SlideShare a Scribd company logo
1 of 257
The best of
Facebook
[2017]
Bechamelsaus uit het vuistje.
“Peuters aankleden in de winter kost bijna
een kwartier per stuk.”
- Mijn moeder
Een incontinentale vlucht
Voor een winkel waaide een reclamebord om.
Ik liep op dat moment door de
Heilige Geeststraat.
‘Het wordt koud doch rechtvaardig.’
R. ligt op de bank. Ze heeft haar ogen dicht en
murmelt soms ‘mmm-hmmm’ of ‘ja’.
‘Wat doe je?’ vraag ik.
‘Ik leg verbanden.’
Ik typte: ‘Ik ben zen.’
De autocorrect vulde dat aan met ‘uwachtig’.
Eerst zee, straks meer.
Woord van de dag: tamarindesap.
Ik verticket!
Als ik een foodtruck had
zou ik 'm Dolle Pretzel noemen.
Ik breng R. ontbijt op bed. ‘Alsjeblieft.’
‘Je kunt beter zeggen “alsjebliefje”, daar zit
dan al “liefje” in.’
Met R. naar een historisch museum:
‘Het gaat bij mij het ene oog in en het andere oog uit.’
‘Ik ga even een ommetje maken.’
‘Waarommetje?’
‘Daarommetje.’
Alle beestjes helpen.
‘Mevrouw, wilt u de kleding eerst proberen?’
‘Ik pas.’
‘En, hoe was je dag?’
‘Snel om.’
Ik praatte tegen R. tijdens Wie is de mol?
Als reactie zette ze de tv iets harder.
‘Goedemorgen dweiltje,’ zeg ik tegen R.
‘Liever dweilorkést,’ bromt ze slaperig.
‘Maar ik hoor geen muziek.’
Daarop doet ze met gesloten ogen een trompetje na.
Aan de andere kant van het gangpad in de
trein: een jongetje van een jaar of acht met
een bril en een strenge oma.
Lang regen de levebroek!
‘En daar heb je Veerle
met haar vuurvaste vingers.’
‘Ik doe jou soms echt tekort’, zeg ik tegen R.
‘Je zou wat meer voor jezelf moeten opkomen.’
‘Voor dat grapje krijg jij een tien met een gniffel!’
‘En, wat schaft de pot vandaag?’
‘Hé, effe dimmen jij!’
Dat op het schoolplein Clara overgaf en -
toen de klas het zag - ook drie anderen.
Het vallende mes
in een reflex
met je voet
opvangen.
Woord van de dag: mondzorgtraject.
We bekijken de medewerkerspagina op de
website van een bedrijf waar ik overweeg te
solliciteren. R. wijst naar de foto van een
strenge, wat vermoeid ogende vrouw en zegt:
‘Astrid is wel aan vervanging toe.’
Work-outprogramma: Love Thy Thighs.
‘Ik weet er het fijne niet van,’
zei de pessimist.
Woord van de dag: Putzerlebnis.
Toen een deelneemster aan het debat
moest hoesten, reikte iemand anders aan
tafel naar zijn glas water, en nam zelf een
slokje.
‘Ik ben een geoliede machine’, zegt R.,
wanneer blijkt dat de koffie en de
opgeschuimde melk precies tegelijk klaar zijn.
Ik heb net urenlang keihard gewerkt
om een briefje achteloos te laten klinken.
Zojuist, bij een stoplicht, probeerde een
Franstalige man met glanzend zwart haar en
een goed verzorgde snor mij een messenset
te verkopen voor 15 euro. Ik vind mijn leven
uitermate interessant.
Typte per ongeluk LonkedIn.
‘Ge zijt ne engel!’
‘Zeg maar “je” hoor.’
Wilde ‘vrouwelijk’ typen, maar tikte per
ongeluk ‘vrouwenlijk’. Krijg je ervan.
Dat er een woord bestaat voor afwisselend de
ene, dan de andere kant op gaan. En dat dat
woord ‘zigzaggen’ is. Het leven is toch schoon.
