Costa 10 mei 2016 aankondiging Neelie Kroes en Jan Kees de Jager
Artikel frits magazine augustus september 2017
1. FancysGEWOON, OP Z’N
Als er iemand volbloed
040-dna heeft en de stad
ambassadeert, dan is
dat Fancy van de Vorst.
En níet alleen omdat ze
als beleidsontwikkelaar
bij Economische zaken
van de gemeente geacht
wordt dat te doen.
TEKST: MARIE-JOSÉ DEKKERS
FOTO’S: ALEXIA VAN DER MEIJDEN
I
nspiring fifty, de internationale
club die leidende vrouwen in het
zonnetje zet, liet Fancy dit jaar
prijken op de lijst van vijftig Ne-
derlandse inspiratrices, naast on-
der anderen Jalila Essaïdi en Neelie Kroes.
Ook bracht ze onlangs als programmalei-
der het COrporates-STArtup-project van
StartUpDelta tot een tevreden stemmend
einde (en werd daarvoor speciaal voor het
voetlicht gehaald tijdens de eindbijeen-
komst op de High Tech Campus Eindho-
ven, zie elders in deze FRITS). Hoogste
tijd om deze ware Brainportambassadeur
beter te leren kennen. Ze wordt er een
beetje verlegen van, zo’n ècht interview:
„Oh, ik dacht een paginaatje of zo. Maar
wel leuk!”
GUN-FACTOR
Fancy is de wandelende gun-factor in
Eindhoven. Ze geeft iedereen krediet,
zonder zichzelf op de borst te slaan, deelt
onvermoeibaar tips en namen uit via Twit-
040 041
INTERVIEW INTERVIEW
2. ter en mail, zonder namedropping, en brengt
mensen bij elkaar, zonder verborgen agenda:
„Ik werk zoals ik werk. Als ik mensen ont-
moet, ben ik niet alleen van het halen, vind ik
niet netjes. Ik vind het ook fijn de mens ach-
ter de mens te leren kennen. Klinkt misschien
heel idealistisch. Maar intussen promoot ik
wel Eindhoven, informeer en vertel inspire-
rende dingen. Ik bouw relaties op.”
In alles wat ze vertelt, duikt de term ‘sa-
menwerken’ op. Dat zit blijkbaar in haar
genen: „Ik heb afgelopen jaar met Fontys een
trainingsmodule ontwikkeld over network
skills, op verzoek van Eerste-Kamerlid Hans
Martin Don, om mijn manier van werken
over te dragen op anderen. Er liepen enkele
studenten met me mee, om te spiegelen. Ik
ben me toen veel bewuster geworden van
mijn Indonesische achtergrond; gericht op
het groepsverband, iedereen moet het fijn
hebben, samen eten, respect voor ouderen.
Dat zit er inderdaad genetisch in. Wij hebben
geen achterneven en –nichten, iedereen die
dichtbij is, is familie.” Ze legt uit hoe ze 3/8
Indonesisch is, en schetst haar stamboom:
„Met een opa die in het weeshuis zat en een
oma die de handtekening van haar vader
vervalste om bij de Nederlandse marine te
kunnen, waar ze elkaar ontmoetten. Opa was
techneut, werkte bij Philips, zorgde onder
meer voor alle lampjes in het Evoluon. Ik
denk dat het goed is dat ze in Brabant beland-
den. Hier heb je ook dat gastvrije, dat altijd
kunnen blijven eten.” Fancy is de oudste:
„Het zusje na mij zit ook in de marine, is
officier, dat wilde ze als klein meisje al. Ik
heb niks met de zee, vind varen op een boot
zelfs verschrikkelijk. Mijn andere twee zussen
wonen in Veldhoven, werken bij Fontys en in
een winkel.”
MEESTER
Ze kwam ter wereld in hartje 040: „In het
Binnenziekenhuis aan de Vestdijk.” Ze woon-
de in haar jeugd in Veldhoven, studeerde in
Maastricht, Griekeland, Utrecht en Am-
sterdam. Griekenland? „Ik was al klaar met
mijn rechtenstudie, en kon met het Erasmus
uitwisselingsprogramma een half jaar naar
het buitenland. Ik vond dat ik het verdiend
had naar een fijn land te gaan”, schatert ze.
Spreekt ze Grieks? Weer die klaterlach: „Het
was vooral gezellig in de Griekse taalles. Ik
vond de taal lastig, was niet aan mij besteed.
