Voorne: ontdekking onder de rook van de Rotterdamse wereldhaven
De magie van zanzibar
1. De magie
van ZanzibarMet een uitgeholde boomstam zeilen we over het turquoise water van
de Indische Oceaan. En nog snel ook. De Ngalawa met zijdrijvers –
een trimaran avant la lettre – stuift langs het bountystrand van
Michamvi met haar picture perfect wuivende palmen. In mum van
tijd zijn we op de plaats van bestemming: The Rock. Het meest
iconische restaurant van Afrika, gelegen op een piepklein
koraaleilandje. ‘Karibu!’ grijnst een boomlange Masaï, gehuld in een
traditionele felrode shuka, vriendelijk wanneer we boven aankomen.
Welkom. Ja, dat voelen we ons zeker.
TEKST HANNEKE BEERS | FOTOGRAFIE HANNEKE BEERS & JEROEN VAN DER LEIJÉ
Zwevend boven
de oceaan
68 Nautique
3. MAGISCH ZANZIBAR
Z
anzibar eiland. Zes graden
ten zuiden van de evenaar, 16
mijl voor de kust van Tanza-
nia. Door de locals Unguja
genoemd. En door Arabische handela-
ren, die hier in de achtste eeuw met de
Monsoon-winden vanuit Oman naartoe
zeilden om in slaven, ivoor, goud en
kruidnagels te handelen: Zinj el Bar:
land van zwarte mensen. Door haar
strategische ligging voor de oostkust van
Afrika in de loop der tijden niet alleen
populair bij Omani’s, maar ook bij menig
avonturier, plunderaar en ontdekkings-
reiziger. Zoals David Livingstone, die
hier verbleef voordat hij aan zijn laatste
– fatale – expeditie zou beginnen. In de
loop der eeuwen toonden ook Assyriërs,
Sumeriërs, Egyptenaren, Indiërs, Chi-
nezen, Perzen, Portugezen, Engelsen en
Nederlanders zich uiterst gecharmeerd
van het specerijeneiland.
Sommigen, zoals de Perzen en vooral de
Omani’s, besloten langer te blijven en
wierpen zich eeuwenlang op als over-
heerser. Pas in 1963 kwam een eind aan
de Arabische heerschappij toen Zanzibar
met een bloedige revolutie onafhanke-
lijkheid opeiste van het laatste Omaanse
sultanaat. Door deze kleurrijke geschie-
denis bestaat de bevolking uit een onge-
lofelijke mix van etnische achtergronden.
Vooral de langdurige Omaanse overheer-
sing heeft haar sporen achtergelaten.
Het eiland wordt gekarakteriseerd door
Arabische architectuur, en het overgrote
deel van de Zanzibari’s is islamitisch - op
een paar christenen, hindoes’s en sikhs
na. En streng in de leer, te zien aan alle
zwaar gesluierde vrouwen en meisjes die
langs de weg lopen wanneer we na aan-
komst met een taxi onderweg zijn naar
Matemwe, aan de noordoostkust van het
eiland. Af en toe zien we zelfs baby’s op
de rug van hun moeder met een kleurrijk
sluiertje om hun hoofd.
Een 25 meter lange Python
‘Sorry guys, the wind is too strong. We
can’t go diving today.’ De volgende
ochtend willen we vanuit het prachtige
Sunshine Marine Lodge gaan duiken bij
de Mnemba-atol, dat hier pal voor de
deur ligt en bekend staat als een van de
beste duikspots van de Indische Oceaan.
Maar de Kusini – de harde noordenwind
die hier van december tot april waait
– gooit roet in het eten. De golven zijn
zo hoog dat de boot van Dive Point niet
uit kan varen om ons naar de duikplek
te brengen. Daarentegen is een duik in
de fraaie infinity pool – met uitzicht
70 Nautique
4. over Mnemba – ook geen straf. Na een
geweldige lunch in het openluchtrestau-
rant pakken we een mountainbike om op
Afrikaans tempo naar het naastgelegen
vissersdorpje te fietsen. Door de meedo-
genloze Kusini moeten de vissersbootjes
noodgedwongen terugkomen van de
visvangst. Tientallen mannen zijn hier
druk in de weer om hun Ngalawa’s met
z’n allen het strand van Muyuni op te
trekken.