Met de flanse slag.
Autocorrect verandert ‘husband’ in ‘huisband’.
I declare you huisband and wife.
En bij de thee een bonbon met koffiesmaak.
Teruggelezen in een oud bestand:
‘Ze kauwde kauwgom en veilde haar
nagels.’
‘Hoest met de verkoudheid?’
stuurde een vriend.
De po kwam Jo vaak goed van plas. Pas.
R. vond dat ik veel over mezelf praatte.
‘Kun je dat iets minder doen?’ vroeg ze.
‘Ze zal het proberen,’ zei ik zuinig.
Ik zat op een pleintje in de zon toen twee
verpleegsters met vier bejaarden naast me
kwamen zitten. Het bleek te gaan om drie
vrouwen en een man. De man zat in een rolstoel
en leek uit één kleur te bestaan. Hij had een
beige jasje, een beige korte broek, beige
sokken, beige benen, een beige gezicht, wit
haar, een bruine stok en bruine leren schoenen.
Als schrijver heb je veel macht en een tikfout
kan ingrijpende gevolgen hebben. Zo is zojuist
het hele genre van een verhaal gekanteld toen
een van mijn personages besloot te gaan
dineren in een dropje in de bergen.
Zegt de kunstenaar:
Er is geen vraag naar wat ik maak
maar er is ook geen vraag naar mij en
ik besta.
Wil iemand alsjeblieftalsjeblieftalsjeblieft een
literaire avond vlak voorbij het Maas-
Waalkanaal organiseren: Spoken Weurt.
‘Mooi beeldrijm op deze foto:
jouw koortslip en de apple crumble.’
‘Wie het eerst de titel raadt, hoeft niet te koken!’
roept R. over een liedje dat ze zelf heeft opgezet.
R. gaat naar het park. Ze heeft een rugtas
vol werk en een ‘vertiertasje’ bij zich.
Zondag in het park: de jongens die het
slechtst zijn in frisbee blijken even later veel
aanleg te hebben voor hoelahoepen.
Op vijf hoog vloog zojuist een duif tegen het
raam. Het is weer lente.
In een keer het woord ‘feuilleton’ goed
geschreven. Deze dag is (nu al) gelukt.
Woord van de dag: jobbeschrijving.
Woord van de dag: contentstrateeg
(lekkere ophoping van medeklinkers)
Woord van de dag: ambtswoning.
(vanwege de lettercombinatie ‘mbtsw’)
Van te veel lijnzaad worden
de vogeltjes dik.
R. heeft vrij. Ze drinkt koffie in bed, leest een
boek en zegt ineens: ‘Ik ben aan het spinnen
zonder geluid.’
R. stond op het punt om lamsribben te gaan
kopen en vroeg zich hardop af of ze wel
zonder make-up de deur uit kon. ‘Make-up of
niet,’ zei ik, ‘het zal de slager waarschijnlijk
een worst wezen.’
R. heeft de Matthäus-Passion opgezet en
danst in haar pyjama het Zwanenmeer.
Sinds een verkeerde afslag
noemen we hem de sTomsTom.
We waren aan zee.
Het leven lachte ons toe.
We riepen dingen als:
“Everybody be cool, this is a strawberry!”
Herhaaldelijk gestruikeld over het woord
‘meteorologie’. Terug naar bed gegaan.
‘Is dit je lievelingsbrood?’
‘Zeg ik niet.’
:|
Vervelend paradoxje:
Als de schrijver probeert haar zinnen te
verzetten, is ze gewoon nog aan het werk.
De dingen waarvan mensen zeggen ‘slaap er
nog een nachtje over’ zijn doorgaans precies
de dingen waarvan ik nachtjes wakker lig.
O wee als de schrijver
haar zinnen op je zet.
‘Leer mij ons kennen.’
Ik heb vandaag een kinderfeestje.
Dat wordt bellen geblazen.
Hedendaagse held: Freelancelot
Ik ging zwemmen in het tijdvak voor andersvaliden.
