen jaar hun belangrijkste pres-
taties waren: hoe vaak ze in het buiten-
land hebben opgetreden of geëxposeerd,
hoeveel bezoekers ze trokken, hoe vaak
zij in buitenlandse media figureerden,
welke prijzen of onderscheidingen ze kre-
gen en hoeveel omzet ze maakten.
Het duiden van de gegevens was vooral
de taak van de jury. De tien juryleden –
een mix van buitenlanders die in Neder-
land actief zijn en Nederlanders die van
grote afstand naar Nederland kijken – ga-
ven aan welke dertig cultuurmakers vol-
gens hen in het buitenland het afgelopen
jaar het meeste tot de verbeelding spra-
ken en het sterkste bijdroegen aan het
beeld van Nederland Cultuurland. Aan de
keuzes van de juryleden zijn punten toe-
gekend, waarna een Top 100 ontstond.
Voor alle duidelijkheid: we hebben ons
beperkt tot levende cultuurmakers. Toe-
ristenmagneten als het Anne Frank Huis,
Kinderdijk en de Keukenhof zijn buiten
beschouwing gelaten. Net als commer-
ciële bedrijven die (soms) cultuurproduc-
ten voortbrengen, zoals de televisiepro-
ducenten Endemol en Eyeworks.
Geen grenzen
Dat cultuur letterlijk geen grenzen kent,
blijkt uit de Cultuur Top 100. Kijk eens
naar de drie belangrijkste Nederlandse
cultuurexporteurs van het afgelopen jaar.
Hemelsbreed zijn ze bijna 10.000 kilome-
ter van elkaar geboren: respectievelijk in
het Vlaamse Heist-op-den-Berg, in Rot-
terdam en in Kaapstad. Voor alle drie
geldt ook dat heel de wereld hun vader-
land is. Even thuis in New York, Doha of
Peking als in Amsterdam of Rotterdam.
De winnaar van de tweede NRC Cul-
tuur Top 100 is een Vlaming die in Neder-
land in cultureel opzicht groot is gewor-
den en allang als Nederlander wordt be-
schouwd: Ivo van Hove, vaste regisseur
van Toneelgroep Amsterdam. Ging de on-
derscheiding vorig jaar naar Rem Kool-
haas, onder meer vanwege zijn directeur-
schap van de Architectuur Biënnale in Ve-
netië, dit keer heeft het ongekende suc-
cesjaar van Van Hove en Toneelgroep
Amsterdam de doorslag gegeven.
2015 was het jaar dat Van Hove een in-
ternationale ster werd. „Ik weet niet hoe-
veel regisseurs in een jaar tijd drie pro-
ducties op Broadway hebben”, vraagt ju-
rylid Ruth Mackenzie, de directeur van
het Holland Festival, zich af, „maar ik
weet zeker dat nog nooit een niet-Ameri-
kaan daarin is geslaagd.” Ook de andere
juryleden zijn lovend over Van Hove. An-
dreas Blühm, de directeur van het Gro-
ninger Museum: „Van Hove is de status
van ‘geheimtip’ in het buitenland al lang
met glans ontstegen.” En Leon Ramakers,
de oud-directeur van Mojo Concerts: „De
wereld ligt aan zijn voeten.”
De jury heeft dit jaar andere accenten
gelegd. In de Top 100 staan minder dj’s.
Beeldende kunst en klassieke muziek zijn
prominenter vertegenwoordigd. Vrou-
wen doen het goed. Helaas kan dat niet
gezegd worden van de minderheden. De
Top 100 is bijna zo blank als het vooroor-
logse Nederland. De lijst telt achttien
nieuwe namen. In discjockeytermen: re-
gisseur Paul Verhoeven is dankzij Elle ‘te-
rug van weggeweest’. En Fiona Tan is de
hoogste ‘binnenkomer’.
Aan de uitverkiezing is een prijs ver-
bonden. Van Hove krijgt een dubbele ad-
vertentiepagina aangeboden, te besteden
aan een maatschappelijk doel naar keuze.
Met�dank�aan�documentalist�Marianne�Ver-
maak�en�DutchCulture voor�de�gegevens�uit
Buitengaats,�de�databank�met�gegevens
over�de�Nederlandse�culturele�activiteiten�in
het�buitenland.
