SlideShare a Scribd company logo
1 of 30
Download to read offline
AVANS HOGESCHOOL-ADVANCED BUSINESS CREATION
     dr




                IDEA GENERATION
                         BREIN & CREATIVITEIT
                                       Linde van Erp




                                                       2010




Oktober 2010,   ‘s-Hertogenbosch     - Begeleider: Yvonne Koert
BREIN & CREATIVITEIT
INHOUDSOPGAVE
                                                          Pag.
  1.   Inleiding: Innovatie & ideeën                      2
  2.   Het brein & creativiteit                           3
  3.   Kennis & creativiteit                              6
  4.   Het stimuleren van ideation                        11
  5.   De toekomst van onderwijs                          17
       Conclusie                                          24
       Literatuurlijst                                    25




           Idea generation, Brein & Creativiteit                 Linde van Erp
       1
INLEIDING - INNOVATIE & IDEEËN

                      “Another word for creativity is courage” – George Prince
Naar aanleiding van het ons aangewezen thema idea generation voor het project Kennis kring, ben ik
begonnen aan een literatuur onderzoek. Een onderzoek naar hoe een idee nou werkelijk tot stand
komt in de hersenen en hoe dit ideation proces te stimuleren is. Vele onderzoeken en bronnen
kwamen voorbij bij het beantwoorden van de centrale vraag in dit rapport:
Hoe start het ideation proces in de hersenen , hoe is ideation te stimuleren en wat kan deze kennis
betekenen voor Advanced Business Creation?

Om überhaupt aan dit rapport te kunnen beginnen, was het belangrijk om twee zaken duidelijk te
hebben.
   1. Wat is innovatie?
   2. Wat is idea generation?

Ik heb deze begrippen als volgt gedefinieerd:
Innovatie is het veranderen of vernieuwen van producten of productiemethoden of het introduceren
van nieuwe producten, productieprocessen of nieuwe markten waarbij men vraag/behoeften of
toegevoegde waarbij creëert & biedt voor de consument. Diensten vallen hier ook onder het begrip
product.
Deze definitie is gebaseerd op bestaande definities als die van Jose Campos, The American heritage
dictionary en van Joseph Schumpeter die innovatie als volgt beschrijft: ‘The introduction of new
goods, new methods of production, the opening of new markets, the conquest of new sources of
supply and the carrying out of a new organization of any industry.

’Idea generation -ook wel ideation genoemd- wordt in dit rapport gezien als het creatieve proces van
het generen en ontwikkelen van nieuwe ideeën, dat start in het brein van het individu.
Idea generation is een onderdeel van het innovatieproces. Innovatie start namelijk allemaal met een
idee. Zo zegt ook Jack Foster(1996): ‘Nieuwe ideeën zijn het wiel van vooruitgang.’ Alle producten
en diensten zijn ontstaan aan de hand van een idee. Dit is dus vitaal voor het innovatieproces. Zeker
in een markt waar de concurrentie groot is, is het belangrijk dat een bedrijf zich onderscheidt door
bijzondere waarden te bieden. Innovatie is hiervoor erg belangrijk en lijkt ook steeds belangrijker te
worden gevonden door bedrijven. Maar aangezien het allemaal bij een idee begint, beginnen wij ook
bij het idee.

Dit rapport bevat een aantal hoofdstukken. Het begint met hoe een idee in het brein tot stand komt.
Vervolgens wordt er gekeken naar de noodzaak van kennis om ideeën te kunnen genereren in het
brein. Hoofdstuk 3 omschrijft weetjes, regels, methoden en dergelijke om het ideation proces te
stimuleren. Tot slot - om vervolgens de centrale vraag te kunnen beantwoorden met betrekking tot
de studie Advanced Business Creation - gaat hoofdstuk 4 wat dieper in op het onderwerp onderwijs.
Er worden in dit hoofdstuk visies besproken over onderwijs in de toekomst, waar het gehele
onderwijssysteem aangepast zou moeten worden op de werking van het brein van de student.




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                             Linde van Erp
      2
1. HET BREIN & CREATIVITEIT

Om een inzicht te krijgen in hoe ideeën gegenereerd kunnen worden, is het belangrijk dat je een idee
hebt van hoe het brein werkt. Dit zal ik dan ook in dit hoofdstuk nader toelichten. De vraag is hier:
Hoe komt een idee tot stand in de hersenen en wat is precies de link tussen brein & creativiteit?

De linker en rechter hersenhelft
                  ‘Does the left brain know what the right brain is doing?’- Neumeier
De hersenen zijn het meest complexe orgaan in je lichaam. Er is al veel onderzoek naar gedaan en
nieuwe rapporten komen nog steeds met erg verrassende bevindingen maar een aantal zaken is
duidelijk. Het bovenste deel van de hersenen bestaat zoals je waarschijnlijk al weet, uit twee delen:
de linkerhelft en de rechterhelft. Professor Roger Sperry ontdekte dat deze twee helften ieder
gespecialiseerd zijn in verschillende taken. De linkerhelft houdt zich vooral bezig met de taken als
taal, rekenen, volgorde, spraak, details en dergelijke en is dus vrij analytisch. De rechterhelft
daarentegen is het creatieve brein; denk hierbij aan beelden, muziek en kleur maar ook aan ritme,
patronen en dromen. Het punt is alleen dat de creatieve gedachten niet alleen plaats vinden in de
rechterhelft maar juist voortkomen uit goed gebruik van beide hersenhelften. Het gebruik van beide
hersenhelften samen, versterkt elkaar dan ook. Het zorgt ervoor dat we het brein beter benutten. Zo
schrijft ook Jan-Willem van den Brandhof, eigenaar van een Brain Training centrum en schrijver van
diverse boeken over het brein en hoe hier het best mee om te gaan.

Werking van de zenuwcellen
Iets ingewikkelder is de werking van de zenuwcellen. De hersenen op zich bestaan uit verschillende
zenuwcellen, ook wel neuronen genoemd. Ieder brein heeft meer dan honderd miljard neuronen en
nog meer ondersteuningscellen, ook wel gliacellen genoemd. Deze zenuwcellen hebben ieder vele
ingangen en één uitgang. Deze ingangen heten dendrieten, een soort tak aan de zenuwcel. Ieder
neuron kan er tot honderdduizend van hebben. Bij goed gebruik van de hersenen heeft de zenuwcel
vele dendrieten. Door deze dendrieten loopt een soort elektrisch stroompje. Jan-Willem van den
Brandhof beschrijft dit als volgt: ‘Het elektrisch stroompje door de dendrieten zorgt voor een
chemische reactie tussen de chemicaliën of neurotransmitters die in de spleet zitten tussen de
dendrieten. Die chemische reactie tussen de neurotransmitters zorgt ervoor dat er een stroompje
gaat lopen in het andere dendrietje. Zo wordt informatie overgedragen’. De uitgang van de zenuwcel
heet axon of neuriet. Iedere cel heeft zoals al eerder gezegd maar één uitgang die signalen kan
krijgen via de “kern” van de zenuwcel: het cellichaam. De axon kan de opgewekte signalen op haar
beurt weer doorgeven aan andere cellen. De lengte van de uitgang (neuriet) kan verschillen.
In de hersenen kunnen er zo wel tot honderd biljoen verbindingen ontwikkeld worden.
In de cel kunnen wel tienduizenden signalen binnenkomen vanuit verschillende dendrieten.
Deze worden verwerkt in het cellichaam en
uiteindelijk verwerkt tot een signaal dat via de
axon uit het cellichaam gaat en zo weer op een
ander punt aankomt en weer een van de
tienduizenden signalen wordt in het cellichaam
waar het naar toe is gestuurd. Deze signalen zelf
zijn weer opgebouwd uit de eerder genoemde
neurotransmitters: een combinatie van
          Idea generation, Brein & Creativiteit                                            Linde van Erp
      3
verschillende stoffen in een signaal. Hierboven is een zenuwcel in beeld gebracht om het verhaal van
de werking van de hersenen duidelijker te maken.

(Creatief) denken
Creatief denken wordt door Igor Byttebier (schrijver van het boek: Creativiteit. Hoe? Zo!)
omschreven als patroondoorbrekend denken. Denken zelf is het proces waar informatie verwerkt
wordt. Het kan hier onder andere gaan over een beeld, voorstelling, herinnering of idee. Volgens
Byttebier is het denksysteem juist efficiënt door het herkennen, gebruiken en eventueel aanpassen
van denkpatronen. Dit zijn ‘clusters van gegevens die we als cluster kunnen herkennen en die we
zullen opslaan als we er succes mee hebben. Ervaring is het totaal van al de patronen en gewoonten
die we hebben opgebouwd in het verleden, zodat we heel efficiënt kunnen handelen in een bepaalde
context.’ De succesvolle patronen worden vaak herhaald en lijken daarom automatisch, denk hierbij
bijvoorbeeld aan ontbijten en tanden poetsen in de ochtend. Dit denken op zich gebeurt via de
signalen tussen de verschillende hersencellen. Deze volgen een bepaalde weg van de ene naar de
andere hersencel, ofwel via verbindingen. Dit kunnen zowel bestaande verbindingen zijn als nieuwe
die aangemaakt worden. Er komen dan wel nauwelijks hersencellen bij gedurende ons leven maar er
worden wel steeds nieuwe verbindingen gelegd tussen deze bestaande hersencellen. Zoals gezegd
worden de patronen die vaak worden herhaald soms zelfs automatisch. Dit komt omdat de
verbindingen die gemaakt zijn tussen de hersencellen en regelmatig herhaald worden, worden
versterkt elke keer dat de verbinding weer gebruikt wordt. Deze herhaling van een activiteit zorgt
ervoor, dat de waarschijnlijkheid dat deze verbinding de keer daarop weer gebruikt wordt, verhoogt.
Creatief denken gaat daarentegen juist over het doorbreken van de patronen en over het vergroten
van de kans tot het maken van nieuwe verbindingen. Juist de nieuwe verbindingen die worden
gelegd tussen twee of meer onderwerpen, informatiebronnen, zorgen voor een nieuwe kijk: een
innovatie. “Innovatie is alles wat je voor het eerst doet” – Byttebier

Innovatie door middel van het cerebellum
                            Larry R. Vandervert schrijft het artikel ‘The Neurophysiological Basis of
                            Innovation’. Dit is te lezen in het boek ‘Handbook on Innovation’.
                            Vandervert schrijft over innovatie en hoe dit in het brein tot stand komt.
                            Dit is een andere benadering dan die hierboven beschreven wordt.
                            Vandervert schrijft namelijk dat innovatie een recursief neurofysiologisch
                            proces is, waarbij het denken constant gereduceerd wordt tot patronen.
                            Net zoals het in wiskunde werkt: het gaat om het zien van relaties en
                            patronen tussen verschillende zaken. Bij innovatie is het van belang dat
er constant nieuwe en efficiëntere verbindingen worden gecreëerd. Innovatie ontstaat door
samenwerking van het werkgeheugen en patronen die gegenereerd worden in het cerebellum. Het
cerebellum is volgens Wikipedia: ‘een onderdeel van het centraal zenuwstelsel. De eerste functie van
het cerebellum is de coördinatie van bewegingen om ze vlot en nauwkeurig te maken’.

Drie algemene theorieën
Innovatie kan met behulp van 3 algemene theorieën onderbouwd worden:
1. Innovatie is als een evolutieproces. Evolutie staat voor ontwikkeling en zo gaat het ook bij
    innovatie. Er worden steeds nieuwe producten bedacht, die andere producten vervangen, net
    zoals in de evolutietheorie wordt omschreven.
          Idea generation, Brein & Creativiteit                                             Linde van Erp
      4
2. De voordelen van innovatie komen voort uit efficiencyslagen die voortvloeien uit een relatie
   tussen het werkgeheugen en de perceptuele, cognitieve functies van het cerebellum.
3. De manier waarop de hersenen samenwerken met de cortex en het cerebellum en het
   automatiseren in patronen, zorgt ervoor dat men efficiënter kan werken. De cortex is de korst
   van de hersenen die de beelden die binnen komen, ziet. Door deze te koppelen aan het
   geheugen kunnen er patronen gecombineerd worden in het cerebellum. In het werkgeheugen
   komt informatie binnen, die toegevoegd wordt aan de al opgeslagen informatie en zo het
   geheugen up-to-date houdt. Hoe meer verbindingen en hoe vaker deze gebruikt worden, hoe
   efficiënter men kan werken. Dit zijn de verbindingen waren we het eerder ook al over hadden.
   Door grote hoeveelheden verbindingen en patronen is men beter in het oplossen van problemen
   en in die zin ook intelligenter.

Het cerebellum ontwikkelt zich zelfs sneller dan de axon (de uitgang van de zenuwcel zoals eerder
omschreven) en kent zowel een feedback als feedforward model. Met het feedforward model in de
hersenen is de mens in staat een voorstelling te maken met bestaande kennis uit het werkgeheugen.
Deze combineert huidige kennis met nieuwe informatie die de hersenen binnenkomt en verbetert
het in een voorstelling in het hoofd, zo wordt een idee verbeeld. Wanneer een beeld uit een domein
met beeld of informatie uit een ander domein wordt gecombineerd in het cerebellum tot een nieuw
patroon, voelt het ook als een innovatie in het hoofd. Dit is hoe een idee in de hersenen tot stand
komt volgens Vandervert.

Voorbeeld: Methode tot innovatie
Abstraheren is een methode om te innoveren. Hier wordt beeld of informatie terug naar de essentie
gehaald. Men kijkt dan bijvoorbeeld naar dans, reuk, beeld, muziek die bij hen opkomt bij opgeslagen
informatie. Op deze manier is er sneller een nieuw overkoepelend patroon te zien. Einstein maakte
ook gebruik van deze methode door naar muziek te luisteren. Dit bracht hem weer tot ideeën
doordat er weer een nieuwe link werd gemaakt in het cerebellum tussen de huidige opgeslagen
informatie en de muziek.

Conclusie
De werking van de hersenen is heel erg gecompliceerd. Tussen de zenuwcellen in de hersenen
bestaan verschillende verbindingen. De informatie wordt opgeslagen in het werkgeheugen en in het
cerebellum worden deze in patronen gegenereerd. Vooral de patronen of verbindingen die vaak
gebruikt worden, lijken automatisch te werken. De waarschijnlijkheid dat deze verbindingen vaker
gebruikt worden, neemt namelijk toe door herhaling. Deze axons & dendrieten worden dikker.
Creatief denken is echter patroondoorbrekend denken. Het gaat hierbij dan ook om het leggen van
nieuwe verbindingen: innovatie. Innovatie kan tot drie algemene theorieën onderbouwd worden,
namelijk: Innovatie is een evolutieproces dat in de hersenen van start gaat. Ten tweede komen de
voordelen van innovatie voort uit efficiencyslagen en tot slot zorgen de patronen die voortvloeien uit
de samenwerking tussen de cortex en het cerebellum in de hersenen, voor een efficiënte manier van
werken.




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                             Linde van Erp
      5
2. KENNIS & CREATIVITEIT

Nu we op de hoogte zijn van hoe innovatie in het brein tot stand komt, belanden we bij de vraag:
In hoeverre is kennis noodzakelijk bij idea generation en in hoeverre beperkt dit juist de
creativiteit? In het vorige hoofdstuk kwamen we tot de conclusie dat er bij innovatie, ofwel het tot
stand komen van een idee, nieuwe patronen en verbindingen in het cerebellum worden gelegd
tussen informatie uit het werkgeheugen. Juist een verbinding die ongewoon lijkt en nieuw is, zorgt
vaak voor een vernieuwend idee. Patroondoorbrekend denken is dus cruciaal bij idea generation. Om
überhaupt verbindingen te kunnen leggen, is mijn hypothese dan ook dat kennis enigszins
noodzakelijk is. Maar is kennis ook remmend voor patroondoorbrekend denken?

Het nut van een idee
De studie: ‘Intelligence, general knowledge and personality as predictors of creativity’ (door Batey,
Furnham en Safiullia) gaat over de groeiende interesse naar hoe de werking van het brein
geïntegreerd zou kunnen worden in het onderwijs. Hier gaan we later in het rapport wat dieper op
in. Batey, Furnham en Safiullia schrijven ook over de relatie tussen intelligentie en creativiteit. Hierbij
wordt creativiteit gedefinieerd als een idee wat nieuw en nuttig is. Het nut van een idee kan hier
bijvoorbeeld voor esthetisch gebruik of technische noodzaak zijn. Denk hier bijvoorbeeld aan de
uitvinding van het internet. Ook de relativiteitstheorie waarbij het gaat om het begrijpen van de
werking van de natuur, is een voorbeeld van het nut van een idee. In dit onderzoek worden
verschillende eerdere studies besproken. Zo is een van de eerste modellen van het creatieve proces
beschreven door Walles in 1926, die bij zijn geformuleerde model een beroep deed op het eerdere
werk van Helmholtz in 1826. Het proces bestaat volgens Walles uit 5 stappen:
         1. Het preparaat: de verwerking van vaardigheden.
         2. Incubatie: waar het probleem daadwerkelijk intern gesignaleerd wordt.
         3. Aanduiding: waar een gevoel ontstaat dat er een oplossing tot stand komt.
         4. Verlichting: een plotselinge uitbarsting van inzicht.
         5. Controle: waar het idee is getoetst aan de realiteit en uiteindelijk wordt toegepast.

Divergerend- en convergerend denken
Verschillende psychometrische onderzoekers maakten al vroeg een onderscheid tussen twee
denkprocessen: het lineaire logische denkproces, waarbij er convergerend wordt gedacht en het
proces van meer diffuse en impressionele denkpatronen (divergerend denken). Over dit onderscheid
wordt nog steeds geschreven en de termen zijn waarschijnlijk bij ieder van ons op de ABC opleiding
bekend.
Bij divergerend denken probeert men zoveel mogelijk oplossingen of ideeën te bedenken voor een
bepaalde situatie of in ons geval voor een bepaald bedrijf. Hier gaat het niet zozeer om de kwaliteit
maar met name over de kwantiteit. Vervolgens gaat men convergerend denken door de hoeveelheid
ideeën terug te dringen naar een klein aantal, de meest kwalitatieve ideeën.

Controversies
Creativiteit staat in vergelijking tot onderzoeken naar het IQ nog in de kinderschoenen. Er zijn nog
steeds verschillende controversies. Zo gelooft een groep onderzoekers dat creativiteit een gevolg is
van intelligentie, terwijl een andere groep gelooft dat creativiteit helemaal niet in relatie staat met
intelligentie en andere sociale factoren als het gezonde verstand. De meeste onderzoekers zijn het
           Idea generation, Brein & Creativiteit                                                 Linde van Erp
      6
er echter wel over eens dat er een samenhang is tussen intelligentie en creativiteit tot een bepaald
IQ (van ongeveer 120). Daarna worden ze onafhankelijk van elkaar. In een artikel over de Nationale
IQ test wordt geschreven dat een gemiddelde MBO+’er en HBO’er een IQ van tussen de 111 en 120
heeft, waar studenten aan HBO+ of WO gemiddeld tussen de 121 en 130 zitten. Bij een IQ van boven
de 130 ben je hoogbegaafd. Dit zou voor ons betekenen dat we als ABC-studenten gemiddeld rond
een IQ van 120 zitten. Dit zou volgens een aantal onderzoekers betekenen, dat er bij ons geen
samenhang meer plaats vindt tussen intelligentie en creativiteit. De Nationale IQ-test is echter geen
officiële IQ-test en verschillende andere bronnen als Resing & Blok en Wechsler geven aan dat een IQ
van 120 toch al wel in de categorie begaafd kan worden geplaatst. Van begaafd spreekt men bij het
IQ van een WO- student. Hieronder zie je een normale verdeling van het IQ. Ik verwacht naar
aanleiding van verschillende bronnen dan ook dat wij als studenten van ABC een IQ hebben van rond
de 110-115 en dat er dus nog net een relatie zou moeten zijn tussen ons IQ en creativiteit volgens o.a
Barron & Harrington(1981).




Bron: http://www.wikiwijs-wiskunde.nl/w/index.php?title=Normale_verdeling_totaalbeeld_(HAVO_a)


Sommige onderzoekers als Herr, Moore, Hasen (1965) en Simonton (1994) zien echter helemaal
geen link tussen het IQ en creativiteit. Wel zijn bijna alle onderzoekers het erover eens dat
intelligentie en met name de verwerving van ‘domeinspecifieke’ vaardigheden en kennis, ofwel de
voorbereiding die opgeslagen is in het werkgeheugen, noodzakelijk zijn voor het creatieve proces
maar niet genoeg om te kunnen verzekeren dat er creativiteit plaats zal vinden (Heil, Nadeau &
Berversdorf, 2003). Zo lijkt mijn hypothese te kloppen. Want in het artikel wordt eigenlijk gezegd dat
er kennis en informatie nodig is uit het werkgeheugen om een verbinding te kunnen leggen tussen
het ene en het andere onderwerp. Iedereen beschikt al over basis kennis. Maar wanneer men een
opdracht vanuit een bedrijf krijgt, is het belangrijk hier ook het een en het ander over te weten
voordat men aan de brainstormtafel plaats neemt. Wanneer men namelijk de achtergrondinformatie
over het bedrijf en/of het product niet kent, kan men hier ook geen link mee leggen en niet tot een
innovatie komen die relevant is voor het desbetreffende product of bedrijf. Marktonderzoek is dan
ook belangrijk bij een projectopdracht. Innovaties kunnen wel bedacht worden zonder kennis over
een bedrijf, product of markt maar dit zijn dan naar mijn idee innovaties die mogelijk niet direct
betrekking hebben op de opdracht. Bovendien weet je niet of een idee een innovatie is als je niet
enigszins op de hoogte bent van de markt en of zoiets al bestaat.