Ik wist niet zeker of ik welkom was, bij het
dameszwemmen is het immers ook niet de
bedoeling dat er mannen meedoen. Toen ik het bad
betrad was het rustig en niet heel anders dan op
andere dagen. Wel was er een vrouw die langzaam
heen en weer liep in de baan met het bordje ‘snelle
zwemmers’. Dit zorgde voor enige verwarring toen
even later daadwerkelijk een snelle zwemmer op die
plek in het water dook. De vrouw is toen vertrokken.
Woord van de dag: gebadmintond.
‘Jij was echt een huilbaby,’ zei mijn moeder op
het familiefeestje terwijl ze met een taartvorkje in
mijn richting prikte.
R. at rustig haar mond leeg, veegde wat kruimels
weg met een servet en zei: ‘Dat is ze nog steeds.’
‘Haar lichaam was plat als Holland.’
Woord van de dag: manegegebeuren.
Je pols heet je pols vanwege je puls.
Woord van de dag: programmamaken.
Ik droomde dat ik een Duitse tegenkwam
die zei: “Ich hab’ meine Periode.”
Kwaad-aardig
Ik was bij boekhouder Guido Huysmans van
Huysmans+. De + bleek zijn dochter Lies te
zijn, die al twaalf jaar meewerkt in het bedrijf.
R. probeerde mij net te slaan
met de bieslook.
R. ligt in het gras te slapen.
Op haar buik ligt een boek.
De wind slaat af en toe een bladzijde om.
Als je door iets aan een opgestoken middelvinger
denkt, is er dan sprake van een aso-ciatie?
Als ik een vlog had zou ik elke aflevering
afsluiten met: ‘Tot de vloggende keer!’
Maar gelukkig heb ik geen vlog.
Freudiaanse vergissing: “Schuursponsjes,
schoonmaakazijn en een afwasborsten.”
“Jij zwakt wat je zegt altijd af.”
“Dat doe ik niet!
Of ja,
misschien,
heel soms.”
We hebben eindelijk een frisbee,
tafeltennisbatjes, badmintonrackets.
Maar het waait altijd in
Park Spoor Noord.
“De jeugdverpleegkundige nodigt iedere
leerling apart uit voor een gesprek. Ook
meet en weegt zij de (aangeklede) leerling.”
Geen kunstwerk kunnen zien
zonder een kunstwerk te willen zijn.
Ruud en Herma gingen speciaal naar Parijs
om lekker te flirten bij de Sjans Élysées.
In Antwerpen kun je in ongeveer 12 minuten van
de Boterhamstraat naar de Belegstraat fietsen.
Zingeving: iemand de hele tijd zijn zin geven.
6 juni 2017
Pootje gehaakt door de wind
Woei, dat moment dat iemand al lacht en
dan de grap pas snapt.
‘Wij moeten ook meer tijd met onze kinderen
doorbrengen,’ zei ik gekscherend toen een
man op tv vertelde dat hij zijn zoon en
dochter niet had zien opgroeien.
‘Ik ben al heel vaak bij jou,’ zei R. en ze
grinnikte er gemeen bij.
‘Heb je een beschuitje voor jezelf gemaakt?’
‘Op het bord waar jij net ook voor jezelf een
beschuitje hebt gemaakt.’
“Wij zijn geen bankstel.”
“Inclusief broodlunch”
Dacht dat de batterij van mijn iPod leeg was
maar het bleek een nummer van Radiohead.
Ik mag van R. niet meer zeggen: ‘Ze komen
je halen,’ wanneer we in de verte de sirene
van een politiewagen horen.
Er is niks mis met de longen van
Barry Atsma
Ik gaf een workshop ‘Schrijven over de moestuin’
in een verzorgingshuis. Een man zei: ‘“k was graag
een plant geweest. Planten worden ouder dan
mensen en ze voeren geen oorlogen.” Een vrouw
wees hem erop dat planten elkaar wel degelijk
verdringen en verstikken en dat er zelfs planten
bestaan die insecten opeten. Een andere man zei:
“Ik heb thuis een vleesetende plant: mijn vriendin.”