De volgende dag gaan we op weg naar
het zuiden, en brengen halverwege een
bezoek aan het Jozani National Park.
Met een lokale gids lopen we over een
smal paadje door de dichtbegroeide jun-
gle en stuiten op een gegeven moment
op een groepje Zanzibar red Colobus:
roodzwarte aapjes. Een van de meest
zeldzame apensoorten van Afrika,
die alleen nog op Zanzibar voorkomt.
Niet meer dan een paar meter bij ons
vandaan, plukken ze met hun vier
vingers – zonder duim – op hun gemak
hun middagmaal uit een boom. Terwijl
ze met hun lange staart aan de takken
hangen eten ze onverstoorbaar de harde,
onrijpe vruchten op. ‘Er zijn hier ook
Pythons,’ vertelt de gids tussen neus en
lippen door. ‘Laatst zag ik er een van 25
meter lang. Er stak nog net ’t achterlijf
van een hond uit z’n bek.’
Het fijne van een cliché
Bij het naastgelegen mangrovebos is
door het laagtij – wanneer de vloedlijn
hier drie kilometer ver weg ligt – goed
te zien hoe enorm hoog de bomen op
hun wortels staan. Het mangrovehout
dat overvloedig op Zanzibar aanwezig
is wordt veel gebruikt om de traditio-
nele Dhows mee te bouwen. Door het
weelderig groene binnenland vervolgen
we onze reis naar de oostkust, voor een
verblijf in de Kichanga Lodge op het
Michamvi-schiereiland. Het hotel wordt
bewaakt door een vriendelijke Masaï, die
de slagboom voor ons opendoet. Overal
op het eiland zien we deze trotse, boom-
lange mannen, die hier vanuit Tanzania
naartoe komen. Door droogte en afname
van weidegrond voor hun vee staat de
traditionele leefwijze van het nomadi-
sche volk sterk onder druk. Om in hun
levensbehoeften te voorzien zoeken veel
mannen hun heil elders. Ze worden door
de resorts aan de kust graag als guard
ingezet. Gehuld in hun traditionele
felrode shuka’s – rood symboliseert leven
en bloed, bovendien schrikt het wilde
dieren af – zijn de diepzwarte mannen
imponerende verschijningen.
Nadat we ingecheckt zijn in een roman-
tische, met palmbladeren bedekte
Links:
Voor de
kust van
Stone Town
kunnen de
vissers even
relaxen wan-
neer Han-
neke Beers
het roer
overneemt.
‘Laatst zag ik een Python van
25 meter lang. Er stak nog net ’t
achterlijf van een hond uit zijn bek’
Nautique 71
5. heeft opgevist. Nadat we het dier bewon-
derd hebben gooien we ‘m weer terug in
zee, wordt het zeil getrokken en gaat de
buitenboordmotor uit. Eindelijk zeilen
we, wat een genot. Hier hebben we al zo
lang naar uitgekeken. En wat gaat dit
verbazingwekkend snel. Als de wind iets
aantrekt werken de drijvers als hydro-
foils zodat we met een noodgang over de
golven heen surfen. Onvoorstelbaar hoe
een eeuwenoud ontwerp nog steeds van
deze tijd is.
Na een tijdje durf ik te vragen of ik ook
even mag sturen. Mosu kijkt verbaasd,
maar als ik hem vertel dat ik vaker heb
gezeild geeft hij het roer – zij het aarze-
lend – uit handen. Nou ja, “roer” is een
bungalow maken we een wandeling
over het strand dat achteloos bespren-
keld is met de prachtigste schelpen en
regelrecht uit een stockphoto library
lijkt te zijn ontsnapt. Het cliché van
een bountystrand: oogverblindend wit
poederzand met metershoge wuivende
kokospalmen, omlijst door een turquoise
zee. Hoe fijn kan een cliché zijn? Onder
een van de palmen maken we kennis met
Mosu, kapitein van een Ngalawa: een
met de hand uitgeholde mangoboom –
naar duizenden jaren oud ontwerp – met
aan touwen bevestigde zijdrijvers, die
door Zanzibari’s nog dagelijks wordt
gebruikt om mee te lijnvissen. Dat vissen
skipt Mosu echter met alle liefde een
dagje als we met hem afspreken om de
volgende ochtend naar de Chwaka Bay
Lagoon te zeilen, aan de andere kant van
het schiereiland.