            Idea generation, Brein & Creativiteit                                                Linde van Erp
       7
Overige studies creativiteit
                                 Verder wordt er in dit artikel beschreven dat de meeste mensen hun
                                 creatieve gedachten als spontaan ervaren en hierbij een creatief
                                 inzicht als een verlichting zien terwijl men soms juist weloverwogen
                                 ideeën probeert te bedenken, puur op wilskracht. Het artikel geeft
                                 aan dat verschillende onderzoekers er nog steeds niet uit zijn waar
                                 vooral ideation tot stand komt in de hersenen. Hier wordt wel over
                                 termen als ‘frontal lobes’ gesproken (zoals hiernaast weergegeven),
                                 een gebied in de hersenen. Sommige bronnen zeggen in dit artikel
                                 dat alles wat tot creatieve acties leidt, zich afspeelt in die ‘frontal
lobes’. Het onderzoek is er nog niet uit of juist hogere- of lagere activiteit in de ‘frontal lobes’ leidt tot
een hogere kwaliteit en output van creativiteit.
Wat betreft spontane creativiteit suggereren rapporten dat rust, ontspanning, meditatie, slaap en
dromen van groot nut kunnen zijn om spontaan tot creatieve ideeën te komen.

Ook andere studies komen in dit artikel naar voren (Martindale & Greenough 1973; Martindale &
Hasenfus, 1978; Martindale & Hines, 1975). Zo presenteerde een EEG studie - dit is een
onderzoeksmethode waarbij de hersenfunctie wordt onderzocht - dat hoog creatieve individuen
verschillen van “normale” mensen op de volgende gebieden:
    - De activiteit in de rechter ‘parieto temporalen’ is groter.
    - Zij hebben een hogere alfa activiteit tijdens momenten van “inspiratie”.
    - Zij hebben een grotere neiging tot het laten zien van fysiologische overreactie (fysiologie gaat
         over de wetenschap van de stofwisseling van levende organismen).

De 2e studie die aangekaart wordt, laat zien dat er een grotere complexe samenhang is tot meer
gebieden in de hersenen bij het ondernemen van divergente denktaken dan bij convergente
denktaken. De controle op de aandacht zou namelijk tijdens het divergente denkproces meer
worden losgelaten (Molle, 1996).

De 3e studie, ditmaal van Jausovec, vergeleek getalenteerde, intelligente, creatieve en gemiddelde
individuen. Zij werden allen uitgedaagd om een creatief probleem op te lossen. Hieruit bleek dat de
personen waarbij een lager niveau van mentale activiteit plaats vond, juist de individuen waren die
creatief op een hoog niveau waren ontwikkeld. Dit in vergelijking met een gemiddeld persoon.
Jausovec deed ook onderzoek bij 115 “normale” mensen, die ingedeeld werden in maatschappelijke
lagen. Daaruit concludeerde hij dat de EEG coherentie significant in relatie staat tot de
creativiteitsscores. EEG coherentie wordt gebruikt om de samenhang van de hersenactiviteit tussen
de verschillende gebieden weer te geven.

Alles bij elkaar wijzen de studies op de belangrijkheid van de ‘posterior’ gebieden in de hersenen en
de meer verspreide actie in de frontale hersenen tijdens het uitvoeren van creatieve opdachten.

Onderzoek relatie witte hersenmassa & creativiteit
Onderzoekers van de Universiteit van New Mexico komen met een logische maar verrassende
conclusie na een onderzoek onder 72 verschillende proefpersonen. Onder leiding van Rex Jung zijn
de deelnemers onder een MRI-scan geweest om te meten hoe snel de witte hersenmassa van de
           Idea generation, Brein & Creativiteit                                                   Linde van Erp
       8
proefpersonen informatie door kon geven. Voordat de scan gemaakt werd, waren deze deelnemers
getest op hun capaciteit tot divergerend denken, ofwel patroondoorbrekend denken.

Jung en zijn collega’s vonden een samenhang tussen creativiteit en lage waarden van het chemische
N- acetylaspartate. Deze stof zit in de neuronen en lijkt de neurale gezondheid (gezondheid van de
hersenen) en de stofwisseling te bevorderen. De grijze hersenmassa bestaat hoofdzakelijk uit
neuronen en wordt traditioneel het meest geassocieerd met denkkracht in plaats van creativiteit.
Jung legde naar aanleiding hiervan meer focus op de witte hersenmassa om de creativiteit te
onderzoeken. De witte massa bestaat hoofdzakelijk uit ‘myelineschede’ vetzuren, een stof die de
neuronen verpakt. Minder ‘myelineschede’ in de witte hersenmassa zorgt voor een lagere integriteit
waardoor informatie langzamer wordt doorgegeven. Verschillende recente studies suggereren dat
witte hersenmassa met een hogere integriteit in de cortex een hogere intelligentie betekent omdat
dit geassocieerd wordt met een hogere mentale functie. Deze mensen kunnen namelijk sneller
probleemoplossend denken dan iemand met een gemiddelde integriteit van de witte hersenmassa.

Jung gebruikte voor zijn onderzoek naast een MRI-scan ook een DTI (Defusor Tension Imaging). Dit is
een methode die de richting meet waarin water zich verspreidt door de witte hersenmassa. Dit
laatste is een indicatie van de integriteit in de hersenmassa. Hij ontdekte echter iets anders in zijn
onderzoek over de relatie tussen creativiteit en intelligentie dan andere onderzoeksresultaten
aangaven. Zijn bevindingen zijn dat de meest creatieve mensen een lagere integriteit in de witte
hersenmassa hebben in de Thalamus. Dit is het gebied dat de prefrontale cortex met haar diepere
structuur verbindt. Dit in vergelijking met hun minder creatieve proefpersonen. Jung suggereert hier
dus dat langzame communicatie tussen verschillende gebieden in de hersenen mensen creatiever
maakt. ‘Dit kan zorgen voor de koppeling van meer uiteenlopende ideeën, meer nieuwheid en meer
creativiteit’, zegt hij.

Andere studies geven aan dat de witte hersenmassa aangedaan is in sommige mensen met
psychiatrische afwijkingen. Dit versterkt de link die daartussen al gevonden is. Een van de triggers
voor de studie van Jung is, dat hij gevonden heeft dat wanneer de witte hersenmassa begint af te
breken bij mensen met dementie, zij vaak creatiever worden. ‘De resultaten zijn verassend omdat de
hoge integriteit van de witte hersenmassa normaal gesproken wordt beschouwd als iets positiefs
omdat het iets zegt over de intelligentie van een individu’, zegt Paul Thomsen, Universiteit California.
Hij bevestigt dat snelle informatie overdracht misschien niet van vitaal belang is voor creativiteit ,
eerder andersom. Het mag dan wel heel handig zijn bij schaken en andere denkspellen maar niet
zozeer voor het bedenken van innovaties. Jung geeft wel aan dat intelligentie en creativiteit wel
degelijk hand in hand gaan. Ze worden echter ieder in een verschillend gebied in de witte
hersenmassa aangestuurd. Ze functioneren dus relatief onafhankelijk van elkaar, zo kan iemand met
een hoge intelligentie nog steeds heel creatief zijn doordat de integriteit tussen de massa in de
cortex en diepere gebieden in de hersenen vrij laag is.

Zoals eerder aangegeven, is dit onderzoeksgebied nog onontgonnen gebied. Ieder onderzoek brengt
dus weer nieuw inzicht in het landschap van de hersenen en de relatie tot creativiteit. Het voordeel is
dat door de nieuwe onderzoeksresultaten ook mentale ziektes steeds beter in kaart kunnen worden
gebracht, zoals stotteren. Het gaat dan met name over hoe de informatie doorgestuurd wordt.


           Idea generation, Brein & Creativiteit                                              Linde van Erp
      9
Conclusie
Het onderzoeksgebied staat nog in de kinderschoenen en er zijn veel controversies wat betreft de
relatie tussen kennis en creativiteit. Aan de hand van onderzoeken die ik hierboven behandeld heb, is
mijn veronderstelling als volgt. Ik denk dat kennis wel degelijk noodzakelijk is om tot ideation te
komen. Zoals veel onderzoekers als Heil, Nadeau & Berversdorf al aangeven, denk ik dat intelligentie
en met name de verwerving van ‘domeinspecifieke’ vaardigheden en kennis noodzakelijk zijn voor
het creatieve proces. Maar niet genoeg om te kunnen verzekeren dat er creativiteit zal plaats vinden.
Er is dus kennis nodig in het werkgeheugen om een verbinding te kunnen leggen tussen het ene en
het andere onderwerp. Zeker wanneer het om een bedrijfsopdracht gaat is het noodzakelijk dat men
ook iets over het bedrijf, de markt en dus het product of dienst weet. Marktonderzoek is dan ook
essentieel bij een projectopdracht om het nut van een idee te doen toenemen en het idee te kunnen
onderbouwen. Ik denk dat innovaties wel degelijk bedacht worden zonder kennis over een bedrijf,
product of markt. Dit zijn dan naar mijn idee innovaties die niet direct betrekking hebben op een
opdracht. Het gaat dan om spontane ideation.

Kennis kan echter ook remmend werken tijdens de divergerende fase. Zo geeft ook het onderzoek
van Jung en dat van Molle aan. Jung geeft in zijn onderzoek aan dat de meest creatieve mensen een
lagere witte hersenmassa integriteit hebben. De langzame communicatie tussen de verschillende
gebieden in de hersenen maakt mensen creatiever. Iets wat normaal juist een slecht teken is want
een hogere integriteit in de cortex wordt meestal geassocieerd met een hogere intelligentie.
Normaliter betekent het dat men snel probleemoplossend kan denken. Op zich vind ik dit
onderzoeksresultaat erg logisch aangezien mensen met veel kennis en ervaring waarschijnlijk veel
sterke verbindingen hebben die door ervaring bijna automatisch zijn geworden. Het is voor zo
iemand waarschijnlijk moeilijker om uit mogelijk verstarde denkpatronen te komen (zo zegt ook Jeff
Gaspersz, Hoogleraar Innovatie aan de Universiteit Nijenrode & tevens Adviseur
Innovatiemanagement in zijn rapport ‘Concurreer met creativiteit’). Bij mensen met dementie
breken juist de witte hersenmassa en hiermee denk ik ook de automatische verbindingen af. Dat
betekent dat men weer makkelijker patroondoorbrekend kan denken. Net zoals dit voor kinderen
waarschijnlijk makkelijker is, omdat zij zogezegd niet worden gehinderd door enige kennis. Al met al
is kennis dus enigszins noodzakelijk maar kan het anderzijds ook remmend werken bij het
patroondoorbrekend denken.




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                            Linde van Erp
    10
3. HET STIMULEREN VAN IDEATION

Zoals ik al in het vorige hoofdstuk schreef, kan het soms erg moeilijk zijn om patronen te doorbreken
zeker wanneer iemand een hoge integriteit van de witte hersenmassa heeft. Voor mensen met veel
kennis en ervaring kan het erg moeilijk zijn om uit hun verstarde denkpatronen te komen. De vraag is
in dit hoofdstuk dan ook: Hoe kan het ideation proces en dus het patroondoorbrekend denken
gestimuleerd worden?

Creativiteit: de voeding van innovatie
                                                   Het is vaak moeilijk te zeggen hoe we creativiteit
                                                   kunnen sturen en wat de grenzen zijn van onze
                                                   creativiteit. ‘Eigenlijk kennen we creativiteit door
                                                   wat het voortbrengt’, zegt Jeff Gaspersz,
                                                   Hoogleraar Innovatie aan de Universiteit Nijenrode.
                                                   ‘Met creativiteit hebben mensen problemen in hun
                                                   werk en leven overwonnen en nieuwe kansen
                                                   gerealiseerd. Door creativiteit te combineren met
                                                   daadkracht is de mensheid individueel of
                                                   In gemeenschappen tot vooruitgang en
                                                   vernieuwing gekomen.’ Het gaat bij ideation niet
alleen over volstrekt nieuwe gedachten maar ideation kan ook ontstaan door het combineren van
reeds bestaande suggesties. Hier is creativiteit volgens Gaspersz de voeding van innovatie. In
bedrijfscontext is innovatie dan ook steeds belangrijker voor een goede concurrentiepositie. Het is
belangrijk dat bedrijven open staan voor vernieuwing en een open sfeer creëren voor medewerkers
zodat iedereen met ideeën kan en durft te komen. ‘Voor de aanmoediging en benutting van deze
waardevolle creatieve uitingen is doordacht management van creativiteit nodig.’ Zo houdt Toyota
jaarlijks een ideeëntoernooi onder medewerkers. Dit zorgt voor duizenden ideeën wat weer kan
leiden tot bijvoorbeeld het ontwerp van een nieuwe auto.

Comfort zone
Vooral het durven onder medewerkers van bedrijven of onder studenten is naar mijn idee belangrijk.
Zo schrijft ook Mary Lou Leistikow in het boek ‘Creatief denken en doen’, dat volwassenen zich vaak
laten remmen door routines. Als kind was je voortdurend nieuwsgierig. Je durfde bijna alles te vragen
en te fantaseren. Bij het volwassen worden lijkt het wel of we een soort streep trekken: ‘tot zover
mogen we gaan om nieuwe dingen te leren of om vragen te stellen. Onbewust wil iedereen binnen
zijn comfort zone blijven.’
   “It is better to have enough ideas for some of them to be wrong, than to be always right by having
                                   no ideas at all.” — Edward de Bono

50.000 ideeën per dag
Koen de Vos schrijft in zijn boek ‘Brainstormen, 50.000 ideeën per dag’ over het aantal gedachten dat
iemand per dag heeft. Verschillende onderzoekers hebben een dag hun gedachten geteld. Een
professor kwam na 24 uur op een stand van 50.000. Volgens sommigen zijn het er 200.000 en
anderen beweren een aantal van 5.000. Natuurlijk speelt de manier van tellen en hun definiëring
van ‘gedachten’ een grote rol bij de eindstand maar uitgaande van 50.000 ideeën per dag betekent
           Idea generation, Brein & Creativiteit                                             Linde van Erp
    11
dat toch wel dat iedere 2 seconden een idee ontstaat. In groepsverband is dit aantal na een jaar
helemaal rigoureus. Vos geeft echter aan dat 90% van alle gedachten van vandaag dezelfde zullen
zijn als die van gisteren. Ondanks dat dit een hoog percentage is, blijven er nog steeds 500 ideeën per
dag over. Er zijn twee benaderingen voor deze enorme hoeveelheid aan gedachten:
     - ‘Plaats maken voor nieuwe gedachten: Misschien is het niet levensnoodzakelijk dat we 90%
          van onze gedachten de volgende dag herhalen. Als we minder herhalen, maken we plaats
          voor nieuwe, constructieve gedachten.’
     - ‘Gedachten constructiever richten: Stel dat je dat enorme potentieel van gedachten beter
          richt, effectiever organiseert en creatiever inzet voor jezelf of voor een ambitieuze
          organisatie?’

Brainstormen
                            Het boek ‘Brainstormen, 50.000 ideeën per dag’ geeft gestructureerd
                            brainstormen als een oplossing om het ideation proces te stimuleren.
                            Brainstormen is een methode om snel en structureel veel nieuwe ideeën
                            te bedenken al geeft het natuurlijk geen garantie op ideeën. Het is hier
                            belangrijk dat ideation wordt onderverdeeld in een divergerende fase en
                            een convergerende fase. Wanneer men bij het bedenken van ideeën al
                            begint te oordelen, dan zullen mensen nooit uit hun ‘comfort zone’
                            komen. Men is dan bang dat hun idee wordt afgekeurd of men voelt zich
                            geroepen om in de verdediging te gaan. At bevordert het ideation proces
niet. De brainstorm regels die ook op het ABC meerdere malen aan bod zijn gekomen, komen ook in
verschillende brainstorm boeken weer naar voren.

Hieronder zie je ze nogmaals op een rijtje (de regels hebben betrekking op de divergerende fase):
    - Uitstel van oordeel.
    - Kwantiteit gaat voor kwaliteit.
    - Geen idee is slecht en geen idee is gek genoeg: ‘Freewheelen’. Wees open binnen de
       creatieve groep. Geef hierbij juist extra aandacht aan naïeve ideeën.
    - Combineer ideeën en borduur erop door.
    - Scheiding genereren en evalueren.
    - Iedereen is gelijk.

Het is zeker bij brainstormen in groepen van belang dat een idee als neutraal wordt gezien. Een idee
is geen mening en vraagt dus ook niet om verdediging. Een idee is als een steen waarmee aan een
oplossing wordt gebouwd. Iedereen moet dan ook vrij zijn om zijn of haar “steentje bij te kunnen
dragen”. Zoals al eerder gezegd is een open cultuur dus ontzettend belangrijk tijdens de
divergerende fase. Vos schrijft over drie punten die een brainstorm tot een succes maken, namelijk
‘een gerichte creatieve vraag, een open en veilige idee generatiefase die alle denkrichtingen toestaat
en tot slot een uitwerkingsfase’.

Mindfulness
Ook in het boek ‘Mindfulness’ wordt er geschreven over gedachten. Al is dit meer een
psychologische benadering, toch neem ik het mee in dit rapport. Maex schrijft in dit boek namelijk
het volgende: ‘Over het ontstaan van ideeën hebben we weinig controle. Wat we ‘denken’ noemen,
          Idea generation, Brein & Creativiteit                                              Linde van Erp
    12
is een proces van selectie. De enorme maar soms lukrake productie van gedachten maakt ons
creatief. De kunst zit in het selecteren van de gedachten waar we verder mee willen.’

Dit is waar mindfullness aan werkt. Het selecteren van gedachten en de instelling van een bepaald
persoon kan ook een rol spelen in het creatieve proces. Al kan controle soms ook het
patroondoorbrekend denken juist verstarren.
         Creativity is allowing yourself to make mistakes. Art is knowing which ones to keep.”
                                                  -Scott Adams

Oplossing? Oefenen!
Igor Byttebier geeft heel concreet aan dat het ideation proces gestimuleerd kan worden en
makkelijker en sneller kan plaats vinden door veel te oefenen (bijvoorbeeld door middel van de
creatieve basisvaardigheden). Je wordt hierdoor steeds beter in het bedenken van nieuwe
oplossingen en het zien van nieuwe invalshoeken en kansen. Natuurlijk is dit wel een klein beetje
kort door de bocht geformuleerd maar dit is eigenlijk wel waar het op neer komt. Wel zijn er punten
en regels zoals al eerder opgesomd waaraan men zich moet houden tijdens het brainstormen. Ook
zijn er verschillende methoden voor het genereren van ideeën.

Creatieve basisvaardigheden
Byttebier schrijft over vijf basisvaardigheden:
     1. Creatief waarnemen
Via zintuigen ervaren we (en soms vormen we hierdoor zelfs) de werkelijkheid. ‘Dit betekent dat de
realiteit mee kan veranderen als de waarneming verandert, en dat is voor creativiteit heel belangrijk.’
Dit is echter best moeilijk omdat de patronen/verbindingen die je in de hersenen vaak legt,
dominanter worden en hierdoor moeilijker zijn om los te laten.
     2. Uistel van oordeel
Dit is een bekende aangezien uitstel van oordeel ook onder het rijtje brainstormregels valt maar het
is ook een basisvaardigheid. Een idee wordt vaak door groepsgenoten of medewerkers of door jezelf
afgekeurd. Er zijn eigenlijk drie niveaus van oordeel die soms moeilijk te onderscheiden zijn. Het
eerste oordeel gebeurt meestal onbewust waarbij je soms niet eens een idee hoort je men er niet
voor open staat. Het tweede niveau gaat over het verkennen van een nieuw idee. Hier denk je nog
iets verder na over het idee en schat je de gevolgen in. Ook op dit niveau wordt er makkelijk een idee
afgekeurd. Bij het derde niveau vraag je je af of je er iets mee gaat doen of niet. Door het uistellen
van oordelen, sta je meer open voor anders denkenden en hiermee ook voor andere inzichten
waardoor je ook jezelf meer openstelt tot het bedenken van ideeën.
     3. Flexibel associëren
Hier gaat het om het associëren van verschillende onderwerpen. En vooral om de vernieuwende
verbindingen in tegenstelling tot de sterke, bijna automatische verbindingen en associaties waar je
meteen aan denkt. Zo voorkom je dat je met voor de hand liggende ideeën komt. Dit kun je
verbeteren door eerst te proberen om te dissociëren. Hier realiseer je een patroondoorbreking,
doordat je uit een voor de hand liggend spoor ontsnapt. Vervolgens ressocieer je weer. Je maakt hier
een terugkoppeling naar het bekende spoor waardoor je dus een nieuwe verbinding legt. Einstein
deed dit bijvoorbeeld door te luisteren naar muziek. Dit is de eerder besproken methode
‘abstraheren’.


