1. 50
Hoe zou je de rol van jullie theater in
deze stad omschrijven?
‘Vroeger was die rol dat we hier een huis
hadden.Vastgoed. Met zalen. Je pro-
grammeerde en je deed de deur open
en dan kwam er publiek binnen en aan
het eind van het jaar had je het gehaald,
of niet. Maar dat is allang niet meer. Die
rol is niet meer voldoende, omdat alles
in beweging is. Dus wij hebben onszelf
verplicht om naar buiten te gaan. Met
behoud van binnen, want dat is onze
basis.Wij zijn heel blij met de mensen
die we bereiken, maar we willen heel veel
mensen tot creativiteit brengen. Dat kan
voor een deel hier, maar voor een deel
ook niet. Dat zijn de mensen die we niet
kunnen verleiden om naar binnen te
komen. Of nog niet, of niet meer. Dus dan
moet je naar buiten. De mensen opzoe-
ken die, zoals wij het zeggen, een afstand
hebben tot de theatermarkt.’
‘We doen dat bijvoorbeeld op een plek als
Pand P (de oude plek van Plaza Futura). In
feite hebben we er vastgoed bijgenomen.
In een tijd waarin iedereen vindt dat er
te veel theaters zijn, zou ik eigenlijk wel
op elke straathoek een theater willen
beginnen. Dan moet je het wel goed
doen, samenwerken, elkaar versterken
en de ruimte geven, en een lange adem
hebben. Je moet niet meteen bij de eerste
tegenslag gaan denken dat je het niet
redt. Pand P is een vlakkevloertheater
met honderd stoelen voor voorstellingen
van nieuwe makers, amateurs en (semi-)
professionele clubjes – een coöperatie.
Het heeft drie jaar de tijd om te komen
tot een mooie plek met nieuwe program-
mering, nieuwe medewerkers en met
nieuw publiek. En die belofte lijkt zich
nu al in te lossen. Daar komen 15 à 20
duizend mensen die we niet hier in huis
hebben, een fantastische aanvulling.’
Wat doe je nog meer buiten je eigen huis?
We verzorgen livestreams van voorstellin-
gen in een aantal verzorgingshuizen van
zorggroepVitalis, en we doen bijvoor-
beeld de programmering voor theater
De Hofnar inValkenswaard. Eigenlijk
beginnen heel veel dingen bij ons vanuit
iets kleins, een kop koffie en een gesprek.
MetVitalis bespraken we hoe ons publiek
ouder wordt en nooit meer naar toneel
gaat - omdat men alleen komt te staan of
in een verzorgingshuis belandt.Als grap
zeiden we: “Jullie nemen ons publiek af”.
Toen werd de vraag: hoe krijgen we dat
weer terug? Kunnen we jullie publiek
hier naartoe brengen of kunnen we
voorstellingen spelen bij jullie? Of zullen
we iets nieuws bedenken? En dat nieuwe
werd dus, dat we – met toestemming van
de artiesten – voorstellingen daar live
uitzenden, samen met lokale omroep
Studio 040.We hebben het al gedaan met
balletvoorstellingen en met Diederik
vanVleuten. En waar artiesten vroeger
misschien terughoudend waren met het
delen van materiaal, vragen ze ons nu
wanneer ze een keer kunnen meedoen.
Want wat gebeurt er op topavonden? Dan
heb je hier in huis de zaal goed gevuld,
met 900 mensen in de grote zaal, en dan
kijken er nog eens 400 mee op die buiten-
plekken.Alsof je de Philipszaal erbij vult!
Fantastisch, en die winst zit hem er niet
alleen in dat extra publiek, maar vooral
ook in het feit dat die mensen die voor-
stelling weer beleven, weer bij elkaar ko-
men, en met hun (klein)kinderen kunnen
delen waarom ze van theater houden.’
‘Dat is ook wat er mooi is aan het
programmeren in De Hofnar. In
Valkenswaard weten ze heel goed wat
ze willen, maar ze hebben niet alle
INTERVIEW
‘IKWILOPELKE
STRAATHOEKWEL
EENTHEATER
BEGINNEN’Giel Pastoor staat aan het hoofd van het Parktheater in Eindhoven.