Maar wie werd er naar voren geduwd als we
met het internationale studentenhuis ergens
naartoe gingen? Precies. Dat deed ik dan
maar op mijn manier, in het Engels met veel
handgebaren en een lach. Lukte altijd. Met
beleefd benaderen kom je ook heel ver.”
Waarom koos ze na het EPL voor rechten?
„Omdat ik niet wist wat ik wilde. Eigenlijk
wilde ik iets in de mode doen, maar voor
styliste was er toen nog geen opleiding.
Daarvoor kon ik alleen naar de kunstacade-
mie, maar dat was toch te... te..., ja. Dat paste
niet bij mij.” En waarom Maastricht? „Het
probleem- en casusgestuurd onderwijs sprak
mij aan. Niet van die grote collegezalen maar
zelf in de groep de juridische vraagstukken
destilleren en er de theorie bij zoeken. Ook
weer samenwerken, inderdaad ja.”
BALANS
Eigenlijk wilde ze kinderrechter worden,
maar liet dat plan varen: „Toen ik afstudeerde
in ’95 was er geen werk, hele slechte tijd.
Daarom deed ik na Griekenland extra vakken
in Utrecht en Amsterdam, om maar niet te
hoeven beginnen met solliciteren. Toen mijn
studiefinanciering op was, moest ik iets. Ik
werd aangenomen bij de vereniging Eigen
Huis in Amersfoort, dus verhuisden we weer
daarnaartoe.”
We? „Ik ken Rinus al vanaf mijn zestiende.
We hebben elkaar ontmoet bij het stappen in
Veldhoven.” Is manlief ook zo’n netwerker?
„Wel een echte Brabantse jongen, uit Steensel.
Waarom we al zo lang samen gelukkig zijn,
is omdat we elkaar loslaten. We vertrouwen
elkaar. Rinus zegt dat ik net een boemerang
ben, die toch wel terugkomt: ‘Als ik je vast ga
houden, ben ik je kwijt’. Toch knap, vanaf zo’n
jonge leeftijd. Rinus ging destijds studeren
in Utrecht, ik in Maastricht, en ik had toen
al, net als nu, vanalles te doen en te ontdek-
ken. Rinus houdt van koken en ambachtelijke
dingen, vindt het fijn om thuis te zijn. Die
balans, daarom werkt het zo goed.” Samen
hebben ze een zoon en een dochter: „Tymo
van vijftien en Nyo is zeventien. Zitten goed
in hun vel. Pubers, maar ik heb niet het idee
dat ik op afstand sta. Ik moet vaak ontzettend
met ze lachen, het zijn ook spiegels, helaas.
Vrouwen van mijn leeftijd zijn de eerste
generatie die hun kinderen naar de opvang
brachten. Ik werk graag. Ik zag dochters
van vriendinnen spelen; tas om de schouder
doen en als moeder naar het werk gaan. Voor
die kinderen is dat vanzelfsprekend. Voor
StartUpDelta werkte ik veel in Amsterdam,
dus vroeg weg, meer weg en laat thuis. In de
‘IK BEN NIET
ALLEEN VAN HET
HALEN, VIND IK
NIET NETJES’
042 043
INTERVIEW INTERVIEW
3. Mittendorf zag hoe ik Doe de Dommel mede-
organiseerde, om de stad van een andere kant
te laten zien, en maakte dat ik naar Econo-
mische Zaken kon, want ik wilde wel met
ondernemers blijven werken.” Sindsdien zette
Fancy mede design en de creatieve industrie
op de kaart, met onder meer het businesspro-
gramma van de DDW. Ze zorgde er ook voor
dat Piet Hein Eek naar Eindhoven kwam. Nu
is ze op diverse fronten linking pin: „Binnen
Economie en Cultuur ben ik bij de gemeente
de contactpersoon voor de sector voor de
lobby naar Den Haag. En ik ondersteun
wethouder Depla bij het startupbeleid. Ik
merk wel dat ik veel te doen moet hebben”,
schatert ze.
STARTUPDELTA
Drie jaar geleden werd Fancy twee dagen
per week ‘uitgeleend’ aan StartUpDelta: „Ik
zit altijd aan de innovatiekant en creatieve
vakantieperiode dacht ik me als moeder meer
zorgend op te stellen. Nyo: ‘Ik heb liever een
werkende moeder dan een thuismoeder’. Zat
ik teveel in hun nek. Ach, het ging ook goed
als ik niet zoveel in de buurt was. Ik vind het
heel belangrijk dat ze, jongens èn meisjes,
zelfstandig en financieel onafhankelijk zijn.
Kreeg ik ook van thuis, van mijn moeder
mee.”