          Idea generation, Brein & Creativiteit                                              Linde van Erp
    13
4. Divergeren
Bij divergeren gaat het erom dat je verder gaat met het genereren van ideeën wanneer je eigenlijk al
de neiging had te stoppen. Je denkt verder dan wat spontaan in je opkomt. Het divergeren maakt
gebruik van alle andere creatieve basisvaardigheden.
     5. Verbeeldingskracht ontwikkelen
‘Geen enkele creatieve oplossing, hoe eenvoudig ook, kan worden bedacht, vormgegeven en
gerealiseerd zonder verbeelding.’ Het gaat hier om het vermogen een voorstelling in de geest te
maken van iets wat eigenlijk nog niet fysiek bestaat of is waar te nemen. Dit is een van de
belangrijkste vaardigheden.




                              Bron: http://www.cre8ng.com/images/crayonbreakerb-w.jpg


BROKEN CRAYONS
Leistikow schrijft over het acroniem ‘BROKEN CRAYONS’. Deze wordt in verschillende Amerikaanse
boeken en artikelen over creativiteit gebruikt. Elke letter vertegenwoordigt hier een eigenschap of
vaardigheid die kan helpen om creativiteit verder te ontwikkelen. Hieronder neem ik de meeste
punten door:
    - Broaden your interests: Oriënteer en interesseer je zo ruim mogelijk en kijk hierbij ook naar
        minder voor de hand liggende gebieden. Dit is ook wat Google doet met de 70-20-10 regel
        (deze wordt ook beschreven in het boek ‘Nieuwe producten bedenken’ door Gijs van
        Wulfen). Hierbij besteed je 70 procent van je werktijd aan de core business, 20 procent aan
        daaraan gerelateerde zaken en 10 procent van je tijd aan dingen waar je eigen voorkeur naar
        uitgaat. Zo mogen de werknemers van Google 10 procent van hun werktijd steken in
        bijvoorbeeld het volgen van cursussen e.d. in hun interessegebied. Dit zorgt ervoor dat
        Google als bedrijf, met al haar medewerkers, ruim georiënteerd is.
    - Reverse viewpoints: Hier bekijk je zaken vanuit een ander perspectief en ga je na wat dit
        oplevert.
    - Open yourself: ‘Sta open voor oneindig veel mogelijkheden.’ Het is belangrijk dat je open
        staat voor veel dingen. Zo laat je zelf ook meer ideeën toe. Geen idee is namelijk gek
        (genoeg).
          Idea generation, Brein & Creativiteit                                            Linde van Erp
    14
-   Kick back: Reageer spontaan en laat je verbeelding werken. Zoals Byttebier ook al aangaf is
        het belangrijk om ideeën te kunnen verbeelden in je hoofd, alsof ze al werkelijk bestaan.
    -   Eliminate steps in procedures: Vermijd complexiteit. Als iets niet lukt, ga dan op zoek naar
        een makkelijkere manier om datgene te doen. Juist de ideeën die het meest simpel lijken,
        zijn vaak de beste, hier begrijpt iedereen ook in één oogopslag wat de bedoeling is en/of wat
        het inhoudt.
    -   Never say never: Zeg nooit nooit! Blijf positief en geloof het onmogelijke. Want geloven in
        maakt de kans op waarmaken al groter.
    -   Combine ideas: ‘Combineer ideeën: nieuwe en oude ideeën, beproefde en experimentele
        ideeën, dingen waarvan je denkt dat ze zullen werken en dingen waarvan je denkt dat ze dat
        niet zullen doen.’
    -   Rearrange: ‘Reorganiseer stappen, feiten, gegevens, mensen, ideeën om nieuwe unieke
        benaderingen voor het probleem te scheppen.’
    -   Adapt or alter: Pas bestaande ideeën aan of verander ze zo dat er weer iets nieuws ontstaat.
    -   Yield not to temptation to give up: Geef niet toe aan de verleiding om op te geven. Juist het
        doorgaan op de momenten dat je wilt stoppen zorgt ervoor dat je van je bestaande spoor
        gaat en nieuwe verbindingen legt.
    -   Orient differently: Oriënteer je op zoveel mogelijk verschillende manieren. ‘Verwissel,
        verander, combineer.’ Een brede oriëntatie zorgt ervoor dat je je meer openstelt en nieuwe
        verbindingen aanlegt. Door je breed en op verschillende manieren te oriënteren, sta je ook
        meer open voor andersdenkenden.

Open cultuur & open ruimte
Zoals eerder aangegeven is een open sfeer in een bedrijf of werkgroep erg belangrijk. Wanneer
mensen zich veilig en begrepen voelen in een omgeving, durven ze ook meer. Zo gaven ook
onderzoeken aan dat rust, ontspanning, meditatie, slaap en dromen een belangrijke bron zijn van
ideeën. Het zijn de momenten dat je jezelf rust en inspiratie gunt, die het best werken om op ideeën
te komen. Het is dan ook belangrijk dat een bedrijfslocatie een rustgevende sfeer creëert. Wat ook
door Van Wulfen wordt aangegeven, is dat een brainstorm sessie het beste op een andere locatie
gehouden kan worden. Een locatie die inspirerend en vooral anders is als de bedrijfslocatie. Zo
komen de medewerkers weer op andere ideeën. De open sfeer zal ervoor zorgen dat men eerder uit
zijn of haar comfort zone durft te komen en een andere omgeving zorgt voor inspiratie.




                         Een open ruimte en veilige sfeer nodigen uit tot inspiratie.




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                            Linde van Erp
    15
Conclusie
Het patroondoorbrekend denken en hiermee ook het ideation proces kan simpelweg gestimuleerd
worden door veel te oefenen. Door veel te oefenen wordt het maken van nieuwe verbindingen
namelijk makkelijker. Er is naar mijn idee niet één verbinding die leidt tot creativiteit en die door
herhaling dikker en dominanter wordt want het gaat juist om het leggen van nieuwe verbindingen.
Verschillende denkvaardigheden, brainstormregels, een open sfeer, een inspirerende
brainstormruimte en het toepassen van het acroniem ‘BROKEN CRAYONS’ helpen je creativiteit
verder ontwikkelen en stimuleren. Vooral in groepsverband is de open sfeer en het niet oordelen
tijdens de divergerende fase erg belangrijk , het maakt het makkelijker voor de deelnemers om uit
hun comfort zone te komen. Door je zo ruim mogelijk te interesseren en te oriënteren kun je zaken
makkelijker vanuit een ander perspectief bekijken, de 70-20-10 regel is hier een voorbeeld van.
Dus oefenen, oefenen, oefenenen & "we will either find a way, or make one." – Hannibal




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                              Linde van Erp
    16
4. DE TOEKOMST VAN ONDERWIJS

Om na dit alles de centrale vraag te kunnen beantwoorden met betrekking tot de studie Advanced
Business Creation, gaat dit hoofdstuk wat dieper in op het onderwerp onderwijs. Er zijn in dit rapport
al vele onderzoeken belicht maar wat kan bijvoorbeeld neurowetenschap nou allemaal voor de
toekomst van het onderwijs betekenen? Dit is een vraag die natuurlijk moeilijk te beantwoorden is
omdat niemand de toekomst kan voorspellen. Toch gaat het in dit hoofdstuk over de toekomst van
het onderwijs. Mijn vraag is: Zal het onderwijs in de toekomst veranderen en hoe zou
neurowetenschap het best in het onderwijs geïntegreerd kunnen worden? Het is duidelijk dat hier
niet slechts één antwoord op gegeven kan worden. Vandaar dat ik ervoor kies om vooral mijn eigen
interpretatie van de kennis & visies die ik heb opgedaan of gelezen, zal gebruiken om de vraag te
beantwoorden.

Onderzoek, onderzoek & nog eens onderzoek: over FMRI- & PET-scans
Zoals al meerdere keren aangegeven, staat hersenonderzoek en dan met name het hersenonderzoek
in relatie tot creativiteit en/of onderwijs nog in de kinderschoenen. Er zijn nog vele controversies en
nog weinig harde feiten maar het aantal onderzoeksresultaten op dit gebied is in het begin van de
21e eeuw is al aanzienlijk gestegen. Er komen steeds meer nieuwe methoden om de hersenen te
onderzoeken en er worden fikse bedragen geïnvesteerd aan scans e.d., die ons moeten zeggen hoe
de hersenen werken en wat de activiteit is in de hersenen. Martin Lindström is een van die
onderzoekers. Hij organiseerde het duurste marketingonderzoek ooit, ook wel ‘neuromarketing’
genoemd waarbij wetenschap en marketing samengaan. Hij maakte hier gebruik van een FMRI-scan
(Functional Magnetic Resonance Imaging) om meer te weten te komen over het koopgedrag van de
consument. Lindström is van mening dat de huidige manier van marktonderzoek niet de juiste
onderzoeksmanier is, het komt tot bevindingen die niet overeenkomen met het werkelijke
koopgedrag. Door middel van een FMRI-scan komt Lindström erachter wat de consument nou echt
prikkelt en wat niet. Dit doordat FMRI de hoeveelheid van ‘oxygenated’ ofwel ‘zuurstofrijk’ bloed
door de hersenen kan meten en lokaliseren. Je ziet zo wanneer een brein werkt op een specifieke
taak omdat het dan meer ‘fuel-mainly oxygen’ (zuurstof en glucose) verbruikt. Dit betekent dat hoe
harder een regio in de hersenen moet werken, hoe groter de ‘fuel’ consumptie en hoe groter de
stroom van zuurstofrijk bloed zal zijn in die richting of naar dat gebied van de hersenen. Tijdens de
FMRI wordt het deel in de hersenen verlicht dat op dat moment gebruikt wordt. Lindström kwam zo
tot verrassende resultaten. Zo zorgen de waarschuwingstekens op de pakjes sigaretten alleen maar
voor een grotere afname van het product. Het stimuleert namelijk juist het roken. Ook een mooie
vrouw in een autoreclame werkt niet, zij leidt alleen maar de aandacht van de auto af. FMRI is een
nuttige methode voor neuropsychiatrie waarbij psychiatrische aandoeningen, met inbegrip van
psychose en sociopathie onderzocht worden. FMRI is dus een van die methoden die de activiteit in
de hersenen inzichtelijker maakt.

Een PET-scan is ook zo’n voorbeeld. Deze werd in 1988 voor het eerst gebruikt en is een moderne
vorm van brain imaging. Een PET-scan is gebaseerd op het injecteren van een kleine hoeveelheid
radioactief suiker in een bepaald persoon. Het suiker gaat vervolgens naar een gebied in de
hersenen, waar het gebruikt wordt door neuronen. Hoe actiever de neuronen zijn, des te meer suiker
ze gebruiken. Zo wordt inzichtelijk welke hersengebieden actief zijn bij het oplossen van een
probleem. Haier & Jung kwamen door middel van deze scan tot een verrassend resultaat. Namelijk
           Idea generation, Brein & Creativiteit                                             Linde van Erp
    17
dat hoe meer gebieden in de hersenen worden geactiveerd bij het oplossen van een probleem, des
te lager de score op de probleemoplossende tests. Dus de mensen met de hoogste scores op de test
verbruikten minder energie in de hersenen om de problemen op te lossen. Hier zijn de sterke
dominantie verbindingen door kennis en ervaring waarschijnlijk van doorslaggevend belang terwijl
creativiteit juist vraagt om meer nieuwe en dus dunne verbindingen.

Haier en Benbow (1995) gebruikten de PET-scan ook om sekseverschillen in de werking van de
hersenen duidelijk in beeld te brengen. Wat uit dit - maar ook uit andere onderzoeken – bleek, was
dat mannen en vrouwen van verschillende gebieden in de hersenen gebruik maken om dezelfde
cognitie te bereiken. Zij gebruiken de hersenen dus op een andere manier. Voor het onderwijs vraagt
dit om een aanpak die de neurowetenschappelijke onderzoeken erkent, het belang van de
individuele verschillen inziet en hiermee ook de noodzaak om iedere leerling als individu te
evalueren. Dit gaf Haier in 2007 al aan.

De PET- en FMRI-scans zijn zo maar twee voorbeelden van methoden om een beter inzicht in de
werking van de hersenen te krijgen. Wie weet wat de toekomst nog zal bieden op dit gebied!

De toekomst van het onderwijs met implementatie van neurowetenschap
Alle nieuwe onderzoeken die gebruik gaan maken van nieuwe technische mogelijkheden, zullen er
waarschijnlijk voor zorgen dat dit ‘vakgebied’ in de toekomst alleen maar inzichtelijker wordt.
Doordat er nog vele controversies zijn, wordt er nu nog vrij weinig en naar mijn idee misschien wel té
weinig gedaan met de resultaten die er al zijn. De vraag is ook of het onderwijs überhaupt wel klaar is
voor verandering? Het artikel ‘Intelligence, general knowledge & personality as predictors of
creativity’ geschreven door Batey, Furnham & Safiullina schrijft over de werking van de hersenen en
creativiteit en dit in relatie tot het onderwijs. Zij kwamen tot de volgende bevindingen:
    - Niet alle hersenen werken op dezelfde manier
    - Sommige optimale combinaties van weefseldichtheid en activiteit in de frontale en meer
         posterieure hersengebieden lijken beiden ten grondslag te liggen aan intelligentie en
         creativiteit.
    - In sommige gevallen geldt de regel ‘less is more’ . Dit karakteriseert de resultaten van
         neuroimaging het best . Het gaat hier om termen als ‘efficiëntie’ in de hersengebieden,
         waarbij minder verbindingen zorgen voor het sneller oplossen van problemen.

Deze neurowettenschappelijke bevindingen wijzen naar manieren van onderwijs waarbij sterkte- en
zwakte punten van de hersenen van individuen beoordeeld zouden moeten worden om zo het
onderwijs meer aan te passen aan de individuele student. Zo noemen zij in dit artikel ook het
volgende voorbeeld. Wanneer iedere student vooraf een MRI-scan ondergaat van 20 minuten, dan
kan er vastgesteld worden met de P-FIT in wat voor patronen de grijze en witte hersenmassa werken
wat weer relevant is voor de intelligentie. Het patroon kan zo aangeven wat voor de desbetreffende
persoon de beste manier of oefening is om zich beter te kunnen concentreren en wat de beste
educatieve strategieën zijn om beter en sneller te kunnen leren.

Een ander neurowetenschappelijk onderzoek suggereert dat er sprake kan zijn van neurale factoren
die de groei van de witte en grijze hersenmassa kunnen verhogen. Als er sprake is van deze factoren,
dan zouden er medicijnen ontwikkeld kunnen worden om de witte en grijze hersenmassa te
          Idea generation, Brein & Creativiteit                                              Linde van Erp
    18
stimuleren. Of dit werkelijk mogelijk is en of deze eventuele medicijnen dan beter werken bij
kinderen dan bij volwassen of bij mannen dan bij vrouwen, is nog onduidelijk. Dit klinkt nog erg
extreem en of zo’n dergelijk middel überhaupt zou worden geaccepteerd door de overheid en
opvoeders is nog maar de vraag. Maar wat ik probeer duidelijk te maken is dat wanneer
neurowettenschappelijke onderzoeken op dit gebied in de toekomst inzichtelijker worden en het
model van onderwijs zich hierop aanpast en meer gepersonaliseerd te werk zou gaan, dan biedt dit
oneindig veel mogelijkheden.

Professor Jelle Jolles, directeur van Centrum Brein & Leren is wetenschappelijk onderzoeker en
geregistreerd Neuropsycholoog. Hij schrijft ook over het brein en onderwijs. Ook hij praat over de
forse verschillen die bestaan tussen kinderen in hun individuele ontwikkeling. Uit verschillende
onderzoeken is gebleken dat de hersenen veel langer doorrijpen dan tot nu toe gedacht, namelijk
wel tot na het twintigste jaar. Dit betekent dat de hersenen ook bij studenten nog flink ontwikkelen
wat dus een belangrijk gegeven is voor het onderwijs. Het functioneren van een kind en het
ontwikkelen van diens talenten, is hierbij niet alleen afhankelijk van genetische factoren maar ook
omgevingsfactoren (en dus ook van het onderwijs) spelen hierbij een rol. Jolles omschrijft het als
volgt: ‘De genen zijn te vergelijken met het product van de architect: ze zijn de blauwdruk of het
bouwplan. De omgeving is dan als het ware de aannemer; die maakt van het bouwplan een
driedimensionaal huis, en zal vaak aanpassingen moeten doen in het bouwplan omdat dat in de
bouw gewoon niet anders kan.’ ‘Ten aanzien van de ontwikkeling van talenten, aanleg en vermogens
geldt dus ook: een basisaanleg is biologisch van aard. Het is de omgeving die bepalend is voor ‘wat er
uit komt: wat geactualiseerd wordt’.’Hier moet ook worden gelet op de psychologische verwerking
van een kind of adolescent. Deze kan zowel een positieve als negatieve werking hebben op de
ontwikkeling van zijn of haar vaardigheden. Zeker in een ‘tijdperk’ waarin men van mening is dat er
condities moeten worden gecreëerd voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen en zo ‘alles eruit
te halen wat er in zit’ wat betreft begaafdheden en talenten.

Neuropsychologie, ofwel de wetenschap van hersenen en gedrag, kan heel nuttig zijn wanneer dit
wordt toegepast in het onderwijs. Hier wordt bijvoorbeeld gekeken naar welke factoren bepalen of
het talent zich werkelijk ontwikkelt. Nu werkt het namelijk nog vaak zo in het onderwijs (zeker bij
basisscholen) dat kinderen die beter zijn dan gemiddeld worden ondergestimuleerd omdat er meer
aandacht wordt gegeven aan kinderen die moeite hebben met bepaalde taken of vakken.
In de presentatie ‘Hersenen & Leren: bouwen aan ons brein’ van Jolles wordt ook een aantal
belangrijke punten aangekaart. Zeker vanwege de ontdekking dat men zich ook nog na zijn of haar
twintigste jaar verder ontwikkelt, zijn deze kennis en bevindingen ook relevant voor onze studie. Zo
bleek uit neuropsychologisch onderzoek dat vele adolescenten steun en sturing nodig hebben voor
hun (beroeps/studie-)keuze. Zij hebben kennis, structuur en inspiratie nodig en het zou dan ook een
verbetering in het onderwijs zijn als de docent niet alleen docent is maar ook dient als ‘inspirator, de
sturende docent, de verhalenverteller én de begeleider.’ Ervaring en oefening zijn daarnaast twee
heel belangrijke begrippen, zeker voor studenten. Tenslotte moet je je klaarmaken voor het werkveld
waar je later in terecht komt. Een voorbeeld van oefening baart kunst, is vioolspelen. Hier is een
direct verband tussen vaardigheid en uren oefening. De onderwijzenden en opvoeders zijn essentieel
voor de ontwikkeling omdat talenten zich onder invloed van de omgeving en ervaringen
ontwikkelen. Zo blijkt dat door steun, sturing en ervaringen de niet-efficiënte verbindingdingen in de
hersenen verdwijnen.
           Idea generation, Brein & Creativiteit                                              Linde van Erp
    19
Bron: http://www.hersenenenleren.nl/pdf/actueel/presentaties/91111BredaVolkshogeschAdoloJJ.pdf


Het lijkt een proces van conditioneren. Dit kan echter voor creativiteit en dus patroondoorbrekend
denken mogelijk ook negatief zijn. Zowel de vele niet-efficiënte als het aanleggen van nieuwe
verbindingen, zijn interessant voor creativiteit.

Ook Jolles schrijft over het feit dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van andere
leerstrategieën en strategieën van informatieverwerking. Denk hier bijvoorbeeld naast verbaal ook
aan ruimtelijk, haptische en handelingsgerichte verwerking en het lichaamsschema. Dit geldt niet
alleen voor basisonderwijs maar ook voor hoger onderwijs . Alleen maar luisteren naar de docent
werkt niet. Het brein heeft de paden niet klaar die ‘taalbegrip’ omzetten in ‘handeling’. Zeker voor
jongens werkt het niet om alleen maar woorden te gebruiken. Alleen praten en het samen uitzoeken
is ook niet de ideale oplossing. De kracht ligt waarschijnlijk in de combinatie ervan. Wat betreft
sociale interactie zijn spiegelneuronen essentieel. Ook Lindström spreekt hierover in zijn boek ‘Koop
mij’. We hebben namelijk als mens de neiging het gedrag van anderen na te bootsen en we leven
mee met de mensen in wie we ons kunnen verplaatsen. Denk hier bijvoorbeeld aan het juichen
wanneer je favoriete voetbalteam scoort of aan het huilen wanneer Feyenoord met 10-0 van PSV
verliest. De hele stad Rotterdam leeft mee en lijkt dezelfde pijn te voelen. Zo zijn de spiegelneuronen
de eerste stap naar het begrijpen van anderen wat belangrijk is voor de ontwikkeling van het sociale
brein. De psychosociale rijpheid ‘piekt’ namelijk veel later dan de intellectuele rijpheid.

Jolles: ‘Naast schoolse vaardigheden zijn ook bewegen, drama, sociale vaardigheden en interesse
essentieel.’ Dit is zowel voor de ontwikkeling van een persoon belangrijk als voor zijn/haar
creativiteit. Jolles komt in zijn conclusie nog met een aantal stellingen die het onderwijs kunnen
verbeteren:
     - Differentieer in lesmethoden.
     - Geef meer steun, biedt meer motivatie, meer kennis.
     - Kijk meer naar talentontwikkeling van een individu.
     - Kom met meer leerstrategieën, zodat de informatie beter verwerkt kan worden in het brein.
     - Biedt een omgeving aan waarin een student kan kiezen want kiezen moet je leren.