In plaats van directeur noemt hij zichzelf liever
‘beweegstrateeg’. Een term die al verraadt dat zijn theater steeds
meer buiten de grenzen van het eigen gebouw treedt. Dit altijd van-
uit het streven zoveel mogelijk mensen te willen raken.
DOORWENDYLUBBERDING
fotofrankvaneersel
2. 51
middelen, dus vroegen ze ons of we kon-
den helpen. Zij kennen hun publiek, wij
helpen met het programma.’
‘Een vaak gehoorde vraag is of er
niet te veel stoelen zijn in Nederland.
Persoonlijk denk ik: er zijn te weinig
theaters, maar wel veel dezelfde.Als we
publiek uitValkenswaard willen bewegen
naar hier, kan dat dan het beste door van-
uit hier reclame te maken, of door van
die plek daar een magneet te maken, die
daar mensen enthousiast maakt en ze
ook eens iets verder weg laat kijken, naar,
bijvoorbeeld, hier.’
‘De gedachte is vaak: als het theater
van mijn buurman sluit, krijg ik zijn
publiek erbij. Maar ik ken geen enkel
voorbeeld waarin de sluiting van een
theater bij de buurman ineens voor veel
meer publiek zorgde. En ik wil niet in
schaarste denken, want dan betekent
elke gevulde stoel bij de buurman een
gemiste bezoeker bij ons. Maar als je
denkt in overvloed, dan kun je zien hoe
iemand ergens anders verliefd wordt
op theater - en geloven dat diegene dan
wellicht ook bij jou komt. Dus er moeten
meer theaters komen. En ik geloof er
heilig in dat dat ook in elkaars nabijheid
kan, als die theaters onderling verschil-
lend genoeg zijn.Voor een groot deel kun
je zelfs vergelijkbaar zijn, maar door je
te onderscheiden kun je heel goed naast
elkaar bestaan.’
‘Kijk dan met elkaar, met
Valkenswaard, metVeldhoven, Den
Bosch, nog verder weg, hoe je het samen
nog beter kunt doen. Of met een buurt-
huis hier in Eindhoven, metVitalis. Zoek
uit wat waar het beste past. En dan wordt
de hele regio een plek waar we mensen
kunnen raken en waar ze zelf het podium
kunnen pakken. Daar zou ik graag naar-
toe willen. Dat we bijna als bijvangst ook
nog voorstellingen hier doen. Zo open
moet het, omdat je je anders ook zelf niet
meer ontwikkelt. Buiten ons huis berei-
ken we andere groepen.’
Maar hoe zorg je dat je in je eigen huis
gastvrij bent?Wat voor gebruik staat je
gebouw toe?
‘Wij zijn er voor iedereen.Als je hier iets
wilt organiseren, als je wilt samenwer-
ken, is het antwoord: ja, mits het kan.We
zeggen nooit nee. Met die grondhouding
kan er heel veel. Het had gekund, als
schouwburg, te zeggen dat we er zijn
voor opera, toneel en dans en niet voor de
rest. Een hele strakke keuze. Ik weet ook
zeker dat je daar dan succesvol in wordt.
Alleen, dan ben je succesvol op je eigen
eiland, en sluit je mensen uit.’
‘We zoeken een eigen kleur om on-
derscheidend te zijn. Kijk, de theater-
opleiding is hier al weg, het Zuidelijk
Toneel is naarTilburg.We zijn de stad
foto twycer
theatermaker 6/2017 zalenboer / giel pastoor
3. 52
van Brainport, technologie, en ook van
Urban. Er zijn zoveel meer smaken
en kleuren.We gaan in gesprek met
de grote groep expats in de stad over
ons aanbod, we produceren de Urban
Dansdagen en coproduceren met de
crew vanThe Ruggeds – terwijl, nog geen
vijf jaar geleden stond Urban echt niet
zo in een schouwburg. Maar het is fan-
tastisch om het huis vol jonge mensen
te hebben.’
‘Een mooi voorbeeld is de foyer als
flexwerkplek. Elke dag kunnen mensen
hier komen werken, gratis koffie, gratis
wifi, een programma met lezingen
en ontmoetingen. Die mensen raken
met elkaar in gesprek en daar komt
een mooi initiatief uit voort als het
GildePlustraject, waarin werkloze men-
sen weer zicht krijgen op werk. Dat is
helemaal niet onze taak, maar dat komt
erbij vanuit de flexwerkers en ontwik-
kelt zich dankzij hen. Die mensen delen
hun kwaliteiten met elkaar, en met
subsidie van de provincie is hun plan
nu officieel een traject om mensen weer
aan het werk te helpen.Als creativiteit
en kunst en cultuur op die manier kun-
nen bijdragen, dan moet je het doen.’
