Personeelsblad HagaMgzn van het HagaZiekenhuis verschijnt vier keer per jaar.
Ik doe de coördinatie, eindredactie, correctie en schrijf stukken.
Dit kleurrijke magazine met een mix van informatieve stukken en persoonlijke rubrieken heb ik in 2014 opgezet samen met mijn collega.
1. Zuster,
ik word
Najaar 2016
Personeelsblad van
het HagaZiekenhuis
Caroline en Lisanne, twee
zussen met dezelfde
droom: specialist worden.
Lees hun verhaal op
pagina 8.
De afdeling AODA/Heel-
kunde-1 is al heel ver met
de voorbereidingen op
de NIAZ-audit. Heleen en
Bianca vertellen hoe ze dit
voor elkaar kregen op
pagina 20.dokter!
2. Uit de kunst
Dit werk was het geschenk van de Medi-
sche staf aan het toenmalige Rode Kruis
Ziekenhuis ter gelegenheid van het
100-jarig bestaan in 1989. Toen eind jaren
negentig het winkeltje op de plek kwam
waar het nu nog zit, was er geen plek
meer voor dit kunstwerk. Het ging jaren-
lang in depot, maar nu heeft het weer de
ruimte die het verdient.
Het is een litho van César Domela, een
voor zijn tijd zeer moderne en avant-
gardistische kunstenaar. Hij werd in 1924
lid van kunstenaarscollectief De Stijl, waar-
van Piet Mondriaan een belangrijk lid was.
Titel: Composition néo-plastique
Kunstenaar: César Domela
Nieuwenhuis
Jaar: onbekend (mogelijk 1928)
Techniek: lithografie (steendruk),
een grafische techniek (behorend
tot de vlakdruk), die mogelijk
is doordat vet en water elkaar
afstoten. Er is een gelimiteerde
oplage van 90 stuks
Afmetingen: 100x100 cm
Te zien: in de lichtstraat, bij
de afslag naar de afdeling
Fysiotherapie (route E0.1),
schuin tegenover het winkeltje
2 HagaMgzn najaar 2016
3. Colofon
Inhoud
Jeannet Verbarendse, medisch
secretaresse paramedische dienst
“Ik had het werk nog nooit gezien; het valt
niet op zo verscholen achter de plant. Ik
denk dat patiënten dit werk ook niet zien
hoor. Waarom hangt het niet tegenover de
balie, of op de muur naast de balie? Daar is
nu niets te zien.
Ik vind het overigens niet mooi, zo grijs. Ik
vind het ook niet vrolijk. Het doet me echt
niets, meer kleur was beter geweest. Ik vind
kunst op zich leuk. Ik heb in huis schilderijen
hangen van Jochem de Graaf. Dat zijn
kleurrijke werken en daar zit ook reliëf in;
de verf ligt er bovenop. Dit werk is zo vlak.
Daar houd ik niet zo van.”
Wat vind jij van dit kunstwerk?
Wat zie je erin? Deel het met
anderen op intranet.
Uitgave: september 2016
HagaMgzn is het personeelsblad van
het HagaZiekenhuis en verschijnt drie
keer per jaar.
Hoofdredacteur: Marnix Beekmans
Eindredactie: Harriët Maat en
Carolien Noordhuizen
Redactie: Harriët Maat, Carolien
Noordhuizen en Elly van Schaik
Aan dit nummer werkten mee:
Jan Dirk Barreveld, John Gunneweg,
Marcel Hoogland, Martin Schipperus,
Marina van Schuppen en Vincent van
Wegberg.
Redactieraad:
Hans Biard, John Gunneweg, Dina May
van Leeuwen, Sjaak Lodiers, Sasja Plak,
Martin Schipperus, Petra van Veen en
Arnan Veldhuizen
Fotografie: Studio Oostrum
Vormgeving: De VormCompagnie
Druk: DR&DV Media Services
Oplage: 5.000 exemplaren
Adres: Afdeling Communicatie
HagaZiekenhuis, Leyweg 275, 2545 CH
Den Haag
Telefoon: (070) 210 4022
Per 1 oktober hebben we een nieuw adres
(maar we verhuizen niet):
Els Borst-Eilersplein 275, 2545 AA
Den Haag
Opmerkingen, tips, bijdragen?
Mail ze naar nieuws@hagaziekenhuis.nl.
SOS-team op Spoedeisende Hulp
Dankzij het SOS-team komt de patiënt veel
sneller bij het juiste specialisme terecht.
En – mooie bijkomstigheid – de samen-
werking tussen de verschillende specia-
lismen is er aanzienlijk door verbeterd.
Goedemorgen, HagaZiekenhuis …
Iedere medewerker is aan de telefoon een
visitekaartje van het ziekenhuis. In een speciale
training leren collega’s de regels en
krijgen ze tips voor optimaal bellen.
SamenWerken
Mieke en Mirjam zien elkaar óp en buiten
het werk.
Stilteruimte op ideale plek
De nieuwe Stilteruimte komt volgens Bosco Beijk
op een ideale plek, goed bereikbaar voor
iedereen. Hij kijkt uit naar de opening
op 10 oktober.
Nieuwe publieksomgeving
Meteen rechts na de receptie op locatie Leyweg
zit een aantal publieksfuncties bij elkaar,
waaronder de Bloedafname,
de PersoneelsWinkel en de patiënten-
contactpersonen.
Ten voeten uit
Bep werkt achter de balie bij de afdeling
Dagbehandeling / Infusietherapie. Ze plant alle
afspraken voor patiënten, maar
belangrijker nog: ze biedt hun
afleiding en een luisterend oor.
Toen & Nu P&O HagaJijColumn Patiënt
centraal
16 18 19 24 25
Zie ook
intranet
4
6
12
22
28
11
HagaMgzn najaar 2016 3
4. Het SOS-team wordt opgeroe-
pen voor een patiënt die
bijvoorbeeld bewusteloos is
of die een heel lage bloed-
druk heeft. Soms wordt deze
patiënt al aangekondigd
vanuit de ambulance, soms
is het een patiënt die na
aankomst op de SEH plotse-
ling sterk achteruit gaat.
Het SOS-team wordt gemid-
deld één keer per dag opge-
roepen en is binnen vijf minu-
ten op de SEH. Daarmee staat
de juiste specialist direct aan
bed op de SEH en kan de
juiste diagnose snel worden
gesteld. En – mooie bijkom-
stigheid – de samenwerking
tussen de verschillende speci-
alismen is er aanzienlijk door
verbeterd. Het HagaZieken-
huis is het eerste ziekenhuis
met een SOS-team.
Veel andere ziekenhuizen
volgen dit unieke concept
met belangstelling.
Snelle diagnose
mogelijk
Het SOS-team bestaat uit de
dienstdoende intensivist, inter-
nist, chirurg en de SEH-arts,
die het team coördineert.
Bij een opvang wordt het team
laagdrempelig aangevuld met
een specialist vanuit de
vakgroepen Neurologie,
Cardiologie of MDL.
Bovendien is de radioloog
steeds vaker onderdeel van
het team, zodat de juiste
medische beeldvorming en
beoordeling snel kan plaats-
vinden. “Belangrijkste verschil
met vroeger is dat de specia-
listen en niet (alleen) de arts-
assistenten nu direct en tege-
lijkertijd aanwezig zijn om de
patiënt te onderzoeken.
Geen onderzoeken ná elkaar
dus en dat levert tijd op.
Dat is belangrijk, want bij een
dergelijke patiënt moet je snel
handelen”, legt internist Kees
van Nieuwkoop uit.
Snel een vervolgplan
“De verschillende specialisten
onderzoeken de patiënt en
binnen tien minuten is alle
informatie compleet en weet
het team welke kant het
opgaat. De opgeroepen
Als er een patiënt op de SEH binnenkomt met meerdere letsels,
bijvoorbeeld door een verkeersongeval, dan wordt meteen het
traumateam opgeroepen. Voor de ernstig zieke patiënt van wie niet
direct duidelijk is wat er aan de hand is, is er nu het SOS-team:
Spoed Opvang door Specialisten.
Het SOS-team wordt vertegenwoordigd door álle
leden van de vakgroepen Intensive care, Interne
geneeskunde, Chirurgie en SEH. Op de foto
(v.l.n.r.): SEH-arts Gerlande Veldhuis, internist
Kees van Nieuwkoop, intensivist Mirelle Koeman
en chirurg Hub van der Meulen
SOS-team op Spoed
4 HagaMgzn najaar 2016
5. specialisten trekken zich terug
en de SEH-arts maakt snel een
vervolgplan.”
“Omdat je er tegelijkertijd bij
bent, bereik je snel consensus
over wie de regie neemt bij de
behandeling van de patiënt en
welke vervolgdiagnostiek
nodig is”, aldus Kees van
Nieuwkoop. “Blijkt er bijvoor-
beeld sprake te zijn van een
bloedvergiftiging, dan is het
een patiënt voor de Interne
geneeskunde. Gaat het om
een gesprongen buikslagader,
dan moet hij naar de Heel-
kunde. En – niet onbelangrijk –
als team kun je het goed
onderbouwen als je het
moeilijke besluit moet nemen
dat je niets meer voor deze
patiënt kunt doen.”
Betere samenwerking
loont
Een mooie bijkomstigheid van
het SOS-team is de verbete-
ring van de samenwerking
tussen de specialismen.
“Die positieve effecten werken
twee kanten op”, zegt SEH-arts
Vanessa Valk. “De specialisten
zien wat de SEH-arts continu
doet en waar hij heel goed in
is: spoedopvang. En de SEH-
arts kan gebruik maken van de
juiste expertise van de diverse
specialisten op de SEH.
Het SOS-team verlaagt de
drempel voor samenwerking,
ook op andere momenten.”
De beste dokter
“Het uitgangspunt van het
SOS-team is ‘de ziekste patiënt
verdient de beste dokter’.
En de beste dokter is de multi-
disciplinair samenwerkende
specialist”, aldus chirurg
Hub van der Meulen.
“Dit uitgangspunt is zo’n vier
jaar geleden ontwikkeld, toen
we in een open discussie met
alle poortspecialismen keken
naar hoe we verder wilden
met onze SEH. Met het SOS-
team hebben we hierin een
flinke stap voorwaarts gezet.”
deisende Hulp Waarom een rood
hesje?
SEH-arts Gerlande
Veldhuis draagt het rode
hesje, waar achterop staat
‘medisch coördinator’.
Dankzij dit hesje weet
iedereen wie de leiding
heeft over de opvang in
de traumakamer; alle
communicatie verloopt
via deze persoon.
5HagaMgzn najaar 2016
6. Snel en op de juiste manier
opnemen van de telefoon is
heel belangrijk. Het bepaalt
immers de eerste indruk die
onze patiënten, huisartsen en
anderen krijgen van het Haga-
Ziekenhuis. Om die reden
volgen alle 400 polikliniek
medewerkers dit jaar een
speciale training Klantvriende-
lijk en efficiënt telefoneren.
Anja van Zinnen, unithoofd
Receptie en Telefonie legt uit:
“Een betere telefonische
bereikbaarheid draagt bij aan
een hoger serviceniveau en
een hogere kwaliteit van zorg.
Dat past dus uitstekend bij de
zorgzaamheid die we als
HagaZiekenhuis uitdragen.”
Goed luisteren
De training bestaat uit een
dagdeel theorie en een
dagdeel praktijk. Belangrijke
onderdelen zijn: goed luiste-
ren, de juiste vragen stellen,
inlevingsvermogen en monde-
linge uitdrukkingsvaardighe-
den. Maar ook: hoe neem je
op en hoe verbind je door?
