1. Nederlands: woordpakket 17
Opdracht 1
Laat iemand in je gezin volgende woorden dicteren. Schrijf deze woorden op zoals jij denkt dat ze
geschreven moeten worden. Bekijk daarna pas de correctie.
Woorden: Antwerpen, Maria, Spoorwegstraat, Heusden, Oost-Vlaanderen, Schelde,
Pinksteren, Engels.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wanneer schrijven we nu weer allemaal een hoofdletter?
- …………………………………………………………………………………………………………………………………..
- …………………………………………………………………………………………………………………………………..
- …………………………………………………………………………………………………………………………………..
- …………………………………………………………………………………………………………………………………..
- …………………………………………………………………………………………………………………………………..
Opdracht 2
Bekijk het filmpje ‘modelleren’ op de volgende website: http://nederlands6a.weebly.com/
Opdracht 3
Zet de woorden volgens de juiste strategie in de juiste kolom.
respect, show, crash, collectie, Franse, bulldozer, West-Vlaams, team, barbecueën, reactie, Belgisch,
logica, keeper, stress, Afrikaanse, barbecueën, jungle, drugs, Duits, interview, ketchup
Woorden net-als Belg Woorden net-als Cola Woorden uit het Engels
Los volgende vraag op:
Wat hebben de woorden net-als Belg gemeen? (2 dingen)
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verbeter deze oefening met de verbetersleutel.
Opdracht 4
Maak de volgende oefeningen in je werkschrift Tijd voor taal accent pagina 52
2. - Oefening 2: moet
- Oefening 3: moet
- Oefening 4: moet
- Oefening 5: hiervoor heb je een code nodig dat je hieronder kunt terugvinden. (mag)
- Oefening 6: trefwoorden zijn woorden waarvan je de betekenis kan terugvinden in
een encyclopedie of woordenboek (moet)
Maak de oefening in je Z-schrift Tijd voor taal pagina 52
- Oefening 2: moet
- Oefening 3: moet
- Oefening 4: mag
Verbeter daarna de oefeningen met de verbetersleutel.
Opdracht 5
Omcirkel (wees hier eerlijk in):
- Ik kan de oefeningen niet/zwak/goed.
- Ik heb geen/een beetje/ veel hulp nodig gehad.
- Ik kan de strategieën zelfstandig/met hulp/niet toepassen
- Ik vond deze oefeningen makkelijk / moeilijk