‘Onze brede aanpak maakt het soms
lastig voor de buitenwereld, ook voor
subsidieschenkers, want: wat ben je nou
eigenlijk? Je bent alles voor iedereen.
Het zijn soms initiatieven waarvan je
vooraf op bedrijfseconomisch vlak zegt:
niet doen. Die hebben twee mogelijke
uitkomsten: of het wordt een ramp,
maar je hebt het geprobeerd en geleerd;
of het wordt een succes, juist omdat je
net dat doet waarvan iedereen zegt dat
het gestoord is. Pand P, als dat zo door-
zet, wordt een hele fijne plek. En soms
zitten we ernaast. Maar zijn we alert,
verhouden we ons tot tegenslag, dan
komen we verder.’
‘Dus ik denk nooit over vastgoed.We
hebben gewoon die ruimte en die
wordt op meerdere manieren gebruikt.
Er staat ook een glijbaan in de foyer,
bijvoorbeeld.Want het blijft ook onze
foyer waar gezinnen met kinderen
komen rondom jeugdvoorstellingen.
En die lopen over de tafels, ja, en glijden
van dat glijbaantje. Ouders vragen dan
geschrokken of ze daar wel overheen
mogen lopen. Ja, dat mag gewoon.
Eigenlijk laten we soms wat gekkigheid
toe om met de buitenwereld in gesprek
te blijven.’
‘De kracht van dit gebouw is dan ook
niet per se het gebouw, maar dat zijn
toch de mensen die hier werken.Als die
niet bewegen, dan kun je een schitte-
rende zaal hebben, maar dan stopt het
vroeg of laat. Het erbij nemen van Pand
P is ook verrijkend voor de mensen die
hier werken. Er ontstaat vernieuwing, en
daar leer je van. Ik hou heel erg van al die
verbindingen.’
Speelt de plek waar je gebouw staat
een rol?
‘Elk theater heeft een magneetfunc-
tie vanuit de plek waar het staat. Het
Parktheater heeft dat vanuit de fraaie
wijk naast het park.Voor die groep men-
sen bouwden ze in 1964 op loopafstand
een schouwburg – met uitstraling naar
de hele stad.Terwijl, in dezelfde wijk,
een paar honderd meter verderop, staat
Pand P. En daar is alles anders, dat is een
andere omgeving. En als ik daar ben, zie
ik ook ander publiek. Laten we blij zijn
met die mensen, die daar weer binnen-
komen en met wie we daar de stad een
leukere plek maken. Ik wil gewoon een
leukere stad. Daar spelen wij een rol in.
Wat mij betreft doen we dat op nog tien
andere plekken.’
‘Wij zijn in gesprek met GGZ-instelling
De Groote Beek, want dat heeft een
theatertje. Nog niet alles is in beeld,
maar ik zou heel graag beginnen met het
verbinden van jonge makers met zo’n
GGZ, om stukken te maken die ertoe
doen. Daarvoor gaan we ons innovatieve
financieringsmodel van Creative Impact
Bonds inzetten.’
‘Zonder de oudere, trouwe bezoekers uit
het oog te verliezen, werken we hard aan
het uitbreiden van onze functies, voor
een nieuwe generatie die heel anders
naar dit soort dingen kijkt.Theater en
kunst zullen altijd een rol blijven spelen,
maar of dat voor die jongeren nou pre-
cies hier in huis is, op rij vier stoel vijf?
Maar misschien is het wel bij die jonge
persoon thuis, of in zijn wijk. Dus elk
wijkgebouw in Eindhoven is een poten-
tieel podium.’
‘Puur naar vastgoed kijkend, snap ik
dat er partijen zijn die zeggen dat er te
veel theaters zijn. Maar als je vanuit het
perspectief van creativiteit kijkt, als we
zoveel mogelijk mensen willen stimu-
leren in hun creativiteit, dan hebben we
nog een wereld te winnen en moeten er
nog veel meer theaters bij.’
parktheater eindhoven foto twycer
theatermaker 6/2017 zalenboer / giel pastoor