In het praktijkdeel oefenen de
cursisten gesprekken met een
acteur. Ze horen dan direct
hoe de ‘patiënt’ het gesprek
heeft ervaren.
Belangrijk tijdens de training
zijn de vele tips. “Een heel
eenvoudige tip, die toch een
eyeopener kan zijn, is: bedenk
hoe je zelf aan de telefoon
benaderd wilt worden. Ik word
blij van een vriendelijk woord
van een ander. Vriendelijk zijn
is bovendien goed voor je
eigen humeur”, vertelt Anja.
Professioneel
Doktersassistent Suzan Halle-
graeff en administratief onder-
steuner Karin Luijckx van de
polikliniek Heelkunde volgden
de telefoontraining. Zij zijn
enthousiast. Karin: “Ik vind het
goed dat iedereen voortaan
op dezelfde manier opneemt.
Dat komt professioneel over.
Patiënten worden soms vaak
en veel doorverbonden. Dan
is het belangrijk dat ze weten
waar ze zijn beland. De trai-
ning maakt je bewust van dat
soort dingen.”
Suzan vult aan: “Om efficiënt
te kunnen zijn, is het belangrijk
álles op te schrijven. Zorg dat
je alle informatie weet voordat
je doorverbindt: de naam van
de patiënt, geboortedatum,
naam van de huisarts. Als je
dat niet doet, moet je steeds
terug naar de patiënt.”
Goedemiddag, HagaZiekenhuis …
Hoe neem jij de telefoon op? Gebruik je voor- en/of
achternaam? Of noem je juist alleen de afdeling?
En hoe vaak laat je hem overgaan?
Karin Luijckx en Suzan
Hallegraeff (rechts) weten hoe
ze klantvriendelijk en efficiënt
kunnen telefoneren
Tip: de toon maakt
de muziek
De manier waarop je een
telefoongesprek voert, is
heel belangrijk. Als je
opneemt met een
vermoeide stem, komt
dat niet klantvriendelijk
over. Wat altijd helpt, is
glimlachen terwijl je de
telefoon beantwoordt.
Dat klinkt een stuk beter.
Meer informatie
Een uitgebreider inter-
view met Anja, Suzanne
en Karin lees je op intra-
net. Meer informatie over
de training vind je op de
groepssite Polihuis.
6 HagaMgzn najaar 2016
7. Nog meer lezen over wat er speelt in het HagaZiekenhuis? Lees de achtergrondverhalen op intranet in de rubrieken HagaUitgelicht
en HagaNu. Je vindt alle verhalen op intranet door op een willekeurig bericht te klikken. Onder meer de volgende drie onder
werpen zijn uitgebreid belicht:
In januari komen ze langs. En tot dat
moment hebben we tijd ons voor te berei-
den. Op intranet en in HagaMgzn staan
veel tips en voorbeelden om aan de slag
te gaan. Zo ook het verhaal over de
Voorbehouden Risicovolle Handeling
(VRH), onderdeel van het thema bekwaam
worden én blijven.
Elke afdeling heeft minimaal één afdelings-
deskundige die de bekwaamheid van
collega’s up-to-date moet houden.
Tulay Yurtsever van de 7e
etage (Interne/
Ouderengeneeskunde) is een van hen:
“Ik begeleid collega’s bij het aanleren van
de VRH’s. Dat doe ik zowel op de afdeling
als in het skillslab van de HagaAcademie.
Ik neem de toetsen bij hen af en evalueer
met hen hoe het is gegaan. Op onze afde-
ling worden de verplichte bijscholingen
consequent gevolgd. Nieuwe collega’s
moeten altijd éérst de BLS doen, anders
mogen ze geen nachtdienst draaien.
Bij nieuwe collega’s wordt in het
sollicitatiegesprek al gevraagd waarin ze
bekwaam zijn.”
Geplaatst op 9 augustus 2016
Ben jij al klaar voor de NIAZ-audit?
Social controller Sjef van Harmelen is op
15 juli geëmigreerd naar de Filippijnen.
Om precies te zijn naar Moalboal, een
hemels oord met een prachtig strand en
een azuurblauwe zee. Hij doet daar nu
twee dagen per week de projectadmini-
stratie voor een aantal goede doelen.
Sjef weet nog niet zeker of hij Nederland
definitief de rug toekeert. “Ik doe dit
onder de voorwaarde dat ik ergens
anders mag gaan kijken als ik na een jaar
het gevoel heb dat dit het toch niet is.
Het is voor mij een gigantische sprong in
het diepe. Ik heb de meeste van mijn spul-
len verkocht, mijn huis verhuurd en ga het
misschien wel verkopen. Ik krijg geen geld
voor het vrijwilligerswerk, maar ik heb
gespaard en op basis van mijn nu opge-
bouwde pensioen, kan ik uitkomen.”
Geplaatst op 13 juni 2016
Sjef van Harmelen heeft afscheid
genomen van het Haga
Een gigantische sprong in het diepe
De wereld draait om je heen, je loopt te
tollen op je benen en hebt last van
oorsuizen met misselijkheid tot gevolg.
Voor patiënten met de Ziekte van
Ménière, een aandoening aan het even-
wichtsorgaan, is het meer regelmaat dan
uitzondering. Dankzij KNO-arts Henk Blom
en Kiki Kruyt van Reinier de Graaf is een
aantal patiënten met de Ziekte van
Ménière nu verlost van de klachten.
Zij zijn behandeld met een nieuwe,
veelbelovende operatietechniek.
“De ziekte van Ménière is een hardnek-
kige en vaak lastig behandelbare aandoe-
ning. Zeer frustrerend voor patiënt én
dokter”, zegt Henk Blom. “Dankzij de
nieuwe methode kunnen we een deel
van deze patiënten perspectief op verbe-
tering bieden.”
Geplaatst op 25 augustus 2016
KNO-arts Henk Blom
Nieuwe operatietechniek ziekte van Ménière
geeft patiënten hoop
Gemistopintranet?
Tulay Yurtsever houdt de bekwaamheid
van collega’s up-to-date
7HagaMgzn najaar 2016
9. Caroline en Lisanne Naves werken al bijna twee jaar als aios
(assistent in opleiding tot specialist) in het Haga. Caroline (34) is
bijna klaar als chirurg; Lisanne (30) zal pas in 2022 internist zijn.
“Maar daar probeer ik nog maar niet aan te denken ...”
Het gebeurt niet vaak dat
twee zussen op hetzelfde
moment in hetzelfde zieken-
huis in opleiding zijn tot speci-
alist. Bij Caroline en Lisanne
Naves, aios Heelkunde en
Interne geneeskunde, wel.
Saillant detail: zusje Mariëlle is
óók aios, maar dan in het
MCH Westeinde.
Drie zussen uit één gezin die
alle drie specialist worden.
Waar komt die belangstelling
vandaan?
Caroline: “Hoe dat komt, weet
ik eigenlijk niet. Ik wilde vanaf
mijn derde jaar al dokter
worden. Op mijn vijfde heb ik
nog een tijdje chimpansees
willen trainen in het circus,
maar dat was van korte duur.”
Lisanne: “Ik heb overwogen
om dierenarts te worden,
maar ik ging me afvragen of
dat wel helemaal bij mij past.
Uiteindelijk heb ik toch beslo-
ten geneeskunde te gaan
studeren. Omdat ik werd
uitgeloot, ben ik bij Biomedi-
sche Wetenschappen begon-
nen. Dat vond ik heel leuk,
maar ik merkte dat de kliniek
me meer trok dan het lab.
Daar miste ik het contact met
mensen. Dus ik kwam erop uit
dat ik toch wel gemaakt ben
voor het klinische vak, met
patiënten.”
Caroline: “Onze zus Mariëlle
zegt altijd dat ze geïnspireerd
is geraakt door de patholoog-
anatoom van de tv-serie Rex.
Dat bloederige, dat leek haar
wel wat! Verder is alleen de
broer van mijn oma in onze
familie dokter, maar die heb ik
niet echt als inspiratiebron
gezien. ”
Uit wat voor gezin komen
jullie?
Caroline: “Uit een heel hecht
gezin. Wij zijn opgegroeid in
Engeland en hebben een heel
leuke jeugd gehad. Onze
vader zat in het bankwezen en
onze moeder was stewardess.”
Lisanne: “En allebei ook echt
héél a-medisch!”
Caroline: “Ze zijn absoluut
altijd geïnteresseerd geweest
in wat we doen, maar het is
gewoon niet waar hun eigen
passie ligt.”
Wat vinden jullie ouders ervan
dat ze drie dokters hebben
opgevoed?
Caroline: “Mijn vader is heel
trots en zegt vaak grappend
dat het een investering is voor
zijn oude dag. Hij hoopt dat hij
het uitbetaald krijgt in zijn
gezondheid! Onze moeder is
helaas zeven jaar geleden
overleden.”
Lisanne (lachend): “Maar die
vindt het ook fantastisch.”
Caroline: “Dat kan niet anders.”
Is het leuk, samenwerken met
je familie?
Lisanne: “Zeker! Maar het is
toch ook heel gek! Omdat wij
allebei op een andere afde-
ling werkzaam zijn, werken we
niet vaak samen. Als dat wel
gebeurt, dan is het heel
vertrouwd en gemakkelijk,
maar voelt het heel vreemd
om alleen vakinhoudelijk
bezig te zijn.
Ik heb ook wel eens tegelijk
dienst met mijn vriend. Hij is in
opleiding tot uroloog, maar
doet hier de vooropleiding
Heelkunde. Af en toe moeten
we elkaar in consult vragen.
Dat is heel gek, dan verval je
echt in je professionele rol. Als
ik het bijvoorbeeld ergens niet
mee eens ben, dan zeg ik dat
ook. Je gaat toch anders met
elkaar om dan thuis.”
Wanneer zijn jullie in het Haga
komen werken?
Lisanne: “Ik begon in septem-
ber 2014 als anios (assistent
niet in opleiding tot specialist)
in het Haga. Met steun van
mijn opleider heb ik toen
gesolliciteerd naar een oplei-
dingsplaats tot internist. En
Caroline (links) en Lisanne
word dokter!
9HagaMgzn najaar 2016
10. dan is het afwachten of en
waar je in opleiding kunt
komen. Ik was echt blij dat het
HagaZiekenhuis me wilde
houden.”
Caroline: “Ik ben hier in 2007
begonnen als coassistent.
Daarna was ik anios in Alrijne
Leiderdorp. En nu ben ik
alweer twee jaar terug. Eind
februari 2017 ben ik klaar,
dan ben ik vaatchirurg, mijn
specialisatie.”
Worden jullie vaak door elkaar
gehaald?
Lisanne: “Ik stond laatst in de
lift toen een nieuwe chirurg
tegen mij zei: ‘Jij doet aan
identiteitsfraude. Dat is het
naamplaatje van Naves.’ ‘Dat
bén ik ook’, zei ik. ‘O, sorry,’ zei
hij toen, ‘dat wist ik niet’. Dat
was enorm grappig.”
Caroline: “Ik kom soms op een
afdeling en dan zeggen ze:
‘Wat leuk, je hebt je haar
geverfd!’ Hahaha.”
Caroline, jij hebt een snijdend
beroep, en Lisanne heeft voor
de niet-snijdende kant geko-
zen. Zegt dat iets over jullie?
Caroline: “Internisten worden
heel vaak gezien als de
denkers en chirurgen als de
doeners. Chirurgen werken
ook heel doelgericht. Bij de
Interne is er altijd een lange
probleemlijst en maken ze een
uitgebreide diagnose, waarop
minimaal 6 afwijkingen staan
die het zouden kunnen zijn.
