Artikel 1 Building Business over toekomst woningcorporaties
Den Haag komt naar u toe VM 1_2015
1. 62 |vm | maart 2015
17Nieuwe en andere regels voor de semipu-
blieke sector zijn onvermijdelijk. Wat kan
een brancheorganisatie nog doen?
tekst Kaspar van den Ham
Den
Haag
komt
naar u
toe
2. vm | maart 2015 63
Anderen hebben dit al eens gemeld, zoals Jos Wesselink in
een blog voor VM-training en Peter Noordhoek in VM van
september 2014. Haagse actoren zijn met u bezig en het zijn
niet uw gebruikelijke gesprekspartners. En met ‘u’ bedoel ik
die brancheverenigingen die leden uit het geheel van de se-
mipublieke sector hebben. Alles wat niet markt, Rijksover-
heid, provincie of gemeente is, wordt geraakt. De trends in
toezicht die zich hier voordoen laten zien hoe het denken
over ingrijpen door de overheid zich ontwikkelt en dat in-
zicht relevant is voor alle verenigingen.
De ontwikkelingen die ik hierna duid zijn voor de hele semi-
publieke sector, dus niet specifiek voor alleen de ‘zorg’, ‘soci-
ale woningbouw’, ‘afvalophaaldiensten voor particulieren’ of
‘jeugdzorg’. Den Haag is bezig met hoe uw leden zich dienen
te gedragen, wat ze wel en niet mogen ten aanzien van kern-
taken, hoe bestuur en toezicht ingeregeld moeten zijn, hoe
en waarover deze zich te verantwoorden hebben, in samen-
werking met wie en voor wie. Belangrijke zaken voor het
functioneren nu en in de toekomst van uw leden.
Van incident | In nogal wat opzichten kostbare inciden-
ten zoals Vestia, Meavita, Amarantis, Inholland, Rochedale,
Laurentius, NZA en ook AFM, leidden in de maatschappij, en
dus bij de politiek, tot een roep om meer bemoeienis en grip
vanuit Den Haag op het besturen van zelfstandige organisa-
ties. Zelfstandige organisaties die maatschappelijke taken
uitvoeren en publieke diensten leveren.
Het zijn incidenten die voor een verlies van vertrouwen in
de semipublieke sector hebben gezorgd. Vertrouwen dat
voor het effectief werken van organisaties juist in deze sec-
tor wel noodzakelijk is. De incidenten hebben de belasting-
betaler ook nog eens vele miljarden euro’s gekost. Er zit dus
wel wat in de idee dat de belastingbetaler via Den Haag meer
inzicht krijgt in en grip op hoe besturen en toezichthouders
van organisaties die met dat publieke geld taken uitvoeren,
hun werk doen.
Naar politieke actie | Maar het zijn ook incidenten die
op de een of andere manier worden weggeredeneerd als
ik (groepen van) toezichthouders en bestuurders hoor en
spreek. Wegredeneren helpt niet en is onterecht. De veront-
waardiging in de maatschappij is echt, de politiek handelt
en zal meer doen om het vertrouwen van de maatschappij
te herstellen. Vertrouwen in een sector, of zo u wilt deelsec-
toren, waar grote delen van ons maatschappelijk kapitaal zit.
Of met wat meer in machtsdenken gedoopte woorden: de
politiek zal het electoraat laten zien dat zij wél in actie komt.
En dat doet ‘Den Haag’ nu.
Zo laat de AFM-zaak zien dat elke schijn van risico op mis-
standen en onoorbaarheden wordt vermeden. In de huidige
dynamiek rondom toezicht en bestuur van semipublieke or-
ganisaties leidde dat tot het aankondigen van ingrijpen in de
samenstelling van het intern toezicht van de AFM. Nog voor-
dat onderzoek kon bevestigen of weerleggen dat er sprake
was van misstanden of onoorbaarheden. De grip van ‘Den
Haag’, ook op onafhankelijke instanties zoals de AFM, wordt
vergroot. Het doel ervan is de publieke zaak beter te borgen
en misstanden te voorkomen.
Haagse actoren
bemoeiden zich tot op
heden niet of nauwelijks
met u of uw issues.
Maar inmiddels is Den
Haag met u bezig. Zij
hebben het over bestuur
en toezicht bij uw
leden, tenminste als dat
semipublieke organisaties
zijn.
