SlideShare a Scribd company logo
1 of 13
Download to read offline
samen succesvol in duurzaam
en efficiënt goederenvervoer
INCODELTA 2008 - 2009
Inhoudsopgave
			 Pagina
	 1	 Incodelta 2008 - 2009	 3
	 2	 Bijlage 1 Thema Spoor	 6
	 3	 Bijlage 2 Thema Binnenvaart	 8
	 4	 Bijlage 3 Thema Colonnevorming	 9
	 5	 Bijlage 4 Accent Containerlogistiek	 10
	 6	 Bijlage 5 Accent Duurzaamheid	 12
	 7	 Bijlage 6 Accent Innovatie	 13
Incodelta Zuid-Nederland < 3
1. 	 Incodelta 2008 - 2009
Uitgangspunt: gezamenlijke thema’s
De samenwerking goederenvervoer Zuid-
Nederland zal in 2008 en 2009 aan de slag
gaan met een aantal thema’s. Deze thema’s
zijn benoemd en verder uitgewerkt in de
bijlagen. Bij de selectie van deze thema’s
gaat het in hoofdzaak om twee elementen,
namelijk:
• is er sprake van een probleem (of uitda-
ging) bij het goederenvervoer, dat zich op
het grondgebied van de vier betrokken
provincies manifesteert en
• heeft Incodelta bij het oplossen van dat
probleem een toegevoegde waarde?
Wij zijn tot de conclusie gekomen dat
Incodelta zich op basis van deze twee vragen
zou moeten richten op de thema’s Spoor,
Binnenvaart en Colonnevorming en hierbij
accenten zou kunnen leggen op Container-
logistiek, Duurzaamheid en Innovatie.
In onderstaand schema zijn de thema’s en
accenten in hun onderlinge samenhang
geïllustreerd.
In dit schema zijn de thema’s verticaal
geprojecteerd, terwijl de accenten horizon-
taal zijn weergegeven. Per thema en per
accent is een initiatiefnemende partij
voorgesteld. De rol van de initiatiefnemende
partij is dat deze:
• verantwoordelijk is voor het op de agenda
zetten van het thema;
• op zich neemt in samenwerking met derden
te komen tot activiteiten om de geschetste
doelen (zie bijlagen) te bereiken;
• onder de vlag van de Zuid-Nederlandse
samenwerking zorg draagt voor de
communicatieve, administratieve en
financiële handling van de activiteiten.
In 2007 heeft de stuurgroep Incodelta zich beraden
over de opzet van de toekomstige samenwerking.
Het resultaat hiervan is dat de stuurgroep afstapt van
een projectorganisatie en zich zal richten op een net-
werkorganisatie. De samenstelling van de stuurgroep
blijft ongewijzigd; de vertegenwoordiging van het
ministerie van verkeer en waterstaat wordt nog be-
zien. Voorzitter van de stuurgroep is mw. Karla Peijs,
commissaris van de koningin van de provincie Zeeland.
Vanuit de andere provincies hebben zitting in de
stuurgroep de gedeputeerden Kersten (Limburg),
mw. Steffens (Noord-Brabant) en Veldhuijzen (Zuid-Hol-
land).
Spoor ColonnevormingBinnenvaart
Noord
Brabant
en
Zeeland
Zuid-
Holland
Limburg
Schema: thema’s (verticaal), accenten (horizontaal) en initiatiefnemers.
Container-logistiek
Duurzaamheid
Innovatie
Noord-Brabant
Milieufederaties
EVO en TLN
4  Incodelta Zuid-Nederland
Om de werkzaamheden op elkaar af te stemmen, is voor een lichte
organisatievorm gekozen, die minder dan tot nu toe projecten
uitvoert. De voorkeur gaat uit naar een netwerkorganisatie. Het is de
bedoeling de vorm nader te ontwikkelen, mede aan de hand van de
verdere formulering en uitwerking van de thema’s en de accenten.
De onderstaande beschouwingen zijn hierbij richtinggevend
Nieuwe organisatievorm: enkele beschouwingen
Wellicht is tot nu toe te veel ingestoken op ‘wat kunnen we met
Incodelta?’ en te weinig met ‘wat heeft Zuid-Nederland nodig op het
gebied van goederenvervoerbeleid (en wat kunnen we in dat verband
met Incodelta)’. Op deze laatste vraag zal nu eerst worden ingegaan.
Wat heeft Zuid-Nederland nodig op het gebied van goederenver-
voerbeleid?
Vertrekpunt voor de gedachtevorming is de vraag: wat zouden we
organiseren op het gebied van goederenvervoer als er helemaal niets
was? Gelet op het schaalniveau van goederenvervoer zou er in ieder
geval een gezamenlijke basis voor samenwerking in Zuid-Nederland
moeten zijn. Deze samenwerking zou niet alleen van de overheden
moeten uitgaan, maar moeten plaatsvinden in samenwerking met
enerzijds de grote logistieke knooppunten (Rotterdamse havens,
Venlo, Moerdijk, Zeeuwse havens) en met anderzijds overige
marktpartijen en de milieufederaties. Het accent zou moeten liggen
op de bovenregionale stromen. De provinciegrensoverschrijdende
elementen uit de vier provinciale visies bepalen de samenwerking in
Zuid-Nederland. De concrete uitvoering van de provinciale visies is
aan de afzonderlijke provincies en overige partijen. Incodelta
stimuleert en inspireert, dat op het bovenprovinciale niveau de juiste
thema’s op de agenda blijven staan. Incodelta vult zijn rol in door
kennis uit te wisselen, verbindingen te leggen en te lobbyen. Hiervoor
is het van belang dat er een netwerkorganisatie in stand blijft, zodat
er bijvoorbeeld twee maal per jaar op bestuurlijk niveau kan worden
overlegd over voortgang en afstemming. Ambtelijk kunnen netwerk-
contacten ondersteund worden met eveneens enkele bijeenkomsten
per jaar. Concrete projecten die bovenregionaal zijn, worden door
Incodelta Zuid-Nederland op de agenda gezet en kunnen door
betrokken partners worden uitgevoerd. Het gaat dan vooral om
afstemmen, informeren en consulteren; de feitelijke samenwerking
bij projecten wordt aan de (overheids- en markt-) partijen overgela-
ten. Incodelta heeft meer een verwijsfunctie en een rol om partijen
bij elkaar te brengen, dan dat Incodelta zelf kennis ontwikkelt en een
vraagbaak zou zijn voor inhoudelijke zaken.
Welke organisatie vergt dat?
Gelet op het vorenstaande is een apart programmabureau niet meer
nodig. Wel zal een functionaris het netwerk in stand moeten houden.
Bij een van de partners wordt een programmaleider ondergebracht,
die als netwerkbeheerder optreedt, en ambtelijke en bestuurlijke
vergaderingen  bijeenkomsten voorbereidt. Dit komt neer op een
soort ‘Incodelta light’; een netwerkorganisatie (een forum) waar
partijen kennis en ervaringen uitwisselen over goederenvervoer op
bovenprovinciaal niveau. De deelnemers zijn overtuigd van de
meerwaarde van bovenprovinciale afstemming. Het is wel aan te
raden om een gezamenlijke ‘merknaam’ als etiket op de afstemming
rondom goederenvervoer te blijven hanteren.
Overwegingen en uitgangspunten
Deze beschouwingen leiden tot de volgende overwegingen:
 bouw de huidige organisatie Incodelta af. Organiseer een nieuwe
netwerkorganisatie onder de huidige naam die zich richt op de
bovenregionale afstemming rondom de grote goederenstromen.
 de belangrijkste taak is het stroomlijnen van netwerkprocessen,
gekoppeld aan de eerder genoemde inhoudelijke thema’s en
accenten.
Er kan volstaan worden met 0,4 fte (programmaleider) voor het in
stand houden van het netwerk; de uitvoering ligt bij de partners in
het netwerk.
De uitgangspunten voor de uitwerking van dit voorstel zijn:
• een lichte vorm van Incodelta (er wordt alleen gewerkt aan thema’s
die ook bij de afzonderlijke provincies op de agenda staan; vanuit
de filosofie dat er met samenwerking effectiever en efficiënter
gewerkt kan worden, brengt de samenwerking geen extra werk
met zich mee);
• accent op netwerkorganisatie én oog voor internationale inbreng;
• interactie met bedrijfsleven vraagt bijzondere aandacht;
• geen eigen kantoor, wel een ambtelijke trekker (0,4 fte);
• gezamenlijke kosten voor ambtelijk trekker en procesactiviteiten;
• de communicatieve en administratieve werkzaamheden zullen in
beginsel worden uitgevoerd door de initiatiefnemers;
• aanvullende financiering op themaniveau door partners (inclusief
steun vanuit Europa);
• uitgaan van voorlopig 2 jaar.
Uit de dit jaar uitgevoerde evaluatie blijkt dat het voor het welslagen
van de samenwerking noodzakelijk is dat de bestuurders:
• er in de praktijk blijk van geven er voor te willen gaan;
• hierbij proactief inspelen op zich voordoende ontwikkelingen;
• boegbeeld zijn van de samenwerking.
In de evaluatie is tevens aanbevolen dat ook het management van
de deelnemende partijen proactief dient te worden betrokken.
Incodelta Zuid-Nederland  5
Ter besluitvorming
1.	Instemmen met het voortzetten van Incodelta als netwerkorgani-
satie en deze voorlopig richten op de thema’s Spoor, Binnenvaart
en Colonnevorming. Hierbij legt Incodelta accenten op Container-
logistiek, Duurzaamheid en Innovatie;
2. Instemmen met de aanpak voor deze thema’s en de accenten,
zoals die in de bijlagen zijn weergegeven;
3. Met de bestaande stuurgroep in 2008 twee maal bijeen komen ter
voorbereiding van het overleg met de minister van Verkeer en
Waterstaat over het MIRT ;
4. Er mee instemmen dat voor de samenwerking:
• de provincie Zeeland voorziet in het voorzitterschap;
• de provincie Noord-Brabant de invulling van de programmaleider
regelt;
• de provincie Limburg het beheer van de financiën voor zijn
rekening neemt;
• de kosten neerkomen op ongeveer € 150.000 (voor ca. 50%
bestaande uit algemene kosten en voor ca. 50% bestaande uit
thema- en accentgerelateerde kosten). Voor de dekking van deze
kosten wordt er van uitgegaan dat het positieve saldo van vorige
jaren voor 2008 en 2009 kan worden aangewend voor ca. € 75.000
per jaar.
6  Incodelta Zuid-Nederland
2.	 Bijlage 1 Thema spoor
1  Onderwerp.	
Het spoorwegnetwerk in Zuid-Nederland loopt door een aantal kernen en veroorzaakt overlast in de vorm van geluid, trillingen en barrière-
werking. Dit betekent een beperking in de mogelijkheden tot stedelijke ontwikkeling en een gevaar voor de externe veiligheid. Toename van
het goederenvervoer leidt tot een toename van deze problemen in vooral het stedelijke gebied. Daarnaast staat de kwaliteit van het perso-