Bij ons chirurgen is het vaak
duidelijker; wij gaan uit van
het meest waarschijnlijke.”
Lisanne: “Ik ben zelf vrij prak-
tisch ingesteld, dus geen typi-
sche internist. Bij Interne
liggen er vaak zeer complexe
patiënten met een uitgebreide
voorgeschiedenis en een niet
makkelijk te omvatten klacht.
Bij Heelkunde is het vaak veel
duidelijker. Als iemand van zijn
scooter is gevallen en niet
meer op zijn been kan staan,
dan weet je dat er een
probleem is met dat been. Ik
vind het mooie juist dat als die
twee disciplines sámenwerken,
je uiteindelijk op de allerbeste
behandeling komt. Caroline en
ik vragen elkaar ook wel eens
in consult als we gelijktijdig
dienst hebben. Maar ik bel
haar niet thuis op hoor.”
Hoe bevalt het jullie in het
Haga?
In koor: “Heel goed!”
Caroline: “Er is hier een onge-
looflijk grote kliniek met een
enorme diversiteit aan patiën-
ten met uiteenlopende klach-
ten. Je ziet hier ook veel
ziektebeelden die je ergens
anders misschien niet zou
zien. Er wordt hier op chirur-
gisch gebied veel gedaan;
bijna alle mogelijke operaties
worden hier uitgevoerd. Alles
is in huis om grote problemen
op te lossen. En daarnaast heb
je hier een kinderziekenhuis,
ook daar zie je natuurlijk je
patiënten. En daarnaast heeft
het Haga gewoon een heel
prettige werkomgeving.”
Lisanne: “De sfeer is echt
waanzinnig.”
Wat is jullie tegengevallen aan
het dokter zijn?
Lisanne: “Ik ben dokter gewor-
den om intensief met mensen
te werken. In de praktijk blijkt
helaas dat een groot deel van
de dag bestaat uit administra-
tieve bezigheden. Het patiën-
tencontact is een kleiner
onderdeel dan ik aanvankelijk
dacht.”
Caroline: “Er komt ongeloof-
lijk veel administratie bij
kijken. Het is niet alleen de
statusvoering die op orde
moet zijn, maar ook alle
contact- en consultvragen
moeten we registreren, de
brieven naar de huisartsen,
contacten met verpleeghuis-
artsen ... Maar ík als chirurg
zie nog wel een groot deel
van mijn tijd patiënten.
Ik superviseer de afdeling en
ben het eerste aanspreekpunt
voor de zaalarts. Daarnaast
heb ik mijn eigen poli en sta
ik ook op de operatiekamer.”
Hoe kijken jullie naar
de toekomst?
Lisanne: “Eerst werk ik in totaal
3 jaar hier als aios en in 2019 ga
ik voor een aantal jaar naar het
LUMC. In 2022 ben ik dan pas
internist. Maar daar probeer ik
maar niet aan te denken; dat is
nog zo ver weg … ”
Caroline: “In februari 2017
ben ik klaar als vaatchirurg.
Dan moet ik gaan solliciteren.
Er zijn heel weinig vacatures,
dus de vraag is waar ik terecht
ga komen. En ik kan niet
zomaar overal even naartoe,
want ik heb ook een man en
twee kinderen om rekening
mee te houden. Dus dat wordt
nog spannend.”
Caroline (links) en Lisanne lang voordat ze in het Haga begonnen
Caroline had al vroeg dokters-
ambities
10 HagaMgzn najaar 2016
11. “Ik heb altijd baliewerkzaam
heden gedaan. Ik voel me het
prettigst als ik contact heb met
mensen. Na 6 jaar op een post-
kantoor en 9 jaar bij de Neder-
landse Spoorwegen aan het
loket had ik behoefte aan meer
regelmatige werktijden. Toen
ben ik bij het HagaZiekenhuis
terechtgekomen. Eerst bij de
Oogheelkunde en nu zit ik dus
bij Dagcentrum Infusietherapie.
Inmiddels werk ik alweer zeven-
tien jaar in het HagaZiekenhuis.
En met veel plezier.”
“Ik heb een heel speciaal
contact met de patiënten. Veel
mensen zijn zenuwachtig als ze
de eerste keer komen voor
chemotherapie. Het is ook niet
niks. Dan probeer ik hen op
hun gemak te stellen en laat ik
hun de afdeling zien. Patiënten
vertellen mij vaak hun levens-
verhaal en zo leer ik hen goed
kennen. Ik krijg ook altijd een
hoop van mensen terug. Soms
komen ze met een lieve kaart
of met gebak, en soms hebben
ze iets voor me geknutseld. Er
zijn patiënten die hier voor een
zware chemo komen en dan
aan mij vragen hoe het met
mijn knie gaat! En het gebeurt
zelfs dat mensen het jammer
vinden dat hun chemo is afge-
lopen, omdat ze het hier zo fijn
vonden.”
Bep van Zanten (52) werkt achter de balie bij Dagbehandeling / Infusietherapie.
Ze ontvangt hier patiënten die een infuus nodig hebben, onder wie veel
chemotherapiepatiënten. Bep plant al hun afspraken in, maar belangrijker nog:
ze biedt hun afleiding en een luisterend oor.
Tenvoetenuit
“In oktober is het drie jaar gele-
den dat mijn broer Jos bij ons
kuurde. Hij kwam regelmatig bij
mij aan de balie of op de afdeling
een bakkie halen. Hij was hemato-
logiepatiënt. Uiteindelijk is hij hier
in het ziekenhuis overleden, op
15B. Toen heb ik een tijd echt
moeite gehad om het ziekenhuis
in te gaan.”
“Bij dit werk heb je je ontspanning
wel nodig. Ik trek me dingen best
aan. Als iemand overlijdt, zeker als
het iemand van mijn leeftijd is of
jonger, dan heb ik daar echt
moeite mee. Ik uit me door crea-
tief te zijn. Ik haak veel en ik zing
in een popkoor, Bes’Tof uit Wate-
ringen. Ook speel ik in musicals.
Ik heb met mijn collega Stephanie
Peters meegedaan aan Haga’s got
talent, met een liedje van Claudia
de Breij. Toen zijn we eerste
geworden! En ik heb een agenda-
versier-tic. Ik plak mijn agenda vol
met stickers en andere leuke
dingen. Ze verklaren me overal
voor gek, maar ik vind het heerlijk
om daarmee te klooien.”
“Ik ben opgegroeid met zeven
broers. Ik was de jongste thuis,
het enige meisje, en ik ben vroe-
ger gruwelijk verwend. Met al mijn
broers heb ik nog een goede
band. Vroeger heb ik fanatiek aan
veldvoetbal gedaan. Dat kan ook
bijna niet anders, met al die
broers! Ik keepte in de Haagse
selectie. Maar daar heb ik helaas
mee moeten stoppen, vanwege
problemen met mijn rug en knie.
Gelukkig heb ik daarvoor nu een
behandeling die aanslaat.”
Bep van Zanten
Planner bij Dagbehandeling/
Infusietherapie
11HagaMgzn najaar 2016
12. Mirjam: “Mieke en ik werken
alleen op woensdag samen.
Dan hebben we ’s ochtends
groot overleg met alle discipli-
nes en om de week doen we
samen de poli.
Vanaf het allereerste begin is
de samenwerking tussen
Mieke en mij prettig. Mieke
heeft veel belangstelling voor
het kind zelf, net zoals ik. Soms
is het heel erg zoeken hoe je
een kind het beste kan bege-
leiden. Kinderen met diabetes
moeten heel goed voor zich-
zelf zorgen. In de puberteit
gaat dat soms mis. Dan maken
Mieke en ik veel afspraken
over hoe we het kind en zijn
ouders gaan benaderen. Als je
heel streng gaat doen, heb je
kans dat het kind afhaakt. Wij
proberen goed naar het kind
te luisteren en in kaart te bren-
gen wat het kind en zijn
ouders nodig hebben. Ons
beider hoofddoel is begrip te
bieden voor waar ze tegenaan
lopen bij de zorg voor hun
diabetes. Daarnaast willen we
ervoor zorgen dat het goed
met hen gaat en dat de kinde-
ren al die jaren met enig
plezier naar ons toekomen.
Wat ik heel fijn vind, is dat ik
een opleiding tot kindercoach
heb kunnen doen. Mieke en
haar collega’s hebben dat
gestimuleerd. In mijn gesprek-
ken met de kinderen doe ik
daar heel veel mee en het
heeft me qua werkplezier een
enorme boost gegeven.
Mieke en ik zien elkaar ook
buiten het werk. Het is begon-
nen met een weekendje zeilen
in Friesland. Dat was heel
gezellig. Daarna volgden
meer weekenden, waarbij ook
bijna altijd yoga op het
programma staat. Afgelopen
winter zijn we zelfs naar
Bonaire geweest. Ook met
anderen erbij hoor. We maken
deel uit van een clubje vrou-
wen dat een paar keer per jaar
bij elkaar komt. We hebben
diepgaande gesprekken met
elkaar, waar we veel aan
hebben. Door deze uitstapjes
is de samenwerking tussen
Mieke en mij op de werkvloer
alleen maar verbeterd.”
Kinderarts Mieke Houdijk en kinderdiabetes-
verpleegkundige Mirjam Offringa werken
al 15 jaar samen in het kinderdiabetesteam
in het JKZ. Vanaf het eerste begin was er
een klik tussen hen.
Samen
Mirjam Offringa,
kinderdiabetes
verpleegkundige
12 HagaMgzn najaar 2016
13. Mieke: “Mirjam is comple-
mentair aan mij. Zij zorgt
ervoor dat ik als arts de patiënt
steeds als gehéél blijf zien. Dat
ik niet alleen aandacht heb
voor de medische aspecten,
maar ook voor de kwaliteit van
leven en de ontwikkeling van
het kind. Mirjam is een echte
luisteraar; ze heeft een groot
empathisch vermogen. Ik ben
nog opgeleid als ‘doener’. Als
je dan je werkende leven als
arts begint, ga je uit van wat je
geleerd hebt en wat dan logi-
scherwijs de behandeling is.
Maar bij een chronische ziekte
als diabetes werkt het gewoon
niet zo. Mirjam vestigt de
aandacht op een ander soort
aanpak. Zij laat de oplossing
meer vanuit het kind komen,
zelfs als hij of zij heel jong is.
Dat kun je doen door heel
eenvoudige vragen te stellen
en goed te luisteren. Nadat wij
beiden een patiënt hebben
gezien, bespreken we onze
bevindingen altijd even na.
Dan blijkt steeds weer dat wij
elkaar echt aanvullen. Mirjam
kan soms wel een beetje
streng voor me zijn, vooral als
ik op administratief gebied
wel eens wat laat liggen. Maar
ze is vooral ook een vriendin
van mij. Ik heb veel aan haar.
Ze kan goed naar me luisteren
en is altijd behulpzaam.
We hebben vertrouwen in
elkaar, dat is heel belangrijk.
Mirjam en ik hebben als geza-
menlijke wens dat er een goed
herkenbaar Diabetescentrum
komt en dat onze zorg zo een
eigen identiteit en plek krijgt
binnen het ziekenhuis. We
behandelen ruim driehonderd
kinderen. Binnenkort start in
nauwe samenwerking met het
diabetesteam van de Interne
geneeskunde een gezamenlijk
jongerenspreekuur. We willen
ons als team meer over
stijgend profileren en topzorg
bieden aan kinderen en jong-
volwassenen met diabetes.”