Vrouwen�doen�het�beter
Jury
Cu�l�t�u�u�r
Top�100
2�0�16
Aaron�Betsky,�decaan
Frank�Lloyd�Wright�School
of�Architecture
Andreas�Blühm,�directeur
Groninger�Museum
Saskia�Bos,�decaan�School
of�Art�van�Cooper�Union�in
New�York
Michelle�David,�Ameri-
kaanse�zangeres,�bekend
van�The�Gospel�Sessions
Birgit�Donker,�directeur
Mondriaan�Fonds
Robert�van�Leer,�directeur
The�John�F.�Kennedy
Center�for�the�Performing
Arts�in�Washington
Ruth�Mackenzie,�directeur
Holland�Festival
Nicolas�Mansfield,
directeur�Nederlandse
Re�i�s�o�p�e�ra
Rick�van�der�Ploeg,
hoogleraar�in�Amsterdam
en�Oxford
Leon�Ramakers,�oud-direc-
teur�Mojo�Concerts
Klassieke�muziek�meest�vertegenwoordigd
Jonge�dj’s�en�oude�componisten
Beeldende
Theater
Fotografie
Literatuur
Design
Film
Dans
Architectuur
Pop/Rock
Klassiek
Dance
kunst
7
4
12
6
5
1515
7
6
7
16
Vrouwen doen het beter dan vorig jaar
Jazz
20 jaar
21
24
28
28
28
28
29
32
34
Martin Garrix
Oliver Heldens
Harriet Krijgh
Afrojack
Mea Dols de Jong
Jacco Gardner
Hardwell
Dotan
Iris van Herpen
Michiel Huisman
Dick Bruna
Bernard Haitink
herman de vries
Hans van Manen
Cees Nooteboom
Louis Andriessen
Paul Verhoeven
Han Bennink
Piet Oudolf
Ton Koopman
88 jaar
87
84
83
82
77
77
74
71
71
De jongste: Martin Garrix De oudste: Dick Bruna
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Top-20 van 2016Top-20 van 2015
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Ivo van Hove
Rem Koolhaas/OMA
Marlene Dumas
Rijksmuseum
Irma Boom
Anton Corbijn
Jaap van Zweden
Tiësto
Hella Jongerius
KCO
Hans van Manen
André Rieu
Johan Simons
Van Gogh Museum
Iris van Herpen
Lotte de Beer
Martin Garrix
MVRDV
Rineke Dijkstra
Francine Houben
Rem Koolhaas/OMA
Rijksmuseum
Anton Corbijn
KCO
Ivo van Hove
Tiësto
Hans van Manen
André Rieu
Van Gogh Museum
Iris van Herpen
Dick Bruna
Marlene Dumas
Carice van Houten
Johan Simons
Hella Jongerius
Daan Roosegaarde
Afrojack
Irma Boom
World Press Photo
Hardwell
NRC 230621 / EvG / Bron: NRC
Beeldende
Theater
Fotografie
Literatuur
Design
Film
Dans
Architectuur
Pop/Rock
Klassiek
Dance
kunst
7
4
12
6
5
1515
7
6
7
16
Vrouwen doen het beter dan vorig jaar
Jazz
20 jaar
21
24
28
28
28
28
29
32
34
Martin Garrix
Oliver Heldens
Harriet Krijgh
Afrojack
Mea Dols de Jong
Jacco Gardner
Hardwell
Dotan
Iris van Herpen
Michiel Huisman
Dick Bruna
Bernard Haitink
herman de vries
Hans van Manen
Cees Nooteboom
Louis Andriessen
Paul Verhoeven
Han Bennink
Piet Oudolf
Ton Koopman
88 jaar
87
84
83
82
77
77
74
71
71
De jongste: Martin Garrix De oudste: Dick Bruna
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Top-20 van 2016Top-20 van 2015
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Ivo van Hove
Rem Koolhaas/OMA
Marlene Dumas
Rijksmuseum
Irma Boom
Anton Corbijn
Jaap van Zweden
Tiësto
Hella Jongerius
KCO
Hans van Manen
André Rieu
Johan Simons
Van Gogh Museum
Iris van Herpen
Lotte de Beer
Martin Garrix
MVRDV
Rineke Dijkstra
Francine Houben
Rem Koolhaas/OMA
Rijksmuseum
Anton Corbijn
KCO
Ivo van Hove
Tiësto
Hans van Manen
André Rieu
Van Gogh Museum
Iris van Herpen
Dick Bruna
Marlene Dumas
Carice van Houten
Johan Simons
Hella Jongerius
Daan Roosegaarde
Afrojack
Irma Boom
World Press Photo
Hardwell
NRC 230621 / EvG / Bron: NRC
Beeldende
Theater
Fotografie
Literatuur
Design
Film