nenvervoer per spoor onder druk door de toename van het goederenvervoer over het spoor.
2  Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)?	
Incodelta zet zich in voor de meest duurzame oplossing: een goederenruit Zuid-Nederland, inclusief de realisering van de Verbinding Zeeland
- Antwerpen (VEZA of Sloeboog). De goederenruit Zuid-Nederland bestaat uit robuuste goederenspoorlijnen tussen de Randstad, de Vlaamse
Ruit en het Ruhrgebied. De Betuweroute, de IJzeren Rijn, de goederenspoorlijn Rotterdam België (RoBel) en de Zuidtak van de Betuweroute
vormen de ruit. De realisering van deze ruit zal, zoals het zich nu laat aanzien, nog lang op zich laten wachten omdat het rijk vindt dat de
huidige spoorlijnen momenteel nog voldoende transportcapaciteit hebben. Daarmee blijft de overlast onverminderd bestaan en zal deze, bij
toename van het goederenvervoer over spoor, evenredig toenemen. Primair doel is het oplossen van de door het goederenvervoer over spoor
veroorzaakte problemen van leefbaarheid, milieu en veiligheid. Met de realisering van de ruit, kunnen deze problemen het meest adequaat
worden opgelost. Tegelijkertijd wil Zuid-Nederland nagaan of er alternatieve opties zijn, die eveneens de door het goederenvervoer veroor-
zaakte problemen van leefbaarheid, milieu en veiligheid kunnen oplossen. Binnen de goederenruit Zuid-Nederland dient de ruimte die op het
spoor ontstaat door de ingebruikname van de Betuweroute, benut te worden door personenvervoer en goederenvervoer (bestemmingsver-
voer) Zuid-Nederland. Dit past ook binnen de doelstelling van de modal shift en het behouden van de bereikbaarheid ook voor goederenver-
voer in Noord-Brabant. Het korte termijn doel is dat Incodelta met partijen een alliantie aangaat die het langere termijn doel scherper in
beeld brengt en najaagt.
3  Rol Incodelta.
De geschetste problemen en / of het oplossen daarvan spelen zich vooral af op het grondgebied van de vier Incodelta-provincies. Vanuit de
doelstellingen voor duurzaam goederenvervoer, de bestuurskracht van de Incodelta partners en het beschikbare organiserende netwerk is
Incodelta het gremium dat met dit thema aan de slag zou moeten gaan. De Goederenruit Zuid-Nederland is voor de provincies van groot
belang. Op dit moment komt de Goederenruit vooral aan bod in de zgn Task Force Brabantroute en het reguliere (Noord-Brabantse) overleg
met de B5-steden. In de Taskforce Brabantroute zijn vele partijen aangeschoven, waaronder Brabantse steden, de Drechtsteden, de gemeente
Venlo en de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Ook RSD is betrokken bij het overleg over het spoorwegnetwerk. Een rol voor
Incodelta is procesmatig samenwerken: er zal afstemming plaats moeten vinden tussen de partijen die een indirect of direct belang hebben.
Een andere rol is professioneel lobbyen; te selecteren partijen zullen samen hun posities moeten bepalen en deze moeten vastleggen.
Er zullen contacten (o.a. op Europees niveau) gelegd worden met het bedrijfsleven en het maatschappelijke middenveld.
4  Te bereiken resultaten in 2008 en later.	
Het gaat om de volgende resultaten:
• Minder overlast en risico’s door vermindering van het aantal doorgaande goederentreinen (vooral met gevaarlijke stoffen) door de steden
en een intensiever gebruik van de Betuweroute;
• Robuuste achterlandverbindingen voor de havens van de Schelde Rijn Delta;
• Ruimte voor de verbetering van de multimodale bereikbaarheid;
Een gevolg van de inspanningen is dat stationsomgevingen veiliger kunnen worden.
5  Activiteiten (agenda 2008).	
Het opstellen van een communicatie -en lobbyplan (voorjaar 2008) en het voorbereiden en houden van een ronde tafel gesprek met relevante
stakeholders (najaar 2008).
Incodelta Zuid-Nederland  7
6  Partners: welke partners worden betrokken?	
De provincies Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, een
aantal aan het spoor gelegen gemeenten / samenwerkingsverban-
den, organisaties die actief zijn met betrekking tot het spoor,
vervoerders-/verladersorganisaties, havenbedrijven en onderzoeks-,
kennis- en adviesinstanties. Bij het nastreven van de onder punt 2
beschreven doelen zal de impact op het goederenvervoer over de
Brabantroute worden bezien. Tot 2030 zal voldoende capaciteit
beschikbaar moeten zijn voor goederenvervoertransporten naar en
van Limburg via de Brabantroute, omdat die van levensbelang is
voor zowel het chemiecluster in Zuid-Limburg als voor de logistieke
hotspot Venlo. De ruit is een ambitie die in zijn volledige omvang pas
op langere termijn gerealiseerd zal kunnen worden.
7  Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk
niveau. 	
De provincies Zeeland en Noord-Brabant trekken dit thema.
8  Themaspecifieke kosten. 	
Voor de bepaling van de kosten die zijn gemoeid met het inzetten
van de lobby en het onderzoek en uitwerking van de alternatieven
gaan de gedachten uit naar het inzetten van provinciale medewer-
kers. De met deze inzet samenhangende bijkomende kosten worden
geraamd op ongeveer € 25.000 per jaar
9  Themaspecifieke communicatie.	
Radiostilte tot dat het communicatie- en lobbyplan is opgesteld.
10  Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de
minister in 2008.	
Commitment van de minister voor de aanpak, te omschrijven in het
communicatie- en lobbyplan
8  Incodelta Zuid-Nederland
3.	 Bijlage 2 Thema Binnenvaart
1  Onderwerp.	
Stimuleren van de binnenvaart door opwaardering van de binnenha-
vens.
2  Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op
korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)?	
Op de vaarwegen is nog voldoende capaciteit om de groeiende
goederenstromen tussen zeehavens en achterland op te vangen.
De binnenvaart moet gestimuleerd worden als alternatief voor het
wegvervoer. Doel: de bereikbaarheid van Zuid-Nederland via de
modaliteit water optimaliseren door in te zetten op opwaardering van
de binnenhavens. Op korte termijn moeten alle gemeenten met een
binnenhaven gestimuleerd worden om beleidsmatig aandacht te
geven aan de binnenhavens en te werken aan opwaardering. Op korte
termijn moet ook de positie van de inlandterminals in relatie tot
containertransferia in beeld gebracht worden. Op lange termijn
moeten alle binnenhavens voldoende diepgang hebben en moeten er
voldoende natte bedrijventerreinen zijn met kavels die gereserveerd
zijn voor natte bedrijvigheid.
3  Rol Incodelta.	
Op korte termijn willen we als Incodelta provincies ondersteunen om
voor de binnenhavens geld binnen te halen uit het budget van
55 mln. euro, dat VW beschikbaar heeft voor binnenhavens. Het
betreft investeringen in het onderhoud en de bereikbaarheid van de
binnenhavens. Dit zijn maatregelen die het gebruik en beheer van de
binnenhavens ten goede komen. Incodelta kan ook streefcijfers voor
kwaliteit en kwantiteit formuleren voor de binnenhavens in Zuid-
Nederland.
4  Te bereiken resultaten in 2008 en later.	
Over de investeringsvoorstellen van de afzonderlijke provincies zal in
Incodelta verband worden overlegd. Hiermee kunnen we de aan de
minister van V  W voor te leggen voorstellen beter onderbouwen.
De corridor Rotterdam-Venlo-Born kan bijvoorbeeld geanalyseerd
worden.
5  Activiteiten (agenda 2008).	
In februari 2008 stelt VW de instrumentenmap binnenhavens
beschikbaar. Deze kan gebruikt worden om investeringsvoorstellen
uit te werken ten behoeve van opwaardering van de binnenhavens.
Provincies moeten ieder afzonderlijk met gemeenten aan de slag om
voorstellen uit te werken. Binnen Incodelta kan informatie uitgewis-
seld worden en de aanpak worden afgestemd. Over de uiteindelijke
voorstellen richting VW zou vooraf binnen Incodelta overlegd
kunnen worden.
6  Partners: welke partners worden betrokken?	
Nederlandse Vereniging van binnenhavens, provincies, RWS, EVO,
VITO , MCA en Schuttevaer
7  Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk
niveau. 	
Ambtelijk trekker: Rina Engelen. Bestuurlijk trekker: Bert Kersten.
8  Themaspecifieke kosten. 	
€ 25.000,- onderzoeksgeld uit Incodeltabudget. Inzetten om
bepaalde knelpunten nader uit te werken. Bijvoorbeeld het knelpunt
ten aanzien van milieuvergunningen (geluidsnormeringen, luchtkwa-
liteit).
9  Themaspecifieke communicatie.	
10  Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de
minister in 2008.	
Voor het voorjaarsoverleg zal VW de binnenhavens agenderen.
Provincies moeten dan aangeven wat hun visie is op de binnen-
havens en hoe ze gemeenten (de havenbeheerders) gaan ondersteu-
nen. Voor het najaarsoverleg zullen de investeringsvoorstellen uit de
diverse provincies voor de eerste tranche van de 55 mln. euro
worden geagendeerd.
Incodelta Zuid-Nederland  9
4.	 Bijlage 3 Thema Colonnevorming
1  Onderwerp.
Toelichting: op een aantal A-wegen wordt verwacht dat het aantal
vrachtwagens gaat groeien naar meer dan 1000 per uur. Daarmee is
de hele rechterrijstrook bezet. De capaciteit van de weg daalt en in-
en uitvoegen wordt lastig. Er ontstaat congestie op de provinciale
wegen, die aansluiten op A-wegen. Welke verkeerskundige oplossin-
gen zijn denkbaar bij het oplossen van colonnevorming? Deze
problematiek wordt onvoldoende meegenomen in traditionele
verkeersmodellen.
2  Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op
korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)?
Vanuit het bestaande beleid zijn van belang “KWN Incodelta 2004
naar 2020” en de in de netwerkanalyses gegeven aandacht voor het
goederenvervoer. De doelen zijn:
• aandacht voor en laten formuleren van oplossingen colonnevor-
ming op belangrijke corridors in Incodelta gebied;