Hij was ook degene die even later, toen iedereen
zat te zwoegen op een haiku, een couplet voor een
carnavalsliedje schreef.
En daar heb je Brenda
met haar belabberde borstcrawl.
Hij keek haar emojiloos aan.
Uitgeschoten met de haarlak.
Mijn voorhoofd zit vandaag in elk geval goed.
Slogan voor een golfbaan:
‘Geef uw leven weer schwung!’
‘Mag ik een foto maken van jouw gezicht,
met onder elk oog een stukje brood en dat ik
dan op Facebook zeg dat ik van twee
walletjes eet?’
‘Nee.’
:|
Ik aaide een dikke grijze bulldog die ik op straat
tegenkwam. Hij hing met zijn volle gewicht tegen
me aan en snurkte soms een beetje.
‘Hoe heet ‘ie?' vroeg ik aan de jongen die erbij
hoorde, toen ik na lange tijd opstond en de
haren van mijn broek klopte.
‘Fleur.’
Dat gevoel wanneer iemand een lange
anekdote vertelt en je aan het einde denkt:
je had er waarschijnlijk bij moeten zijn, heb
ik soms ook met muziek (jazz).
Kunnen we het ritueel om bij een concert we want more te
roepen waarna de band terugkomt voor een toegift niet op
veel meer beroepsgroepen toepassen? Voor een
buschauffeur zou het bijvoorbeeld betekenen dat ze - na
veel gejubel uit de bankjes - nog een paar haltes verder
rijdt. Voor de chirurg dat ze wat hechtingen voor het laatst
bewaart. De accountant zou na zijn berekeningen nog een
paar kolommen aan het Excel-bestand kunnen toevoegen
en de wetenschapper zou het warme congreszaaltje even
verlaten, bij terugkomst een hand door het haar halen en
zeggen: 'Vooruit, één experimentje dan. Ik heb nog drie
slides.'
Liep langs een restaurant, dacht: nemen we
niet te vaak genoegen met een gereserveerd
tafeltje? Zouden we niet steevast een warm
tafeltje aangeboden moeten krijgen, een
belangstellend of uitbundig?
‘Ik was de knapste vrouw aan boord,’
zei Jacqueline en niet: ‘Ik was de enige
vrouw aan boord.’
Woord van de dag: opvolgmelk.
Toen er een stukje kaas op de grond viel
was de kat er als de kippen bij.
R. wilde persé mijn neusgaten kussen.
Ze is nog steeds niet terug.
‘Ik volg de Vierdaagse
op de voet.’
‘Ik wil je iets leuks laten zien.’
‘Ben ik het, in de spiegel?’
‘Wil jij ons huis houden?’
‘Is dat een strikvraag?’
‘Het is een woordgrapje.’
Ik had de gewoonte ontwikkeld om wanneer R.
iets zei in de trant van: ‘En als we terugkomen,
gaan we -’ haar snel te onderbreken met: ‘Áls
we terugkomen…’ (op onheilspellende toon en
met op en neer bewegende wenkbrauwen)
Nu wil ze dat ik daar weer mee stop.
Eenwoordgedicht van de dag: protocoltrui.
Vandaag ontdekt: de klinkerbotsing
in het woord ‘auto-ongeluk’.
R. en ik spelen weleens scenes uit de Rijdende
Rechter na, waarbij de onderhandelingen over
wie mr. Frank Visser mag zijn zomaar kunnen
uitmonden in hevige ruzie. ‘Dit is mijn uitspraak
en daar zult u het mee moeten doen,’ roept
een van de twee dan nog, meestal tevergeefs.
Wanneer ik langs een bushalte fiets altijd die
neiging om luid knarsend tot stilstand te
komen en op vanzelfsprekende toon tegen
iemand te zeggen: ‘Stap maar op.’
‘En mocht u vallen, dan graag het kunstwerk
als laatste,’ zei de mevrouw van de
kunstuitleen toen ze erachter kwam dat ik
het schilderij op mijn fiets zou vervoeren.