Dans
Architectuur
Pop/Rock
Klassiek
Dance
kunst
7
4
12
6
5
1515
7
6
7
16
Vrouwen doen het beter dan vorig jaar
Jazz
20 jaar
21
24
28
28
28
28
29
32
34
Martin Garrix
Oliver Heldens
Harriet Krijgh
Afrojack
Mea Dols de Jong
Jacco Gardner
Hardwell
Dotan
Iris van Herpen
Michiel Huisman
Dick Bruna
Bernard Haitink
herman de vries
Hans van Manen
Cees Nooteboom
Louis Andriessen
Paul Verhoeven
Han Bennink
Piet Oudolf
Ton Koopman
88 jaar
87
84
83
82
77
77
74
71
71
De jongste: Martin Garrix De oudste: Dick Bruna
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Top-20 van 2016Top-20 van 2015
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Ivo van Hove
Rem Koolhaas/OMA
Marlene Dumas
Rijksmuseum
Irma Boom
Anton Corbijn
Jaap van Zweden
Tiësto
Hella Jongerius
KCO
Hans van Manen
André Rieu
Johan Simons
Van Gogh Museum
Iris van Herpen
Lotte de Beer
Martin Garrix
MVRDV
Rineke Dijkstra
Francine Houben
Rem Koolhaas/OMA
Rijksmuseum
Anton Corbijn
KCO
Ivo van Hove
Tiësto
Hans van Manen
André Rieu
Van Gogh Museum
Iris van Herpen
Dick Bruna
Marlene Dumas
Carice van Houten
Johan Simons
Hella Jongerius
Daan Roosegaarde
Afrojack
Irma Boom
World Press Photo
Hardwell
NRC 230621 / EvG / Bron: NRC
DONDERDAG�23�JUNI�2�0�16 C3NRCHANDELSBLAD CULTUREEL SUPPLEMENT
VS�belangrijkste�exportland�voor�Nederlandse�cultuur
DutchCulture�verzamelt�in�de�databank�Buitengaats�gegevens�over�Nederlandse�culturele�activiteiten�in�het�buitenland.�In�2015�werden�meer�dan�15.000�concerten,�exposities,�vertoningen,�lezingen�et�cetera�ge-
registreerd.�De�Verenigde�Staten�is�exportland�nummer�1,�vooral�dankzij�1.200�optredens�van�Nederlandse�dj’s.�Ruim�de�helft�van�alle�cultuurexport�gaat�naar�West-Europa,�met�Duitsland�als�exportland�nummer�2.
Vrouwen doen het goed in de
cultuursector. In de Top 10 staan
drie vrouwen: Irma Boom, Hella
Jongerius en Marlene Dumas
West-Europa
53%
Azië
12%
Noord-Amerika20%
Amerika
Zuid-
5%
0,7% Afrika
Oceanië
1,2%
Oost-Europa8%
Japan
China
Rusland
Duitsland
VerenigdKoninkrijk
Span
je
Frankrijk
Italië
België
VerenigdeStaten
Canada
Polen
Tsjechië
Hongarije
Turkije
Australië
India
O
ostenrijk
Zwitserland
Noorwegen
Finland
Mexico
Brazilië
Beeldende
Theater
Fotografie
Media
Literatuur
Erfgoed
Design
Film
Dans
ArchitectuurOverig
Wereld
Dance&PopRock
Improvisatie
Klassiek
Pop & Rock
Dance
kunst
1
9
10
11
21
18
13
15
16
20
14
17
22
24
12
19
8
2
5
6
7
4
3
Muziek
Tachtig steden
Werk van beeldende kunstenaars
in tachtig Chinese steden
Jazz populair in Japan
En niet alleen Hans en
Candy Dulfer
André Rieu
31 optredens
in Duitsland
Geen taalbarrière
Veel theatervoorstellingen
in Vlaanderen
Ibiza
Ibiza nog altijd populair
bij dj’s: 172 optredens
Vliegende koe
De Stilte danst ‘Vliegende koe’ 27 keer
Dance
grootste culturele
exportproduct
Dans
Film
Erfgoed
Literatuur
Fotografie
Theater
Beeldende kunst
Design
Architectuur
Media
Plaats in landenlijst
Dance
Pop & rock
Klassiek
Improvisatie
Dance/Pop&Rock
Wereld
Overig
NRC 230621 / EvG / Bron: Buitengaats van DutchCulture, zie: dutchculture.nl
Disciplines Muziekdisciplines
Van de 15.000
buitenlandse concerten,
exposities en vertoningen
van Nederlandse cultuurmakers
in 2015 kwam bijna de
helft voor rekening
van muzikanten.
x
Top 5
Top 6 - 25
FOTO'S:�ANP,�MERLIJN�DOOMERNIK