Eeuwenoude hydrofoils
‘Look, starfish!’ Wanneer we ’s ochtends
vroeg op het strand met onze spullen in
een waterdichte zak aan boord stappen,
varen we met de buitenboordmotor eerst
een stuk de zee op. Dan zet Mosu de
motor uit en duikt zijn maat Abuu het
water in. Even later komt hij naar boven
met een exotische bruinrode zeester die
hij van drie meter diepte van de bodem
ruim begrip, want dit bootje heeft in feite
geen roer. De uitgeholde mangoboom
wordt gewoon met de buitenboordmotor
bestuurd. Aangezien de romp slechts
50 cm breed is, is er geen ruimte voor
een roer. Maar gek genoeg gaat het best.
Het scheepje manoeuvreert waanzinnig,
accelereert als een gek en is door de drij-
vers enorm stabiel. Het felgroene water
schiet onder ons door. Nadat Mosu het
even aangekeken heeft – het is de eerste
keer in zijn leven dat hij een vrouw aan
het roer laat – heeft hij er kennelijk ver-
trouwen in en gaat relaxed liggen. Ha-
kuna Matata. Het driehoekige katoenen
latijnzeil wordt met een enorme ra aan
een korte, enigszins schuin naar voren
Onder:
Spectaculair
uitzicht
vanuit de
Sunshine
Marine
Lodge.
6. MAGISCH ZANZIBAR
staande mast gevoerd en wordt zonder
giek gevaren. De halshoek van het latijn-
zeil wordt aan de voorpunt vastgemaakt
met een halstalie. Aan de wind wordt de
halstalie strak naar beneden getrokken,
voor de wind gaat ‘ie los, waardoor de ra
bijna horizontaal komt te staan en het
bootje zo goed als dwarsgetuigd is.
Een wonderbaarlijke setting
We zeilen naar de prachtige lagune die
onderdeel is van het Jozani Chwaka Bay
National Park. Indrukwekkend stil en
bloedheet is het hier. Na een wande-
ling door het enkeldiepe, spiegelgladde
water zetten we weer koers naar het
zuiden, terwijl Abuu ons op een ijskoude
Stoney Tangawizi trakteert, een pittig
gemberdrankje waar de tranen bijna
van in je ogen springen. We zeilen om
de noordpunt van het schiereiland heen,
langs slaperige vissersdorpjes en hier en
daar een resort. Dan zien we, een mijl
ten zuiden van de Kichanga Lodge, The
Rock voor ons opdoemen. Sommige
plekken op deze wereld zijn door moeder
natuur extra fascinerend geschapen.
En dit is er zo een. En daar is door de
jongens van The Rock dankbaar gebruik
van gemaakt.
Op een piepklein koraaleilandje dat als
een paddenstoel uit de zee omhoog rijst
hebben ze een restaurant gecreëerd. We
geloven onze ogen niet. Vlak voor het
Michanwi Pingwe Beach springen we
overboord en nemen afscheid van de
mannen. We waden met onze spullen
op onze nek door het ondiepe water en
beklimmen de vier meter lange trap om-
hoog, waar we vriendelijk welkom wor-
den geheten door twee indrukwekkende
Masaï. Eenmaal binnen bevinden we ons
plotseling tussen Italianen, Engelsen en
een paar Japanners in een hip visres-
taurant. We ploffen neer op een van de
loungebanken van het terras dat boven
de Indische Oceaan lijkt te zweven. Een
magische plek. Terwijl onze zeiknatte
kleren drogen in de zon laten we
Nautique 73
7. deze wonderbaarlijke setting met een
aperitief op ons inwerken. En eten ver-
volgens een heerlijke octopussalade met
citronette-dressing, én de fabuleuze Rock
Special: verse kreeft met langoustine,
gamba’s en calamari, die net onder ons
uit zee zijn gevist. Een fles Chenin Blanc
maakt het af. Lang nadat de lunch is
verorberd en de laatste gasten vertrok-
ken zijn, zitten wij nog op het terras na
te genieten van het mooiste uitzicht van
de wereld. Beter dan dit gaat het niet
worden.