Werken
Mieke Houdijk,
kinderarts
13HagaMgzn najaar 2016
14. “Het gaat hartstikke goed! We
hebben heel korte lijnen met
Nel en Kirsten, de wondver-
pleegkundigen van het Haga”,
vertelt Anja Hulzinga, wond-
verpleegkundige en coördina-
tor wondzorg/dermatologie
bij Allerzorg. “Het WEC is
goed bereikbaar, we hebben
veel overleg. Bijna dagelijks
bellen we over de situatie van
patiënten of sturen we een
foto. Bijvoorbeeld als de wond
verslechtert. Dan bepalen we
samen het vervolg. Het WEC
houdt de regie, maar wij doen
thuis de controle en de verzor-
ging van de wond.”
Voordeel voor de patiënt
“Het grootste voordeel is voor
de patiënt. Die hoeft maar één
keer per week of per twee
weken naar het ziekenhuis.
De rest van de tijd krijgt hij
verpleging thuis tot de wond
is genezen. De specialist blijft
verantwoordelijk. Dat noemen
we MSVT (Medisch Specialisti-
sche Verpleging in de Thuis
situatie)”, legt verpleegkundig
specialist Merel Strietman uit.
Zij is coördinator en case
manager van het WEC. “Met
de oprichting van het WEC,
streven we hogere kwaliteit en
meer efficiëntie na. Daarom
moet de MSVT ook aan
hogere eisen voldoen. Als
Haga moeten we erop kunnen
vertrouwen dat de patiënt ook
thuis de beste zorg krijgt.”
Strenge kwaliteitseisen
“Daarom werken we samen
met zorgorganisaties die aan
strenge kwaliteitseisen
voldoen”, gaat Merel verder.
“De voornaamste eisen zijn:
bieden van 24-uurszorg,
niveau 4- en niveau
5-verpleegkundigen met een
WCS-scholing (cursus alge-
mene wondzorg) doen de
wondzorg en de coördinatie
ligt bij de gespecialiseerd
wondverpleegkundige.”
“We zien dat de kwaliteit van
zorg verbetert dankzij die
strenge eisen. En het maakt
dat we meer vertrouwen
hebben in de zorg. We weten
dat de patiënt thuis in goede
handen is”, vertelt Merel.
Wilma Plugge, wondverpleeg-
kundige van HWW zorg, ziet
ook dat de zorg is verbeterd.
“Sinds de samenwerking met
het WEC gaan patiënten snel-
ler ‘uit zorg’ dan voorheen.
Dat komt echt door de korte
lijntjes, het snel kunnen over-
leggen. Patiënten kunnen
eerder worden terugverwezen
naar de huisarts. Dat doe je als
het geen complexe wond
meer is, als de wond bijna
gesloten is. Dan kan de
patiënt verder toe met regu-
liere thuiszorg.”
Open communicatie
“De onderlinge communicatie
is heel goed”, vindt Merel. “Er
Patiënten met complexe wonden zijn in goede
handen bij het Wondexpertisecentrum (WEC).
Zij worden na hun ontslag thuis verpleegd door
verpleegkundigen van onder andere Allerzorg
en HWW zorg. De samenwerking tilt de wondzorg
naar een hoger niveau, vinden ook wondverpleeg-
kundigen Wilma van HWW zorg en Anja
van Allerzorg.
WEC: complexe wond
14 HagaMgzn najaar 2016
15. is sowieso veel overleg over
de wondzorg zelf. Maar ook
als er iets niet goed is gegaan,
bijvoorbeeld bij de overdracht
of als er een klacht is van een
patiënt, bespreken we dat
meteen met elkaar. Die feed-
backcultuur is gegroeid en dat
is goed. Dat verbetert de
zorg.” Dat vindt ook Wilma:
“We kunnen altijd bellen als er
iets is. Natuurlijk, overal waar
gewerkt wordt, worden foutjes
gemaakt. Door ons, door het
Haga. Maar dat is bespreek-
baar, het is een heel prettige
samenwerking.”
Alle specialismen
Met de start van het WEC in
maart 2015 is de wondzorg
efficiënter ingericht en krijgt
elke patiënt met een
complexe wond een casema-
nager (een medisch of
verpleegkundig specialist).
Dat is extra belangrijk als de
patiënt onder behandeling is
bij twee specialismen. En er
zijn goede afspraken met de
eerstelijnszorg. Bovendien
delen de aangesloten specia-
lismen hun kennis en expertise
omtrent complexe wondzorg
met elkaar.
Dermatologie en Heelkunde
vormen de basis van het WEC.
Intussen is Plastische chirurgie
ook aangesloten en Orthope-
die komt eraan. Uiteindelijk
sluiten alle specialismen zich
aan. Elk specialisme maakt
direct goede afspraken met de
thuiszorg. Anja kijkt ernaar uit:
“Ik ben echt blij met het WEC,
blij met de focus op wondzorg.
Het is prettig dat er één
centraal punt is. En hoe meer
specialismen erbij betrokken
zijn, hoe meer patiënten met
complexe wonden de juiste
zorg ontvangen.”
Met de oprichting van het
Wondexpertisecentrum is
de wondzorg in het Haga
naar een hoger niveau getild
Op de foto: Nel de Ruijter,
wondverpleegkundige
dzorg goed geregeld
Wat is een complexe wond?
Een wond is complex als deze niet binnen drie weken
geneest of weinig genezingstendens vertoont. Enkele voor-
beelden van wonden die complex kunnen zijn: brand
wonden, diabetische voetwonden en wonden ten gevolge
van druk. Alle complexe wonden vallen onder de MSVT.
15HagaMgzn najaar 2016
16. “Het was mijn droom verloskundige
te worden, maar daarvoor had je
scheikunde nodig en dat had ik niet.
Ik heb toen de opleiding tot
doktersassistente gedaan. Toen ik
bij een huisarts werkte die ook een
consultatiebureau aan huis had,
besefte ik dat ik graag kraamverzor-
gende wilde worden. In 1974 begon
ik aan de opleiding. Die bestond uit
een half jaar theorie op een inter-
naat, en daarna werkte je een jaar
lang in gezinnen.
Ik werkte destijds in Enschede, maar
voor de liefde ben ik naar Den Haag
verhuisd. Ik wilde hier ook weer in
gezinnen gaan werken, maar helaas
waren er geen vacatures. Gelukkig
kon ik bij de kraamkliniek van zorg-
verzekeraar Azivo vrijwel meteen
aan de slag. Dat was in 1976. Ineens
werkte ik niet meer solo, maar in
een team en ik kwam natuurlijk niet
meer bij de mensen thuis. Het was
even wennen, maar binnen de kort-
ste keren vond ik ook dat erg leuk.
Taxi’s
In 1983 kon de kraamkliniek het
hoofd niet meer boven water
houden en nam het toenmalige
Ziekenhuis Leyenburg de medewer-
kers over. De verhuizing was bijzon-
der hoor. Taxi’s brachten de kraam-
vrouwen samen met hun kindje en
een kraamverzorgende van de
Nieuwe Duinweg naar de Leyweg,
naar de kraamafdeling op de
achtste verdieping. Daar hebben
we jarenlang gezeten.
Nu zitten we weer op locatie
Leyweg, maar tussendoor zaten we
ook nog negen jaar op locatie
Sportlaan. Toen het kraamhotel daar
kwam, dat overigens los stond van
het Haga, was dat voor ons een
Kraamverzorgende Dientje van Tilburg is weg van
baby’s: “Ze zijn zo puur.”
Ze is 40 jaar in dienst op 1 oktober 2016
ToenMet een houten ‘doptone’ luisteren naar de harttonen
van de baby, minimaal acht dagen kraamtijd in de
kliniek en na de bevalling met een ambulance naar
huis. Toen Dientje van Tilburg (63) veertig jaar geleden
begon als kraamverzorgende bij Azivo, zag de wereld
er nog heel anders uit. Maar baby’s blijven baby’s en
daar is Dientje weg van. “Ze zijn zo puur.”
16 HagaMgzn najaar 2016
17. Nu
spannende tijd. Omdat we niet
opgeleid waren voor medische
bevallingen was er voor ons
vijven eigenlijk geen plek meer
in het Haga. Dankzij onze toen-
malige leidinggevende
Liesbeth Verbeek konden we
op het ROC Mondriaan een
opleiding volgen. Hier leerden
we verpleegtechnische hande-
lingen, zoals katheteriseren en
injecteren. Daardoor konden
we assisteren bij bevallingen
met een medische indicatie en
konden we dus blijven. Ik ben
Liesbeth nog altijd heel dank-
baar voor die kans. We werken
hier nog alle vijf en drie van
ons zijn nog steeds kraam
verzorgende. Wij zijn echt de
laatsten der Mohikanen; er
worden geen kraamverzorgen-
den meer aangenomen bij
het Haga.
Bakkerskleren
In die veertig jaar zijn er zo veel
mooie momenten geweest.
Zoals die keer dat een kraam-
vrouw werd aangekondigd die
zou bevallen van haar derde
kindje. Dat gaat meestal snel.
De kraamvrouw en de verlos-
kundige waren net binnen en
de vader kwam kort daarna. In
zijn bakkerskleren. Dat vond ik
zo lief, zo basis. Dat hij recht-
streeks gekomen was. Wat ik
ook nooit zal vergeten was het
moment dat mijn collega en ik
’s nachts een vrouw hevig zuch-
tend op de gang hoorden.
En ineens kwam het kindje!
We hielpen haar daar op de
gang met de bevalling. Je weet
precies wat je moet doen.
En waar ik nog altijd kippenvel
van krijg, is het moment
waarop onverwacht een twee-
ling werd geboren. Dat
gebeurde heel af en toe in de
begintijd bij Azivo. De verlos-
kundige en ik stonden dan
beteuterd te kijken naar de
pasgeborene. Allebei dachten
we ‘Wat een kleintje …’. Als de
verloskundige dan voelde en
er nog een kindje bleek te zijn,
dat is zo mooi … Dat gevoel
is onbeschrijflijk. Nu kan zoiets
niet meer gebeuren, want
er wordt standaard een
echo gemaakt.
Babyweegschaal
Ik heb veel veranderingen
gezien in de loop der jaren,
met als meest recente de
overgang naar ChipSoft HiX.
Maar tegenover die technolo-
gie staat de mechanische
babyweegschaal. Dezelfde die
we al jaren hebben; die wordt
elk jaar geijkt. Digitale weeg-
schalen hebben we ook wel
hoor, maar die zijn niet zuiver.
Als ze ergens tegenaan staan,
geven ze al niet het goede
gewicht aan.
Ik werk nog altijd met hart en
ziel op de kraamafdeling, ook
in de nachtdienst. Dat hoeft
niet meer per se vanaf je 56e
,
maar ik vind het heel speciaal,
de rust van de nacht. Er heerst
dan een heel andere sfeer in
het ziekenhuis.”
17HagaMgzn najaar 2016
18. Training klantvriendelijk en efficiënt telefoneren voor
polikliniekmedewerkers
Ruimere openingstijden
PersoneelsWinkel en telefonische
bereikbaarheid
De PersoneelsWinkel is verhuisd. Sinds maandag 5 september zit
deze op een mooie nieuwe plek in de publieksomgeving, meteen
rechts na de receptie op locatie Leyweg (route A0.1). Het team
van de PersoneelsWinkel staat je graag persoonlijk te woord in
de nieuwe winkel of telefonisch. Tegelijk met de verhuizing zijn
de openingstijden verruimd:
■■ De nieuwe openingstijden zijn op werkdagen van
8.00 – 16. 00 uur.
■■ De Servicedesk P&O is telefonisch bereikbaar op toestel
(070) 210 4900 op werkdagen van 8.00 - 16.00 uur.
■■ Je kunt de Servicedesk P&O ook altijd een e-mail sturen:
servicedesk.po@hagaziekenhuis.nl.