LINKING PIN
Bij Vereniging Eigen Huis had ze leuk
privaatrechtelijk werk, maar Brabant lokte
voor beiden. Fancy: „Ik ging aan de slag in
een managementfunctie bij een woningcor-
poratie in Boxtel.” Na de geboorte van hun
oudste stuurde ze een open sollicitatie naar
de gemeente Eindhoven: „Ik begon in een
publiekrechtelijke, juridische functie in be-
stemmingsplannen en ruimtelijke ordening.
Daarna werd ik gevraagd om het aanspreek-
punt te worden voor stedelijke en ruimtelijke
ontwikkeling en sprak ik met heel beleggend
en vastgoed-Nederland. Daarin kwam alles
bij elkaar. Publiek- en privaatrechtelijke ju-
risten heb je niet zoveel. Fantastisch, allemaal
ondernemers. Ik was al niet zo’n traditionele
ambtenaar. Iedereen die wil investeren in
deze stad, is relevant. Ik ben klantgericht, dus
voelde me daar op mijn plek, kan ook goed
de ondernemersvertaalslag maken en zaken
op elkaar laten aansluiten. Met het team
zorgde ik ervoor dat in beider belang zaken
zo snel mogelijk helder waren.”
Bij netwerkborrels was ze vaak de enige
vrouw: „Belangrijkste is gewoon respect
voor elkaar, als professionals onder elkaar.
Dat dwing je af door je houding, kennis van
zaken, klantgericht zijn. Vaak kwamen die
mannen even bij mij kletsen tot ik zei: ‘Lang
genoeg met de gemeente gepraat, ga maar
weer geld verdienen voor de stad’. Ze hoeven
bij mij niks te verkopen of op te halen.”
In die tijd liet ze haar befaamde Eindhoven-
jurk maken: „We hadden toen nog het
kerstcabaret bij de dienst, met een lach en een
traan. Ik schreef stukken en was de speaking
lady, knoopte alles aan elkaar. Wat ik nog
steeds doe. Ik wilde voor op het podium
iets bijzonders en ontwerpster Lilian van
Stekelenburg had toen net het Eindhovense
inpakpapier in tattoostijl gemaakt. Later is
de korte versie van de rok gestolen tijdens de
Salone in Milaan.”
Ze kwam zo weer in contact met de design-
wereld en creatieve industrie: „Wethouder
‘BELANGRIJKSTE
IS GEWOON
RESPECT VOOR
ELKAAR, ALS
PROFESSIONALS
ONDER ELKAAR’
FANCY (R) MET DEMISSIONAIR MINISTER-PRESIDENT MARK RUTTE (M), NEELIE KROES EN RECHTS NAAST HAAR
EINDHOVENSE START-UP SJAAK DECKERS
industrie is nationaal één van de topsectoren.
Startups zitten ook aan die kant; snelgroei-
ende, innovatieve bedrijven met nieuwe
businessmodellen, vaak ook disruptive. Rob
van Gijzel en Staf Depla vonden dat de Delta
een Eindhovense factor nodig had. Ik vind
het altijd goed elders in het land kennis mee
te nemen en te delen over hoe wij dingen
doen. Kwam dus mooi uit: ‘Ga ik gewoon
doen’. Mijn inhoudelijke onderwerp was hoe
corporates en startups meer van elkaar kun-
nen profiteren, vandaar dat ik bij het Delta-
programma COSTA terechtkwam als initiator
en programmamanager. Ontmoeten is goed,
zakendoen is beter. We hebben er een echt
triple helix-specialisme neergezet, waar onze
regio zo goed in is en wat ik zo leuk vindt om
te doen.” Ze vindt het heel bijzonder om grote
bedrijven op board level om tafel te krijgen
en met Neelie Kroes en prins Constantijn
te hebben gewerkt, waarvoor ze zelfs in het
torentje aan de Haagse Hofvijver en de Trê-
veszaal belandde: „Ongelooflijk veel geleerd
en gezien hoe hard zij werken, doel- en
resultaatgericht. Tot COSTA werkte ik vooral
dienstbaar, voor een bestuurder, mevrouw
Kroes, de burgemeester. Jan Kees de Jager
(CFO KPN en ambassadeur COSTA - MJD)
zei: ‘Jij bent de programmamanager, ga maar
aan de slag, ik hoor het wel als ik nodig ben’.
Ik kreeg de vrijheid en het vertrouwen. Ik
werkte strategisch en adviserend, maar moest
soms ook last minute iets regelen. Gewoon,
op z’n Fancy’s, de telefoon pakken.”
044 045
INTERVIEW
ADVERTENTIE