• afstemmen van inbreng in bestuurlijk MIRT -overleg als het gaat
om goederenvervoer gerelateerde maatregelen voor infrastructuur.
3  Rol Incodelta.
Het betreft A-wegen die een aantal van de Incodelta provincies
doorsnijden (A16, A67, A58, A2 e.d.). Een corridorbenadering voor
het hele Incodeltagebied is hiervoor noodzakelijk, met aandacht
voor aansluitende provinciale wegen.
De Incodelta-rollen zijn:
• opbouwen van kennis (waar en wanneer colonnevorming gelet op
groei vrachtverkeer) als vervolg op KWN Incodelta 2004;
• overdragen van kennis (Zuidvleugel heeft voor 2020 verbindingen
in kaart gebracht);
• afstemmen over knelpunten en oplossingen, organiseren van
expertmeeting;
• lobby richting Ministerie VW voor noodzakelijke investeringen.
4  Te bereiken resultaten in 2008 en later.
Het gaat om:
• inzicht in verbindingen waar colonnevorming optreedt en de
gevolgen daarvan. Deze inzichten worden ingebracht in netwerk-
analyses;
• mogelijk inzicht in korte termijn maatregelen (DVM, zoals toerit-
dosering);
• afstemmen voor langere termijn, structurele oplossingen en
overleg met Ministerie.
5  Activiteiten (agenda 2008).
Activiteiten zijn:
• het in beeld brengen waar colonnevorming optreedt;
• aangeven welke knelpunten op gaan treden;
• inbrengen in netwerkanalyses;
• formuleren van generieke oplossingen.
6  Partners: welke partners worden betrokken?
Provincies, RWS, TLN, EVO, CROW, PMZ, milieufederaties etc.
Eventueel een breder samengestelde klankbordgroep instellen.
De beroepsorganisaties zijn primair verantwoordelijk voor de
problematiek.
7  Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk
niveau.
Ambtelijk: Ruud Bos (Provincie Zuid-Holland).
Bestuurlijk: Govert Veldhuijzen (gedeputeerde Zuid-Holland).
8  Themaspecifieke kosten.
Het leveren van een eventuele bijdrage in de kosten van prognoses
van de groei van het vrachtverkeer, KWN 2020 (25.000 euro en
eventueel bijdragen afzonderlijke provincies en RWS).
9  Themaspecifieke communicatie.
Eventueel een breder samengestelde klankbordgroep instellen.
Communicatie:
• expertmeeting voor formuleren van oplossingen;
• ronde tafel bijeenkomst met klankbordgroep.
10  Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de
minister in 2008.
In het MIRT -overleg van het voorjaar 2008 staat voor de Zuidvleugel
al op de agenda ‘uitwerken gevolgen colonnevorming en voorstellen
voor aanpak’. Hierbij wordt de benadering voor heel Zuid-Nederland
betrokken.
10  Incodelta Zuid-Nederland
5.	 Bijlage 4 Accent Containerlogistiek
1  Onderwerp.	
De containermarkt is een groeimarkt. Momenteel is er sprake van
een groei van 8-10% per jaar in de mainports. Spoor en water
hebben voldoende potentie om de gestaag groeiende container-
stroom van mainports naar het achterland te behandelen. De A15,
die de verbinding vormt tussen de mainport en het achterland,
ondervindt in de huidige situatie al ernstige congestie. Deze
weginfrastructuur zal de snel groeiende containerstroom niet meer
kunnen verwerken. Van het (inter-) nationale vervoer wordt nu al
zo’n 50 % via spoor en water afgewikkeld. Een alternatief voor het
wegvervoer is een vergaande benutting van spoor en water als
modaliteit. Om dit te bereiken, moet worden ingezet op drie sporen
van beleid (zie onder 2).
2  Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op
korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)?
1.	 Planning
De rode draad in beheersing van de logistieke ketens door
Rotterdam is de planning. Deze is te statisch en zou dynamischer
en integraler moeten worden aangepakt. De wens is te komen
tot een dynamische planning, waarbij met de verschillende
partijen in de keten wordt afgestemd.
2.	Volumegroei
Groei mogelijk maken op de inlandterminals (rail, water),
waarmee voldoende capaciteit beschikbaar komt om de contai-
nerstroom die in Rotterdam en Antwerpen aanlandt, zo snel
mogelijk door te zetten naar het achterland.
3.	Organisatie
De groei van de containermarkt vanuit de mainport Rotterdam
heeft consequenties voor de inlandterminals.
3  Rol Incodelta.
De afzonderlijke partijen kunnen de (komende) problematiek van de
containerlogistiek niet alleen oplossen. Incodelta kan meerwaarde
leveren omdat alle partners met de problematiek te maken hebben
en er gezamenlijk meer complementariteit is dan wanneer ieder voor
zich blijft proberen oplossingen te zoeken. De rol voor Incodelta
bestaat hierin dat de knelpunten die de groei van de containermarkt
met zich mee brengt in beeld worden gebracht.
4  Te bereiken resultaten in 2008 en later.
Het gaat hierbij om:
• knelpunten inventariseren van inlandterminals (infrastructuur,
milieuaspecten);
• relatie met kwaliteitsnet in beeld brengen;
5  Activiteiten (agenda 2008).
Het betreft de volgende activiteiten:
• ondersteunen bij het in beeld brengen van de groei van de
containeroverslag, vooral met betrekking tot het wegtransport
(relatie met thema Colonnevorming);
• helpen aangeven welke knelpunten gaan optreden en welke
oplossingen er zijn;
6  Partners: welke partners worden betrokken?
Aan de volgende partners wordt gedacht:
• brancheorganisaties hebben het initiatief (VITO = Vereniging
Inland Terminal Operators);
• Provincies;
• Eigen Vervoerders Organisatie (EVO) en ECT (Europe Container
Terminals).
7  Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk
niveau.
Binnen Incodelta is dit de provincie Noord-Brabant.
8  Themaspecifieke kosten.
Een bijdrage van ongeveer € 10.000 voor onderzoek en het houden
van een conferentie.
Incodelta Zuid-Nederland  11
9  Themaspecifieke communicatie.
Nader te bepalen.
10  Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de
minister in 2008.
Het onderwerp bespreken in het voorjaarsoverleg met de minister.
12  Incodelta Zuid-Nederland
6.	 Bijlage 5 Accent Duurzaamheid
1  Onderwerp.	
Aspecten van duurzaamheid, die vooral bij de thema’s Spoor,
Binnenvaart en Colonnevorming aan de orde zijn.
2  Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op
korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)?
Er staan een paar begrippen centraal. Een daarvan wordt vertolkt
door het Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken (TELOS); aan
People, Planet en Profit wordt in onderlinge samenhang en balans
aandacht gegeven. Er zou ook gekeken kunnen worden naar de
demografische ontwikkelingen op langere termijn (afnemende
omvang van de bevolking).
3  Rol Incodelta.
Uitgaande van de corridors in Zuid-Nederland is er voor duurzaam-
heid veel te winnen. Door gezamenlijk daar aandacht aan te
besteden en niet ieder voor zich dat te laten regelen, zal Incodelta
een toegevoegde waarde hebben.
4  Te bereiken resultaten in 2008 en later.
Gedacht wordt aan:
• aandacht vestigen op preventie van goederenvervoer;
• toewerken naar zeer hoge supply chain efficiency;
• operationaliseren van het begrip ‘cradle to cradle’;
• aandacht richten op low emmission transport.
5  Activiteiten (agenda 2008).
Er wordt per jaar minimaal een spannende brainstorm georganiseerd
om de uitdagingen en innovaties op het gebied van duurzaam
goederenvervoer Zuid-Nederland te uit te wisselen en uit te dragen.
6  Partners: welke partners worden betrokken?
Hier zijn veel partners bij betrokken uit de kringen van Onderwijs,
Ondernemers en Overheid. Vooral kennis- en onderzoeksinstellingen
zijn in beeld.
7  Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk
niveau.
De 4 provinciale milieufederaties.
8  Themaspecifieke kosten.
€ 10.000,- (organisatie van een brainstorm).
9  Themaspecifieke communicatie.
Flyer, nieuwsbrief, site van Incodelta en links op de sites van
netwerkorganisaties.
10  Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de
minister in 2008.
Toelichting op het onderwerp en aankondiging van de brainstorm.
Incodelta Zuid-Nederland  13
7.	 Bijlage 6 Accent Innovatie
1  Onderwerp.	
Kennisverspreiding van innovatieve initiatieven.
2  Bestaand beleid / doelen: wat willen we bereiken op korte
(tot 2010) en op lange termijn (2020)?
Het uitwisselen en uitdragen van kennis op het gebied van innova-
tieve initiatieven. Zie ook www.duurzamelogistiek.nl
3  Rol Incodelta.
Er is een rol voor Incodelta omdat in Zuid-Nederland over de provincie
grenzen heen het corridorgebonden goederenvervoer bekeken moet
worden. Incodelta heeft daarbij een intermediaire rol. Daarnaast kan
Incodelta faciliteren door ontmoetingen te organiseren, waar MKB,
brancheorganisaties, netwerkorganisaties en overheid bij elkaar komen.
4  Te bereiken resultaten in 2008 en later.
Vermeerdering van kennis over de bekendheid van initiatieven op
het terrein van innovaties en subsidiemogelijkheden daarbij.
Voorbeeld: er voor zorg dragen dat het kwaliteitsnet in brede zin
(ook op locaal niveau) wordt toegepast.
5  Activiteiten (agenda 2008).
Het betreft:
• inventariseren / analyseren van netwerken / platforms die zich
bezig houden met innovatie;
• organiseren van een bijeenkomst / congres, waarbij informatie
wordt uitgewisseld op het gebied van innovatieve initiatieven en
subsidiemogelijkheden.
6  Partners: welke partners worden betrokken?
Bedrijfsleven, universiteiten, financiers, kenniscentra, Connekt etc.
7  Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk-
niveau.
De vertegenwoordigers van TNL en EVO.
8  Themaspecifieke kosten.
Een bijdrage van ongeveer € 10.000,- voor het mede organiseren van
een conferentie.
9  Themaspecifieke communicatie.
Flyer, nieuwsbrief, site van Incodelta en links op de sites van
netwerkorganisaties.
10  Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de
minister in 2008.
Aankondiging van de bijeenkomst.