Onder de sterren
‘I am allowed to have four women, but I
only have one. Four women are too ex-
pensive.’ In de taxi op weg naar Kizimka-
zi in het zuiden vertelt Mohammed, onze
taxidriver, over zijn leven op Zanzibar.
‘Als ik vier vrouwen zou hebben, moet
ik ook voor ze kunnen zorgen, en met ze
naar het ziekenhuis gaan als ze ziek zijn.
Daar heb ik geen geld voor.’ Tijdens het
openhartige gesprek slingert de weg zich
door het ongelofelijke groene binnen-
land, langs de vele kruidnagel- en bana-
nenplantages, die geflankeerd worden
door nootmuskaat-, kaneel- en Baobab-
bomen en afgewisseld met peperplanten,
hennastruiken en ontelbare kokospal-
men. Overal wordt de weg geflankeerd
door hordes schoolkinderen in uniform,
Links:
Een Zanzibar
red Colobus-
aapje.
74 Nautique
8. MAGISCH ZANZIBAR
de meisjes allemaal gesluierd, die de
lange weg naar school te voet afleggen.
En nergens een toerist te bekennen.
In Kizimkazi, een van de oudste neder-
zettingen van Oost-Afrika, gelegen op
de meest zuidelijke punt van het eiland,
nemen we onze intrek in het Swahili
Beach Resort. Als we door de bloemrijke
tuin naar de zee lopen en tussen de tal-
rijke palmen door voor het eerst een blik
op de zee werpen, zijn we met stomheid
geslagen. Voor het strand ligt een ar-
mada van dhows. Tientallen, misschien
wel meer dan honderd vissers-dhows
liggen hier voor anker of zijn deels
drooggevallen. Sprakeloos lopen we het
strand op om dit tafereel van dichtbij te
bekijken. Hoe is het mogelijk dat zo’n
klein dorpje zoveel vissersboten heeft?
Op iedere dhow ontwaren we een stuk
of drie kerels, die allemaal bezig zijn met
alledaagse bezigheden, en ons nieuws-
gierig aankijken als we door het ondiepe
water tussen de schepen doorlopen.
Overal zien we bedrijvigheid. Er worden
kleren gewassen en aan de ra’s te drogen
gehangen, in grote pannen op houtvuur-
tjes wordt rijst gekookt, zeilen worden
gerepareerd, netten geboet, en sommi-
gen liggen even een tukkie te doen.
‘Jambo!’ Naast ons duikt een jonge jon-
gen op. We maken kennis met Ahmed,
een praatgrage local die verrassend goed
Engels spreekt. Dit is onze kans om er-
achter te komen wat hier aan de hand is.
‘Deze mannen komen van het noorden
van het eiland om hier te vissen tijdens
de maanden dat het daar te hard waait,’
legt hij uit. Doordat alleen de zuidkant
van het eiland echt beschut is tegen de
hevige Kusini, blijven de dhows hier van
december tot april. Al die tijd wonen de
vissers op de open boten. Slapen doen ze
onder de sterren, hun eten halen ze uit
zee en de rest van de vis verkopen ze op
de visafslag in het dorp. Slechts af en toe
nemen ze een bus naar het noorden om
hun vrouw en kinderen te bezoeken en
een deel van hun schamele verdiensten
af te staan. Wat een leven.
