2. Zinsstructuur
Normale zinsstructuur
SUBJ PV REST EINDGROEP
Paolo studeert hier economie.
Paolo zal hier economie
studeren.
Paolo spreekt soms met Els
af.
Paolo gaat morgen met de trein naar Gent.
Let op de plaats van het hulpwerkwoord.
TeMPo : TIJD – MANIER – PLAATS
3. • Inversie
(…) PV (ER) SUBJ REST
EINDGR.
Studeert Paolo economie?
Zal Paolo hier economie studeren?
Wat zal Paolo hier studeren?
Economie zal Paolo hier studeren.
Er studeert een Italiaan in Leuven.
In Leuven studeert er een Italiaan.
Wie studeert er in Leuven?
Wanneer spreken Paolo en Els in Leuven
af?
Zin begint NIET met het SUBJECT => INVERSIE!!!!
Vraag begint NIET met vraagwoord => antwoord = JA/NEE
Eindgroep = infinitief na hulpwerkwoord OF tweede deel scheidbaar
werkwoord.
4. AAN DE GANG ZIJNDE ACTIE
Normale zinsstructuur
SUBJ PV REST EINDGROEP
Ik ben Nederlands aan het leren.
Paolo is hier economie aan
het studeren.
Inversie
(…) PV SUBJ REST EINDGR.
Wat ben je nu aan het doen?
Nu ben ik een taak aan het maken.
5. Dit is alleen voor ECHTE activiteiten!
=> NIET met liggen, staan, blijven, …
• NIET : Ik ben op een stoel aan het zitten; WEL : Ik zit
op een stoel.
• NIET : Ik ben thuis aan het blijven; WEL : Ik blijf thuis.
MAAR!!! Ik ben aan het slapen.