Is iemand met een fotografisch geheugen
een geheelonthouder?
Nadat een Vlaamse conducteur had
omgeroepen dat we op onze bagage
moesten letten omdat er gauwdieven aan
boord konden zijn, boog de Nederlandse
man aan de andere kant van het gangpad
zich vertrouwelijk naar me toe en fluisterde:
‘Gelukkig heb ik geen goud bij me.’
Een woord dat klinkt als zijn betekenis:
quatsch.
We gingen wandelen in Nationaal Park
Hoge Kempen en overnachtten in Genk.
Het was een vergetelijke ervaring.
‘Dat klinkt gek.’
‘Ik zal het anders formulieren.’
‘Wat?’
‘Ik zal het anders formuleren.’
R. noemt kritiek tegenwoordig ‘gratis
observatie’. Heel goed en gezellig voor het
huwelijk want ik hou van gratis dingen.
Oh wat was iedereen in Zeeland
hoedhehumeurd.
Woord van de dag: randanimatie.
Sinds ik een vrouw met één been in het
zwembad zag, vraag ik me af of als ik een
been moest missen, ik van het andere de
nagels zou lakken.
(Zo van: het leven is een feestje, maar je
moet zelf de slingers ophangen.)
‘Zullen we paper-scissor-rocks doen over wie dit
opruimt?’ probeert R. met de zes tassen vol
festivalspullen waar ze net mee is thuisgekomen.
Het woord ‘onoverzichtelijk’
is zelf ook onoverzichtelijk.
Zegt Tjerk:
‘Ik ga liever vragen stellend
dan stelling nemend te werk.’
Woord van de dag: Kustslak.
Voor mijn haiku-project stuurde ik een
mailtje. Ik zag na het zenden pas dat ik de
mail was begonnen met ‘Hai’.
R. hangt boven de pan met natte risotto en
roept: ‘Verdampt noch mal!’
‘What's in it for you?’
‘You.’
‘And what's in it for me?’
‘Me.’
Ik wilde ‘domino-effect’ schrijven, maar schreef
‘dominee-effect’. Even later ‘in gebed’ in plaats
van ‘ingebed’. En ik hoor het mijn ouders bijna
denken. Dat God zich in het kleinste kan
manifesteren, in een spatie, in een klinker.
Dat ik mijn beschuitje staand naast R. opeet en
ze het volume van haar laptop wat hoger zet.
Ik hef uit volle borst ‘Papegaaitje leef je nog’ aan.
R. sluit vermoeid haar ogen maar wiegt - in de
stilte die valt - wel precies op de maat van ‘ieja,
deeja’.
R. draagt een trui in de kleur
van haar oorschelpjes.
Een beetje haast hebben en daardoor
zingen: ‘Parsley, sage, rosemary and time.’
Weten dat er even geleden een punaise op
de grond gevallen is, toch met blote voeten
van het krukje stappen.
Er zat een vrouw met een rokershoestje, een
plastic zak en een blik bier bij de fontein. Ik wilde
niet de vrouw zijn maar wel het blik bier (hebben).
Tegen de barman zeggen we:
drankjewel.
‘Wij willen niet als een stuk vlees behandeld
worden. Wij zijn volwaardige burgers!’
Autocorrect verandert zo'n in zon.
Het wordt zon dag.
Woord van de dag: topopmerking.
Er voer een bootje langs met de naam
Zeeaster, ik heb secondenlang verbijsterd
naar de letter ‘a’ gekeken. Een verbijstering
die ik - voor zover ik me kan herinneren -
nooit eerder bij een letter heb gevoeld.
'n cavake 🍾
Het gaat met hups en downs.
The love of my life
dat ben jij.
En the love of my wife
dat ben ik.
Onbekomkommerd.
Ik lees ergens dat Buson in zijn leven “precies”
2783 haiku’s schreef. Die aanhalingstekens
zijn – in combinatie met het slaapgebrek dat ik
de afgelopen vijf nachten heb opgebouwd
(mug) – genoeg om me volkomen uit het veld
te slaan. Ze spannen samen, schiet het door
mijn troebele hoofd, die aanhalingstekens zijn
net trillende vleugeltjes.