Pensioenspreekuur
Op dinsdag 27 september en donderdag 24 november is er
tussen 10.00 en 16.00 uur weer een pensioenspreekuur. Je kunt
gedurende een half uur je persoonlijke vragen stellen aan de
adviseur van het pensioenfonds PFZW. De gesprekken worden
gehouden in de spreekkamer van de PersoneelsWinkel.
Aanmelden kan via servicedesk.po@hagaziekenhuis.nl of loop
even binnen bij de PersoneelsWinkel.
Inloopspreekuur voor nieuwe
medewerkers
Maandag 10 oktober is er van 15.00 uur tot 16.30 uur speciaal
voor nieuwe medewerkers een inloopspreekuur in de Personeels-
Winkel. Je bent van harte welkom voor vragen en opmerkingen
naar aanleiding van de werkervaring die je de afgelopen maan-
den in je nieuwe baan hebt opgedaan. Wellicht vraag je je af
waarom je salarisopgave niet automatisch per e-mail verstuurd
wordt. Of misschien wil je iets delen over de manier waarop je
bent ingewerkt. We zijn ook erg benieuwd naar je ervaringen met
de kernwaarden van het HagaZiekenhuis: zorgzaamheid, innova-
tie en samenwerking. Waar ben je deze tegengekomen en hoe
heb je deze eventueel zelf al vormgegeven?
Tijdens dit inloopspreekuur kunnen we je vragen beantwoorden
en kun je samen met ons je eerste tijd hier in het Haga evalueren.
Waar kan ik personeelsinformatie
vinden?
Alle praktische informatie die je als medewerker van het Haga
nodig hebt vind je online:
■■ op intranet: groepssite personeelsinformatie;
■■ op intranet, dienstenplein: type het onderwerp waarover je
informatie zoekt in de zoekbalk;
■■ op Infoland, pagina Personeel en Organisatie.
Natuurlijk kun je ook je vragen stellen per e-mail
servicedesk.po@hagaziekenhuis.nl, via toestel 4900 of bij
de PersoneelsWinkel.
de PersoneelsWinkel
Cartoon: Jan Dirk Barreveld
18 HagaMgzn najaar 2016
19. Sinds kort hebben wij een pup in
huis. Een Markiesje is het. Een
werkelijk schattig hondje, wit met
zwarte vlekken, dat je met een
schuin gehouden koppetje
smachtend aankijkt. Probeer daar
maar eens streng tegen te zijn!
Toch is dat nodig en daarom gaan
wij naar de puppyschool en lezen
we boeken over het opvoeden en
trainen van honden. ‘De 12
roedelregels’ van Erik Sannen
bijvoorbeeld. Een heel nuttig
boekje. Hierin wordt uitgelegd
dat onze pup deel uitmaakt van
onze gezinsroedel en werkelijk de
állerlaagste is in de rangorde.
Als ik deze roedelregels lees, zie
ik verdacht veel analogieën met
de hiërarchie in een ziekenhuis.
Mijn bange vermoedens worden
volledig bevestigd: wij dokters
zijn de laagsten in de rangorde.
Wij zijn de omega’s, naar de laat-
ste letter in het Griekse alfabet.
De tijd waarin de dokter enig
aanzien had, is voorbij.
Ik zal je laten zien wat ik bedoel.
Zo luidt roedelregel 1: De alfa
(de hoogste in de roedel, naar
de eerste letter in het Griekse
alfabet) slaapt waar hij wil en
niemand mag dan bij hem. Wij
dokters slapen nooit wanneer wij
willen en worden dan ook nog
vaak gestoord. Als we dienst
hebben, slapen we ook nog eens
in een piketkamer en niet thuis;
dat valt bij mij niet onder ‘slapen
waar je wilt’.
Een ander goed voorbeeld is
regel 3: De alfa eet altijd eerst.
De andere leden van de roedel
krijgen de restjes. Als wij dokters
al eten dan is dat meestal als laat-
ste en dan zijn er vaak alleen nog
maar restjes in het restaurant.
En wat te denken van regel 9:
De alfa neemt alle beslissingen in
de roedel. Het is wel heel lang
geleden dat dokters alle beslissin-
gen namen. Ondanks fraai klin-
kende initiatieven zoals : ‘doctors
in the lead’ en ‘Medisch leider-
schap’, waar mooie reisjes en
zelfs leerstoelen aan verbonden
zijn, hebben de dokters weinig
tot niets meer te zeggen in
het ziekenhuis.
Het bewijs is wel roedelregel 10:
Een lagergeplaatste gaat steeds
naar een hogere toe. Een hogere
gaat nooit naar een lagere, tenzij
om hem te straffen. Niemand kan
nog naar de dokter toe, want
sinds de flexplekken in de backof-
fice heeft geen van ons meer een
eigen kamer. Dolend lopen wij
door het ziekenhuis, hopend
ergens een werkplek te vinden.
Dat is de genadeklap geweest
voor de macht van de dokter: wij
kunnen niemand meer ontbieden
op onze kamer.
ChipSoft HiX ten slotte heeft onze
status van omega’s in de roedel
volledig bevestigd. Wij kunnen in
dat systeem door iedereen geor-
donneerd worden: door collegae,
door assistenten, door verpleeg-
kundigen en door secretaresses.
Gelukkig kunnen wij onszelf ook
een order geven. Hebben we
toch nog ergens invloed op.
Hebben wij dan helemaal geen
rol meer in de ziekenhuisroedel?
Zeker wel, getuige deze roedel
regel: De omega geeft hogerge-
plaatsten de mogelijkheid hun
stress en frustratie gemakkelijk
van zich af te zetten.
De dokters houden de hele
roedel dus gezond.
Roedel
regels
Hematoloog Martin Schipperus observeert en beschrijft wat
hem opvalt tijdens zijn werk in het HagaZiekenhuis.
Column
HagaMgzn najaar 2016 19
20. “We hebben de NIAZ-koffie
tafelkalender gepakt en op
basis van de maandthema’s
een overzicht gemaakt met
alle onderwerpen die op onze
afdeling van belang zijn. We
hebben voor elk onderwerp
opgeschreven wat ermee
moet gebeuren, hoe we dit
gaan uitvoeren, wanneer we
dit gaan doen en wie ervoor
verantwoordelijk is.
Een voorbeeld: onder het
kopje medische technologie
staat ‘hoe ga je om met
gevaarlijke stoffen en materia-
len, zoals de zuurstofcilinders’.
Iedereen moet weten dat ze
niet op de vloer mogen staan,
maar in de houder moeten
worden geplaatst. Dit bespre-
ken we in een nieuwsbrief aan
alle collega’s en in een e-mail
aan de afdeling Logistiek.
Daarnaast hebben we
beschreven hoe en wanneer
we gaan controleren of de
boodschap is overgekomen
(staat er geen enkele zuurstof-
cilinder meer op de vloer?).
Is dat niet gelukt, dan moet er
een nieuw plan komen. Zo
hebben we een to-do-lijstje
gemaakt voor elk onderwerp.”
Heleen Mooijman en Bianca
Dalrymple zijn gespecialiseerd
verpleegkundigen AODA.
Zij vormen samen met Teuni
Valstar en Maaike Matters,
verpleegkundigen van Heel-
kunde-1, en kwaliteitsmede-
werker Najla van Veen het
Q-team (kwaliteitsteam).
In oktober wordt er een arts
aan het team toegevoegd.
De zojuist beschreven werk-
wijze is de PDCA-cyclus. PDCA
staat voor plan-do-check-act.
Met dit verbeterinstrument
bewaak je of het beoogde
resultaat van een proces
bereikt wordt. Op basis van
de uitkomsten stuur je het
proces (eventueel) bij.
Indrukwekkend schema
Heleen en Bianca laten hun
PDCA-lijst zien: een indruk-
wekkend schema met alle
onderwerpen die van belang
zijn op hun afdeling. Achter
elk onderwerp staat een
toelichting in verschillende
kolommen (Plan, Do, Check
en Act). Ook staat er zo moge-
lijk een link naar meer info
over het onderwerp of de
procedure en de naam van
de persoon die inhoudelijk
verantwoordelijk is.
Bianca: “We hebben alle
betrokken werkgroepen op
onze afdeling aangehaakt.
Zoals je weet komt in januari het NIAZ op bezoek om te zien of we
ons aan alle kwaliteitseisen en procedures houden. De afgelopen
maanden zijn alle afdelingen gestimuleerd om op tijd klaar te zijn.
De afdeling AODA/Heelkunde-1 pakte de voorbereidingen voort-
varend op. Heleen en Bianca, gespecialiseerd verpleegkundigen
van de AODA, vertellen hoe zij te werk zijn gegaan. Een goed
voorbeeld, dat je gerust kunt volgen.
Bianca (links) en Heleen hebben
de NIAZ-voorbereidingen
onder controle, dankzij hun
uitgewerkte PDCA-lijst
Ben jij klaar voor de
20 HagaMgzn najaar 2016
21. Zo hebben we de i-VIM-
commissie een reminder
gestuurd dat ze alle documen-
ten op Infoland moeten
herzien. Sinds HiX kloppen
enkele procesbeschrijvingen
niet meer, omdat er natuurlijk
altijd wordt gesproken over
SAP. Ook hebben we links
gemaakt in de PDCA-lijst
zodat onze collega’s de beno-
digde documenten snel
kunnen vinden.”
Wist-je-datje
De lijsten zijn klaar en op
3 oktober starten de afdelin-
gen met de uitvoering. “Tot het
einde van het jaar komt het
Q-team elke 3 weken bijeen
om de voortgang te bewaken
en betrokkenen aan te sporen”,
gaat Heleen verder. “En vanaf
dan sturen we de afdeling ook
elke week een e-mail met een
‘wist-je-datje’. Of we stellen een
vraag, zoals ‘waar vind je het
hygiëneprotocol?’”
Scherp
Bianca vindt het op deze
manier waarborgen van kwali-
teit heel leuk: “De NIAZ-audit
zorgt ervoor dat we weer even
scherp zijn en druk, maar de
audit is niet de reden dat we
dit nu doen. Wij zijn op onze
afdeling eigenlijk altijd bezig
met kwaliteit.”
Om dit traject te laten slagen
is ondersteuning vanuit het
management belangrijk.
Heleen: “Ons unithoofd,
Reinier van Waesberge, geeft
ons de ruimte om dit te doen.
Het is een manier om jezelf te
ontwikkelen; dat is leuk en daar
word je enthousiast van. En de
hele afdeling gaat erin mee.
We zien totaal niet op tegen
de audit. Laat maar komen!”
Kom langs!
“Ons advies aan afdelingen
die nog niet zo ver zijn: werk
vanuit de kalender en kom bij
ons langs als je wilt zien hoe
wij het doen. Zo kunnen we
van elkaar leren. Verder is het
van belang dat medewerkers
hiervoor worden vrijgemaakt.
Je kunt dit er niet ‘even bij
doen’. Het Haga verlangt die
kwaliteit, daarin moet dan ook
geïnvesteerd worden”, beslui-
ten Heleen en Bianca.
NIAZ-audit?
Help! Ik ben nog
niet klaar!
Is jouw afdeling nog niet
zo ver? Geen nood, de
afdeling Beleidsontwik-
keling en Kwaliteit (B&K)
biedt hulp. Ditta van den
Berg, beleidsmedewer-
ker B&K: “Afdelingen die
hulp nodig hebben,
krijgen van ons een mini-
audit aangeleverd met
daarin een paar vragen.
Die vragen zijn zo
concreet mogelijk
geformuleerd. Daarnaast
hebben we een poster
ontwikkeld, waarin
de PDCA-cyclus aan
de mini-audit en de
verbeterplannen zijn
gekoppeld.”