           Idea generation, Brein & Creativiteit                                                      Linde van Erp
    20
Er zijn wel scholen die al werken aan een nieuw onderwijssysteem. Zo zijn het meestal niet de
docenten die slecht werk verrichten maar eerder de systemen. Zo schreef ook Chris Lehmann ‘How is
it that we have so many passionate dedicated educators and so many really failing schools? The
problem is, that when you put a good person in a bad system, the system wins every time.. We need
to change the system.’ Lehmann is schooldirecteur van een nieuwe school in Philadelphia: de Science
Leadership Academy. Het verschil tussen deze academie en vele andere is, dat voor de leerlingen een
individueel leerplan wordt ontwikkeld op basis van de vragen: ‘How do we learn? What can we
create?’ en ‘What does it mean to lead?’ In dit plan worden leerlingen zelf uitgedaagd tot het
bedenken van vragen en deze vervolgens te beantwoorden. Ervaringsleren staat hier voorop, in real
world situaties, een principe dat ABC deelt met deze studie. De insteek van deze opleiding is:
                                ‘We teach kids, not subjects!’- Lehmann




Onderwijs 2.0
Een term die steeds vaker wordt gebruikt (ook in onze opleiding) is het 2.0 werken. Vooral de 2.0-
tools ter bevordering van effectiviteit en efficiëntie, zijn veel besproken begrippen. Er lijkt echter nog
weinig geïnvesteerd te worden in ‘onderwijs 2.0’. Frankwatching licht deze term helder toe. Ze
schrijven onder andere over de visionair Ken Robinson, die het er ook mee eens is dat onze
onderwijssystemen niet meer voldoen in de huidige sociaal-maatschappelijke context. Er wordt
namelijk te weinig gekeken naar de mogelijkheden van het individu. Een punt wat in bijna alle eerder
besproken onderzoeken en artikelen in dit hoofdstuk naar voren kwam. Ook volgens Robinson is er
dus duidelijk een transformatie nodig waarbij echt wordt gekeken naar intelligentie, mogelijkheden,
economische doeleinden en wat mensen zelf nodig hebben. Hij vindt dat onderwijs gebaseerd moet
zijn op een ‘model of personhood’ die door veranderingen in de maatschappij en technologie is
gedreven. De ‘(digitale) generatie’ heeft namelijk behoefte om ‘vers te denken, te innoveren, nieuwe
sociale systemen te bouwen, frisse manieren om met andere mensen te binden én met zichzelf. Het
huidige onderwijssysteem probeert de toekomst te ontmoeten door te blijven doen wat het deed.’
“Het huidige onderwijs esthetiseert (zoals Robinson zegt), het daagt niet uit, het bestaat uit
productielijnen, schoolbellen om het uur, specialisatie in aparte onderwerpen en je doorloopt het
onderwijs op basis van leeftijd (the ‘date of manufacturing’); niet gedreven door wat je nodig hebt of
waar je goed in bent. Je leert dat één antwoord het goede is. Dat je dat zelf moet weten te
achterhalen, want als je kopieert dan kijk je af en dat wordt bestraft. Buiten de school heet dat
trouwens samenwerken. Een erg geïndustrialiseerde kijk op de wereld.
In deze tijd hebben we behoefte aan innovatie, aan verschillende manieren om naar een vraagstuk te
           Idea generation, Brein & Creativiteit                                               Linde van Erp
    21
kijken en aan diversiteit in oplossingen. Oftewel: aan originele ideeën die waarde toevoegen (wat
trouwens de definitie van Robinson is voor creativiteit). Daarvoor legt Robinson de parallel naar het
paradigma van een organisme. De meest bijzondere groei ontstaat in groepsverband, door samen te
werken. Op basis van gevoelens, verbindingen, motivatie en eigenwaarde, een gevoel van identiteit
en gemeenschapszin.” (Jacqueline van der Loo over het Pleidooi van Robinson).
Volgens Jacqueline van der Loo mag er gesproken worden van een kloof tussen het huidige leren en
het nieuwe werken. Waar werk de 2.0 tools probeert op te nemen in het werk, blijft onderwijs
hetzelfde. Leerlingen leren de interactie op school eerst af om vervolgens dit in het bedrijfsleven
weer aan te leren. Het gaat namelijk in een bedrijf om ‘originaliteit, authenticiteit, zicht op eigen
talenten en ontwikkelingsmogelijkheden, zelfredzaamheid en de wens om te groeien en te
professionaliseren door verbindingen aan te gaan’.

                                                  Robinson heeft het over een shift naar een leven lang
                                                  leren, ‘anyplace, anytime, anywhere’. Een systeem waar
                                                  je verbindingen creëert met de mensen die je helpen in je
                                                  persoonlijke en sociale ontwikkeling, het leren. Het gaat
                                                  hier niet zozeer om de methode, eerder over de
                                                  basisprincipes waarop de methode rust. Bij onderwijs 2.0
                                                  moet dit anders. Het gaat hier om impact op drie niveaus:

                                                         1.      Onderwijsrelatie docent en student
                                                         2.      Organisatie van onderwijsinstelling
                                                         3.      Het individu in het onderwijs



Het individu staat in onderwijs 2.0 dus centraal waarbij de docent meer de rol aanneemt van expert.
De relatie tussen student en docent is geen eenrichtingsverkeer meer maar een dialoog. De school
wordt voor ieder individu anders ingericht als een soort ‘eco-systeem’ waarin rondom de leerwensen
groepen ontstaan. Diplomering is niet meer gebaseerd op generieke meetlatten maar op rating en
waardering door leden van het eigen en andere ‘eco-systemen’.
   ‘School 2.0 – For the first time in history, we’re preparing kids to a future that we cannot clearly
                                describe.’ – Frankwatching.com /Robinson.




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                                  Linde van Erp
    22
Conclusie
Het onderwijssysteem zal in de toekomst waarschijnlijk helemaal omgegooid worden. Doordat de
werking van de hersenen steeds inzichtelijker zal worden, komen we ook meer te weten over
concentratie, intelligentie e.d. Aangezien voor ieder persoon de werking van de hersenen anders is,
zal educatie ook op ieder individu afgestemd moeten worden. Neurowetenschap kan een essentiële
bron zijn voor het inrichten van een nieuw onderwijssysteem. Er zijn andere leerstrategieën nodig en
de functie van een docent zal compleet veranderen. Er wordt ook wel gesproken over de term
onderwijs 2.0. De visie van Robinson over dit soort onderwijs belooft veel. Hier staat - zoals ook in
alle neurowetenschappelijke onderzoeken met betrekking tot onderwijs geadviseerd wordt - het
individu centraal. De school zal een hele andere inrichting krijgen, afgestemd op de behoeften van
het individu. De universiteit in Philadelphia heeft onder leiding van Lehmann al een poging gedaan
tot herinrichting van het onderwijssysteem en is dus een concreet voorbeeld.




          Idea generation, Brein & Creativiteit                                            Linde van Erp
    23
CONCLUSIE

Hoe start het ideation proces in de hersenen , hoe is ideation te stimuleren en wat kan deze kennis
betekenen voor Advanced Business Creation?

Het ideation proces start allemaal in de hersenen. De werking van de hersenen is erg gecompliceerd.
Tussen de zenuwcellen in de hersenen bestaan verschillende verbindingen. De informatie die de
hersenen binnenkomt, wordt opgeslagen in het werkgeheugen en in het cerebellum worden deze in
patronen gegenereerd. Vooral de patronen of verbindingen die vaak gebruikt worden, lijken
automatisch te werken. De waarschijnlijkheid dat deze verbindingen vaker gebruikt worden, neemt
namelijk toe door herhaling. Creatief denken is echter patroondoorbrekend denken. Het gaat hierbij
dan ook om het leggen van nieuwe verbindingen: innovatie.

Om tot een innovatie te komen is kennis nodig. Zeker wanneer het om een bedrijfsopdracht gaat is
het noodzakelijk dat men ook iets over het bedrijf, de markt en dus het product of dienst weet.
Marktonderzoek is dan ook essentieel bij een projectopdracht om het nut van een idee te doen
toenemen en het idee te kunnen onderbouwen. Kennis en ervaring kan echter ook een remmende
werking hebben in het creativiteitsproces.

Het genereren van ideeën -en dus het aanleggen van een nieuwe verbinding in de hersenen- is door
middel van verschillende methoden en technieken te stimuleren. Brainstormen is hier een van. Het is
een methode om gestructureerd meer ideeën te generen. De brainstormregels en creatieve
basisvaardigheden zijn hier erg belangrijk. Een open sfeer, een inspirerende brainstormruimte en het
toepassen van het acroniem ‘BROKEN CRAYONS’ helpen ook je creativiteit verder te ontwikkelen en
te stimuleren. Vooral in groepsverband is de open sfeer en het niet oordelen tijdens de divergerende
fase erg belangrijk , het maakt het makkelijker voor de deelnemers om uit hun comfort zone te
komen. De beste manier is nog steeds oefenen. Door veel te oefenen wordt het maken van nieuwe
verbindingen namelijk makkelijker. Er is naar mijn idee niet één verbinding die leidt tot creativiteit en
die door herhaling dikker en dominanter wordt want het gaat juist om het leggen van nieuwe
verbindingen.

Voor ABC betekent dit dat we al op de goede weg zijn. Binnen ABC voldoen we al aan de volgende
criteria van onderwijs 2.0: het opdoen van real world ervaringen, het werken in projectgroepen en de
vrijheid om zelf vragen te formuleren en daar antwoorden bij te onderzoeken. ABC zou een
voortrekkersrol kunnen vervullen in het toepassen van up-to-date informatie op gebied van
neurowetenschap. Het is van groot belang om op de hoogte te zijn van de state-of-the-art
onderzoekstechnieken en resultaten. ABC is tenslotte een opleiding waar innovatie centraal staat.
Waarom zouden we dan ook niet de eerste in Nederland zijn die onderwijs 2.0 implementeert?
Hierbij wordt de rol van de docent als inspirator en begeleider bij het ideation proces nog
belangrijker. De student staat centraal en moet zich binnen een groep waarin hij of zij zich vrij voelt,
ruim kunnen ontwikkelen en oriënteren naar eigen interesse. Weliswaar binnen de richtlijnen van
ABC. De 70-20-10 regel zou hierin toegepast kunnen worden.
          If you always do what you’ve always done you will always get what you always got.’
                                          - Anthony Robbins.

           Idea generation, Brein & Creativiteit                                               Linde van Erp
    24
BRONNENLIJST

Literatuur

                       Auteur:                 Brandhof, Jan-Willem, van den
                       Titel:                  Leer als een speer
                       Jaar van uitgave:       2004
                       Plaats van uitgave:     Maastricht
                       Druk:                   4e
                       Dit boek omschrijft de werking onder andere dewerking van de hersenen en hoe
                       de hersencapiciteit beter te benutten.

                       Auteur:                Byttebier, Igor
                       Titel:                 Creativiteit, hoe? Zo!
                       Jaar van uitgave:      2002
                       Plaats van uitgave:    Tielt
                       Druk:                  12e
                       Dit boek omschrijft onder andere het creatieve proces dat in de hersenen begint.
                       Het kan daarom dienen als basis bron voor mijn onderzoek.



                  Auteur:               Maex, Edel
                 Titel:                 Mindfulness
                 Jaar van uitgave:      2006
                 Plaats van uitgave:    Tielt
                 Druk:                  10e
                 Het boek gaat over mindfulness,het nieuwe basiswoord voor wie beter wol omgaan
                 met de onvermijdelijke stress van het leven. Mindfulness vindt zijn oorsprong in
                 boeddhistische meditatietechnieken. In dit boek wordt veel geschreven over het
leren managen van gedachten in het hoofd. Hierdoor zou men best eens ook het bedenken van
ideeën kunnen stimuleren.

                       Auteur:                 Leistikow, Mary Lou
                       Titel:                  Creatief denken & doen
                       Jaar van uitgave:       2003 (1e druk 1999)
                       Plaats van uitgave:     Den Haag
                       Druk:                   4e
                       Dit boek gaat over creativiteit en het onwikkelen van je persoonlijke creativiteit of
                       creativiteit binnen een organisatie. Ook wordt hier de acroniem ‘BROKEN
                       CRAYONS’ uitgelicht.




             Idea generation, Brein & Creativiteit                                                 Linde van Erp
    25
Auteur:                  Lindstrom, Martin
                    Titel:                   Koop mij
                    Jaar van uitgave:        2008
                    Druk:                    1e
                    Dit boek schrijft over de waarheid en leugens van koopgedrag. Lindstrom koos dit
                    te onderzoeken door middel van een FMRI-scan die de hersenen onderzoekt. Want
                    hersenen liegen niet.

                 Auteur:                 Shavinina, Larisa, van
                 Titel:                  Handbook on innovation
                 Jaar van uitgave:       2003
                 Plaats van uitgave:
                 Druk:
                 Dit boek geeft heel uitgebreid en specifiek aan wat innovatie is en hoe het allemaal
                 in de hersenen begint. In het artikel ‘The Neurophysiological Basis of Innovation’
geschreven door Larry R. Vandervert wordt duidelijk beschreven hoe innovatie in de hersenen tot
stand komt.

                     Auteur:                Vos, Koen, de
                    Titel:                  Brainstormen, 50.000 ideeën per dag!
                    Jaar van uitgave:       2006 (april)
                    Plaats van uitgave:     Amsterdam
                    Druk:                   1e
                    Dit boek gaat over brainstormen, de essentie hiervan en hoe tot meer ideeën te
                    komen, namelijk door middel van verschillende brainstorm technieken toe te
                    passen en dit vooral vaak te doen.

                   Auteur:                Wulfen, Gijs, van
                   Titel:                 Nieuwe producten bedenken, 2e editie
                   Jaar van uitgave:      2006 (april)
                   Plaats van uitgave:    Amsterdam
                   Druk:                  2e editie, 2009
                   Dit boek biedt een oplossing voor iedereen die nieuwe producten en diensten wil
                   ontwikkelen door middel van de VOORT innovatiemethode.



Databanken

EBSCO HOST
Auteur: Geddes, Linda
Titel artikel: Slow thinking may nurture creativity
Jaar van uitgave: 2010 (maart)
Source: New Scientist
Deze auteur schrijft over een uitgevoerd onderzoek waar men tot de conclusie kwam dat mensen
met slomere connecties en witte hersenmassa, creatiever zijn.
          Idea generation, Brein & Creativiteit                                            Linde van Erp
    26
EBSCO HOST
Auteur: Batey, Mark, Furnham, Adrian, Safiullina, Xeniya
Titel artikel: Intelligence, general knowledge and personality as predictors of creativity
Jaar van uitgave: 2010 (oktober)
Source: Learning & Individual Differences
Dit artikel gaat over intelligentie en de relatie tussen kennis en creativiteit en welke invloed kennis
over dit onderwerp kan hebben op educatie.

Rapporten

Auteur:                                   Glassman, Brian Scott
Titel:                                    Improving idea generation & idea management in order to
                                          better manage the fuzzy front end of innovation
Jaar van uitgave:                         2009
Plaats van uitgave:                       West Lafayette Indiana
Requirements for the Degree of:           Doctor of Philosophy (Purdue University)
Dit afstudeerproject gaat over het verbeteren van idea generation en het idee management.
Het beschrijft verschillende visies over onder andere de waarde van ideëen en innovatie en de
Innovation value chain.

Auteur:                                 Gaspersz, Jeff
Titel:                                  Concurreer met creativiteit
Jaar van uitgave:                       2005
Dit is een Essay voor Innovation Lecture ‘Compete with Creativity 2005’, georganiseerd door het
Ministerie van Economische Zaken. Jeff Gaspersz zelf is hoogleraar innovatie, Universiteit Nyenrode
& adviseur innovatiemanagement. Het rapport gaat onder andere over creativiteitsgericht
leiderschap en over de rol die de overheid zou kunnen hebben in het stimuleren van creativiteit.

Auteur:                                  Prof. Dr. Jolles, Jelle
Titel:                                   Bouwen aan het brein over talenten en creativiteit in relatie
                                         tot hersenen cognitieve ontwikkeling
Jaar van uitgave:                        2007 (maart)
Plaats van uitgave:                      Maastricht (universiteit Maastricht)
Onderneming:                             Instituut Hersenen & Gedrag,
In dit artikel wordt geschreven over het brein, talenten en creativiteit in relatie tot de hersenen
cognitieve ontwikkeling. ‘Prof dr Jelle Jolles is hoogleraar aan de VU University in Amsterdam. Hij is
daar directeur van het Centrum Brein & Leren en van het onderzoeksinstituut LEARN!. Hij is
wetenschappelijk onderzoeker en als geregistreerd Neuropsycholoog ook een praktijk-professional.
Zijn leeropdracht aan de VU heeft te maken met ‘Hersenen, gedrag & educatie’. Daarin ligt een
nadruk op leerprocessen en het onderwijs.’




            Idea generation, Brein & Creativiteit                                               Linde van Erp
    27
Internet

09-10-10          http://innovationzen.com/blog/2006/11/17/the-definition-of-innovation/
                  Hier zijn verschillende definities van innovatie te vinden zoals o.a. die van Joseph
                  Schumpeter.

25-09-10          http://nl.wikipedia.org/wiki/Cerebellum
                  Defintie Cerebellum

30-09-10          http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Wetenschap/261574/Onderzoek-Trage-
                  hersenen-goed-voor-creativiteit.htm?rss=true
                  Deze link verwijst naar het artikel van Elsevier: ‘Trage hersenen goed voor creativeit’
                  Hier wordt de conclusie uit een onderzoek van de Universiteit van New Mexico onder
                  leiding van Rex Jung beschreven.

02-10-10          http://wetenschap.infonu.nl/diversen/13661-nationale-iq-test.html
                  Deze link verwijst naar een artikel over de Nationale IQ-test. Hier wordt een indicatie
                  gegeven van de hoogte van het IQ per (studie)niveau.

02-10-10          http://nl.wikipedia.org/wiki/Intelligentiemeting
                  Hier wordt de definitie van IQ beschreven en de kanttekeningen die er worden
                  geplaatst aan deze momentopname.

02-10-10          http://www.hersenenenleren.nl/downloads
                  Dit is de (brein)blog van Professor Jelle Jonnes over Educational Neuropsychology
                  over Brein, Leren & Educatie. Er wordt geschreven over wetenschappelijke vondsten
                  die onderzoekers de laatste tijd hebben gedaan. De breinblog gaat in op deze kennis
                  en inzichten en geeft commentaar over de mogelijke waarde ervan.
                  ‘Prof dr Jelle Jolles is hoogleraar aan de VU University in Amsterdam. Hij is daar
                  directeur van het Centrum Brein & Leren en van het onderzoeksinstituut LEARN!. Hij
                  is wetenschappelijk onderzoeker en als geregistreerd Neuropsycholoog ook een
                  praktijk-professional. Zijn leeropdracht aan de VU heeft te maken met ‘Hersenen,
                  gedrag & educatie’. Daarin ligt een nadruk op leerprocessen en het onderwijs.’

05-10-10          http://www.cre8ng.com/brokencrayons.shtml
                  Op deze website wirdt geschreven over Robert Alan Black. Ph.D., CSP. Hij was
                  International Creative Workplace Consultant en schreef ook over de acronym
                  ‘BROKEN CRAYONS’.

25-10-10          http://www.helikon.nl/blog/2007/09/08/onderwijs-20/
                  http://www.helikon.nl/blog/2008/11/03/teach-different-chris-lehmann-en-de-sla/
                  Helikon is een bedrijf en tevens een weblog van Fons van den Berg. Het probeert
                  scholen bij te staan in het maken van leuk, creatief en innovatief onderwijs en mag
                  zich sinds 2007 ook Apple Distinguished Educater noemen. Hij schrijft op zijn blok


           Idea generation, Brein & Creativiteit                                                Linde van Erp
    28
onder andere over onderwijs 2.0 en over een nieuw onderwijs model in Amerika. Dit
                  is ook waar de bron naar verwijst.

25-10-10          http://www.frankwatching.com/archive/2008/11/14/onderwijs-20-een-ware-
                  transformatie/
                  Frankwatching, een onafhankelijk crossmedia platform voor marketing,
                  communicatie, social media, enz., schrijft hier over de nog vrije nieuwe term:
                  ‘Onderwijs 2.0’.




           Idea generation, Brein & Creativiteit                                             Linde van Erp
    29

More Related Content

Similar to Kennis kring - Brein & Creativiteit

151105 praktijkmiddag weert creatief denken hokjesoefening
151105 praktijkmiddag weert  creatief denken hokjesoefening151105 praktijkmiddag weert  creatief denken hokjesoefening
151105 praktijkmiddag weert creatief denken hokjesoefeningKING
 
De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...
De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...
De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...Erwin Elling
 
Van Dyslexie naar Genie
Van Dyslexie naar GenieVan Dyslexie naar Genie
Van Dyslexie naar GenieFocus To B.V.
 
Inspiratiegids voor buurtinitiatieven
Inspiratiegids voor buurtinitiatievenInspiratiegids voor buurtinitiatieven
Inspiratiegids voor buurtinitiatievenopgewekTienen
 
Creative Problem Solving Fontys110413
Creative Problem Solving Fontys110413Creative Problem Solving Fontys110413
Creative Problem Solving Fontys110413Cor Noltee, MEd
 
Van Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron project
Van Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron projectVan Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron project
Van Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron projectFocus To B.V.
 
Rapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven Pdf
Rapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven PdfRapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven Pdf
Rapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven Pdfadakruiter
 
MBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + Review
MBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + ReviewMBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + Review
MBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + ReviewTrainnovation
 
De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...
De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...
De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...Erwin Elling
 
get_in_the_loop
get_in_the_loopget_in_the_loop
get_in_the_loopTom Dijk
 
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerkenTias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerkenFrank Willems
 
ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011
ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011
ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011ELLLA
 
Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016
Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016
Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016Nieuwe wegen ggz en opvang
 
Gentrepreneur WEEK - Workshop Community Building
Gentrepreneur WEEK - Workshop Community BuildingGentrepreneur WEEK - Workshop Community Building
Gentrepreneur WEEK - Workshop Community BuildingGentrepreneur
 
De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)
De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)
De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)Erwin Elling
 
Workshop Maakbare Werknemer
Workshop Maakbare WerknemerWorkshop Maakbare Werknemer
Workshop Maakbare WerknemerRia van Dinteren
 

Similar to Kennis kring - Brein & Creativiteit (20)

151105 praktijkmiddag weert creatief denken hokjesoefening
151105 praktijkmiddag weert  creatief denken hokjesoefening151105 praktijkmiddag weert  creatief denken hokjesoefening
151105 praktijkmiddag weert creatief denken hokjesoefening
 
De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...
De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...
De queeste naar creatieve intelligentie (Railforum Innovatiecongres, 1 novemb...
 
Lezing act
Lezing actLezing act
Lezing act
 
Creatief denken
Creatief denkenCreatief denken
Creatief denken
 
Van Dyslexie naar Genie
Van Dyslexie naar GenieVan Dyslexie naar Genie
Van Dyslexie naar Genie
 
Inspiratiegids voor buurtinitiatieven
Inspiratiegids voor buurtinitiatievenInspiratiegids voor buurtinitiatieven
Inspiratiegids voor buurtinitiatieven
 
Breinleren online
Breinleren onlineBreinleren online
Breinleren online
 
Creative Problem Solving Fontys110413
Creative Problem Solving Fontys110413Creative Problem Solving Fontys110413
Creative Problem Solving Fontys110413
 
Module 1
Module 1Module 1
Module 1
 
Van Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron project
Van Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron projectVan Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron project
Van Dyslexie naar Genie - Bronnikov Fekleron project
 
Rapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven Pdf
Rapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven PdfRapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven Pdf
Rapport Wereldbeelden Van Wereldbedrijven Pdf
 
MBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + Review
MBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + ReviewMBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + Review
MBM1601_40-43_GI Sjoerd de Waal + Review
 
De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...
De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...
De queeste naar creatieve intelligentie (Permanent Beta Dag #11, 28 november ...
 
get_in_the_loop
get_in_the_loopget_in_the_loop
get_in_the_loop
 
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerkenTias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
 
ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011
ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011
ELLLA presentatie Jan Bommerez 21 maart 2011
 
Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016
Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016
Algemene presentatie Masterclass: Leiding geven aan innovatie - 15 november 2016
 
Gentrepreneur WEEK - Workshop Community Building
Gentrepreneur WEEK - Workshop Community BuildingGentrepreneur WEEK - Workshop Community Building
Gentrepreneur WEEK - Workshop Community Building
 
De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)
De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)
De queeste naar creatieve intelligentie (Monday Meetup, 30 oktober 2017)
 
Workshop Maakbare Werknemer
Workshop Maakbare WerknemerWorkshop Maakbare Werknemer
Workshop Maakbare Werknemer
 

More from Lindevanerp

Paper sportpsychologie
Paper sportpsychologiePaper sportpsychologie
Paper sportpsychologieLindevanerp
 
War child – mission impossible
War child – mission impossibleWar child – mission impossible
War child – mission impossibleLindevanerp
 
War Child - Mission Impossible
War Child - Mission ImpossibleWar Child - Mission Impossible
War Child - Mission ImpossibleLindevanerp
 
More than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-HertogenboschMore than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-HertogenboschLindevanerp
 
Global Boats - Advanced Business Creation
Global Boats - Advanced Business CreationGlobal Boats - Advanced Business Creation
Global Boats - Advanced Business CreationLindevanerp
 
Scala - Bright.s.
Scala - Bright.s. Scala - Bright.s.
Scala - Bright.s. Lindevanerp
 
More than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-HertogenboschMore than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-HertogenboschLindevanerp
 
Mastermind - Next level
Mastermind - Next levelMastermind - Next level
Mastermind - Next levelLindevanerp
 

More from Lindevanerp (10)

Paper sportpsychologie
Paper sportpsychologiePaper sportpsychologie
Paper sportpsychologie
 
War child – mission impossible
War child – mission impossibleWar child – mission impossible
War child – mission impossible
 
War Child - Mission Impossible
War Child - Mission ImpossibleWar Child - Mission Impossible
War Child - Mission Impossible
 
Product: &More
Product: &MoreProduct: &More
Product: &More
 
More than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-HertogenboschMore than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-Hertogenbosch
 
Global Boats - Advanced Business Creation
Global Boats - Advanced Business CreationGlobal Boats - Advanced Business Creation
Global Boats - Advanced Business Creation
 
Scala - Bright.s.
Scala - Bright.s. Scala - Bright.s.
Scala - Bright.s.
 
More than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-HertogenboschMore than Green 's-Hertogenbosch
More than Green 's-Hertogenbosch
 
Mastermind - Next level
Mastermind - Next levelMastermind - Next level
Mastermind - Next level
 