More Related Content

Similar to INCODELTA verslag 02 2008-2009

Teun Juk - Gemeente Flevoland
Teun Juk - Gemeente FlevolandTeun Juk - Gemeente Flevoland
Teun Juk - Gemeente Flevolandde Baak
 
Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011
Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011
Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011Intercommunale Leiedal
 
Evaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche Waard
Evaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche WaardEvaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche Waard
Evaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche WaardBart Litjens
 
2014 09-04 flagging-system-gommans
2014 09-04 flagging-system-gommans2014 09-04 flagging-system-gommans
2014 09-04 flagging-system-gommansSitra / Hyvinvointi
 
20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen
20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen
20141222 Rapport verkenning Samen Stevig SturenBart Teulings
 
Johanna Knijff, Pro Rail
Johanna Knijff, Pro RailJohanna Knijff, Pro Rail
Johanna Knijff, Pro RailDutch Power
 
Duurzame mobiliteit als lifestyle
Duurzame mobiliteit als lifestyle Duurzame mobiliteit als lifestyle
Duurzame mobiliteit als lifestyle ODINNNL
 
08092017 leveranciersdag implementatie en da2020
08092017 leveranciersdag  implementatie en da2020 08092017 leveranciersdag  implementatie en da2020
08092017 leveranciersdag implementatie en da2020 KING
 
Opzetten en implementeren van intranetportal
Opzetten en implementeren van intranetportalOpzetten en implementeren van intranetportal
Opzetten en implementeren van intranetportalProven Partners
 
Ricardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig ve
Ricardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig veRicardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig ve
Ricardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig veCROW
 
Brochure Meer Bereiken
Brochure Meer BereikenBrochure Meer Bereiken
Brochure Meer BereikenRobert Hijman
 
Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten?
Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten? Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten?
Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten? CongresDA2020
 
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpiJeroen Bosch
 
Ecg v-ict-or - werktafel november 2011 2
Ecg   v-ict-or - werktafel november 2011 2Ecg   v-ict-or - werktafel november 2011 2
Ecg v-ict-or - werktafel november 2011 2bl1133a
 
ICT-integratie in gemeenteland
ICT-integratie in gemeentelandICT-integratie in gemeenteland
ICT-integratie in gemeentelandOdinfo BV
 
Doorgaan om niet stil te staan
Doorgaan om niet stil te staanDoorgaan om niet stil te staan
Doorgaan om niet stil te staanMichel Oldenburg
 
Evaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne Geensen
Evaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne GeensenEvaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne Geensen
Evaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne GeensenArne Geensen
 