Wil je de checklist zien of
meer weten over de
audit? Kijk op de groeps-
site NIAZ.
21HagaMgzn najaar 2016
22. Stilteruimte op een i
Waarom hebben we eigenlijk een
Stilteruimte?
“Het voorziet aantoonbaar in een
behoefte. Er gaan dagelijks zo’n twintig
mensen naar toe. Veel mensen die te
maken krijgen met ziekte – van zichzelf of
van een naaste – hebben behoefte aan
reflectie. Het is ingrijpend als je partner,
een vriend of je kind in het ziekenhuis
De ingang van de nieuwe Stilteruimte is links in de lichtstraat, op de plek waar tot half
september nog de inschrijfbalie was te vinden (naast de HagaApotheek). De Stilteruimte
zelf staat in de tuin, tussen het poligebouw en de nieuwbouw.“Een ideale plek, goed
bereikbaar voor iedereen”, zegt geestelijk verzorger Bosco Beijk. “Hier kunnen patiënten
en hun naasten, maar ook medewerkers, zich even terugtrekken als ze daar behoefte aan
hebben. Veel mensen denken dat de Stilteruimte (strikt) religieus is, maar dat is het niet.
Hij is er voor wie ‘m nodig heeft.”
Wim Hoefman (links)
en Bosco Beijk aan
de buitenkant van
de Stilteruimte, hier
nog in aanbouw
22 HagaMgzn najaar 2016
23. ideale plek
wordt opgenomen. Het kan fijn zijn om
dan naar een Stilteruimte te kunnen gaan.
De naam zegt het al, het biedt gelegen-
heid om stil te zijn. Of je die stilte nu
gebruikt voor reflectie, voor gebed of
meditatie of om er gewoon een tijdje te
zitten. Je kunt er ook een kaarsje aanste-
ken. Dat ritueel heeft voor sommigen een
religieuze betekenis, voor anderen een
spirituele en weer anderen vinden het een
mooi ‘aards’ gebaar.”
Zou er niet ook behoefte zijn aan een
Schreeuwkamer?
“Misschien wel, een goeie schreeuw kan
flink opluchten. Maar dat is niet heel
gebruikelijk in Nederland. Op zich zou
je in deze ruimte kunnen schreeuwen,
maar ik denk niet dat dat gewaardeerd
gaat worden.”
Heeft elk ziekenhuis een Stilteruimte?
“Voor zover ik dat kan beoordelen,
vermoed ik van wel. En al is het dus
nadrukkelijk niet verbonden aan een
specifieke religie, de oorsprong ervan is
wel religieus. De eerste ziekenhuizen
waren Godshuizen. Later werd de term
gasthuis geïntroduceerd, wat ik overigens
nog altijd een mooiere benaming vindt
voor een ziekenhuis. Die Godshuizen
hadden allemaal een kapel, bedoeld
voor gebed en reflectie. Altijd is religie
verbonden geweest aan het ziekenhuis,
of dat nu de Islam is, het Christendom,
het Jodendom of het Hindoeïsme. Maar in
de huidige tijd bij ons is dat dus niet aan
de orde. Mijn collega Wim Hoefman en ik
zijn vanuit de Dienst Geestelijke Verzor-
ging bij de Stilteruimte betrokken om een
oogje in het zeil te houden. Is de ruimte
ordentelijk, zijn alle boeken nog aanwezig,
moeten er foldertjes worden aangevuld?
Maar dat is onze enige rol daarin.”
Wat vind je van de nieuwe Stilteruimte?
“Ik ben heel enthousiast over het ontwerp!
Mooie vormen en mooie materialen. Ik
ben erg benieuwd naar de uitvoering.
Het ontwerp was al bijna klaar toen ik in
de commissie kwam, maar bij de inrich-
ting ben ik wel betrokken geweest. Die is
eenvoudig hoor. Het enige wat je er vindt
zijn banken aan weerszijden, boekenplan-
ken met heilige boeken van verschillende
religies in meerdere talen, een plank met
elektrische waxinelichtjes (echte mogen
niet wegens brandgevaar), en in het
midden een glaskunstwerk van Barbara
Nanning, Beneath the water. Een echte
eyecatcher! We hebben het uitgekozen
vanwege de vorm: golvend en abstract.
En vanwege de kleuren die passen bij
reflectie: groen staat voor rust, geel voor
licht en blauw voor zelfconfrontatie.”
Hebben jullie dat kunstwerk zomaar
gekregen?
“Nee, zeker niet! En de rest ook niet trou-
wens. Een Stilteruimte moet vrijwel altijd
apart gefinancierd worden. Overigens lukt
dat altijd wel. Mensen zijn graag bereid
geld te geven voor zo’n voorziening. De
Dienst Geestelijke Verzorging krijgt regel-
matig giften en die hebben we in de
nieuwe Stilteruimte gestoken. Daarnaast
heeft HagaVrienden diverse fondsen
aangeschreven, die mooie bedragen
hebben gedoneerd.”
Weten patiënten en hun naasten wel dat
we een Stilteruimte hebben?
“Veel mensen weten het wel, maar het is
goed als het personeel mensen er ook
actief op wijst. De huidige Stilteruimte zit
in een noodvoorziening op de derde
verdieping (route B3.9). Dat moet je even
weten. Straks valt de Stilteruimte meer op,
als deze halverwege de lichtstraat zit. Ik
kijk uit naar de dag dat we er naar binnen
kunnen en ons oog kunnen laten vallen
op het kunstwerk.”
De nieuwe Stilteruimte gaat 10 oktober
open, de officiële opening volgt later.
Links: een detail van
de buitenwand;
midden en rechts:
Stilteruimte van
boven. Ontwerp:
Sabine Berndsen,
Architecten aan
de Maas
23HagaMgzn najaar 2016
24. Yolanda van der Most, doktersassistente JKZ:
“Mijn leukste collega is Riet Wezenaar! Ze werkt als spreekuur-
assistente bij het JKZ op de poli Urologie en Anesthesie. Zij is
altijd vrolijk en is altijd hard aan het werk! Niets is haar te veel.
Ze heeft altijd een
ad rem antwoord
waardoor er veel
grappige situaties
ontstaan. Vaak
neemt ze ons (mij)
in de maling. Ze is
gewoon een toffe
collega… en gek op
haar 5 honden!”
Ronald de Jonge, medewerker Receptie:
“Cindy Aarbodem en Laura Panneman van de Radiologie
zijn zonnetjes in huis met een grote lach en een welgemeende
interesse in hun collega's. Kijk, daar knap je van op als collega!”
Irma Kemper, gespecialiseerd verpleegkundige
Gynaecologie, en Corine Lauwers-Roeleveld,
klinisch verloskundige:
Wat is het werkleven zonder dokter Ott op de verlos?
Ze vertrekt zowaar, maar wij zijn de klos.
Ze maakt van onze werkdag een feest.
Aan onze lach zie je dat zij langs is geweest.
We kunnen nog een paar maanden van haar
gezelligheid genieten,
want haar welverdiende pensioen gaat opschieten.
Ze is ons 100% waard om te nomineren,
omdat we zo veel van haar hebben kunnen leren!
Georgiy Bandouri, administrateur FZA:
“Melanie Groenewegen
(Debiteurenadministratie)
is altijd het zonnetje
in huis, altijd zo
vrolijk en lief
tegen iedereen.
Die verdient een
grote foto in
HagaMgzn! “
Hans Biard, bibliothecaris Hagabibliotheek:
“Mijn favoriete collega is Guadalupe Verwaayen, systeem
beheerder bij ICT. Naast haar reguliere werk is ze erg sociaal
betrokken. Ze maakt deel uit van de OR, is actief binnen
de groep ‘Strijd voor zorg’ (voorheen ‘Red de Zorg’). Ze komt
echt op voor alle collega’s die in de zorg werkzaam zijn.”
HagaJij
Jouw gedicht, bericht of foto ook op deze pagina?
Stuur een mail naar nieuws@hagaziekenhuis.nl.
De leukste collega volgens …
De redactie van HagaMgzn vroeg Hagamedewerkers hun favoriete collega voor
te dragen voor deze pagina. Ze pasten er precies op.
24 HagaMgzn najaar 2016
25. “Tijdens een operatie van
8,5 uur is zowel mijn mond
bodem als een stuk van mijn
onderkaak weggehaald. Ook
zijn zeven ondertanden verwij-
derd. Er is een stuk bot uit mijn
heup gehaald om mijn kaak te
reconstrueren. Op een later
moment zou ik tandimplanta-
ten krijgen; die moeten in
het bot worden geboord.
De operatie slaagde en na
de operatie was ik ‘schoon’.
Helaas kwam de kanker in juni
2013 terug. Deze keer had ik
twee gezwellen aan beide
kanten van de nek. Ze waren
niet operabel. Daarom kreeg ik
de allerzwaarste chemo en 35
bestralingen. Deze hebben het
geïmplanteerde bot zodanig
aangetast, dat er niet meer in
geboord kan worden. Ik kreeg
dus geen tandimplantaten. Op
dat punt ben ik doorverwezen
naar dokter Boerrigter van
Bijzondere Tandheelkunde in
het HagaZiekenhuis. Als
iemand mijn mogelijkheden
goed kon beoordelen, zou zij
het zijn.
Zij heeft voor mij een frame
gemaakt, een stuk nepkaak
met neptanden dat met klem-
metjes aan mijn achterste
kiezen hangt. Helaas drukt het
frame op sommige plaatsen
te veel op het tandvlees, waar-
door dit opengaat en er vuil
onder komt. Op sommige
plekken ligt er bot bloot. Van
mijn hoofdbehandelaar moet
het frame nu vier weken uit.
Dat vind ik heel heftig; ik trek
het niet om zonder frame
naar mijn werk te gaan.
Er is veel veranderd sinds
mijn ziekte. Zo kan ik niet
meer normaal een broodje
eten en heb ik al vier jaar
geen appel op. Iets afhappen
lukt niet meer. Ook mijn
smaak is door de chemo
aangetast; sommige dingen
lust ik opeens niet meer.
En ik heb de laatste tijd veel
last van nachtmerries. Dan
droom ik bijvoorbeeld dat
ik gevangen zit in het masker
dat ik op moest tijdens de
bestralingen. Dat masker werd
aan het bed vastgeschroefd
zodat ik niet kon bewegen.
En dan had ik ook nog een
soort lolly in mijn mond om
mijn gehemelte te bescher-
men. Dat was enorm benau-
wend. Toen ben ik nooit
paniek geraakt, maar nu breekt
het me soms op.
Mijn man Ruud, familie, vrien-
den en mijn collega’s hebben
me de hele tijd enorm
gesteund. Ik werk al 44 jaar bij
dezelfde baas, als contract
manager brandmeldcentrales.
Mijn collega’s kwamen mijn
hele ziekteperiode elke week
een bakkie doen. We hebben
het echt sámen gedaan. Op dit
moment ben ik een paar
weken thuis omdat dat frame
uit moet. Gelukkig heb ik veel
afleiding van onze hond Snoes.
Het is een Berner Sennen van
een half jaar oud. Ze moet nog
veel leren, maar ik ben echt
verliefd op haar. Ik wilde al 25
jaar zo’n hond hebben, en nu
Ruud met pensioen is, hebben
we er eindelijk de tijd voor.”
Patiënt Bijzondere Tandheelkunde
Ineke van Houwelingen
Patiëntcentraal
Ineke van Houwelingen (61) kreeg in december 2012
mondbodemkanker. Er was maar een kleine overle-
vingskans.