3. 64 |vm | maart 2015
Sterk voorbeeld | Een van de bekendste Haagse acties is
de herziening van de Woningwet. Minister Blok beperkt de
taakruimte voor woningbouwcorporaties. Hij centraliseert
het toezicht op het systeem van sociale woningbouw en trekt
als achterborgsteller voor het systeem van sociale woning-
bouw het toezicht op de woningbouwcorporaties naar Den
Haag. Het wordt een orgaan van het ministerie van Wonen &
Rijksdienst, een onderdeel van het ministerie. Met een toe-
zegging van minister Blok dat het toezicht “onafhankelijk zal
opereren”. De Tweede Kamer juicht dit toe. Links, midden en
rechts steunen deze beweging. Het wetsvoorstel is unaniem
aangenomen. Is dit een voorbeeld voor andere, nu en in de
toekomst, geplaagde, semipublieke sectoren?
Normenkader fits all | Minister Dijsselbloem heeft in
november 2013 voor de gehele semipublieke sector een
normenkader voor financieel toezicht en beheer opgesteld.
Het ministerie van Financiën lijkt haast te hebben. Als het
ministerie van Financiën haast heeft, wil dat nogal eens tot
algemene wetgeving leiden. De grootste toezichthouder van
Nederland, de Algemene Rekenkamer, heeft al eerder en vaker
voor wetgeving op dit vlak gepleit. Wetgeving die globaal
en modelmatig past, maar in het individuele geval nogal eens
niet. Verdiep u daarom in dat normenkader. Er staan namelijk
dingen in die nu nog geen gemeengoed zijn.
Publiek belang | Ook Minister Kamp zet in zijn brief van
28 november 2014 het interne toezicht in de semipublieke
sector op zijn kop. De primaire taak van de raad van toezicht
wordt het borgen, beschermen, vertegenwoordigen van het
publiek belang. Borgen in samenwerking met externe be-
langhebbenden. Dat is iets heel anders dan de traditionele
en soms nog zeer intern gerichte rol van het overgrote deel
van de raden van toezicht. Daar waar in sommige delen van
de semipublieke sector nog gediscussieerd wordt of het ver-
standig is dat de raad van toezicht zonder het bestuur de ei-
gen organisatie ingaat, wordt men nu rechts ingehaald. Een
ontwikkeling gevoed door maatschappelijke, financiële en
dus politieke druk en vormgegeven door de laatste en globale
governance-ontwikkelingen ten aanzien van het borgen van
publieke belangen bij zelfstandige organisaties.
Intern voor extern | Deze brief van minister Kamp geeft
ook al een begin van de beantwoording van de vraag in het
artikel in het FD van 13 december 2014 van Melanie de Waal,
prof.dr. Janka Stoker en dr. Floor Rink van de RUG. Moet in-
tern toezicht niet beter worden omdat extern toezicht altijd
een buitenstaander blijft? Ja, dat moet, waarbij het werk van
de intern en extern toezichthouder op elkaar afgestemd zul-
len worden. Bij goed intern toezicht, gebruikt extern toezicht
er de resultaten van. ‘Goed’ is dan zeer waarschijnlijk wat
het eerder genoemde normenkader en de inhoud van de
brief van Kamp over intern toezicht zeggen. Deze brief is
het eindproduct van de ministeriële commissie Vernieuwing
Publieke Belangen. Het instellen van een ministeriële com-
Meer lezen
• Dijsselbloems onvrede over bestuur van AFM, 12 januari
2015, Pieter Couwenbergh, Pieter Lalkens, Leon Willems,
www.FD.nl.
• ‘Bestuurscrisis door interne wrevel’, 12 januari 2015, Pieter
Couwenbergh, Pieter Lalkens, Leon Willems, www.FD.nl.
• ‘Wantrouwen, hervorming organisaties laat grillig beeld
zien’, Peter van Lieshout, 6 januari 2015, FD, pag. 9.
• ‘Intern toezicht is de betere sleutel tot effectieve
woningbouwcorporaties’, Melanie de Waal, Janka Stoker,
Floor Rink,13 december 2014, FD, pag. 13.
• Brief van minister Kamp, 28 november 2014, ‘Financieel
beheer en toezicht semipublieke sector’, Kamerstuk 33822
nr. 4.
• Brief van minister Dijsselbloem, 27 november 2013,
‘Gemeenschappelijk normenkader voor financieel beheer,
verantwoording en intern toezicht’, Kamerstuk 33822 nr.1
en 2.
En als u toch in het 33822 dossier zit, leest u de brief van
minister Blok cq. de kabinetsreactie op de WRR-rapporten
‘Toezien op publieke Belangen’ en ‘Van tweeluik naar
driehoeken’ ook eens. Kamerstuk 33822 nr. 3.