Ideation
IdeationIdeation
Ideation
 

Kennis kring - Brein & Creativiteit

  • 1. AVANS HOGESCHOOL-ADVANCED BUSINESS CREATION dr IDEA GENERATION BREIN & CREATIVITEIT Linde van Erp 2010 Oktober 2010, ‘s-Hertogenbosch - Begeleider: Yvonne Koert
  • 2. BREIN & CREATIVITEIT INHOUDSOPGAVE Pag. 1. Inleiding: Innovatie & ideeën 2 2. Het brein & creativiteit 3 3. Kennis & creativiteit 6 4. Het stimuleren van ideation 11 5. De toekomst van onderwijs 17 Conclusie 24 Literatuurlijst 25 Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 1
  • 3. INLEIDING - INNOVATIE & IDEEËN “Another word for creativity is courage” – George Prince Naar aanleiding van het ons aangewezen thema idea generation voor het project Kennis kring, ben ik begonnen aan een literatuur onderzoek. Een onderzoek naar hoe een idee nou werkelijk tot stand komt in de hersenen en hoe dit ideation proces te stimuleren is. Vele onderzoeken en bronnen kwamen voorbij bij het beantwoorden van de centrale vraag in dit rapport: Hoe start het ideation proces in de hersenen , hoe is ideation te stimuleren en wat kan deze kennis betekenen voor Advanced Business Creation? Om überhaupt aan dit rapport te kunnen beginnen, was het belangrijk om twee zaken duidelijk te hebben. 1. Wat is innovatie? 2. Wat is idea generation? Ik heb deze begrippen als volgt gedefinieerd: Innovatie is het veranderen of vernieuwen van producten of productiemethoden of het introduceren van nieuwe producten, productieprocessen of nieuwe markten waarbij men vraag/behoeften of toegevoegde waarbij creëert & biedt voor de consument. Diensten vallen hier ook onder het begrip product. Deze definitie is gebaseerd op bestaande definities als die van Jose Campos, The American heritage dictionary en van Joseph Schumpeter die innovatie als volgt beschrijft: ‘The introduction of new goods, new methods of production, the opening of new markets, the conquest of new sources of supply and the carrying out of a new organization of any industry. ’Idea generation -ook wel ideation genoemd- wordt in dit rapport gezien als het creatieve proces van het generen en ontwikkelen van nieuwe ideeën, dat start in het brein van het individu. Idea generation is een onderdeel van het innovatieproces. Innovatie start namelijk allemaal met een idee. Zo zegt ook Jack Foster(1996): ‘Nieuwe ideeën zijn het wiel van vooruitgang.’ Alle producten en diensten zijn ontstaan aan de hand van een idee. Dit is dus vitaal voor het innovatieproces. Zeker in een markt waar de concurrentie groot is, is het belangrijk dat een bedrijf zich onderscheidt door bijzondere waarden te bieden. Innovatie is hiervoor erg belangrijk en lijkt ook steeds belangrijker te worden gevonden door bedrijven. Maar aangezien het allemaal bij een idee begint, beginnen wij ook bij het idee. Dit rapport bevat een aantal hoofdstukken. Het begint met hoe een idee in het brein tot stand komt. Vervolgens wordt er gekeken naar de noodzaak van kennis om ideeën te kunnen genereren in het brein. Hoofdstuk 3 omschrijft weetjes, regels, methoden en dergelijke om het ideation proces te stimuleren. Tot slot - om vervolgens de centrale vraag te kunnen beantwoorden met betrekking tot de studie Advanced Business Creation - gaat hoofdstuk 4 wat dieper in op het onderwerp onderwijs. Er worden in dit hoofdstuk visies besproken over onderwijs in de toekomst, waar het gehele onderwijssysteem aangepast zou moeten worden op de werking van het brein van de student. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 2
  • 4. 1. HET BREIN & CREATIVITEIT Om een inzicht te krijgen in hoe ideeën gegenereerd kunnen worden, is het belangrijk dat je een idee hebt van hoe het brein werkt. Dit zal ik dan ook in dit hoofdstuk nader toelichten. De vraag is hier: Hoe komt een idee tot stand in de hersenen en wat is precies de link tussen brein & creativiteit? De linker en rechter hersenhelft ‘Does the left brain know what the right brain is doing?’- Neumeier De hersenen zijn het meest complexe orgaan in je lichaam. Er is al veel onderzoek naar gedaan en nieuwe rapporten komen nog steeds met erg verrassende bevindingen maar een aantal zaken is duidelijk. Het bovenste deel van de hersenen bestaat zoals je waarschijnlijk al weet, uit twee delen: de linkerhelft en de rechterhelft. Professor Roger Sperry ontdekte dat deze twee helften ieder gespecialiseerd zijn in verschillende taken. De linkerhelft houdt zich vooral bezig met de taken als taal, rekenen, volgorde, spraak, details en dergelijke en is dus vrij analytisch. De rechterhelft daarentegen is het creatieve brein; denk hierbij aan beelden, muziek en kleur maar ook aan ritme, patronen en dromen. Het punt is alleen dat de creatieve gedachten niet alleen plaats vinden in de rechterhelft maar juist voortkomen uit goed gebruik van beide hersenhelften. Het gebruik van beide hersenhelften samen, versterkt elkaar dan ook. Het zorgt ervoor dat we het brein beter benutten. Zo schrijft ook Jan-Willem van den Brandhof, eigenaar van een Brain Training centrum en schrijver van diverse boeken over het brein en hoe hier het best mee om te gaan. Werking van de zenuwcellen Iets ingewikkelder is de werking van de zenuwcellen. De hersenen op zich bestaan uit verschillende zenuwcellen, ook wel neuronen genoemd. Ieder brein heeft meer dan honderd miljard neuronen en nog meer ondersteuningscellen, ook wel gliacellen genoemd. Deze zenuwcellen hebben ieder vele ingangen en één uitgang. Deze ingangen heten dendrieten, een soort tak aan de zenuwcel. Ieder neuron kan er tot honderdduizend van hebben. Bij goed gebruik van de hersenen heeft de zenuwcel vele dendrieten. Door deze dendrieten loopt een soort elektrisch stroompje. Jan-Willem van den Brandhof beschrijft dit als volgt: ‘Het elektrisch stroompje door de dendrieten zorgt voor een chemische reactie tussen de chemicaliën of neurotransmitters die in de spleet zitten tussen de dendrieten. Die chemische reactie tussen de neurotransmitters zorgt ervoor dat er een stroompje gaat lopen in het andere dendrietje. Zo wordt informatie overgedragen’. De uitgang van de zenuwcel heet axon of neuriet. Iedere cel heeft zoals al eerder gezegd maar één uitgang die signalen kan krijgen via de “kern” van de zenuwcel: het cellichaam. De axon kan de opgewekte signalen op haar beurt weer doorgeven aan andere cellen. De lengte van de uitgang (neuriet) kan verschillen. In de hersenen kunnen er zo wel tot honderd biljoen verbindingen ontwikkeld worden. In de cel kunnen wel tienduizenden signalen binnenkomen vanuit verschillende dendrieten. Deze worden verwerkt in het cellichaam en uiteindelijk verwerkt tot een signaal dat via de axon uit het cellichaam gaat en zo weer op een ander punt aankomt en weer een van de tienduizenden signalen wordt in het cellichaam waar het naar toe is gestuurd. Deze signalen zelf zijn weer opgebouwd uit de eerder genoemde neurotransmitters: een combinatie van Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 3
  • 5. verschillende stoffen in een signaal. Hierboven is een zenuwcel in beeld gebracht om het verhaal van de werking van de hersenen duidelijker te maken. (Creatief) denken Creatief denken wordt door Igor Byttebier (schrijver van het boek: Creativiteit. Hoe? Zo!) omschreven als patroondoorbrekend denken. Denken zelf is het proces waar informatie verwerkt wordt. Het kan hier onder andere gaan over een beeld, voorstelling, herinnering of idee. Volgens Byttebier is het denksysteem juist efficiënt door het herkennen, gebruiken en eventueel aanpassen van denkpatronen. Dit zijn ‘clusters van gegevens die we als cluster kunnen herkennen en die we zullen opslaan als we er succes mee hebben. Ervaring is het totaal van al de patronen en gewoonten die we hebben opgebouwd in het verleden, zodat we heel efficiënt kunnen handelen in een bepaalde context.’ De succesvolle patronen worden vaak herhaald en lijken daarom automatisch, denk hierbij bijvoorbeeld aan ontbijten en tanden poetsen in de ochtend. Dit denken op zich gebeurt via de signalen tussen de verschillende hersencellen. Deze volgen een bepaalde weg van de ene naar de andere hersencel, ofwel via verbindingen. Dit kunnen zowel bestaande verbindingen zijn als nieuwe die aangemaakt worden. Er komen dan wel nauwelijks hersencellen bij gedurende ons leven maar er worden wel steeds nieuwe verbindingen gelegd tussen deze bestaande hersencellen. Zoals gezegd worden de patronen die vaak worden herhaald soms zelfs automatisch. Dit komt omdat de verbindingen die gemaakt zijn tussen de hersencellen en regelmatig herhaald worden, worden versterkt elke keer dat de verbinding weer gebruikt wordt. Deze herhaling van een activiteit zorgt ervoor, dat de waarschijnlijkheid dat deze verbinding de keer daarop weer gebruikt wordt, verhoogt. Creatief denken gaat daarentegen juist over het doorbreken van de patronen en over het vergroten van de kans tot het maken van nieuwe verbindingen. Juist de nieuwe verbindingen die worden gelegd tussen twee of meer onderwerpen, informatiebronnen, zorgen voor een nieuwe kijk: een innovatie. “Innovatie is alles wat je voor het eerst doet” – Byttebier Innovatie door middel van het cerebellum Larry R. Vandervert schrijft het artikel ‘The Neurophysiological Basis of Innovation’. Dit is te lezen in het boek ‘Handbook on Innovation’. Vandervert schrijft over innovatie en hoe dit in het brein tot stand komt. Dit is een andere benadering dan die hierboven beschreven wordt. Vandervert schrijft namelijk dat innovatie een recursief neurofysiologisch proces is, waarbij het denken constant gereduceerd wordt tot patronen. Net zoals het in wiskunde werkt: het gaat om het zien van relaties en patronen tussen verschillende zaken. Bij innovatie is het van belang dat er constant nieuwe en efficiëntere verbindingen worden gecreëerd. Innovatie ontstaat door samenwerking van het werkgeheugen en patronen die gegenereerd worden in het cerebellum. Het cerebellum is volgens Wikipedia: ‘een onderdeel van het centraal zenuwstelsel. De eerste functie van het cerebellum is de coördinatie van bewegingen om ze vlot en nauwkeurig te maken’. Drie algemene theorieën Innovatie kan met behulp van 3 algemene theorieën onderbouwd worden: 1. Innovatie is als een evolutieproces. Evolutie staat voor ontwikkeling en zo gaat het ook bij innovatie. Er worden steeds nieuwe producten bedacht, die andere producten vervangen, net zoals in de evolutietheorie wordt omschreven. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 4
  • 6. 2. De voordelen van innovatie komen voort uit efficiencyslagen die voortvloeien uit een relatie tussen het werkgeheugen en de perceptuele, cognitieve functies van het cerebellum. 3. De manier waarop de hersenen samenwerken met de cortex en het cerebellum en het automatiseren in patronen, zorgt ervoor dat men efficiënter kan werken. De cortex is de korst van de hersenen die de beelden die binnen komen, ziet. Door deze te koppelen aan het geheugen kunnen er patronen gecombineerd worden in het cerebellum. In het werkgeheugen komt informatie binnen, die toegevoegd wordt aan de al opgeslagen informatie en zo het geheugen up-to-date houdt. Hoe meer verbindingen en hoe vaker deze gebruikt worden, hoe efficiënter men kan werken. Dit zijn de verbindingen waren we het eerder ook al over hadden. Door grote hoeveelheden verbindingen en patronen is men beter in het oplossen van problemen en in die zin ook intelligenter. Het cerebellum ontwikkelt zich zelfs sneller dan de axon (de uitgang van de zenuwcel zoals eerder omschreven) en kent zowel een feedback als feedforward model. Met het feedforward model in de hersenen is de mens in staat een voorstelling te maken met bestaande kennis uit het werkgeheugen. Deze combineert huidige kennis met nieuwe informatie die de hersenen binnenkomt en verbetert het in een voorstelling in het hoofd, zo wordt een idee verbeeld. Wanneer een beeld uit een domein met beeld of informatie uit een ander domein wordt gecombineerd in het cerebellum tot een nieuw patroon, voelt het ook als een innovatie in het hoofd. Dit is hoe een idee in de hersenen tot stand komt volgens Vandervert. Voorbeeld: Methode tot innovatie Abstraheren is een methode om te innoveren. Hier wordt beeld of informatie terug naar de essentie gehaald. Men kijkt dan bijvoorbeeld naar dans, reuk, beeld, muziek die bij hen opkomt bij opgeslagen informatie. Op deze manier is er sneller een nieuw overkoepelend patroon te zien. Einstein maakte ook gebruik van deze methode door naar muziek te luisteren. Dit bracht hem weer tot ideeën doordat er weer een nieuwe link werd gemaakt in het cerebellum tussen de huidige opgeslagen informatie en de muziek. Conclusie De werking van de hersenen is heel erg gecompliceerd. Tussen de zenuwcellen in de hersenen bestaan verschillende verbindingen. De informatie wordt opgeslagen in het werkgeheugen en in het cerebellum worden deze in patronen gegenereerd. Vooral de patronen of verbindingen die vaak gebruikt worden, lijken automatisch te werken. De waarschijnlijkheid dat deze verbindingen vaker gebruikt worden, neemt namelijk toe door herhaling. Deze axons & dendrieten worden dikker. Creatief denken is echter patroondoorbrekend denken. Het gaat hierbij dan ook om het leggen van nieuwe verbindingen: innovatie. Innovatie kan tot drie algemene theorieën onderbouwd worden, namelijk: Innovatie is een evolutieproces dat in de hersenen van start gaat. Ten tweede komen de voordelen van innovatie voort uit efficiencyslagen en tot slot zorgen de patronen die voortvloeien uit de samenwerking tussen de cortex en het cerebellum in de hersenen, voor een efficiënte manier van werken. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 5
  • 7. 2. KENNIS & CREATIVITEIT Nu we op de hoogte zijn van hoe innovatie in het brein tot stand komt, belanden we bij de vraag: In hoeverre is kennis noodzakelijk bij idea generation en in hoeverre beperkt dit juist de creativiteit? In het vorige hoofdstuk kwamen we tot de conclusie dat er bij innovatie, ofwel het tot stand komen van een idee, nieuwe patronen en verbindingen in het cerebellum worden gelegd tussen informatie uit het werkgeheugen. Juist een verbinding die ongewoon lijkt en nieuw is, zorgt vaak voor een vernieuwend idee. Patroondoorbrekend denken is dus cruciaal bij idea generation. Om überhaupt verbindingen te kunnen leggen, is mijn hypothese dan ook dat kennis enigszins noodzakelijk is. Maar is kennis ook remmend voor patroondoorbrekend denken? Het nut van een idee De studie: ‘Intelligence, general knowledge and personality as predictors of creativity’ (door Batey, Furnham en Safiullia) gaat over de groeiende interesse naar hoe de werking van het brein geïntegreerd zou kunnen worden in het onderwijs. Hier gaan we later in het rapport wat dieper op in. Batey, Furnham en Safiullia schrijven ook over de relatie tussen intelligentie en creativiteit. Hierbij wordt creativiteit gedefinieerd als een idee wat nieuw en nuttig is. Het nut van een idee kan hier bijvoorbeeld voor esthetisch gebruik of technische noodzaak zijn. Denk hier bijvoorbeeld aan de uitvinding van het internet. Ook de relativiteitstheorie waarbij het gaat om het begrijpen van de werking van de natuur, is een voorbeeld van het nut van een idee. In dit onderzoek worden verschillende eerdere studies besproken. Zo is een van de eerste modellen van het creatieve proces beschreven door Walles in 1926, die bij zijn geformuleerde model een beroep deed op het eerdere werk van Helmholtz in 1826. Het proces bestaat volgens Walles uit 5 stappen: 1. Het preparaat: de verwerking van vaardigheden. 2. Incubatie: waar het probleem daadwerkelijk intern gesignaleerd wordt. 3. Aanduiding: waar een gevoel ontstaat dat er een oplossing tot stand komt. 4. Verlichting: een plotselinge uitbarsting van inzicht. 5. Controle: waar het idee is getoetst aan de realiteit en uiteindelijk wordt toegepast. Divergerend- en convergerend denken Verschillende psychometrische onderzoekers maakten al vroeg een onderscheid tussen twee denkprocessen: het lineaire logische denkproces, waarbij er convergerend wordt gedacht en het proces van meer diffuse en impressionele denkpatronen (divergerend denken). Over dit onderscheid wordt nog steeds geschreven en de termen zijn waarschijnlijk bij ieder van ons op de ABC opleiding bekend. Bij divergerend denken probeert men zoveel mogelijk oplossingen of ideeën te bedenken voor een bepaalde situatie of in ons geval voor een bepaald bedrijf. Hier gaat het niet zozeer om de kwaliteit maar met name over de kwantiteit. Vervolgens gaat men convergerend denken door de hoeveelheid ideeën terug te dringen naar een klein aantal, de meest kwalitatieve ideeën. Controversies Creativiteit staat in vergelijking tot onderzoeken naar het IQ nog in de kinderschoenen. Er zijn nog steeds verschillende controversies. Zo gelooft een groep onderzoekers dat creativiteit een gevolg is van intelligentie, terwijl een andere groep gelooft dat creativiteit helemaal niet in relatie staat met intelligentie en andere sociale factoren als het gezonde verstand. De meeste onderzoekers zijn het Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 6
  • 8. er echter wel over eens dat er een samenhang is tussen intelligentie en creativiteit tot een bepaald IQ (van ongeveer 120). Daarna worden ze onafhankelijk van elkaar. In een artikel over de Nationale IQ test wordt geschreven dat een gemiddelde MBO+’er en HBO’er een IQ van tussen de 111 en 120 heeft, waar studenten aan HBO+ of WO gemiddeld tussen de 121 en 130 zitten. Bij een IQ van boven de 130 ben je hoogbegaafd. Dit zou voor ons betekenen dat we als ABC-studenten gemiddeld rond een IQ van 120 zitten. Dit zou volgens een aantal onderzoekers betekenen, dat er bij ons geen samenhang meer plaats vindt tussen intelligentie en creativiteit. De Nationale IQ-test is echter geen officiële IQ-test en verschillende andere bronnen als Resing & Blok en Wechsler geven aan dat een IQ van 120 toch al wel in de categorie begaafd kan worden geplaatst. Van begaafd spreekt men bij het IQ van een WO- student. Hieronder zie je een normale verdeling van het IQ. Ik verwacht naar aanleiding van verschillende bronnen dan ook dat wij als studenten van ABC een IQ hebben van rond de 110-115 en dat er dus nog net een relatie zou moeten zijn tussen ons IQ en creativiteit volgens o.a Barron & Harrington(1981). Bron: http://www.wikiwijs-wiskunde.nl/w/index.php?title=Normale_verdeling_totaalbeeld_(HAVO_a) Sommige onderzoekers als Herr, Moore, Hasen (1965) en Simonton (1994) zien echter helemaal geen link tussen het IQ en creativiteit. Wel zijn bijna alle onderzoekers het erover eens dat intelligentie en met name de verwerving van ‘domeinspecifieke’ vaardigheden en kennis, ofwel de voorbereiding die opgeslagen is in het werkgeheugen, noodzakelijk zijn voor het creatieve proces maar niet genoeg om te kunnen verzekeren dat er creativiteit plaats zal vinden (Heil, Nadeau & Berversdorf, 2003). Zo lijkt mijn hypothese te kloppen. Want in het artikel wordt eigenlijk gezegd dat er kennis en informatie nodig is uit het werkgeheugen om een verbinding te kunnen leggen tussen het ene en het andere onderwerp. Iedereen beschikt al over basis kennis. Maar wanneer men een opdracht vanuit een bedrijf krijgt, is het belangrijk hier ook het een en het ander over te weten voordat men aan de brainstormtafel plaats neemt. Wanneer men namelijk de achtergrondinformatie over het bedrijf en/of het product niet kent, kan men hier ook geen link mee leggen en niet tot een innovatie komen die relevant is voor het desbetreffende product of bedrijf. Marktonderzoek is dan ook belangrijk bij een projectopdracht. Innovaties kunnen wel bedacht worden zonder kennis over een bedrijf, product of markt maar dit zijn dan naar mijn idee innovaties die mogelijk niet direct betrekking hebben op de opdracht. Bovendien weet je niet of een idee een innovatie is als je niet enigszins op de hoogte bent van de markt en of zoiets al bestaat. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 7
  • 9. Overige studies creativiteit Verder wordt er in dit artikel beschreven dat de meeste mensen hun creatieve gedachten als spontaan ervaren en hierbij een creatief inzicht als een verlichting zien terwijl men soms juist weloverwogen ideeën probeert te bedenken, puur op wilskracht. Het artikel geeft aan dat verschillende onderzoekers er nog steeds niet uit zijn waar vooral ideation tot stand komt in de hersenen. Hier wordt wel over termen als ‘frontal lobes’ gesproken (zoals hiernaast weergegeven), een gebied in de hersenen. Sommige bronnen zeggen in dit artikel dat alles wat tot creatieve acties leidt, zich afspeelt in die ‘frontal lobes’. Het onderzoek is er nog niet uit of juist hogere- of lagere activiteit in de ‘frontal lobes’ leidt tot een hogere kwaliteit en output van creativiteit. Wat betreft spontane creativiteit suggereren rapporten dat rust, ontspanning, meditatie, slaap en dromen van groot nut kunnen zijn om spontaan tot creatieve ideeën te komen. Ook andere studies komen in dit artikel naar voren (Martindale & Greenough 1973; Martindale & Hasenfus, 1978; Martindale & Hines, 1975). Zo presenteerde een EEG studie - dit is een onderzoeksmethode waarbij de hersenfunctie wordt onderzocht - dat hoog creatieve individuen verschillen van “normale” mensen op de volgende gebieden: - De activiteit in de rechter ‘parieto temporalen’ is groter. - Zij hebben een hogere alfa activiteit tijdens momenten van “inspiratie”. - Zij hebben een grotere neiging tot het laten zien van fysiologische overreactie (fysiologie gaat over de wetenschap van de stofwisseling van levende organismen). De 2e studie die aangekaart wordt, laat zien dat er een grotere complexe samenhang is tot meer gebieden in de hersenen bij het ondernemen van divergente denktaken dan bij convergente denktaken. De controle op de aandacht zou namelijk tijdens het divergente denkproces meer worden losgelaten (Molle, 1996). De 3e studie, ditmaal van Jausovec, vergeleek getalenteerde, intelligente, creatieve en gemiddelde individuen. Zij werden allen uitgedaagd om een creatief probleem op te lossen. Hieruit bleek dat de personen waarbij een lager niveau van mentale activiteit plaats vond, juist de individuen waren die creatief op een hoog niveau waren ontwikkeld. Dit in vergelijking met een gemiddeld persoon. Jausovec deed ook onderzoek bij 115 “normale” mensen, die ingedeeld werden in maatschappelijke lagen. Daaruit concludeerde hij dat de EEG coherentie significant in relatie staat tot de creativiteitsscores. EEG coherentie wordt gebruikt om de samenhang van de hersenactiviteit tussen de verschillende gebieden weer te geven. Alles bij elkaar wijzen de studies op de belangrijkheid van de ‘posterior’ gebieden in de hersenen en de meer verspreide actie in de frontale hersenen tijdens het uitvoeren van creatieve opdachten. Onderzoek relatie witte hersenmassa & creativiteit Onderzoekers van de Universiteit van New Mexico komen met een logische maar verrassende conclusie na een onderzoek onder 72 verschillende proefpersonen. Onder leiding van Rex Jung zijn de deelnemers onder een MRI-scan geweest om te meten hoe snel de witte hersenmassa van de Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 8
  • 10. proefpersonen informatie door kon geven. Voordat de scan gemaakt werd, waren deze deelnemers getest op hun capaciteit tot divergerend denken, ofwel patroondoorbrekend denken. Jung en zijn collega’s vonden een samenhang tussen creativiteit en lage waarden van het chemische N- acetylaspartate. Deze stof zit in de neuronen en lijkt de neurale gezondheid (gezondheid van de hersenen) en de stofwisseling te bevorderen. De grijze hersenmassa bestaat hoofdzakelijk uit neuronen en wordt traditioneel het meest geassocieerd met denkkracht in plaats van creativiteit. Jung legde naar aanleiding hiervan meer focus op de witte hersenmassa om de creativiteit te onderzoeken. De witte massa bestaat hoofdzakelijk uit ‘myelineschede’ vetzuren, een stof die de neuronen verpakt. Minder ‘myelineschede’ in de witte hersenmassa zorgt voor een lagere integriteit waardoor informatie langzamer wordt doorgegeven. Verschillende recente studies suggereren dat witte hersenmassa met een hogere integriteit in de cortex een hogere intelligentie betekent omdat dit geassocieerd wordt met een hogere mentale functie. Deze mensen kunnen namelijk sneller probleemoplossend denken dan iemand met een gemiddelde integriteit van de witte hersenmassa. Jung gebruikte voor zijn onderzoek naast een MRI-scan ook een DTI (Defusor Tension Imaging). Dit is een methode die de richting meet waarin water zich verspreidt door de witte hersenmassa. Dit laatste is een indicatie van de integriteit in de hersenmassa. Hij ontdekte echter iets anders in zijn onderzoek over de relatie tussen creativiteit en intelligentie dan andere onderzoeksresultaten aangaven. Zijn bevindingen zijn dat de meest creatieve mensen een lagere integriteit in de witte hersenmassa hebben in de Thalamus. Dit is het gebied dat de prefrontale cortex met haar diepere structuur verbindt. Dit in vergelijking met hun minder creatieve proefpersonen. Jung suggereert hier dus dat langzame communicatie tussen verschillende gebieden in de hersenen mensen creatiever maakt. ‘Dit kan zorgen voor de koppeling van meer uiteenlopende ideeën, meer nieuwheid en meer creativiteit’, zegt hij. Andere studies geven aan dat de witte hersenmassa aangedaan is in sommige mensen met psychiatrische afwijkingen. Dit versterkt de link die daartussen al gevonden is. Een van de triggers voor de studie van Jung is, dat hij gevonden heeft dat wanneer de witte hersenmassa begint af te breken bij mensen met dementie, zij vaak creatiever worden. ‘De resultaten zijn verassend omdat de hoge integriteit van de witte hersenmassa normaal gesproken wordt beschouwd als iets positiefs omdat het iets zegt over de intelligentie van een individu’, zegt Paul Thomsen, Universiteit California. Hij bevestigt dat snelle informatie overdracht misschien niet van vitaal belang is voor creativiteit , eerder andersom. Het mag dan wel heel handig zijn bij schaken en andere denkspellen maar niet zozeer voor het bedenken van innovaties. Jung geeft wel aan dat intelligentie en creativiteit wel degelijk hand in hand gaan. Ze worden echter ieder in een verschillend gebied in de witte hersenmassa aangestuurd. Ze functioneren dus relatief onafhankelijk van elkaar, zo kan iemand met een hoge intelligentie nog steeds heel creatief zijn doordat de integriteit tussen de massa in de cortex en diepere gebieden in de hersenen vrij laag is. Zoals eerder aangegeven, is dit onderzoeksgebied nog onontgonnen gebied. Ieder onderzoek brengt dus weer nieuw inzicht in het landschap van de hersenen en de relatie tot creativiteit. Het voordeel is dat door de nieuwe onderzoeksresultaten ook mentale ziektes steeds beter in kaart kunnen worden gebracht, zoals stotteren. Het gaat dan met name over hoe de informatie doorgestuurd wordt. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 9