‘Let maar niet op mij hoor,
this is just the vriendschap talking.’
De dag is nog jong en ik heb al
een koolmeesje uitgeknipt.
Een nieuwe sake op de markt brengen, met
als merknaam For Goodness'.
Zoals de dirigent zich voorover werpt om het
applaus in ontvangst te nemen, net een
theedoek aan een haakje.
Ooit, op een huisfeest, kwam een meisje dat ik niet kende naar
me toe om te zeggen dat ze zwanger van me was. De
gesprekken in de kamer vielen stiel. ‘Snertverdikkie!’ riep ik uit,
‘en we zijn zo voorzichtig geweest!’
Wanneer we elkaar vanaf toen tegenkwamen, een paar keer
per jaar, op de universiteit of in de disco, speelden we verder in
datzelfde verhaal. Het kind werd geboren, we dronken lauw
bier, goedkope wijn, kibbelden over de opvoeding, over geld,
over huisdieren, over een omgangsregeling, we studeerden af,
het leven.
Net dacht ik plotseling aan dat fictieve kind. Het moet een jaar
of dertien zijn. Misschien begint het komende week wel aan de
middelbare school.
Alle klinkers in één naam:
(Simone de) Beauvoir.
‘Wat knáp!’ zei een kennis nadat ik op een
familiefeest een fris en geestig toespraakje
had gehouden. ‘Je zou daar echt iets mee
moeten doen!’
Maar dat heb ik toch, dacht ik verward en
pas uren later.
Ik vergeet steeds dat de flat waarin ik woon
Residentie De meeuw heet. Ook na bijna
een jaar ben ik nog elke keer verrast als mijn
oog op de zilveren letters op de gevel valt.
Als iemand me zou vragen: ‘Hoe heet jouw
flat?’ zou ik nooit antwoorden: ‘Residentie
De meeuw.’ En als iemand me zou vragen:
‘Weet jij wie er in Residentie De meeuw
woont?’ zou ik nooit zeggen: ‘Ik.’
R. doet soms een hulpeloos kuchje terwijl ze
ook gewoon kan vrágen om een glaasje water.
De koelkast maakt kusgeluidjes (ik weet niet of
ik hem dan moet laten repareren of juist niet).
Een peign in the oir.
Ik liep de kelder/garage in om mijn fiets te
pakken en trof daar de bovenbuurman die zijn
auto stond af te stoffen (met een plumeau).
Liefs & grotjes
Met hartelijke grot,
Zelf een boekje gemaakt maar de inkt stinkt.
She puts the hunk in hunkeren.
R. heeft goed geslapen. Ze doet in haar
pyjama een stukje moderne dans op het
geluid van de koffiebonenmaler.
Het is voor niemand leuk om zijn zin niet te
krijgen. Maar voor een schrijver is het ’t ergst.
Iemand vroeg me of haiku high culture is.
Ik zag dat voor me als hai kulture.
Mompelen klínkt ook als mompelen.
Spaastige hoed
(zelden goed)
Iedereen was blij
met de content.
But correct me if I'm wrng.
De vrouw met het restje mayonaise in haar
mondhoek betrekt de hele coupé bij het
oplossen van haar kruiswoordpuzzel.
Monotoon klínkt ook monotoon.
‘Deze komiek is heel lachdrempelig.’
Ik zei tegen R. dat ik 60% van haar grapjes
leuk vind. Daarop hield ze een stevig pleidooi
(vol leuke gebaren en gezichten, want die
tellen ook mee) en nog tijdens de ham-
andijvieschotel stelde ik mijn oordeel bij naar
80%. Maar dat is nog steeds niet genoeg. Elke
keer als ik nu lach, vraagt ze met een gek
stemmetje: ’90%? 87% misschien? 85%?’
Ik maak steeds vaker iets
ter gelegenheid van niets.