Robinson Crusoe
‘Hey guys, good to see you again!’ De
volgende dag hebben we met Ire Apewa
afgesproken, de Zanzibari die samen
met de Nederlandse Brenda Moot van
Brendafrica Travels de reis voor ons
georganiseerd heeft. Leuk om Ire, na
de eerste ontmoeting in Utrecht, hier
op Zanzibar te zien. ‘Are you ready for
the trip?’ Ja, dat zijn we zeker. Na de
Ngalawa willen we graag ondervinden
hoe het is om met een grotere vissers-
dhow te zeilen. In een andere baai aan de
noordkant van het dorp liggen nog eens
tientallen dhows voor anker. Het plan is
om vandaag samen met Ire, een ervaren
dhowzeiler, een stuk naar het noorden te
zeilen, naar de hoofdstad van het eiland,
Stone Town. We laden onze bagage aan
boord, maken kennis met de driekoppige
bemanning, starten de buitenboordmo-
tor en gooien het anker los.
Normaal gesproken barst het van de
dolfijnen voor de Dolphin Coast, maar
– misschien wel door die loeiharde
wind – vandaag laten ze zich helaas niet
zien. Naarmate we onder de beschutting
van de kust vandaan komen, worden de
golven steeds hoger. Eenmaal op open
zee hijsen de mannen het zeil en gaat
de motor uit. Als het zeil wind vangt
accelereert het schip direct. Door de
enorme golven komen plenzen buiswa-
ter over ons heen, maar toch houdt de
dhow behoorlijke snelheid. Na een tijdje
zeilen ontdekken we vlakbij de groot-
hoek een fikse scheur in het zeil. Er staat
zoveel druk op, dat kan niet goed gaan.
En inderdaad, de scheur wordt met de
minuut groter en nog geen vijf minuten
later scheurt het zeil in een klap volledig
doormidden. Ire springt naar voren en
laat samen met de mannen de ra zak-
ken, terwijl de buitenboordmotor wordt
gestart. Als de overblijfselen van het zeil
bij elkaar gebonden zijn, blijkt dat de
kapitein zijn schip de dag ervoor aan een
bevriende visser had uitgeleend, die ken-
nelijk vergat te melden dat er een scheur
in het zeil was gekomen.
Gehuld in hun traditionele
felrode suka’s zijn de Masaï-
mannen imponerende
verschijningen
Nautique 75
9. fish en gemarineerde tonijn worden
geroosterd, die hij samen met tomaat, ui,
paprika, versgebakken chapati’s, meloen,
mango en ananas op het strand voor ons
klaarmaakt. Wow, wat een kunstenaar.
We doen ons tegoed aan de heerlijke
lunch en realiseren ons wat een geweldig
cadeau het is om totaal onverwacht op
dit onontdekte strand te belanden.
I want to break free
Nog geen paar uur later bevinden we
ons ineens in de kronkelende steegjes
van het koloniale Stone Town, waar we
na een week in kleine dorpjes te hebben
gebivakkeerd, aan de drukte van de
stad moeten wennen. Ire laat ons de
highlights van zijn stad zien. We lopen
langs het Freddy Mercury House, het
huis van een van Zanzibar’s beroemdste
nazaten. Hier is het waar de vocalist van
Queen in 1946 als Farrokh Bulsara werd
geboren, toen zijn Parsi-vader werkte als
kassier voor de Britse koloniale overheid.
Op zijn achtste werd de kleine Farrokh
naar kostschool in India gestuurd. Toen
het gezin enige tijd later naar Middlesex
verhuisde, richtte hij in de 70er jaren een
bandje op en nam zijn artiestennaam
aan. De rest is geschiedenis.
We maken een uitgebreide wandeling
door de stad en dineren in het karak-
teristieke Africa House, dat 150 jaar
geleden in het bezit was van een rijke
Het lijkt ons geen goed plan om de hele
reis naar Stone Town boksend tegen
de wind in op de buitenboordmotor af
te leggen. Gelukkig heeft Ire een beter
voorstel: ‘Laten we hier naar de kust
varen en lekker gaan lunchen op het
strand!’ Dat klinkt als een voortreffelijk
idee.