  • 11. Conclusie Het onderzoeksgebied staat nog in de kinderschoenen en er zijn veel controversies wat betreft de relatie tussen kennis en creativiteit. Aan de hand van onderzoeken die ik hierboven behandeld heb, is mijn veronderstelling als volgt. Ik denk dat kennis wel degelijk noodzakelijk is om tot ideation te komen. Zoals veel onderzoekers als Heil, Nadeau & Berversdorf al aangeven, denk ik dat intelligentie en met name de verwerving van ‘domeinspecifieke’ vaardigheden en kennis noodzakelijk zijn voor het creatieve proces. Maar niet genoeg om te kunnen verzekeren dat er creativiteit zal plaats vinden. Er is dus kennis nodig in het werkgeheugen om een verbinding te kunnen leggen tussen het ene en het andere onderwerp. Zeker wanneer het om een bedrijfsopdracht gaat is het noodzakelijk dat men ook iets over het bedrijf, de markt en dus het product of dienst weet. Marktonderzoek is dan ook essentieel bij een projectopdracht om het nut van een idee te doen toenemen en het idee te kunnen onderbouwen. Ik denk dat innovaties wel degelijk bedacht worden zonder kennis over een bedrijf, product of markt. Dit zijn dan naar mijn idee innovaties die niet direct betrekking hebben op een opdracht. Het gaat dan om spontane ideation. Kennis kan echter ook remmend werken tijdens de divergerende fase. Zo geeft ook het onderzoek van Jung en dat van Molle aan. Jung geeft in zijn onderzoek aan dat de meest creatieve mensen een lagere witte hersenmassa integriteit hebben. De langzame communicatie tussen de verschillende gebieden in de hersenen maakt mensen creatiever. Iets wat normaal juist een slecht teken is want een hogere integriteit in de cortex wordt meestal geassocieerd met een hogere intelligentie. Normaliter betekent het dat men snel probleemoplossend kan denken. Op zich vind ik dit onderzoeksresultaat erg logisch aangezien mensen met veel kennis en ervaring waarschijnlijk veel sterke verbindingen hebben die door ervaring bijna automatisch zijn geworden. Het is voor zo iemand waarschijnlijk moeilijker om uit mogelijk verstarde denkpatronen te komen (zo zegt ook Jeff Gaspersz, Hoogleraar Innovatie aan de Universiteit Nijenrode & tevens Adviseur Innovatiemanagement in zijn rapport ‘Concurreer met creativiteit’). Bij mensen met dementie breken juist de witte hersenmassa en hiermee denk ik ook de automatische verbindingen af. Dat betekent dat men weer makkelijker patroondoorbrekend kan denken. Net zoals dit voor kinderen waarschijnlijk makkelijker is, omdat zij zogezegd niet worden gehinderd door enige kennis. Al met al is kennis dus enigszins noodzakelijk maar kan het anderzijds ook remmend werken bij het patroondoorbrekend denken. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 10
  • 12. 3. HET STIMULEREN VAN IDEATION Zoals ik al in het vorige hoofdstuk schreef, kan het soms erg moeilijk zijn om patronen te doorbreken zeker wanneer iemand een hoge integriteit van de witte hersenmassa heeft. Voor mensen met veel kennis en ervaring kan het erg moeilijk zijn om uit hun verstarde denkpatronen te komen. De vraag is in dit hoofdstuk dan ook: Hoe kan het ideation proces en dus het patroondoorbrekend denken gestimuleerd worden? Creativiteit: de voeding van innovatie Het is vaak moeilijk te zeggen hoe we creativiteit kunnen sturen en wat de grenzen zijn van onze creativiteit. ‘Eigenlijk kennen we creativiteit door wat het voortbrengt’, zegt Jeff Gaspersz, Hoogleraar Innovatie aan de Universiteit Nijenrode. ‘Met creativiteit hebben mensen problemen in hun werk en leven overwonnen en nieuwe kansen gerealiseerd. Door creativiteit te combineren met daadkracht is de mensheid individueel of In gemeenschappen tot vooruitgang en vernieuwing gekomen.’ Het gaat bij ideation niet alleen over volstrekt nieuwe gedachten maar ideation kan ook ontstaan door het combineren van reeds bestaande suggesties. Hier is creativiteit volgens Gaspersz de voeding van innovatie. In bedrijfscontext is innovatie dan ook steeds belangrijker voor een goede concurrentiepositie. Het is belangrijk dat bedrijven open staan voor vernieuwing en een open sfeer creëren voor medewerkers zodat iedereen met ideeën kan en durft te komen. ‘Voor de aanmoediging en benutting van deze waardevolle creatieve uitingen is doordacht management van creativiteit nodig.’ Zo houdt Toyota jaarlijks een ideeëntoernooi onder medewerkers. Dit zorgt voor duizenden ideeën wat weer kan leiden tot bijvoorbeeld het ontwerp van een nieuwe auto. Comfort zone Vooral het durven onder medewerkers van bedrijven of onder studenten is naar mijn idee belangrijk. Zo schrijft ook Mary Lou Leistikow in het boek ‘Creatief denken en doen’, dat volwassenen zich vaak laten remmen door routines. Als kind was je voortdurend nieuwsgierig. Je durfde bijna alles te vragen en te fantaseren. Bij het volwassen worden lijkt het wel of we een soort streep trekken: ‘tot zover mogen we gaan om nieuwe dingen te leren of om vragen te stellen. Onbewust wil iedereen binnen zijn comfort zone blijven.’ “It is better to have enough ideas for some of them to be wrong, than to be always right by having no ideas at all.” — Edward de Bono 50.000 ideeën per dag Koen de Vos schrijft in zijn boek ‘Brainstormen, 50.000 ideeën per dag’ over het aantal gedachten dat iemand per dag heeft. Verschillende onderzoekers hebben een dag hun gedachten geteld. Een professor kwam na 24 uur op een stand van 50.000. Volgens sommigen zijn het er 200.000 en anderen beweren een aantal van 5.000. Natuurlijk speelt de manier van tellen en hun definiëring van ‘gedachten’ een grote rol bij de eindstand maar uitgaande van 50.000 ideeën per dag betekent Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 11
  • 13. dat toch wel dat iedere 2 seconden een idee ontstaat. In groepsverband is dit aantal na een jaar helemaal rigoureus. Vos geeft echter aan dat 90% van alle gedachten van vandaag dezelfde zullen zijn als die van gisteren. Ondanks dat dit een hoog percentage is, blijven er nog steeds 500 ideeën per dag over. Er zijn twee benaderingen voor deze enorme hoeveelheid aan gedachten: - ‘Plaats maken voor nieuwe gedachten: Misschien is het niet levensnoodzakelijk dat we 90% van onze gedachten de volgende dag herhalen. Als we minder herhalen, maken we plaats voor nieuwe, constructieve gedachten.’ - ‘Gedachten constructiever richten: Stel dat je dat enorme potentieel van gedachten beter richt, effectiever organiseert en creatiever inzet voor jezelf of voor een ambitieuze organisatie?’ Brainstormen Het boek ‘Brainstormen, 50.000 ideeën per dag’ geeft gestructureerd brainstormen als een oplossing om het ideation proces te stimuleren. Brainstormen is een methode om snel en structureel veel nieuwe ideeën te bedenken al geeft het natuurlijk geen garantie op ideeën. Het is hier belangrijk dat ideation wordt onderverdeeld in een divergerende fase en een convergerende fase. Wanneer men bij het bedenken van ideeën al begint te oordelen, dan zullen mensen nooit uit hun ‘comfort zone’ komen. Men is dan bang dat hun idee wordt afgekeurd of men voelt zich geroepen om in de verdediging te gaan. At bevordert het ideation proces niet. De brainstorm regels die ook op het ABC meerdere malen aan bod zijn gekomen, komen ook in verschillende brainstorm boeken weer naar voren. Hieronder zie je ze nogmaals op een rijtje (de regels hebben betrekking op de divergerende fase): - Uitstel van oordeel. - Kwantiteit gaat voor kwaliteit. - Geen idee is slecht en geen idee is gek genoeg: ‘Freewheelen’. Wees open binnen de creatieve groep. Geef hierbij juist extra aandacht aan naïeve ideeën. - Combineer ideeën en borduur erop door. - Scheiding genereren en evalueren. - Iedereen is gelijk. Het is zeker bij brainstormen in groepen van belang dat een idee als neutraal wordt gezien. Een idee is geen mening en vraagt dus ook niet om verdediging. Een idee is als een steen waarmee aan een oplossing wordt gebouwd. Iedereen moet dan ook vrij zijn om zijn of haar “steentje bij te kunnen dragen”. Zoals al eerder gezegd is een open cultuur dus ontzettend belangrijk tijdens de divergerende fase. Vos schrijft over drie punten die een brainstorm tot een succes maken, namelijk ‘een gerichte creatieve vraag, een open en veilige idee generatiefase die alle denkrichtingen toestaat en tot slot een uitwerkingsfase’. Mindfulness Ook in het boek ‘Mindfulness’ wordt er geschreven over gedachten. Al is dit meer een psychologische benadering, toch neem ik het mee in dit rapport. Maex schrijft in dit boek namelijk het volgende: ‘Over het ontstaan van ideeën hebben we weinig controle. Wat we ‘denken’ noemen, Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 12
  • 14. is een proces van selectie. De enorme maar soms lukrake productie van gedachten maakt ons creatief. De kunst zit in het selecteren van de gedachten waar we verder mee willen.’ Dit is waar mindfullness aan werkt. Het selecteren van gedachten en de instelling van een bepaald persoon kan ook een rol spelen in het creatieve proces. Al kan controle soms ook het patroondoorbrekend denken juist verstarren. Creativity is allowing yourself to make mistakes. Art is knowing which ones to keep.” -Scott Adams Oplossing? Oefenen! Igor Byttebier geeft heel concreet aan dat het ideation proces gestimuleerd kan worden en makkelijker en sneller kan plaats vinden door veel te oefenen (bijvoorbeeld door middel van de creatieve basisvaardigheden). Je wordt hierdoor steeds beter in het bedenken van nieuwe oplossingen en het zien van nieuwe invalshoeken en kansen. Natuurlijk is dit wel een klein beetje kort door de bocht geformuleerd maar dit is eigenlijk wel waar het op neer komt. Wel zijn er punten en regels zoals al eerder opgesomd waaraan men zich moet houden tijdens het brainstormen. Ook zijn er verschillende methoden voor het genereren van ideeën. Creatieve basisvaardigheden Byttebier schrijft over vijf basisvaardigheden: 1. Creatief waarnemen Via zintuigen ervaren we (en soms vormen we hierdoor zelfs) de werkelijkheid. ‘Dit betekent dat de realiteit mee kan veranderen als de waarneming verandert, en dat is voor creativiteit heel belangrijk.’ Dit is echter best moeilijk omdat de patronen/verbindingen die je in de hersenen vaak legt, dominanter worden en hierdoor moeilijker zijn om los te laten. 2. Uistel van oordeel Dit is een bekende aangezien uitstel van oordeel ook onder het rijtje brainstormregels valt maar het is ook een basisvaardigheid. Een idee wordt vaak door groepsgenoten of medewerkers of door jezelf afgekeurd. Er zijn eigenlijk drie niveaus van oordeel die soms moeilijk te onderscheiden zijn. Het eerste oordeel gebeurt meestal onbewust waarbij je soms niet eens een idee hoort je men er niet voor open staat. Het tweede niveau gaat over het verkennen van een nieuw idee. Hier denk je nog iets verder na over het idee en schat je de gevolgen in. Ook op dit niveau wordt er makkelijk een idee afgekeurd. Bij het derde niveau vraag je je af of je er iets mee gaat doen of niet. Door het uistellen van oordelen, sta je meer open voor anders denkenden en hiermee ook voor andere inzichten waardoor je ook jezelf meer openstelt tot het bedenken van ideeën. 3. Flexibel associëren Hier gaat het om het associëren van verschillende onderwerpen. En vooral om de vernieuwende verbindingen in tegenstelling tot de sterke, bijna automatische verbindingen en associaties waar je meteen aan denkt. Zo voorkom je dat je met voor de hand liggende ideeën komt. Dit kun je verbeteren door eerst te proberen om te dissociëren. Hier realiseer je een patroondoorbreking, doordat je uit een voor de hand liggend spoor ontsnapt. Vervolgens ressocieer je weer. Je maakt hier een terugkoppeling naar het bekende spoor waardoor je dus een nieuwe verbinding legt. Einstein deed dit bijvoorbeeld door te luisteren naar muziek. Dit is de eerder besproken methode ‘abstraheren’. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 13
  • 15. 4. Divergeren Bij divergeren gaat het erom dat je verder gaat met het genereren van ideeën wanneer je eigenlijk al de neiging had te stoppen. Je denkt verder dan wat spontaan in je opkomt. Het divergeren maakt gebruik van alle andere creatieve basisvaardigheden. 5. Verbeeldingskracht ontwikkelen ‘Geen enkele creatieve oplossing, hoe eenvoudig ook, kan worden bedacht, vormgegeven en gerealiseerd zonder verbeelding.’ Het gaat hier om het vermogen een voorstelling in de geest te maken van iets wat eigenlijk nog niet fysiek bestaat of is waar te nemen. Dit is een van de belangrijkste vaardigheden. Bron: http://www.cre8ng.com/images/crayonbreakerb-w.jpg BROKEN CRAYONS Leistikow schrijft over het acroniem ‘BROKEN CRAYONS’. Deze wordt in verschillende Amerikaanse boeken en artikelen over creativiteit gebruikt. Elke letter vertegenwoordigt hier een eigenschap of vaardigheid die kan helpen om creativiteit verder te ontwikkelen. Hieronder neem ik de meeste punten door: - Broaden your interests: Oriënteer en interesseer je zo ruim mogelijk en kijk hierbij ook naar minder voor de hand liggende gebieden. Dit is ook wat Google doet met de 70-20-10 regel (deze wordt ook beschreven in het boek ‘Nieuwe producten bedenken’ door Gijs van Wulfen). Hierbij besteed je 70 procent van je werktijd aan de core business, 20 procent aan daaraan gerelateerde zaken en 10 procent van je tijd aan dingen waar je eigen voorkeur naar uitgaat. Zo mogen de werknemers van Google 10 procent van hun werktijd steken in bijvoorbeeld het volgen van cursussen e.d. in hun interessegebied. Dit zorgt ervoor dat Google als bedrijf, met al haar medewerkers, ruim georiënteerd is. - Reverse viewpoints: Hier bekijk je zaken vanuit een ander perspectief en ga je na wat dit oplevert. - Open yourself: ‘Sta open voor oneindig veel mogelijkheden.’ Het is belangrijk dat je open staat voor veel dingen. Zo laat je zelf ook meer ideeën toe. Geen idee is namelijk gek (genoeg). Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 14
  • 16. - Kick back: Reageer spontaan en laat je verbeelding werken. Zoals Byttebier ook al aangaf is het belangrijk om ideeën te kunnen verbeelden in je hoofd, alsof ze al werkelijk bestaan. - Eliminate steps in procedures: Vermijd complexiteit. Als iets niet lukt, ga dan op zoek naar een makkelijkere manier om datgene te doen. Juist de ideeën die het meest simpel lijken, zijn vaak de beste, hier begrijpt iedereen ook in één oogopslag wat de bedoeling is en/of wat het inhoudt. - Never say never: Zeg nooit nooit! Blijf positief en geloof het onmogelijke. Want geloven in maakt de kans op waarmaken al groter. - Combine ideas: ‘Combineer ideeën: nieuwe en oude ideeën, beproefde en experimentele ideeën, dingen waarvan je denkt dat ze zullen werken en dingen waarvan je denkt dat ze dat niet zullen doen.’ - Rearrange: ‘Reorganiseer stappen, feiten, gegevens, mensen, ideeën om nieuwe unieke benaderingen voor het probleem te scheppen.’ - Adapt or alter: Pas bestaande ideeën aan of verander ze zo dat er weer iets nieuws ontstaat. - Yield not to temptation to give up: Geef niet toe aan de verleiding om op te geven. Juist het doorgaan op de momenten dat je wilt stoppen zorgt ervoor dat je van je bestaande spoor gaat en nieuwe verbindingen legt. - Orient differently: Oriënteer je op zoveel mogelijk verschillende manieren. ‘Verwissel, verander, combineer.’ Een brede oriëntatie zorgt ervoor dat je je meer openstelt en nieuwe verbindingen aanlegt. Door je breed en op verschillende manieren te oriënteren, sta je ook meer open voor andersdenkenden. Open cultuur & open ruimte Zoals eerder aangegeven is een open sfeer in een bedrijf of werkgroep erg belangrijk. Wanneer mensen zich veilig en begrepen voelen in een omgeving, durven ze ook meer. Zo gaven ook onderzoeken aan dat rust, ontspanning, meditatie, slaap en dromen een belangrijke bron zijn van ideeën. Het zijn de momenten dat je jezelf rust en inspiratie gunt, die het best werken om op ideeën te komen. Het is dan ook belangrijk dat een bedrijfslocatie een rustgevende sfeer creëert. Wat ook door Van Wulfen wordt aangegeven, is dat een brainstorm sessie het beste op een andere locatie gehouden kan worden. Een locatie die inspirerend en vooral anders is als de bedrijfslocatie. Zo komen de medewerkers weer op andere ideeën. De open sfeer zal ervoor zorgen dat men eerder uit zijn of haar comfort zone durft te komen en een andere omgeving zorgt voor inspiratie. Een open ruimte en veilige sfeer nodigen uit tot inspiratie. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 15
  • 17. Conclusie Het patroondoorbrekend denken en hiermee ook het ideation proces kan simpelweg gestimuleerd worden door veel te oefenen. Door veel te oefenen wordt het maken van nieuwe verbindingen namelijk makkelijker. Er is naar mijn idee niet één verbinding die leidt tot creativiteit en die door herhaling dikker en dominanter wordt want het gaat juist om het leggen van nieuwe verbindingen. Verschillende denkvaardigheden, brainstormregels, een open sfeer, een inspirerende brainstormruimte en het toepassen van het acroniem ‘BROKEN CRAYONS’ helpen je creativiteit verder ontwikkelen en stimuleren. Vooral in groepsverband is de open sfeer en het niet oordelen tijdens de divergerende fase erg belangrijk , het maakt het makkelijker voor de deelnemers om uit hun comfort zone te komen. Door je zo ruim mogelijk te interesseren en te oriënteren kun je zaken makkelijker vanuit een ander perspectief bekijken, de 70-20-10 regel is hier een voorbeeld van. Dus oefenen, oefenen, oefenenen & "we will either find a way, or make one." – Hannibal Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 16
  • 18. 4. DE TOEKOMST VAN ONDERWIJS Om na dit alles de centrale vraag te kunnen beantwoorden met betrekking tot de studie Advanced Business Creation, gaat dit hoofdstuk wat dieper in op het onderwerp onderwijs. Er zijn in dit rapport al vele onderzoeken belicht maar wat kan bijvoorbeeld neurowetenschap nou allemaal voor de toekomst van het onderwijs betekenen? Dit is een vraag die natuurlijk moeilijk te beantwoorden is omdat niemand de toekomst kan voorspellen. Toch gaat het in dit hoofdstuk over de toekomst van het onderwijs. Mijn vraag is: Zal het onderwijs in de toekomst veranderen en hoe zou neurowetenschap het best in het onderwijs geïntegreerd kunnen worden? Het is duidelijk dat hier niet slechts één antwoord op gegeven kan worden. Vandaar dat ik ervoor kies om vooral mijn eigen interpretatie van de kennis & visies die ik heb opgedaan of gelezen, zal gebruiken om de vraag te beantwoorden. Onderzoek, onderzoek & nog eens onderzoek: over FMRI- & PET-scans Zoals al meerdere keren aangegeven, staat hersenonderzoek en dan met name het hersenonderzoek in relatie tot creativiteit en/of onderwijs nog in de kinderschoenen. Er zijn nog vele controversies en nog weinig harde feiten maar het aantal onderzoeksresultaten op dit gebied is in het begin van de 21e eeuw is al aanzienlijk gestegen. Er komen steeds meer nieuwe methoden om de hersenen te onderzoeken en er worden fikse bedragen geïnvesteerd aan scans e.d., die ons moeten zeggen hoe de hersenen werken en wat de activiteit is in de hersenen. Martin Lindström is een van die onderzoekers. Hij organiseerde het duurste marketingonderzoek ooit, ook wel ‘neuromarketing’ genoemd waarbij wetenschap en marketing samengaan. Hij maakte hier gebruik van een FMRI-scan (Functional Magnetic Resonance Imaging) om meer te weten te komen over het koopgedrag van de consument. Lindström is van mening dat de huidige manier van marktonderzoek niet de juiste onderzoeksmanier is, het komt tot bevindingen die niet overeenkomen met het werkelijke koopgedrag. Door middel van een FMRI-scan komt Lindström erachter wat de consument nou echt prikkelt en wat niet. Dit doordat FMRI de hoeveelheid van ‘oxygenated’ ofwel ‘zuurstofrijk’ bloed door de hersenen kan meten en lokaliseren. Je ziet zo wanneer een brein werkt op een specifieke taak omdat het dan meer ‘fuel-mainly oxygen’ (zuurstof en glucose) verbruikt. Dit betekent dat hoe harder een regio in de hersenen moet werken, hoe groter de ‘fuel’ consumptie en hoe groter de stroom van zuurstofrijk bloed zal zijn in die richting of naar dat gebied van de hersenen. Tijdens de FMRI wordt het deel in de hersenen verlicht dat op dat moment gebruikt wordt. Lindström kwam zo tot verrassende resultaten. Zo zorgen de waarschuwingstekens op de pakjes sigaretten alleen maar voor een grotere afname van het product. Het stimuleert namelijk juist het roken. Ook een mooie vrouw in een autoreclame werkt niet, zij leidt alleen maar de aandacht van de auto af. FMRI is een nuttige methode voor neuropsychiatrie waarbij psychiatrische aandoeningen, met inbegrip van psychose en sociopathie onderzocht worden. FMRI is dus een van die methoden die de activiteit in de hersenen inzichtelijker maakt. Een PET-scan is ook zo’n voorbeeld. Deze werd in 1988 voor het eerst gebruikt en is een moderne vorm van brain imaging. Een PET-scan is gebaseerd op het injecteren van een kleine hoeveelheid radioactief suiker in een bepaald persoon. Het suiker gaat vervolgens naar een gebied in de hersenen, waar het gebruikt wordt door neuronen. Hoe actiever de neuronen zijn, des te meer suiker ze gebruiken. Zo wordt inzichtelijk welke hersengebieden actief zijn bij het oplossen van een probleem. Haier & Jung kwamen door middel van deze scan tot een verrassend resultaat. Namelijk Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 17
  • 19. dat hoe meer gebieden in de hersenen worden geactiveerd bij het oplossen van een probleem, des te lager de score op de probleemoplossende tests. Dus de mensen met de hoogste scores op de test verbruikten minder energie in de hersenen om de problemen op te lossen. Hier zijn de sterke dominantie verbindingen door kennis en ervaring waarschijnlijk van doorslaggevend belang terwijl creativiteit juist vraagt om meer nieuwe en dus dunne verbindingen. Haier en Benbow (1995) gebruikten de PET-scan ook om sekseverschillen in de werking van de hersenen duidelijk in beeld te brengen. Wat uit dit - maar ook uit andere onderzoeken – bleek, was dat mannen en vrouwen van verschillende gebieden in de hersenen gebruik maken om dezelfde cognitie te bereiken. Zij gebruiken de hersenen dus op een andere manier. Voor het onderwijs vraagt dit om een aanpak die de neurowetenschappelijke onderzoeken erkent, het belang van de individuele verschillen inziet en hiermee ook de noodzaak om iedere leerling als individu te evalueren. Dit gaf Haier in 2007 al aan. De PET- en FMRI-scans zijn zo maar twee voorbeelden van methoden om een beter inzicht in de werking van de hersenen te krijgen. Wie weet wat de toekomst nog zal bieden op dit gebied! De toekomst van het onderwijs met implementatie van neurowetenschap Alle nieuwe onderzoeken die gebruik gaan maken van nieuwe technische mogelijkheden, zullen er waarschijnlijk voor zorgen dat dit ‘vakgebied’ in de toekomst alleen maar inzichtelijker wordt. Doordat er nog vele controversies zijn, wordt er nu nog vrij weinig en naar mijn idee misschien wel té weinig gedaan met de resultaten die er al zijn. De vraag is ook of het onderwijs überhaupt wel klaar is voor verandering? Het artikel ‘Intelligence, general knowledge & personality as predictors of creativity’ geschreven door Batey, Furnham & Safiullina schrijft over de werking van de hersenen en creativiteit en dit in relatie tot het onderwijs. Zij kwamen tot de volgende bevindingen: - Niet alle hersenen werken op dezelfde manier - Sommige optimale combinaties van weefseldichtheid en activiteit in de frontale en meer posterieure hersengebieden lijken beiden ten grondslag te liggen aan intelligentie en creativiteit. - In sommige gevallen geldt de regel ‘less is more’ . Dit karakteriseert de resultaten van neuroimaging het best . Het gaat hier om termen als ‘efficiëntie’ in de hersengebieden, waarbij minder verbindingen zorgen voor het sneller oplossen van problemen. Deze neurowettenschappelijke bevindingen wijzen naar manieren van onderwijs waarbij sterkte- en zwakte punten van de hersenen van individuen beoordeeld zouden moeten worden om zo het onderwijs meer aan te passen aan de individuele student. Zo noemen zij in dit artikel ook het volgende voorbeeld. Wanneer iedere student vooraf een MRI-scan ondergaat van 20 minuten, dan kan er vastgesteld worden met de P-FIT in wat voor patronen de grijze en witte hersenmassa werken wat weer relevant is voor de intelligentie. Het patroon kan zo aangeven wat voor de desbetreffende persoon de beste manier of oefening is om zich beter te kunnen concentreren en wat de beste educatieve strategieën zijn om beter en sneller te kunnen leren. Een ander neurowetenschappelijk onderzoek suggereert dat er sprake kan zijn van neurale factoren die de groei van de witte en grijze hersenmassa kunnen verhogen. Als er sprake is van deze factoren, dan zouden er medicijnen ontwikkeld kunnen worden om de witte en grijze hersenmassa te Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 18