25HagaMgzn najaar 2016
26. De kracht van StomaLife is de
combinatie van een behandel-
protocol voor alle zorgverleners
en monitoring die gericht is op
de preventie van complicaties.
StomaLife bespaart daarom in
potentie minimaal 10 procent
aan zorgkosten.
Stomaverpleegkundigen
Annette Gardien en Barbara
Weterings werken met de
nieuwe methode. Annette
vertelt: “Niemand wil afhankelijk
zijn. Als een stomadrager weer
thuis is, moet hij of zij zelf de
stoma verzorgen. Dat roept
vaak veel vragen op. Vragen
waarvoor patiënten voorheen
terug naar het ziekenhuis moes-
ten, wat ze in de praktijk niet of
nauwelijks deden. Daarom
focussen we binnen StomaLife
op het bevorderen van de
zelfredzaamheid en komen we
bij de mensen thuis. Ze zijn
eerst verrast, maar vinden het
fantastisch om thuis het
bekende gezicht uit het zieken-
huis terug te zien.”
Eén aanspreekpunt voor
de patiënt
De zelfredzaamheid start al
vóór de operatie: Barbara en
Annette bereiden patiënten
uitgebreid voor op het leven
met een stoma. “We plakken
een ‘oefenstoma’ op de buik,
waardoor de patiënt ervaart
hoe een stoma voelt en wat er
qua verzorging nodig is. Zo
gaat hij of zij goed voorbereid
naar huis”, vertelt Barbara. “Met
StomaLife blijven wij zowel voor
als na de operatie het eerste
aanspreekpunt voor de stoma-
drager. Door onze huisbezoe-
ken na de operatie krijgt de
patiënt meer vertrouwen in
de thuissituatie. Dat helpt om
complicaties te voorkomen.”
Lagere zorgkosten
StomaLife voorkomt volgens
Mediq CombiCare onnodige
zorgkosten door continue
monitoring en een doelmatige
werkwijze.
Na ontslag uit het ziekenhuis
blijft Mediq CombiCare de
stomadragers voor het zieken-
huis in de gaten houden.
De stomaverpleegkundigen
krijgen een seintje van Mediq
CombiCare bij het signaleren
van een complicatie.
Vroeger werden complicaties
niet tijdig opgepakt of zelfs
helemaal niet herkend, omdat
de stomadrager dacht dat dit
erbij hoorde. Door StomaLife
krijgen mensen de expertise uit
het ziekenhuis ook thuis.
Dat levert betere zorg op, tegen
uiteindelijk lagere kosten.
Stomaverpleegkundigen
komen bij patiënten thuis
Zelfredzaamheid, één aanspreekpunt hebben en thuis hulp
krijgen van een gespecialiseerd stomaverpleegkundige. Dat is
de kern van StomaLife van Mediq CombiCare, een nieuwe
samenwerkingsvorm in de stomazorg. Het HagaZiekenhuis is het
eerste ziekenhuis in Nederland dat deze werkwijze hanteert.
Stomaverpleegkundigen
Barbara Weterings (links) en
Annette Gardien bezoeken
stomadragers thuis
Cijfers en feiten
In Nederland hebben
38.000 mensen een
stoma. Jaarlijks krijgen
zo’n 7.000 patiënten een
(nieuwe) stoma. Uit
onderzoek blijkt dat bij
70 tot 90 procent vroeg
of laat een complicatie
optreedt, zoals stuwing
of verstopping.
StomaLife
StomaLife is een unieke
samenwerking in de
zorgketen. Na het Haga-
Ziekenhuis zijn ook het
IJsselland Ziekenhuis in
Capelle aan den IJssel,
het Deventer Ziekenhuis,
Ziekenhuisgroep Twente
en Reinier de Graaf
gestart met de nieuwe
werkwijze. Zilveren Kruis
en VGZ zijn de eerste
zorgverzekeraars die
StomaLife vergoeden.
26 HagaMgzn najaar 2016
27. Goed nieuws van HagaVrienden
Fietsen door Parijs of langs het
Gardameer terwijl je een
chemokuur ondergaat?
Patiënten van de afdelingen
Oncologie en Hematologie van
het HagaZiekenhuis maken het
mee. Stichting Roparun heeft
HagaVrienden 11.000 euro
geschonken voor de aanschaf
van twee fietslabyrinten. Een
fietslabyrint is een hometrainer
waarvoor een groot beeld-
scherm staat opgesteld. Tijdens
het fietsen legt de patiënt een
virtuele route af door een stad
of mooi natuurgebied, in
Nederland of daarbuiten.
Het fietslabyrint geeft door
beeld en geluid patiënten de
indruk dat ze echt buiten zijn.
Ze kunnen kiezen uit routes
door 18 steden, zoals
Den Haag, Amsterdam of Parijs.
Op kruispunten tijdens de route
kan de fietser links of rechts
afslaan. Afstappen of even
rondkijken is op elk moment
mogelijk. De fietslabyrinten
worden ingezet bij het fysiothe-
rapeutisch oncologisch fitnes-
programma. Doel hiervan is de
algehele lichamelijke conditie
te verbeteren waardoor patiën-
ten de (chemo) therapie beter
kunnen ondergaan.
Van de elektrische Haga
shuttle die sinds vorig jaar
door de lichtstraat rijdt,
wordt de hele dag door
gebruiktgemaakt. Door jong
en oud. Dankzij de shuttle
en de inzet van vrijwilligers
wordt de lange gang geen
opgave, maar een plezierige
rit. Afdeling Logistiek heeft
Stichting HagaVrienden
gevraagd te helpen geld
bijeen te brengen voor een
elektrische shuttle voor het
buitenterrein. Die shuttle
kan patiënten van de
parkeerplaats en de tram-
en bushaltes naar het
ziekenhuis brengen.
Een behandeling met chemotherapie kent veel
nare bijwerkingen, waaronder haaruitval. Vooral
vrouwen vinden dat vaak heel erg. Hoe blijf je
‘goedgemutst’ als iedereen kan zien dat je ziek
bent? Met Keppie; een fluweelzacht slaapmutsje.
Chemotherapiepatiënten krijgen er één cadeau
van HagaVrienden.
Keppie is ontworpen door een ervaringsdeskun-
dige. Op haar 29ste werd Annemieke van Lubeek
getroffen door acute leukemie. Een fijne slaap-
muts voor de nacht vond zij niet in het bestaande
aanbod. Vanuit die ervaring heeft ze Keppie
ontworpen. Annemieke: “Keppie wordt gemaakt
van een fluweelzachte stof. De naadjes worden
afgewerkt met de fijnste garen, zodat ze de hoofd-
huid niet irriteren. Door het model van Keppie
blijft de slaapmuts ook ’s nachts goed zitten”.
11.000 euro voor twee fietslabyrinten Actie voor
tweede
Hagashuttle
Goedgemutst met
een fluweelzacht
slaapmutsje
Bijdragen aan een
project?
Start je eigen actie of
doneer een bedrag naar
keuze op IBAN NL15
RABO 0155 6605 35 t.n.v.
Stichting HagaVrienden.
Oncologieverpleegkundige
Barbara van den Berg is blij met de Keppies
27HagaMgzn najaar 2016
28. Het Haga is nog altijd niet uitvernieuwd. Begin september werd de nieuwe publieksomgeving opgeleverd,
meteen bij binnenkomst rechts na de receptie op locatie Leyweg. Hier zit een aantal publieksfuncties bij elkaar,
waaronder de Bloedafname, Bureau opname en de PersoneelsWinkel.
“De PersoneelsWinkel is weer zoals die
bedoeld is: een laagdrempelige balie van
de afdeling P&O. Medewerkers kunnen er
terecht met al hun werkgerelateerde
vragen”, zegt Mariska Scheepbouwer,
senior administrateur P&O frontoffice
enthousiast. “We hebben niet alleen een
balie maar ook een spreekkamer, voor
mensen die wat meer privacy nodig
hebben. Bovendien staan er twee pc’s waar
medewerkers hun personeelszaken zelf
kunnen doen.”
“Het team van de PersoneelsWinkel bestaat
uit tien mensen. Altijd staat een van ons
achter de balie en één of twee collega’s
doen de telefoondienst. Doordat we dat
daar doen, kunnen we de medewerker
eenvoudig uitnodigen: ‘loop even langs,
dan kan ik het je laten zien’. Zo kunnen we
extra klantvriendelijk zijn.”
Kijk voor de openingstijden en overige
bereikbaarheid op pagina 18 van HagaMgzn.
Sinds de verhuizing zit de
Inschrijfbalie bij het Opname-
bureau. De route van beide
afdelingen is A0.2.
De medewerkers van
de Inschrijfbalie schrijven
dagelijks zo’n 500 patiënten
in die volledig nieuw in het
ziekenhuis komen (meestal
voor röntgen of lab, zonder
afspraak). Daarnaast doen zij
de controle op voorlopige
inschrijvingen die via de polikli-
nieken zijn gedaan. Ook
maken de medewerkers van
de Inschrijfbalie sinds kort een
foto van elke patiënt, vandaar
de camera’s die je op de balie
ziet staan. Dit gebeurt met het
oog op het nieuwe systeem
met inschrijfzuilen, dat in het
voorjaar van 2017 wordt inge-
voerd. Zolang de zuilen nog
niet functioneel zijn, krijgen
de patiënten nog stickers.
Terug in het zicht: de PersoneelsWinkel
Nieuwe werkplek
Inschrijfbalie
Het team van de PersoneelsWinkel staat je ook op de nieuwe plek graag te woord
De medewerkers van de Inschrijfbalie op
hun nieuwe werkplek
Nieuwe publieksomgeving:
Na bijna anderhalf jaar zit de Personeels-
Winkel weer ‘in de loop’. Sinds 5 september
wip je er weer heel gemakkelijk even
binnen (route A0.1). Bijvoorbeeld als je
naar het restaurant gaat, of aan het begin
of het eind van je werkdag.
28 HagaMgzn najaar 2016
29. “Sinds de verhuizing op 12
september zijn we overge-
stapt op een nieuwe werk-
wijze”, vertelt Esther van den
Berg, manager peri-analyse.
“De patiënt meldt zich aan bij
een zuil. Hij krijgt een
nummertje en wacht tot hij
wordt opgeroepen. In de prik-
kamer voert de medewerker
bloedafname de gegevens in
het systeem in en daarna
neemt ze bloed af. De patiënt
hoeft niet eerst naar de balie
voor de administratieve gege-
vens. Dat is een stap minder
en dus een wachtmoment
minder. Deze werkwijze maakt
bovendien de werkdag van
onze medewerkers een stuk
gevarieerder.”
“De Bloedafname is voortaan
ook een centraal afgiftepunt
voor patiënten. Ze kunnen
materiaal (ontlasting, urine,
kweken) rechtstreeks bij de
balie afgeven. En dan is er nog
de mooie nieuwe wacht-
ruimte. Een verademing ten
opzichte van de vorige!”
Nog even praktisch: het
U-gebouw en de lift naar het
lab blijven toegankelijk tot de
verhuizing van het lab in 2017.
Patiënten kunnen bij hen
terecht met klachten, sugges-
ties en vragen over hun behan-
deling of verblijf in het zieken-
huis. Te denken valt daarbij aan
klachten over de bejegening of
over de wachttijden, maar ook
over het medisch handelen en
de verzorging op de verpleeg-
afdeling. Kortom: over klachten
in ruime zin. De hoofdtaak van
Margaret en Roelof is om via
bemiddeling tot een bevredi-
gende oplossing van de klacht
te komen.
Margaret en Roelof zijn blij met
de nieuwe ruimte: “Het is een
prachtige, lichte ruimte met
2 mooie spreekkamers.”