Het wegredeneren van
verontwaardiging
in de maatschappij helpt
niet en is onterecht
4. vm | maart 2015 65
missie gebeurt niet snel en de uitkomst ervan is een kader,
een to-dolijst voor ministeries en anderen die zich met borging
van publieke belangen bezighouden. Deze brief gaat dus
gevolgen hebben voor de manier waarop toezicht gehouden
wordt. Op hoe zelfstandige organisaties, zoals de leden van
nogal wat brancheorganisaties, bestuurd worden en verant-
woording afleggen.
Honderd verantwoordingen | Er is een ‘Taskforce
Publieke Verantwoording’. Deze taskforce bestaat uit hoge
departementale ambtenaren en een aantal vertegenwoordi-
gende organisaties die als deskundigen worden uitgenodigd
of zich uit eigener beweging bij de beraadslagingen kunnen
voegen. Een taskforce die zich buigt over hoe de vooral fi-
nanciële verantwoordingen die organisaties in de semipub-
lieke sector moeten opleveren, beter op elkaar af te stemmen.
Dat is een loffelijk streven en geboren vanuit de behoefte om
deze complexe zaken te stroomlijnen en daarmee regeldruk
te verminderen. Zo dient het Leger des Heils bijvoorbeeld elk
jaar rond de honderd verschillende financiële verantwoor-
dingen op te leveren. Elk jaar weer. Niemand die dus tegen
een stroomlijning van dit circus kan zijn. Maar het kan, gezien
de huidige dynamiek, verworden tot een Haagse bestuurder
op de achterbank van zelfstandige organisaties. Door hier
aangesloten te zijn en mee te praten kunnen branchevereni-
gingen deze ontwikkeling kennen, beheersen en afstemmen
op de behoeften in hun wereld, van hun leden.
Complex|Almetalstaanergroteverschuivingenvanverant-
woordelijkheden en structuren bij bestuur en toezicht van
organisaties in de semipublieke sector te wachten. De con-
text en de scope van organisaties en dus van het bestuur en
het toezicht worden anders. Soms worden context en scope
kleiner, soms worden beide groter. Maar context en scope
worden altijd complexer. Dit vooral omdat belanghebbenden,
en dan doel ik op externe belanghebbenden, een grote rol
krijgen in het bestuur en toezicht van deze organisaties.
Realiteit inbrengen | De druk vanuit vooral de politiek
om naar de maatschappij, en daarmee het electoraat, een
daad te stellen en een ‘eenduidig toezichtstelsel’ neer te
zetten neemt eerder toe dan af. Voor een kleine groep zelf-
standige bestuursorganen betekent dit alles – je verzint het
bijna niet – een kans op meer eigenheid en ruimte. Maar
dat is het niet voor uw leden. Uw leden komen dichter bij
de Haagse dynamiek, ook op dit abstracte onderwerp van
bestuur, intern toezicht en verantwoording.
Ontken deze dynamiek niet en graaf u zeker niet in. Dat heeft
gezien de status en macht van de actoren in Den Haag geen
zin. Ga in het kader van de hier beschreven ontwikkelingen
eerst met uw leden het gesprek aan over dit onderwerp, over
transparantie, over bestuursstijlen samen met belangheb-
benden en borging van het publieke belang. Voer dit gesprek
overgoedbestuurbijuwledenmaarookbijdebranchevereni-
ging zelf. Het een staat immers in een natuurlijke verbinding
met het ander. Veranderingen bij uw leden in hun bestuur,
zal hun inzicht op goed bestuur bij hun branchevereniging
veranderen.
Realiteit inbrengen | Brancheverenigingen die semi-
publieke (sub)sectoren vertegenwoordigen kunnen zich dan
bij de hun bekende contacten bij verschillende vakdeparte-
menten melden. De vakdepartementen zijn verantwoordelijk
voor de implementatie van al wat hiervoor staat richting de
verschillende sectoren. Men kan daarnaast ook rechtstreeks
bij het ministerie van Financiën aankloppen. Dit ministerie is
de spil in bijna al deze ontwikkelingen.
Wat kunt u verwachten? Verwacht geen maatwerk. Daarvoor
is de insteek op dit moment vanuit Den Haag te hoog over,
erg politiek en al te veel ingevuld. Zorg dat uw stem wordt
gehoord, dat u meepraat over nadere invulling ten aanzien
van de uitvoering van al deze wetten en beleidsregels en de
verdere ontwikkeling ervan. U staat immers samen met uw
leden voor het publieke belang en dat betekent dat u de re-
aliteit van het werkveld van uw leden meebrengt in dat ab-
stracte gesprek. �
Kaspar van den Ham is directeur-secretaris Handvestgroep
Publiek Verantwoorden (HPV) www.publiekverantwoorden.nl
en vrijwillig manager in een coöperatieve bakkerij. Dit artikel
is op persoonlijke titel geschreven.