Als schipbreukelingen belanden we
even later op een idyllisch palmenstrand
waarachter een piepklein vissersdorpje
schuil gaat. Koud en zeiknat ploffen
we neer op het witte zand en laten ons
opwarmen door de zon. We kunnen
ons een klein beetje voorstellen hoe
Robinson Crusoe zich gevoeld moet
hebben. Terwijl wij ons opwarmen in
de zon sleept Ire samen met de beman-
ning een zware barbecue van boord.
Waarop even later verse moten king-
slavenhandelaar uit Oman. Nadien
opende hier de First English Club of East
Africa haar deuren. Tegen het einde van
het koloniale tijdperk werd het tenslotte
tot een luxueus hotel verbouwd.
De volgende ochtend heeft Ire een
andere dhow voor ons weten te regelen.
De boot is van twee jonge vissers uit het
noordelijke Nungwi, die tijdens de Kusi-
ni in het zuidelijker gelegen Stone Town
verblijven. Ook zij leven deze maanden
aan boord. Vanavond gaan ze weer vis-
sen, maar ze vinden het prima om een
paar uur met ons te zeilen en zo wat
extra geld te verdienen. De met stenen
verzwaarde visnetten in de kuip zijn nog
nat van de visvangst van vannacht. We
stappen aan boord en ervaren dit keer
écht hoe geweldig zo’n vissers-dhow zeilt.
Terwijl we langs het koloniale Stone
Town alle mogelijke zeilmanoeuvres uit-
proberen wordt duidelijk waarom deze
traditionele schepen al een paar duizend
jaar gebruikt worden. Het waren niet al-
leen de ontdekkingsreizigers van weleer
die zich verbaasden over de kwaliteit van
de op het oog simpele dhows. Ook wij
zijn onder de indruk. En niet alleen van
het dhowzeilen, maar ook van Zanzibar
zelf. We zijn volledig betoverd. Eén week
was veel te kort om het magische spece-
rijeneiland en haar bijzondere inwoners
te leren kennen. Dit smaakt naar meer.
Veel meer.
Boven:
The Rock,
het meest
iconische
restaurant
van Afrika.
76 Nautique
10. MAGISCH ZANZIBAR
ZEIL MET BRENDAFRICA TRAVELS
PER DHOW ROND ZANZIBAR
Reisorganisatie Brendafrica Travels organiseert, adviseert en bemid-
delt bij de planning en voorbereiding van rondreizen en safari’s in
Tanzania en Kenia en strand- en zeilvakanties in Zanzibar. Het bedrijf
is opgericht door de Nederlandse Brenda Moot, die ruim 20 jaar reis-
en organisatie-ervaring in Afrika heeft en een groot deel van het jaar
op Zanzibar woont en werkt.
Brendafrica heeft als enige reisorganisatie in Nederland een dhow-
zeiltocht van een week rond Zanzibar ontwikkeld. Speciaal voor
Nautique-lezers biedt Brendafrica deze reis aan voor €950 p.p op ba-
sis van 6 personen. Dit bedrag is inclusief: 7 dagen zeilen in een goed
onderhouden lokale vissers-dhow met drie ervaren bemanningsleden
en 6 nachten verblijf in luxe bungalows – waaronder de Sunshine
Marine Lodge – met ontbijt aan de stranden van Zanzibar. Ook inbe-
grepen zijn barbecue-lunches, fruit en water aan boord, zwemvesten,
snorkelmateriaal, toeristenbelasting, benzine voor de motor en
activiteiten als lokaal vissen, snorkelen, zwemmen met dolfijnen &
schildpadden en een bezoek aan Prison Island. Exclusief zijn: diner,
persoonlijke uitgaven, drankjes en optionele activiteiten als duiken,
kitesurfen, etc. Indien 7 dagen te lang zijn kan het programma wor-
den aangepast en wordt er een zeilreis op maat gemaakt.
Meer informatie: www.brendafrica.com.
N.B. Onze reportage is in januari gemaakt, wanneer de kans op harde
wind groot is. Echter, de beste tijd om rond Zanzibar te zeilen is van half
juni tot half oktober, wanneer de aangename – zuidelijke – Kaskasi-
wind waait.
LEZERSAANBIEDING
Nautique 77