E subsidieloket 21062013 thuy - tran chau
E subsidieloket 21062013 thuy - tran chauE subsidieloket 21062013 thuy - tran chau
E subsidieloket 21062013 thuy - tran chauprovincie Utrecht
 
3D-projectaanpak gemeenten SWW
3D-projectaanpak gemeenten SWW3D-projectaanpak gemeenten SWW
3D-projectaanpak gemeenten SWWOdinfo BV
 

Similar to INCODELTA verslag 02 2008-2009 (20)

Teun Juk - Gemeente Flevoland
Teun Juk - Gemeente FlevolandTeun Juk - Gemeente Flevoland
Teun Juk - Gemeente Flevoland
 
Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011
Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011
Klankbordforum Sterk Besturen 7 juni 2011
 
Evaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche Waard
Evaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche WaardEvaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche Waard
Evaluatie van de regionale samenwerking Hoeksche Waard
 
2014 09-04 flagging-system-gommans
2014 09-04 flagging-system-gommans2014 09-04 flagging-system-gommans
2014 09-04 flagging-system-gommans
 
20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen
20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen
20141222 Rapport verkenning Samen Stevig Sturen
 
Johanna Knijff, Pro Rail
Johanna Knijff, Pro RailJohanna Knijff, Pro Rail
Johanna Knijff, Pro Rail
 
Selection Mission2010
Selection Mission2010Selection Mission2010
Selection Mission2010
 
Duurzame mobiliteit als lifestyle
Duurzame mobiliteit als lifestyle Duurzame mobiliteit als lifestyle
Duurzame mobiliteit als lifestyle
 
08092017 leveranciersdag implementatie en da2020
08092017 leveranciersdag  implementatie en da2020 08092017 leveranciersdag  implementatie en da2020
08092017 leveranciersdag implementatie en da2020
 
Opzetten en implementeren van intranetportal
Opzetten en implementeren van intranetportalOpzetten en implementeren van intranetportal
Opzetten en implementeren van intranetportal
 
Ricardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig ve
Ricardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig veRicardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig ve
Ricardo poppeliers kostenkengetallen in het kleinschalig ve
 
Brochure Meer Bereiken
Brochure Meer BereikenBrochure Meer Bereiken
Brochure Meer Bereiken
 
Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten?
Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten? Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten?
Kalvermelk 2b Ronde 1 Wat kost de invoering van de Omgevingswet voor gemeenten?
 
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
11-1025 HPS Netherlands Brochure AW 150dpi
 
Ecg v-ict-or - werktafel november 2011 2
Ecg   v-ict-or - werktafel november 2011 2Ecg   v-ict-or - werktafel november 2011 2
Ecg v-ict-or - werktafel november 2011 2
 
ICT-integratie in gemeenteland
ICT-integratie in gemeentelandICT-integratie in gemeenteland
ICT-integratie in gemeenteland
 
Doorgaan om niet stil te staan
Doorgaan om niet stil te staanDoorgaan om niet stil te staan
Doorgaan om niet stil te staan
 
Evaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne Geensen
Evaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne GeensenEvaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne Geensen
Evaluatie Servicecentrum Drechtsteden SCD 23 juni 2011 Arne Geensen
 
E subsidieloket 21062013 thuy - tran chau
E subsidieloket 21062013 thuy - tran chauE subsidieloket 21062013 thuy - tran chau
E subsidieloket 21062013 thuy - tran chau
 
3D-projectaanpak gemeenten SWW
3D-projectaanpak gemeenten SWW3D-projectaanpak gemeenten SWW
3D-projectaanpak gemeenten SWW
 