De spreekkamers delen zij
met Bosco Beijk in zijn rol
van medewerkervertrouwens
persoon.
De patiëntencontactpersonen
zijn bereikbaar van maandag
tot en met vrijdag tussen
9.00 en 17.00 uur.
Negen prikkamers en een mooie wachtruimte
Centrale plek voor patiëntencontactpersonen
Patiëntencontactpersonen Margaret en Roelof zijn blij met
de mooie, nieuwe ruimte
Het team van de Bloedafname op de nieuwe stek:
eindelijk licht en ruimte
alles bij elkaar
Margaret Roos en Roelof
Schutrup, patiëntencontact-
personen, verhuisden begin
september naar hun nieuwe
ruimte op een centrale plek
(route A0.3). Goed te vinden
voor elke patiënt.
De nieuwe afdeling Bloedaf-
name heeft negen prikkamers
en een ruime, lichte wacht-
ruimte. Je vindt de afdeling
blindelings, ook zonder het
routenummer (A0.4). Prettig
voor de dagelijkse stroom van
ruim 600 patiënten die in het
Haga bloed laten prikken.
Naast de PersoneelsWinkel, de Bloedafname,
de Inschrijfbalie en de Patiëntencontactpersonen
zijn in de publieksomgeving gevestigd:
het Opnamebureau en vanaf begin 2017
de Dienst geestelijke verzorging.
29HagaMgzn najaar 2016
30. Begrijpelijk. Voor hen ben je
tenslotte in de zorg gaan werken.
Je krijgt meer patiëntgebonden
tijd door met je collega’s te
bepalen hoe alles slimmer, beter
en sneller kan. De groepssite
Verhoging Zorgtijd helpt je
hierbij – met tips en tools, een
forum en een poll.
De site is onderdeel van het project
Verhoging Zorgtijd. Doel hiervan is meer
werktijd aan patiëntenzorg te kunnen
besteden door slimmer te werken. Op
de groepssite vind je informatie over het
project, handige tips en ‘continu-verbe-
ter-tools’ (zoals A3 en 5S) om je beschik-
bare tijd beter te benutten. Ook kun je er
je eigen ideeën en tips kwijt door mee te
praten op het forum.
De groepssite is vooral bedoeld voor
(senior)verpleegkundigen, artsen en
unithoofden. Maar ook voor andere
medewerkers in de patiëntenzorg is de
groepssite de moeite waard.
Nieuwsgierig? Neem een kijkje!
Raymond: “Ik heb uit laten zoeken
hoeveel klachten wij dit jaar hierover
hebben gekregen. Het gaat om zeven
meldingen: vier over HiX op locatie
Sportlaan, één over Internet Explorer, één
over HagaPublic, onze wifiverbinding, en
één over de patiëntenterminals (die via
HagaPublic lopen). Op intranet klagen
enkele mensen over de traagheid van
internet; de rest gaat over trage pc’s en
over Internet Explorer.
Over het zakelijk gebruik van internet zijn
weinig klachten terug te vinden. Van de
beschikbare internetcapaciteit gebruiken
we gemiddeld ongeveer 50 van de
beschikbare 150 Mbit (niet-zakelijk) en
175 van de 250 Mbit (zakelijk). We
hebben dus nog capaciteit over. Grappig
weetje is dat tijdens de Olympische
Spelen het verbruik opeens verdubbelde:
van 50 naar 110 Mbit. En toen klaagde
niemand over traag internet …
Trage verbindingen hebben meestal te
maken met een verouderde browser.
Internet Explorer (IE) 9 is inderdaad
verouderd. We moeten naar IE-11 toe.
Maar alle applicaties die we gebruiken,
moeten dat wel aankunnen. We bekijken
per applicatie met de leverancier of die
onder IE-11 ook nog werkt. Dat onder-
zoek moet voor het eind van 2016 zijn
afgerond. Voor browser Mozilla Firefox
geldt hetzelfde.
Soms hoor je dat de traagheid van het
netwerk zou komen doordat de pc’s te
verouderd zijn. Die oude pc’s zijn er
inderdaad, maar als die via het nieuwe
netwerk draaien, hebben ze de goede
snelheid. De heel oude pc’s vervangen
we als de afdeling gerenoveerd wordt.
Dat maakt allemaal nog deel uit van
HagaVernieuwt.
Een deel van de meldingen over traag-
heid gaat over de Sportlaan. Aan die
klachten kunnen we helaas weinig doen.
De hele infrastructuur daar is verouderd.
Wegens onduidelijkheid over de
toekomst van deze locatie, wordt er niet
meer in geïnvesteerd. Ik kan daar helaas
niet meer van maken.
Over HagaPublic horen we dat het lang
duurt voordat je een site kunt openen.
Dat komt doordat HagaPublic enorm
overladen is, met zevenhonderd tot
twaalfhonderd apparaten (zoals smart
phones, tablets en patiëntenpc’s) die
tegelijkertijd een beperkte bandbreedte
moeten delen. De top tien van de meest
gebruikte sites bestaat uit alle dagbladen
en Funda. Het mag duidelijk zijn dat we
het dan niet over zakelijk gebruik
hebben. Toch gaan we ervoor zorgen dat
HagaPublic voor het einde van het jaar
een betere verbinding heeft."
“Waarom is ons internet zo traag?”
Op ons intranetforum staan diverse klachten over traag internet. Daarom vroegen we
Raymond van den Berg, manager ICT:
Vraagaan
Wil je meer tijd voor je patiënten?
Heb jij een brandende vraag waarvan
het antwoord voor veel collega’s
interessant is? Stel hem via
nieuws@hagaziekenhuis.nl.
30 HagaMgzn najaar 2016
31. ■■ Za 1 oktober: DiaBeat!tRun
■■ Di 11 oktober: bockbier- en tapasproeverij
■■ Za 15 oktober: Marc-Marie Huijbregts - GETEKEND (try out)
■■ Zo 30 oktober: ADO Den Haag - AZ
■■ Za 19 november: jaarfeest
■■ Za 26 november: sinterklaasfeest
■■ Zo 4 december: Sjaak Bral - Vaarwel 2016
■■ Di 20 december: kerstbal
Daarnaast start in september weer de bedrijfshockeycompetitie.
Inlichtingen bij Jean-Louis Kerkhoffs, toestel 4166 of
j.kerkhoffs@hagaziekenhuis.nl.
Fotograaf Hans Oostrum: “We zijn nu ruim
20 jaar werkzaam als fotograaf voor het
HagaZiekenhuis. Inmiddels kennen we
vele gezichten, maar nog niet alle namen.
Omgekeerd kennen mensen ons ook.
Dat merken we als we 'gewapend' met
onze camera door het ziekenhuis lopen.
Het voelt allebei vertrouwd.
Tijdens een van de fotomomenten voor
het Hagafotoboek, liep ik al een poosje
door de keldergang op locatie Sportlaan.
Tijdens de lunch zag ik een aantal mensen
door een deur naar binnengaan. Een deur
en ruimte die mij nog niet eerder zo
duidelijk waren opgevallen.
Ik ben toen zelf ook naar binnen gegaan
en zag daar 6 Hagacollega's aan de lunch.
Op deze plek lunchen zij al vele jaren met
elkaar. Voor mij was dit een mooi 'gevon-
den' moment en een goed voorbeeld van
teamspirit. Mooi om dit mee te maken en
vast te kunnen leggen op de foto.”
Studio Oostrum maakt een foto-
boek over het HagaZiekenhuis,
dat uitkomt als het nieuwe Haga-
Ziekenhuis klaar is. In HagaMgzn
tonen we voorproefjes.
StudioOostrum
Leuke dingen doen met
de PV HagaNees!
Zie ook
intranet
Meer informatie? Meteen aanmelden? Ga naar de website
www.pv-haganees.nl.
In oktober komt de geheel vernieuwde en veel gebruiks
vriendelijkere website beschikbaar.
Met de PV naar
de try-out van
Marc-Marie?
Geef je op!
31HagaMgzn najaar 2016
32. Naam: Mireille Tchami Tchana
Leeftijd: 37
Opleiding: Biologie en medisch
Laboratoriumonderzoek (2e
/3e
jaar ineen)
Hogeschool Rotterdam
Afdeling: Medische microbiologie
Waarom wil je analist worden?
“In 2009 kwam ik vanwege het
werk van mijn man vanuit
Kameroen naar Nederland. Ik
heb in Kameroen jarenlang in
de zorg gewerkt en wilde dat
hier ook weer doen. Dat is
helaas niet gelukt. Na vijf jaar
besloot ik te gaan studeren
om medisch analist te worden,
dan ben ik indirect toch met
patiënten bezig. Als analist
kun je achterhalen welke
ziekte de patiënt heeft door
patiëntenmateriaal (zoals
bloed, urine en hersenvocht)
op microniveau te analyseren.”
Hoe ben je bij het Haga
terechtgekomen?
“Via de opleiding kon ik hier
solliciteren. Ik dacht dat ik
weinig kans zou maken, omdat
ik gebrekkig Nederlands
spreek. Toch ben ik het gewor-
den! Het gesprek was prettig
en open. En ik merk dat mijn
collega’s, zowel de analisten
als de artsen, me graag
helpen. Ik krijg antwoord op al
mijn vragen. De taal blijft een
uitdaging, maar de labtaal heb
ik al wel geleerd.”
Wat vind je het leukste aan je
werk?
“Ik vind het geweldig om
bijvoorbeeld een urinekweek
te bekijken door de micro
scoop, al die verschillende
soorten micro-organismen
(bacteriën, schimmels). Ik zíe
gewoon wat de patiënt ziek
maakt. En ik vind het fascine-
rend wat je soms tegenkomt
op de platen: mooie kleuren
die je nergens anders ziet,
alleen hier op het lab. En ik
mag heel veel zelf doen, zo
ontwikkel ik zelfvertrouwen.
Natuurlijk wordt alles gecon-
troleerd door mijn begeleider.
Die samenwerking is heel
prettig; ik leer zo veel en
zo snel.”
En het lastigste?
“Het stagiair zijn. Artsen wach-
ten op ons, willen het resul-
taat. Als analist wil je zo snel
mogelijk het materiaal verwer-
ken en je wilt geen fouten
maken. Maar die routine heb
ik natuurlijk nog niet. Want dat
is precies wat je hier leert.
En waarom de stage ook
anderhalf jaar duurt. Het is
belangrijk dat je veel ervaring
opdoet met diagnostiek.”
Wat is het belangrijkste dat je
hier al geleerd hebt?
“De praktische kant van de
lessen die je op school leert,
oefen je in de praktijk. Patiën-
tenmateriaal komt binnen en
je ziet hoe belangrijk de juiste
werkvolgorde en werkwijze is.
In dit vak is het ‘check-dubbel-
check’: hoort deze uitslag bij
deze patiënt? Je moet steeds
het patiëntennummer op het
materiaal controleren en
vergelijken met het nummer
op de aanvraag. En je moet
controleren of het materiaal
dat je onderzoekt inderdaad
het materiaal is dat de arts
onderzocht wil hebben.”
Wat zijn je toekomstplannen?
“Ik wil gaan werken in de diag-
nostische sector. Het liefst in
een ziekenhuis of anders in
een levensmiddelenbedrijf
waar microbiologisch onder-
zoek centraal staat. Ik blijf in
elk geval in de microbiologie,
dat vind ik echt boeiend.”
medisch analist
Het HagaZiekenhuis is een van de grootste opleidingszieken
huizen van Nederland. Dagelijks lopen er bij ons dan ook heel
veel mensen rond die het vak leren. In elke editie van HagaMgzn
laten we één van hen aan het woord.
32 HagaMgzn najaar 2016