  • 20. stimuleren. Of dit werkelijk mogelijk is en of deze eventuele medicijnen dan beter werken bij kinderen dan bij volwassen of bij mannen dan bij vrouwen, is nog onduidelijk. Dit klinkt nog erg extreem en of zo’n dergelijk middel überhaupt zou worden geaccepteerd door de overheid en opvoeders is nog maar de vraag. Maar wat ik probeer duidelijk te maken is dat wanneer neurowettenschappelijke onderzoeken op dit gebied in de toekomst inzichtelijker worden en het model van onderwijs zich hierop aanpast en meer gepersonaliseerd te werk zou gaan, dan biedt dit oneindig veel mogelijkheden. Professor Jelle Jolles, directeur van Centrum Brein & Leren is wetenschappelijk onderzoeker en geregistreerd Neuropsycholoog. Hij schrijft ook over het brein en onderwijs. Ook hij praat over de forse verschillen die bestaan tussen kinderen in hun individuele ontwikkeling. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de hersenen veel langer doorrijpen dan tot nu toe gedacht, namelijk wel tot na het twintigste jaar. Dit betekent dat de hersenen ook bij studenten nog flink ontwikkelen wat dus een belangrijk gegeven is voor het onderwijs. Het functioneren van een kind en het ontwikkelen van diens talenten, is hierbij niet alleen afhankelijk van genetische factoren maar ook omgevingsfactoren (en dus ook van het onderwijs) spelen hierbij een rol. Jolles omschrijft het als volgt: ‘De genen zijn te vergelijken met het product van de architect: ze zijn de blauwdruk of het bouwplan. De omgeving is dan als het ware de aannemer; die maakt van het bouwplan een driedimensionaal huis, en zal vaak aanpassingen moeten doen in het bouwplan omdat dat in de bouw gewoon niet anders kan.’ ‘Ten aanzien van de ontwikkeling van talenten, aanleg en vermogens geldt dus ook: een basisaanleg is biologisch van aard. Het is de omgeving die bepalend is voor ‘wat er uit komt: wat geactualiseerd wordt’.’Hier moet ook worden gelet op de psychologische verwerking van een kind of adolescent. Deze kan zowel een positieve als negatieve werking hebben op de ontwikkeling van zijn of haar vaardigheden. Zeker in een ‘tijdperk’ waarin men van mening is dat er condities moeten worden gecreëerd voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen en zo ‘alles eruit te halen wat er in zit’ wat betreft begaafdheden en talenten. Neuropsychologie, ofwel de wetenschap van hersenen en gedrag, kan heel nuttig zijn wanneer dit wordt toegepast in het onderwijs. Hier wordt bijvoorbeeld gekeken naar welke factoren bepalen of het talent zich werkelijk ontwikkelt. Nu werkt het namelijk nog vaak zo in het onderwijs (zeker bij basisscholen) dat kinderen die beter zijn dan gemiddeld worden ondergestimuleerd omdat er meer aandacht wordt gegeven aan kinderen die moeite hebben met bepaalde taken of vakken. In de presentatie ‘Hersenen & Leren: bouwen aan ons brein’ van Jolles wordt ook een aantal belangrijke punten aangekaart. Zeker vanwege de ontdekking dat men zich ook nog na zijn of haar twintigste jaar verder ontwikkelt, zijn deze kennis en bevindingen ook relevant voor onze studie. Zo bleek uit neuropsychologisch onderzoek dat vele adolescenten steun en sturing nodig hebben voor hun (beroeps/studie-)keuze. Zij hebben kennis, structuur en inspiratie nodig en het zou dan ook een verbetering in het onderwijs zijn als de docent niet alleen docent is maar ook dient als ‘inspirator, de sturende docent, de verhalenverteller én de begeleider.’ Ervaring en oefening zijn daarnaast twee heel belangrijke begrippen, zeker voor studenten. Tenslotte moet je je klaarmaken voor het werkveld waar je later in terecht komt. Een voorbeeld van oefening baart kunst, is vioolspelen. Hier is een direct verband tussen vaardigheid en uren oefening. De onderwijzenden en opvoeders zijn essentieel voor de ontwikkeling omdat talenten zich onder invloed van de omgeving en ervaringen ontwikkelen. Zo blijkt dat door steun, sturing en ervaringen de niet-efficiënte verbindingdingen in de hersenen verdwijnen. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 19
  • 21. Bron: http://www.hersenenenleren.nl/pdf/actueel/presentaties/91111BredaVolkshogeschAdoloJJ.pdf Het lijkt een proces van conditioneren. Dit kan echter voor creativiteit en dus patroondoorbrekend denken mogelijk ook negatief zijn. Zowel de vele niet-efficiënte als het aanleggen van nieuwe verbindingen, zijn interessant voor creativiteit. Ook Jolles schrijft over het feit dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van andere leerstrategieën en strategieën van informatieverwerking. Denk hier bijvoorbeeld naast verbaal ook aan ruimtelijk, haptische en handelingsgerichte verwerking en het lichaamsschema. Dit geldt niet alleen voor basisonderwijs maar ook voor hoger onderwijs . Alleen maar luisteren naar de docent werkt niet. Het brein heeft de paden niet klaar die ‘taalbegrip’ omzetten in ‘handeling’. Zeker voor jongens werkt het niet om alleen maar woorden te gebruiken. Alleen praten en het samen uitzoeken is ook niet de ideale oplossing. De kracht ligt waarschijnlijk in de combinatie ervan. Wat betreft sociale interactie zijn spiegelneuronen essentieel. Ook Lindström spreekt hierover in zijn boek ‘Koop mij’. We hebben namelijk als mens de neiging het gedrag van anderen na te bootsen en we leven mee met de mensen in wie we ons kunnen verplaatsen. Denk hier bijvoorbeeld aan het juichen wanneer je favoriete voetbalteam scoort of aan het huilen wanneer Feyenoord met 10-0 van PSV verliest. De hele stad Rotterdam leeft mee en lijkt dezelfde pijn te voelen. Zo zijn de spiegelneuronen de eerste stap naar het begrijpen van anderen wat belangrijk is voor de ontwikkeling van het sociale brein. De psychosociale rijpheid ‘piekt’ namelijk veel later dan de intellectuele rijpheid. Jolles: ‘Naast schoolse vaardigheden zijn ook bewegen, drama, sociale vaardigheden en interesse essentieel.’ Dit is zowel voor de ontwikkeling van een persoon belangrijk als voor zijn/haar creativiteit. Jolles komt in zijn conclusie nog met een aantal stellingen die het onderwijs kunnen verbeteren: - Differentieer in lesmethoden. - Geef meer steun, biedt meer motivatie, meer kennis. - Kijk meer naar talentontwikkeling van een individu. - Kom met meer leerstrategieën, zodat de informatie beter verwerkt kan worden in het brein. - Biedt een omgeving aan waarin een student kan kiezen want kiezen moet je leren. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 20
  • 22. Er zijn wel scholen die al werken aan een nieuw onderwijssysteem. Zo zijn het meestal niet de docenten die slecht werk verrichten maar eerder de systemen. Zo schreef ook Chris Lehmann ‘How is it that we have so many passionate dedicated educators and so many really failing schools? The problem is, that when you put a good person in a bad system, the system wins every time.. We need to change the system.’ Lehmann is schooldirecteur van een nieuwe school in Philadelphia: de Science Leadership Academy. Het verschil tussen deze academie en vele andere is, dat voor de leerlingen een individueel leerplan wordt ontwikkeld op basis van de vragen: ‘How do we learn? What can we create?’ en ‘What does it mean to lead?’ In dit plan worden leerlingen zelf uitgedaagd tot het bedenken van vragen en deze vervolgens te beantwoorden. Ervaringsleren staat hier voorop, in real world situaties, een principe dat ABC deelt met deze studie. De insteek van deze opleiding is: ‘We teach kids, not subjects!’- Lehmann Onderwijs 2.0 Een term die steeds vaker wordt gebruikt (ook in onze opleiding) is het 2.0 werken. Vooral de 2.0- tools ter bevordering van effectiviteit en efficiëntie, zijn veel besproken begrippen. Er lijkt echter nog weinig geïnvesteerd te worden in ‘onderwijs 2.0’. Frankwatching licht deze term helder toe. Ze schrijven onder andere over de visionair Ken Robinson, die het er ook mee eens is dat onze onderwijssystemen niet meer voldoen in de huidige sociaal-maatschappelijke context. Er wordt namelijk te weinig gekeken naar de mogelijkheden van het individu. Een punt wat in bijna alle eerder besproken onderzoeken en artikelen in dit hoofdstuk naar voren kwam. Ook volgens Robinson is er dus duidelijk een transformatie nodig waarbij echt wordt gekeken naar intelligentie, mogelijkheden, economische doeleinden en wat mensen zelf nodig hebben. Hij vindt dat onderwijs gebaseerd moet zijn op een ‘model of personhood’ die door veranderingen in de maatschappij en technologie is gedreven. De ‘(digitale) generatie’ heeft namelijk behoefte om ‘vers te denken, te innoveren, nieuwe sociale systemen te bouwen, frisse manieren om met andere mensen te binden én met zichzelf. Het huidige onderwijssysteem probeert de toekomst te ontmoeten door te blijven doen wat het deed.’ “Het huidige onderwijs esthetiseert (zoals Robinson zegt), het daagt niet uit, het bestaat uit productielijnen, schoolbellen om het uur, specialisatie in aparte onderwerpen en je doorloopt het onderwijs op basis van leeftijd (the ‘date of manufacturing’); niet gedreven door wat je nodig hebt of waar je goed in bent. Je leert dat één antwoord het goede is. Dat je dat zelf moet weten te achterhalen, want als je kopieert dan kijk je af en dat wordt bestraft. Buiten de school heet dat trouwens samenwerken. Een erg geïndustrialiseerde kijk op de wereld. In deze tijd hebben we behoefte aan innovatie, aan verschillende manieren om naar een vraagstuk te Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 21
  • 23. kijken en aan diversiteit in oplossingen. Oftewel: aan originele ideeën die waarde toevoegen (wat trouwens de definitie van Robinson is voor creativiteit). Daarvoor legt Robinson de parallel naar het paradigma van een organisme. De meest bijzondere groei ontstaat in groepsverband, door samen te werken. Op basis van gevoelens, verbindingen, motivatie en eigenwaarde, een gevoel van identiteit en gemeenschapszin.” (Jacqueline van der Loo over het Pleidooi van Robinson). Volgens Jacqueline van der Loo mag er gesproken worden van een kloof tussen het huidige leren en het nieuwe werken. Waar werk de 2.0 tools probeert op te nemen in het werk, blijft onderwijs hetzelfde. Leerlingen leren de interactie op school eerst af om vervolgens dit in het bedrijfsleven weer aan te leren. Het gaat namelijk in een bedrijf om ‘originaliteit, authenticiteit, zicht op eigen talenten en ontwikkelingsmogelijkheden, zelfredzaamheid en de wens om te groeien en te professionaliseren door verbindingen aan te gaan’. Robinson heeft het over een shift naar een leven lang leren, ‘anyplace, anytime, anywhere’. Een systeem waar je verbindingen creëert met de mensen die je helpen in je persoonlijke en sociale ontwikkeling, het leren. Het gaat hier niet zozeer om de methode, eerder over de basisprincipes waarop de methode rust. Bij onderwijs 2.0 moet dit anders. Het gaat hier om impact op drie niveaus: 1. Onderwijsrelatie docent en student 2. Organisatie van onderwijsinstelling 3. Het individu in het onderwijs Het individu staat in onderwijs 2.0 dus centraal waarbij de docent meer de rol aanneemt van expert. De relatie tussen student en docent is geen eenrichtingsverkeer meer maar een dialoog. De school wordt voor ieder individu anders ingericht als een soort ‘eco-systeem’ waarin rondom de leerwensen groepen ontstaan. Diplomering is niet meer gebaseerd op generieke meetlatten maar op rating en waardering door leden van het eigen en andere ‘eco-systemen’. ‘School 2.0 – For the first time in history, we’re preparing kids to a future that we cannot clearly describe.’ – Frankwatching.com /Robinson. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 22
  • 24. Conclusie Het onderwijssysteem zal in de toekomst waarschijnlijk helemaal omgegooid worden. Doordat de werking van de hersenen steeds inzichtelijker zal worden, komen we ook meer te weten over concentratie, intelligentie e.d. Aangezien voor ieder persoon de werking van de hersenen anders is, zal educatie ook op ieder individu afgestemd moeten worden. Neurowetenschap kan een essentiële bron zijn voor het inrichten van een nieuw onderwijssysteem. Er zijn andere leerstrategieën nodig en de functie van een docent zal compleet veranderen. Er wordt ook wel gesproken over de term onderwijs 2.0. De visie van Robinson over dit soort onderwijs belooft veel. Hier staat - zoals ook in alle neurowetenschappelijke onderzoeken met betrekking tot onderwijs geadviseerd wordt - het individu centraal. De school zal een hele andere inrichting krijgen, afgestemd op de behoeften van het individu. De universiteit in Philadelphia heeft onder leiding van Lehmann al een poging gedaan tot herinrichting van het onderwijssysteem en is dus een concreet voorbeeld. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 23
  • 25. CONCLUSIE Hoe start het ideation proces in de hersenen , hoe is ideation te stimuleren en wat kan deze kennis betekenen voor Advanced Business Creation? Het ideation proces start allemaal in de hersenen. De werking van de hersenen is erg gecompliceerd. Tussen de zenuwcellen in de hersenen bestaan verschillende verbindingen. De informatie die de hersenen binnenkomt, wordt opgeslagen in het werkgeheugen en in het cerebellum worden deze in patronen gegenereerd. Vooral de patronen of verbindingen die vaak gebruikt worden, lijken automatisch te werken. De waarschijnlijkheid dat deze verbindingen vaker gebruikt worden, neemt namelijk toe door herhaling. Creatief denken is echter patroondoorbrekend denken. Het gaat hierbij dan ook om het leggen van nieuwe verbindingen: innovatie. Om tot een innovatie te komen is kennis nodig. Zeker wanneer het om een bedrijfsopdracht gaat is het noodzakelijk dat men ook iets over het bedrijf, de markt en dus het product of dienst weet. Marktonderzoek is dan ook essentieel bij een projectopdracht om het nut van een idee te doen toenemen en het idee te kunnen onderbouwen. Kennis en ervaring kan echter ook een remmende werking hebben in het creativiteitsproces. Het genereren van ideeën -en dus het aanleggen van een nieuwe verbinding in de hersenen- is door middel van verschillende methoden en technieken te stimuleren. Brainstormen is hier een van. Het is een methode om gestructureerd meer ideeën te generen. De brainstormregels en creatieve basisvaardigheden zijn hier erg belangrijk. Een open sfeer, een inspirerende brainstormruimte en het toepassen van het acroniem ‘BROKEN CRAYONS’ helpen ook je creativiteit verder te ontwikkelen en te stimuleren. Vooral in groepsverband is de open sfeer en het niet oordelen tijdens de divergerende fase erg belangrijk , het maakt het makkelijker voor de deelnemers om uit hun comfort zone te komen. De beste manier is nog steeds oefenen. Door veel te oefenen wordt het maken van nieuwe verbindingen namelijk makkelijker. Er is naar mijn idee niet één verbinding die leidt tot creativiteit en die door herhaling dikker en dominanter wordt want het gaat juist om het leggen van nieuwe verbindingen. Voor ABC betekent dit dat we al op de goede weg zijn. Binnen ABC voldoen we al aan de volgende criteria van onderwijs 2.0: het opdoen van real world ervaringen, het werken in projectgroepen en de vrijheid om zelf vragen te formuleren en daar antwoorden bij te onderzoeken. ABC zou een voortrekkersrol kunnen vervullen in het toepassen van up-to-date informatie op gebied van neurowetenschap. Het is van groot belang om op de hoogte te zijn van de state-of-the-art onderzoekstechnieken en resultaten. ABC is tenslotte een opleiding waar innovatie centraal staat. Waarom zouden we dan ook niet de eerste in Nederland zijn die onderwijs 2.0 implementeert? Hierbij wordt de rol van de docent als inspirator en begeleider bij het ideation proces nog belangrijker. De student staat centraal en moet zich binnen een groep waarin hij of zij zich vrij voelt, ruim kunnen ontwikkelen en oriënteren naar eigen interesse. Weliswaar binnen de richtlijnen van ABC. De 70-20-10 regel zou hierin toegepast kunnen worden. If you always do what you’ve always done you will always get what you always got.’ - Anthony Robbins. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 24
  • 26. BRONNENLIJST Literatuur Auteur: Brandhof, Jan-Willem, van den Titel: Leer als een speer Jaar van uitgave: 2004 Plaats van uitgave: Maastricht Druk: 4e Dit boek omschrijft de werking onder andere dewerking van de hersenen en hoe de hersencapiciteit beter te benutten. Auteur: Byttebier, Igor Titel: Creativiteit, hoe? Zo! Jaar van uitgave: 2002 Plaats van uitgave: Tielt Druk: 12e Dit boek omschrijft onder andere het creatieve proces dat in de hersenen begint. Het kan daarom dienen als basis bron voor mijn onderzoek. Auteur: Maex, Edel Titel: Mindfulness Jaar van uitgave: 2006 Plaats van uitgave: Tielt Druk: 10e Het boek gaat over mindfulness,het nieuwe basiswoord voor wie beter wol omgaan met de onvermijdelijke stress van het leven. Mindfulness vindt zijn oorsprong in boeddhistische meditatietechnieken. In dit boek wordt veel geschreven over het leren managen van gedachten in het hoofd. Hierdoor zou men best eens ook het bedenken van ideeën kunnen stimuleren. Auteur: Leistikow, Mary Lou Titel: Creatief denken & doen Jaar van uitgave: 2003 (1e druk 1999) Plaats van uitgave: Den Haag Druk: 4e Dit boek gaat over creativiteit en het onwikkelen van je persoonlijke creativiteit of creativiteit binnen een organisatie. Ook wordt hier de acroniem ‘BROKEN CRAYONS’ uitgelicht. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 25
  • 27. Auteur: Lindstrom, Martin Titel: Koop mij Jaar van uitgave: 2008 Druk: 1e Dit boek schrijft over de waarheid en leugens van koopgedrag. Lindstrom koos dit te onderzoeken door middel van een FMRI-scan die de hersenen onderzoekt. Want hersenen liegen niet. Auteur: Shavinina, Larisa, van Titel: Handbook on innovation Jaar van uitgave: 2003 Plaats van uitgave: Druk: Dit boek geeft heel uitgebreid en specifiek aan wat innovatie is en hoe het allemaal in de hersenen begint. In het artikel ‘The Neurophysiological Basis of Innovation’ geschreven door Larry R. Vandervert wordt duidelijk beschreven hoe innovatie in de hersenen tot stand komt. Auteur: Vos, Koen, de Titel: Brainstormen, 50.000 ideeën per dag! Jaar van uitgave: 2006 (april) Plaats van uitgave: Amsterdam Druk: 1e Dit boek gaat over brainstormen, de essentie hiervan en hoe tot meer ideeën te komen, namelijk door middel van verschillende brainstorm technieken toe te passen en dit vooral vaak te doen. Auteur: Wulfen, Gijs, van Titel: Nieuwe producten bedenken, 2e editie Jaar van uitgave: 2006 (april) Plaats van uitgave: Amsterdam Druk: 2e editie, 2009 Dit boek biedt een oplossing voor iedereen die nieuwe producten en diensten wil ontwikkelen door middel van de VOORT innovatiemethode. Databanken EBSCO HOST Auteur: Geddes, Linda Titel artikel: Slow thinking may nurture creativity Jaar van uitgave: 2010 (maart) Source: New Scientist Deze auteur schrijft over een uitgevoerd onderzoek waar men tot de conclusie kwam dat mensen met slomere connecties en witte hersenmassa, creatiever zijn. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 26
  • 28. EBSCO HOST Auteur: Batey, Mark, Furnham, Adrian, Safiullina, Xeniya Titel artikel: Intelligence, general knowledge and personality as predictors of creativity Jaar van uitgave: 2010 (oktober) Source: Learning & Individual Differences Dit artikel gaat over intelligentie en de relatie tussen kennis en creativiteit en welke invloed kennis over dit onderwerp kan hebben op educatie. Rapporten Auteur: Glassman, Brian Scott Titel: Improving idea generation & idea management in order to better manage the fuzzy front end of innovation Jaar van uitgave: 2009 Plaats van uitgave: West Lafayette Indiana Requirements for the Degree of: Doctor of Philosophy (Purdue University) Dit afstudeerproject gaat over het verbeteren van idea generation en het idee management. Het beschrijft verschillende visies over onder andere de waarde van ideëen en innovatie en de Innovation value chain. Auteur: Gaspersz, Jeff Titel: Concurreer met creativiteit Jaar van uitgave: 2005 Dit is een Essay voor Innovation Lecture ‘Compete with Creativity 2005’, georganiseerd door het Ministerie van Economische Zaken. Jeff Gaspersz zelf is hoogleraar innovatie, Universiteit Nyenrode & adviseur innovatiemanagement. Het rapport gaat onder andere over creativiteitsgericht leiderschap en over de rol die de overheid zou kunnen hebben in het stimuleren van creativiteit. Auteur: Prof. Dr. Jolles, Jelle Titel: Bouwen aan het brein over talenten en creativiteit in relatie tot hersenen cognitieve ontwikkeling Jaar van uitgave: 2007 (maart) Plaats van uitgave: Maastricht (universiteit Maastricht) Onderneming: Instituut Hersenen & Gedrag, In dit artikel wordt geschreven over het brein, talenten en creativiteit in relatie tot de hersenen cognitieve ontwikkeling. ‘Prof dr Jelle Jolles is hoogleraar aan de VU University in Amsterdam. Hij is daar directeur van het Centrum Brein & Leren en van het onderzoeksinstituut LEARN!. Hij is wetenschappelijk onderzoeker en als geregistreerd Neuropsycholoog ook een praktijk-professional. Zijn leeropdracht aan de VU heeft te maken met ‘Hersenen, gedrag & educatie’. Daarin ligt een nadruk op leerprocessen en het onderwijs.’ Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 27
  • 29. Internet 09-10-10 http://innovationzen.com/blog/2006/11/17/the-definition-of-innovation/ Hier zijn verschillende definities van innovatie te vinden zoals o.a. die van Joseph Schumpeter. 25-09-10 http://nl.wikipedia.org/wiki/Cerebellum Defintie Cerebellum 30-09-10 http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Wetenschap/261574/Onderzoek-Trage- hersenen-goed-voor-creativiteit.htm?rss=true Deze link verwijst naar het artikel van Elsevier: ‘Trage hersenen goed voor creativeit’ Hier wordt de conclusie uit een onderzoek van de Universiteit van New Mexico onder leiding van Rex Jung beschreven. 02-10-10 http://wetenschap.infonu.nl/diversen/13661-nationale-iq-test.html Deze link verwijst naar een artikel over de Nationale IQ-test. Hier wordt een indicatie gegeven van de hoogte van het IQ per (studie)niveau. 02-10-10 http://nl.wikipedia.org/wiki/Intelligentiemeting Hier wordt de definitie van IQ beschreven en de kanttekeningen die er worden geplaatst aan deze momentopname. 02-10-10 http://www.hersenenenleren.nl/downloads Dit is de (brein)blog van Professor Jelle Jonnes over Educational Neuropsychology over Brein, Leren & Educatie. Er wordt geschreven over wetenschappelijke vondsten die onderzoekers de laatste tijd hebben gedaan. De breinblog gaat in op deze kennis en inzichten en geeft commentaar over de mogelijke waarde ervan. ‘Prof dr Jelle Jolles is hoogleraar aan de VU University in Amsterdam. Hij is daar directeur van het Centrum Brein & Leren en van het onderzoeksinstituut LEARN!. Hij is wetenschappelijk onderzoeker en als geregistreerd Neuropsycholoog ook een praktijk-professional. Zijn leeropdracht aan de VU heeft te maken met ‘Hersenen, gedrag & educatie’. Daarin ligt een nadruk op leerprocessen en het onderwijs.’ 05-10-10 http://www.cre8ng.com/brokencrayons.shtml Op deze website wirdt geschreven over Robert Alan Black. Ph.D., CSP. Hij was International Creative Workplace Consultant en schreef ook over de acronym ‘BROKEN CRAYONS’. 25-10-10 http://www.helikon.nl/blog/2007/09/08/onderwijs-20/ http://www.helikon.nl/blog/2008/11/03/teach-different-chris-lehmann-en-de-sla/ Helikon is een bedrijf en tevens een weblog van Fons van den Berg. Het probeert scholen bij te staan in het maken van leuk, creatief en innovatief onderwijs en mag zich sinds 2007 ook Apple Distinguished Educater noemen. Hij schrijft op zijn blok Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 28
  • 30. onder andere over onderwijs 2.0 en over een nieuw onderwijs model in Amerika. Dit is ook waar de bron naar verwijst. 25-10-10 http://www.frankwatching.com/archive/2008/11/14/onderwijs-20-een-ware- transformatie/ Frankwatching, een onafhankelijk crossmedia platform voor marketing, communicatie, social media, enz., schrijft hier over de nog vrije nieuwe term: ‘Onderwijs 2.0’. Idea generation, Brein & Creativiteit Linde van Erp 29