INCODELTA verslag 02 2008-2009

  • 1. samen succesvol in duurzaam en efficiënt goederenvervoer INCODELTA 2008 - 2009
  • 2. Inhoudsopgave Pagina 1 Incodelta 2008 - 2009 3 2 Bijlage 1 Thema Spoor 6 3 Bijlage 2 Thema Binnenvaart 8 4 Bijlage 3 Thema Colonnevorming 9 5 Bijlage 4 Accent Containerlogistiek 10 6 Bijlage 5 Accent Duurzaamheid 12 7 Bijlage 6 Accent Innovatie 13
  • 3. Incodelta Zuid-Nederland < 3 1. Incodelta 2008 - 2009 Uitgangspunt: gezamenlijke thema’s De samenwerking goederenvervoer Zuid- Nederland zal in 2008 en 2009 aan de slag gaan met een aantal thema’s. Deze thema’s zijn benoemd en verder uitgewerkt in de bijlagen. Bij de selectie van deze thema’s gaat het in hoofdzaak om twee elementen, namelijk: • is er sprake van een probleem (of uitda- ging) bij het goederenvervoer, dat zich op het grondgebied van de vier betrokken provincies manifesteert en • heeft Incodelta bij het oplossen van dat probleem een toegevoegde waarde? Wij zijn tot de conclusie gekomen dat Incodelta zich op basis van deze twee vragen zou moeten richten op de thema’s Spoor, Binnenvaart en Colonnevorming en hierbij accenten zou kunnen leggen op Container- logistiek, Duurzaamheid en Innovatie. In onderstaand schema zijn de thema’s en accenten in hun onderlinge samenhang geïllustreerd. In dit schema zijn de thema’s verticaal geprojecteerd, terwijl de accenten horizon- taal zijn weergegeven. Per thema en per accent is een initiatiefnemende partij voorgesteld. De rol van de initiatiefnemende partij is dat deze: • verantwoordelijk is voor het op de agenda zetten van het thema; • op zich neemt in samenwerking met derden te komen tot activiteiten om de geschetste doelen (zie bijlagen) te bereiken; • onder de vlag van de Zuid-Nederlandse samenwerking zorg draagt voor de communicatieve, administratieve en financiële handling van de activiteiten. In 2007 heeft de stuurgroep Incodelta zich beraden over de opzet van de toekomstige samenwerking. Het resultaat hiervan is dat de stuurgroep afstapt van een projectorganisatie en zich zal richten op een net- werkorganisatie. De samenstelling van de stuurgroep blijft ongewijzigd; de vertegenwoordiging van het ministerie van verkeer en waterstaat wordt nog be- zien. Voorzitter van de stuurgroep is mw. Karla Peijs, commissaris van de koningin van de provincie Zeeland. Vanuit de andere provincies hebben zitting in de stuurgroep de gedeputeerden Kersten (Limburg), mw. Steffens (Noord-Brabant) en Veldhuijzen (Zuid-Hol- land). Spoor ColonnevormingBinnenvaart Noord Brabant en Zeeland Zuid- Holland Limburg Schema: thema’s (verticaal), accenten (horizontaal) en initiatiefnemers. Container-logistiek Duurzaamheid Innovatie Noord-Brabant Milieufederaties EVO en TLN
  • 4. 4 Incodelta Zuid-Nederland Om de werkzaamheden op elkaar af te stemmen, is voor een lichte organisatievorm gekozen, die minder dan tot nu toe projecten uitvoert. De voorkeur gaat uit naar een netwerkorganisatie. Het is de bedoeling de vorm nader te ontwikkelen, mede aan de hand van de verdere formulering en uitwerking van de thema’s en de accenten. De onderstaande beschouwingen zijn hierbij richtinggevend Nieuwe organisatievorm: enkele beschouwingen Wellicht is tot nu toe te veel ingestoken op ‘wat kunnen we met Incodelta?’ en te weinig met ‘wat heeft Zuid-Nederland nodig op het gebied van goederenvervoerbeleid (en wat kunnen we in dat verband met Incodelta)’. Op deze laatste vraag zal nu eerst worden ingegaan. Wat heeft Zuid-Nederland nodig op het gebied van goederenver- voerbeleid? Vertrekpunt voor de gedachtevorming is de vraag: wat zouden we organiseren op het gebied van goederenvervoer als er helemaal niets was? Gelet op het schaalniveau van goederenvervoer zou er in ieder geval een gezamenlijke basis voor samenwerking in Zuid-Nederland moeten zijn. Deze samenwerking zou niet alleen van de overheden moeten uitgaan, maar moeten plaatsvinden in samenwerking met enerzijds de grote logistieke knooppunten (Rotterdamse havens, Venlo, Moerdijk, Zeeuwse havens) en met anderzijds overige marktpartijen en de milieufederaties. Het accent zou moeten liggen op de bovenregionale stromen. De provinciegrensoverschrijdende elementen uit de vier provinciale visies bepalen de samenwerking in Zuid-Nederland. De concrete uitvoering van de provinciale visies is aan de afzonderlijke provincies en overige partijen. Incodelta stimuleert en inspireert, dat op het bovenprovinciale niveau de juiste thema’s op de agenda blijven staan. Incodelta vult zijn rol in door kennis uit te wisselen, verbindingen te leggen en te lobbyen. Hiervoor is het van belang dat er een netwerkorganisatie in stand blijft, zodat er bijvoorbeeld twee maal per jaar op bestuurlijk niveau kan worden overlegd over voortgang en afstemming. Ambtelijk kunnen netwerk- contacten ondersteund worden met eveneens enkele bijeenkomsten per jaar. Concrete projecten die bovenregionaal zijn, worden door Incodelta Zuid-Nederland op de agenda gezet en kunnen door betrokken partners worden uitgevoerd. Het gaat dan vooral om afstemmen, informeren en consulteren; de feitelijke samenwerking bij projecten wordt aan de (overheids- en markt-) partijen overgela- ten. Incodelta heeft meer een verwijsfunctie en een rol om partijen bij elkaar te brengen, dan dat Incodelta zelf kennis ontwikkelt en een vraagbaak zou zijn voor inhoudelijke zaken. Welke organisatie vergt dat? Gelet op het vorenstaande is een apart programmabureau niet meer nodig. Wel zal een functionaris het netwerk in stand moeten houden. Bij een van de partners wordt een programmaleider ondergebracht, die als netwerkbeheerder optreedt, en ambtelijke en bestuurlijke vergaderingen bijeenkomsten voorbereidt. Dit komt neer op een soort ‘Incodelta light’; een netwerkorganisatie (een forum) waar partijen kennis en ervaringen uitwisselen over goederenvervoer op bovenprovinciaal niveau. De deelnemers zijn overtuigd van de meerwaarde van bovenprovinciale afstemming. Het is wel aan te raden om een gezamenlijke ‘merknaam’ als etiket op de afstemming rondom goederenvervoer te blijven hanteren. Overwegingen en uitgangspunten Deze beschouwingen leiden tot de volgende overwegingen: bouw de huidige organisatie Incodelta af. Organiseer een nieuwe netwerkorganisatie onder de huidige naam die zich richt op de bovenregionale afstemming rondom de grote goederenstromen. de belangrijkste taak is het stroomlijnen van netwerkprocessen, gekoppeld aan de eerder genoemde inhoudelijke thema’s en accenten. Er kan volstaan worden met 0,4 fte (programmaleider) voor het in stand houden van het netwerk; de uitvoering ligt bij de partners in het netwerk.
  • 5. De uitgangspunten voor de uitwerking van dit voorstel zijn: • een lichte vorm van Incodelta (er wordt alleen gewerkt aan thema’s die ook bij de afzonderlijke provincies op de agenda staan; vanuit de filosofie dat er met samenwerking effectiever en efficiënter gewerkt kan worden, brengt de samenwerking geen extra werk met zich mee); • accent op netwerkorganisatie én oog voor internationale inbreng; • interactie met bedrijfsleven vraagt bijzondere aandacht; • geen eigen kantoor, wel een ambtelijke trekker (0,4 fte); • gezamenlijke kosten voor ambtelijk trekker en procesactiviteiten; • de communicatieve en administratieve werkzaamheden zullen in beginsel worden uitgevoerd door de initiatiefnemers; • aanvullende financiering op themaniveau door partners (inclusief steun vanuit Europa); • uitgaan van voorlopig 2 jaar. Uit de dit jaar uitgevoerde evaluatie blijkt dat het voor het welslagen van de samenwerking noodzakelijk is dat de bestuurders: • er in de praktijk blijk van geven er voor te willen gaan; • hierbij proactief inspelen op zich voordoende ontwikkelingen; • boegbeeld zijn van de samenwerking. In de evaluatie is tevens aanbevolen dat ook het management van de deelnemende partijen proactief dient te worden betrokken. Incodelta Zuid-Nederland 5 Ter besluitvorming 1. Instemmen met het voortzetten van Incodelta als netwerkorgani- satie en deze voorlopig richten op de thema’s Spoor, Binnenvaart en Colonnevorming. Hierbij legt Incodelta accenten op Container- logistiek, Duurzaamheid en Innovatie; 2. Instemmen met de aanpak voor deze thema’s en de accenten, zoals die in de bijlagen zijn weergegeven; 3. Met de bestaande stuurgroep in 2008 twee maal bijeen komen ter voorbereiding van het overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat over het MIRT ; 4. Er mee instemmen dat voor de samenwerking: • de provincie Zeeland voorziet in het voorzitterschap; • de provincie Noord-Brabant de invulling van de programmaleider regelt; • de provincie Limburg het beheer van de financiën voor zijn rekening neemt; • de kosten neerkomen op ongeveer € 150.000 (voor ca. 50% bestaande uit algemene kosten en voor ca. 50% bestaande uit thema- en accentgerelateerde kosten). Voor de dekking van deze kosten wordt er van uitgegaan dat het positieve saldo van vorige jaren voor 2008 en 2009 kan worden aangewend voor ca. € 75.000 per jaar.
  • 6. 6 Incodelta Zuid-Nederland 2. Bijlage 1 Thema spoor 1 Onderwerp. Het spoorwegnetwerk in Zuid-Nederland loopt door een aantal kernen en veroorzaakt overlast in de vorm van geluid, trillingen en barrière- werking. Dit betekent een beperking in de mogelijkheden tot stedelijke ontwikkeling en een gevaar voor de externe veiligheid. Toename van het goederenvervoer leidt tot een toename van deze problemen in vooral het stedelijke gebied. Daarnaast staat de kwaliteit van het perso- nenvervoer per spoor onder druk door de toename van het goederenvervoer over het spoor. 2 Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)? Incodelta zet zich in voor de meest duurzame oplossing: een goederenruit Zuid-Nederland, inclusief de realisering van de Verbinding Zeeland - Antwerpen (VEZA of Sloeboog). De goederenruit Zuid-Nederland bestaat uit robuuste goederenspoorlijnen tussen de Randstad, de Vlaamse Ruit en het Ruhrgebied. De Betuweroute, de IJzeren Rijn, de goederenspoorlijn Rotterdam België (RoBel) en de Zuidtak van de Betuweroute vormen de ruit. De realisering van deze ruit zal, zoals het zich nu laat aanzien, nog lang op zich laten wachten omdat het rijk vindt dat de huidige spoorlijnen momenteel nog voldoende transportcapaciteit hebben. Daarmee blijft de overlast onverminderd bestaan en zal deze, bij toename van het goederenvervoer over spoor, evenredig toenemen. Primair doel is het oplossen van de door het goederenvervoer over spoor veroorzaakte problemen van leefbaarheid, milieu en veiligheid. Met de realisering van de ruit, kunnen deze problemen het meest adequaat worden opgelost. Tegelijkertijd wil Zuid-Nederland nagaan of er alternatieve opties zijn, die eveneens de door het goederenvervoer veroor- zaakte problemen van leefbaarheid, milieu en veiligheid kunnen oplossen. Binnen de goederenruit Zuid-Nederland dient de ruimte die op het spoor ontstaat door de ingebruikname van de Betuweroute, benut te worden door personenvervoer en goederenvervoer (bestemmingsver- voer) Zuid-Nederland. Dit past ook binnen de doelstelling van de modal shift en het behouden van de bereikbaarheid ook voor goederenver- voer in Noord-Brabant. Het korte termijn doel is dat Incodelta met partijen een alliantie aangaat die het langere termijn doel scherper in beeld brengt en najaagt. 3 Rol Incodelta. De geschetste problemen en / of het oplossen daarvan spelen zich vooral af op het grondgebied van de vier Incodelta-provincies. Vanuit de doelstellingen voor duurzaam goederenvervoer, de bestuurskracht van de Incodelta partners en het beschikbare organiserende netwerk is Incodelta het gremium dat met dit thema aan de slag zou moeten gaan. De Goederenruit Zuid-Nederland is voor de provincies van groot belang. Op dit moment komt de Goederenruit vooral aan bod in de zgn Task Force Brabantroute en het reguliere (Noord-Brabantse) overleg met de B5-steden. In de Taskforce Brabantroute zijn vele partijen aangeschoven, waaronder Brabantse steden, de Drechtsteden, de gemeente Venlo en de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Ook RSD is betrokken bij het overleg over het spoorwegnetwerk. Een rol voor Incodelta is procesmatig samenwerken: er zal afstemming plaats moeten vinden tussen de partijen die een indirect of direct belang hebben. Een andere rol is professioneel lobbyen; te selecteren partijen zullen samen hun posities moeten bepalen en deze moeten vastleggen. Er zullen contacten (o.a. op Europees niveau) gelegd worden met het bedrijfsleven en het maatschappelijke middenveld. 4 Te bereiken resultaten in 2008 en later. Het gaat om de volgende resultaten: • Minder overlast en risico’s door vermindering van het aantal doorgaande goederentreinen (vooral met gevaarlijke stoffen) door de steden en een intensiever gebruik van de Betuweroute; • Robuuste achterlandverbindingen voor de havens van de Schelde Rijn Delta; • Ruimte voor de verbetering van de multimodale bereikbaarheid; Een gevolg van de inspanningen is dat stationsomgevingen veiliger kunnen worden. 5 Activiteiten (agenda 2008). Het opstellen van een communicatie -en lobbyplan (voorjaar 2008) en het voorbereiden en houden van een ronde tafel gesprek met relevante stakeholders (najaar 2008).
  • 7. Incodelta Zuid-Nederland 7 6 Partners: welke partners worden betrokken? De provincies Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, een aantal aan het spoor gelegen gemeenten / samenwerkingsverban- den, organisaties die actief zijn met betrekking tot het spoor, vervoerders-/verladersorganisaties, havenbedrijven en onderzoeks-, kennis- en adviesinstanties. Bij het nastreven van de onder punt 2 beschreven doelen zal de impact op het goederenvervoer over de Brabantroute worden bezien. Tot 2030 zal voldoende capaciteit beschikbaar moeten zijn voor goederenvervoertransporten naar en van Limburg via de Brabantroute, omdat die van levensbelang is voor zowel het chemiecluster in Zuid-Limburg als voor de logistieke hotspot Venlo. De ruit is een ambitie die in zijn volledige omvang pas op langere termijn gerealiseerd zal kunnen worden. 7 Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk niveau. De provincies Zeeland en Noord-Brabant trekken dit thema. 8 Themaspecifieke kosten. Voor de bepaling van de kosten die zijn gemoeid met het inzetten van de lobby en het onderzoek en uitwerking van de alternatieven gaan de gedachten uit naar het inzetten van provinciale medewer- kers. De met deze inzet samenhangende bijkomende kosten worden geraamd op ongeveer € 25.000 per jaar 9 Themaspecifieke communicatie. Radiostilte tot dat het communicatie- en lobbyplan is opgesteld. 10 Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de minister in 2008. Commitment van de minister voor de aanpak, te omschrijven in het communicatie- en lobbyplan
  • 8. 8 Incodelta Zuid-Nederland 3. Bijlage 2 Thema Binnenvaart 1 Onderwerp. Stimuleren van de binnenvaart door opwaardering van de binnenha- vens. 2 Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)? Op de vaarwegen is nog voldoende capaciteit om de groeiende goederenstromen tussen zeehavens en achterland op te vangen. De binnenvaart moet gestimuleerd worden als alternatief voor het wegvervoer. Doel: de bereikbaarheid van Zuid-Nederland via de modaliteit water optimaliseren door in te zetten op opwaardering van de binnenhavens. Op korte termijn moeten alle gemeenten met een binnenhaven gestimuleerd worden om beleidsmatig aandacht te geven aan de binnenhavens en te werken aan opwaardering. Op korte termijn moet ook de positie van de inlandterminals in relatie tot containertransferia in beeld gebracht worden. Op lange termijn moeten alle binnenhavens voldoende diepgang hebben en moeten er voldoende natte bedrijventerreinen zijn met kavels die gereserveerd zijn voor natte bedrijvigheid. 3 Rol Incodelta. Op korte termijn willen we als Incodelta provincies ondersteunen om voor de binnenhavens geld binnen te halen uit het budget van 55 mln. euro, dat VW beschikbaar heeft voor binnenhavens. Het betreft investeringen in het onderhoud en de bereikbaarheid van de binnenhavens. Dit zijn maatregelen die het gebruik en beheer van de binnenhavens ten goede komen. Incodelta kan ook streefcijfers voor kwaliteit en kwantiteit formuleren voor de binnenhavens in Zuid- Nederland. 4 Te bereiken resultaten in 2008 en later. Over de investeringsvoorstellen van de afzonderlijke provincies zal in Incodelta verband worden overlegd. Hiermee kunnen we de aan de minister van V W voor te leggen voorstellen beter onderbouwen. De corridor Rotterdam-Venlo-Born kan bijvoorbeeld geanalyseerd worden. 5 Activiteiten (agenda 2008). In februari 2008 stelt VW de instrumentenmap binnenhavens beschikbaar. Deze kan gebruikt worden om investeringsvoorstellen uit te werken ten behoeve van opwaardering van de binnenhavens. Provincies moeten ieder afzonderlijk met gemeenten aan de slag om voorstellen uit te werken. Binnen Incodelta kan informatie uitgewis- seld worden en de aanpak worden afgestemd. Over de uiteindelijke voorstellen richting VW zou vooraf binnen Incodelta overlegd kunnen worden. 6 Partners: welke partners worden betrokken? Nederlandse Vereniging van binnenhavens, provincies, RWS, EVO, VITO , MCA en Schuttevaer 7 Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Ambtelijk trekker: Rina Engelen. Bestuurlijk trekker: Bert Kersten. 8 Themaspecifieke kosten. € 25.000,- onderzoeksgeld uit Incodeltabudget. Inzetten om bepaalde knelpunten nader uit te werken. Bijvoorbeeld het knelpunt ten aanzien van milieuvergunningen (geluidsnormeringen, luchtkwa- liteit). 9 Themaspecifieke communicatie. 10 Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de minister in 2008. Voor het voorjaarsoverleg zal VW de binnenhavens agenderen. Provincies moeten dan aangeven wat hun visie is op de binnen- havens en hoe ze gemeenten (de havenbeheerders) gaan ondersteu- nen. Voor het najaarsoverleg zullen de investeringsvoorstellen uit de diverse provincies voor de eerste tranche van de 55 mln. euro worden geagendeerd.
  • 9. Incodelta Zuid-Nederland 9 4. Bijlage 3 Thema Colonnevorming 1 Onderwerp. Toelichting: op een aantal A-wegen wordt verwacht dat het aantal vrachtwagens gaat groeien naar meer dan 1000 per uur. Daarmee is de hele rechterrijstrook bezet. De capaciteit van de weg daalt en in- en uitvoegen wordt lastig. Er ontstaat congestie op de provinciale wegen, die aansluiten op A-wegen. Welke verkeerskundige oplossin- gen zijn denkbaar bij het oplossen van colonnevorming? Deze problematiek wordt onvoldoende meegenomen in traditionele verkeersmodellen. 2 Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)? Vanuit het bestaande beleid zijn van belang “KWN Incodelta 2004 naar 2020” en de in de netwerkanalyses gegeven aandacht voor het goederenvervoer. De doelen zijn: • aandacht voor en laten formuleren van oplossingen colonnevor- ming op belangrijke corridors in Incodelta gebied; • afstemmen van inbreng in bestuurlijk MIRT -overleg als het gaat om goederenvervoer gerelateerde maatregelen voor infrastructuur. 3 Rol Incodelta. Het betreft A-wegen die een aantal van de Incodelta provincies doorsnijden (A16, A67, A58, A2 e.d.). Een corridorbenadering voor het hele Incodeltagebied is hiervoor noodzakelijk, met aandacht voor aansluitende provinciale wegen. De Incodelta-rollen zijn: • opbouwen van kennis (waar en wanneer colonnevorming gelet op groei vrachtverkeer) als vervolg op KWN Incodelta 2004; • overdragen van kennis (Zuidvleugel heeft voor 2020 verbindingen in kaart gebracht); • afstemmen over knelpunten en oplossingen, organiseren van expertmeeting; • lobby richting Ministerie VW voor noodzakelijke investeringen. 4 Te bereiken resultaten in 2008 en later. Het gaat om: • inzicht in verbindingen waar colonnevorming optreedt en de gevolgen daarvan. Deze inzichten worden ingebracht in netwerk- analyses; • mogelijk inzicht in korte termijn maatregelen (DVM, zoals toerit- dosering); • afstemmen voor langere termijn, structurele oplossingen en overleg met Ministerie. 5 Activiteiten (agenda 2008). Activiteiten zijn: • het in beeld brengen waar colonnevorming optreedt; • aangeven welke knelpunten op gaan treden; • inbrengen in netwerkanalyses; • formuleren van generieke oplossingen. 6 Partners: welke partners worden betrokken? Provincies, RWS, TLN, EVO, CROW, PMZ, milieufederaties etc. Eventueel een breder samengestelde klankbordgroep instellen. De beroepsorganisaties zijn primair verantwoordelijk voor de problematiek. 7 Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Ambtelijk: Ruud Bos (Provincie Zuid-Holland). Bestuurlijk: Govert Veldhuijzen (gedeputeerde Zuid-Holland). 8 Themaspecifieke kosten. Het leveren van een eventuele bijdrage in de kosten van prognoses van de groei van het vrachtverkeer, KWN 2020 (25.000 euro en eventueel bijdragen afzonderlijke provincies en RWS). 9 Themaspecifieke communicatie. Eventueel een breder samengestelde klankbordgroep instellen. Communicatie: • expertmeeting voor formuleren van oplossingen; • ronde tafel bijeenkomst met klankbordgroep. 10 Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de minister in 2008. In het MIRT -overleg van het voorjaar 2008 staat voor de Zuidvleugel al op de agenda ‘uitwerken gevolgen colonnevorming en voorstellen voor aanpak’. Hierbij wordt de benadering voor heel Zuid-Nederland betrokken.
  • 10. 10 Incodelta Zuid-Nederland 5. Bijlage 4 Accent Containerlogistiek 1 Onderwerp. De containermarkt is een groeimarkt. Momenteel is er sprake van een groei van 8-10% per jaar in de mainports. Spoor en water hebben voldoende potentie om de gestaag groeiende container- stroom van mainports naar het achterland te behandelen. De A15, die de verbinding vormt tussen de mainport en het achterland, ondervindt in de huidige situatie al ernstige congestie. Deze weginfrastructuur zal de snel groeiende containerstroom niet meer kunnen verwerken. Van het (inter-) nationale vervoer wordt nu al zo’n 50 % via spoor en water afgewikkeld. Een alternatief voor het wegvervoer is een vergaande benutting van spoor en water als modaliteit. Om dit te bereiken, moet worden ingezet op drie sporen van beleid (zie onder 2). 2 Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)? 1. Planning De rode draad in beheersing van de logistieke ketens door Rotterdam is de planning. Deze is te statisch en zou dynamischer en integraler moeten worden aangepakt. De wens is te komen tot een dynamische planning, waarbij met de verschillende partijen in de keten wordt afgestemd. 2. Volumegroei Groei mogelijk maken op de inlandterminals (rail, water), waarmee voldoende capaciteit beschikbaar komt om de contai- nerstroom die in Rotterdam en Antwerpen aanlandt, zo snel mogelijk door te zetten naar het achterland. 3. Organisatie De groei van de containermarkt vanuit de mainport Rotterdam heeft consequenties voor de inlandterminals. 3 Rol Incodelta. De afzonderlijke partijen kunnen de (komende) problematiek van de containerlogistiek niet alleen oplossen. Incodelta kan meerwaarde leveren omdat alle partners met de problematiek te maken hebben en er gezamenlijk meer complementariteit is dan wanneer ieder voor zich blijft proberen oplossingen te zoeken. De rol voor Incodelta bestaat hierin dat de knelpunten die de groei van de containermarkt met zich mee brengt in beeld worden gebracht. 4 Te bereiken resultaten in 2008 en later. Het gaat hierbij om: • knelpunten inventariseren van inlandterminals (infrastructuur, milieuaspecten); • relatie met kwaliteitsnet in beeld brengen; 5 Activiteiten (agenda 2008). Het betreft de volgende activiteiten: • ondersteunen bij het in beeld brengen van de groei van de containeroverslag, vooral met betrekking tot het wegtransport (relatie met thema Colonnevorming); • helpen aangeven welke knelpunten gaan optreden en welke oplossingen er zijn; 6 Partners: welke partners worden betrokken? Aan de volgende partners wordt gedacht: • brancheorganisaties hebben het initiatief (VITO = Vereniging Inland Terminal Operators); • Provincies; • Eigen Vervoerders Organisatie (EVO) en ECT (Europe Container Terminals). 7 Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Binnen Incodelta is dit de provincie Noord-Brabant. 8 Themaspecifieke kosten. Een bijdrage van ongeveer € 10.000 voor onderzoek en het houden van een conferentie.
  • 11. Incodelta Zuid-Nederland 11 9 Themaspecifieke communicatie. Nader te bepalen. 10 Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de minister in 2008. Het onderwerp bespreken in het voorjaarsoverleg met de minister.
  • 12. 12 Incodelta Zuid-Nederland 6. Bijlage 5 Accent Duurzaamheid 1 Onderwerp. Aspecten van duurzaamheid, die vooral bij de thema’s Spoor, Binnenvaart en Colonnevorming aan de orde zijn. 2 Bestaand beleid / beleidsdoelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)? Er staan een paar begrippen centraal. Een daarvan wordt vertolkt door het Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken (TELOS); aan People, Planet en Profit wordt in onderlinge samenhang en balans aandacht gegeven. Er zou ook gekeken kunnen worden naar de demografische ontwikkelingen op langere termijn (afnemende omvang van de bevolking). 3 Rol Incodelta. Uitgaande van de corridors in Zuid-Nederland is er voor duurzaam- heid veel te winnen. Door gezamenlijk daar aandacht aan te besteden en niet ieder voor zich dat te laten regelen, zal Incodelta een toegevoegde waarde hebben. 4 Te bereiken resultaten in 2008 en later. Gedacht wordt aan: • aandacht vestigen op preventie van goederenvervoer; • toewerken naar zeer hoge supply chain efficiency; • operationaliseren van het begrip ‘cradle to cradle’; • aandacht richten op low emmission transport. 5 Activiteiten (agenda 2008). Er wordt per jaar minimaal een spannende brainstorm georganiseerd om de uitdagingen en innovaties op het gebied van duurzaam goederenvervoer Zuid-Nederland te uit te wisselen en uit te dragen. 6 Partners: welke partners worden betrokken? Hier zijn veel partners bij betrokken uit de kringen van Onderwijs, Ondernemers en Overheid. Vooral kennis- en onderzoeksinstellingen zijn in beeld. 7 Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk niveau. De 4 provinciale milieufederaties. 8 Themaspecifieke kosten. € 10.000,- (organisatie van een brainstorm). 9 Themaspecifieke communicatie. Flyer, nieuwsbrief, site van Incodelta en links op de sites van netwerkorganisaties. 10 Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de minister in 2008. Toelichting op het onderwerp en aankondiging van de brainstorm.
  • 13. Incodelta Zuid-Nederland 13 7. Bijlage 6 Accent Innovatie 1 Onderwerp. Kennisverspreiding van innovatieve initiatieven. 2 Bestaand beleid / doelen: wat willen we bereiken op korte (tot 2010) en op lange termijn (2020)? Het uitwisselen en uitdragen van kennis op het gebied van innova- tieve initiatieven. Zie ook www.duurzamelogistiek.nl 3 Rol Incodelta. Er is een rol voor Incodelta omdat in Zuid-Nederland over de provincie grenzen heen het corridorgebonden goederenvervoer bekeken moet worden. Incodelta heeft daarbij een intermediaire rol. Daarnaast kan Incodelta faciliteren door ontmoetingen te organiseren, waar MKB, brancheorganisaties, netwerkorganisaties en overheid bij elkaar komen. 4 Te bereiken resultaten in 2008 en later. Vermeerdering van kennis over de bekendheid van initiatieven op het terrein van innovaties en subsidiemogelijkheden daarbij. Voorbeeld: er voor zorg dragen dat het kwaliteitsnet in brede zin (ook op locaal niveau) wordt toegepast. 5 Activiteiten (agenda 2008). Het betreft: • inventariseren / analyseren van netwerken / platforms die zich bezig houden met innovatie; • organiseren van een bijeenkomst / congres, waarbij informatie wordt uitgewisseld op het gebied van innovatieve initiatieven en subsidiemogelijkheden. 6 Partners: welke partners worden betrokken? Bedrijfsleven, universiteiten, financiers, kenniscentra, Connekt etc. 7 Verantwoordelijk initiatiefnemer op ambtelijk en bestuurlijk- niveau. De vertegenwoordigers van TNL en EVO. 8 Themaspecifieke kosten. Een bijdrage van ongeveer € 10.000,- voor het mede organiseren van een conferentie. 9 Themaspecifieke communicatie. Flyer, nieuwsbrief, site van Incodelta en links op de sites van netwerkorganisaties. 10 Bestuurlijke relevantie en de inzet voor het overleg met de minister in 2008. Aankondiging van de bijeenkomst.