Werd wakker met in mijn hoofd de zin:
‘Oehlala, de meisjes van terrorismebestrijding.’
In plaats van Car Free Sunday verstond de
IJslandse jongen Care Free Sunday. Ik liet het zo.
De wekker was al drie keer gegaan maar we lagen
nog in bed.
‘Customer journey,’ zei ik. ‘Customer 4 life.
Conversieoptimalisatie.
Best next actions.
E-mail automation.
Propositiecontent.
Customer experience management.
Profiling en personalisatie.
Privacywetgeving.
Sales funnel.’
Toen vond R. het ineens helemaal niet meer moeilijk
om op te staan.
Geld speelt geen/moet rol(len).
Een dode kan bevriezen.
Een dode kan ontdooien.
Kon een dode maar ontdooien.
Aanlonkelijk
In de 20 minuten dat ik buiten was wilde een
trillende/zwetende jongen even bellen met mijn
telefoon, was ik getuige van een aanrijding
tussen een motor en een auto en heb ik een
man per ongeluk de weg naar de hoeren
gewezen. Ik ben weer binnen.
Woord van de dag: gedeletet.
Daar loop je dan,
met je fietstas.
‘YOLO.’
‘Als je zo doorgaat wel, ja.’
Ik zag een treinconducteur
wachten op de bus.
Juridisch / Eurydice
R. ligt de hele middag ziekjes op de bank
van onder haar dekentje naar me te loeren.
‘Waarom kijk je steeds naar mij?’
‘Je bent het enige dat beweegt.’
‘Ben ik jouw tv voor de dag?’
‘Ja, en ik hoef niet te zappen.’
Als ik ooit een zoon krijg, noem ik hem Ernst. En
als zijn leven veel tegenspoed kent, zullen de
mensen zeggen: ‘Kijk, daar heb je bittere Ernst.’
Rookworstsmaak.
‘Het enige dat ik wil baren,’ zei Willeke een beetje
kribbig (niemand wist waarom), ‘is opzien.’
Nog vaak moet ik denken aan de man in een
supermarkt die op de vraag: ‘Kan het u dan niet
schelen wat voor leven de kip heeft gehad?’
antwoordde: ‘Kan het de kip iets schelen wat voor
leven ík heb gehad?’
Ik stel mij deze vraag inmiddels ook regelmatig en
constateerde net met enige spijt dat het de kant-en-
klare in de magnetron opgewarmde pannenkoeken
helemaal niks (!) kon schelen wat voor leven ik heb
gehad.
Cafeïnevrije koffie gedronken.
Door het placebo-effect toch nog wakker gelegen.
Ik kom vanavond door een straatje dat de
Vlaszak heet. Nu al zin in.
Denk maar niet dat ik de kermis.
Lachtnampje
‘Je bent net een krop sla die een nachtje in een
natte theedoek in de koelkast heeft gelegen.’
‘Ik ken jou langer dan vandaag,’ zei ik net
tegen iemand die ik gisteren heb ontmoet.
Het was 💛 winter.
Ik wil gewoon iemand
met handdoekdroog haar
in een bezemschoon huis.
‘Zo,’ zei de drummer,
‘aan de slag!’
Alle bitches helpen.
Schreef per ongeluk ‘ondertieteling’.
(Freudiaans momentje)
‘Zal ik ook hemdjes meenemen?’ vraagt R., die
een koffer inpakt voor Noorwegen, hoopvol.
‘Ja, ik denk dat dat heel lekker is,’ zeg ik (ze
glundert al) ‘voor onder je dikke trui.’
‘Nee, hij is elders anders.’
Je kan mij 's nachts
wakker maken
voor jou.
Ik noem het liever
goodmintonrackets. 🍾
Ontroerd door het woord ‘buxusje’.
In de bibliotheek wordt een aquarium op de grond
geprojecteerd. Op die projectie ligt, op zijn buik, een
Japans jongetje. Zijn moeder zit even verderop met zijn
jasje op haar schoot naar hem te kijken.
‘Word je niet nat?’ vraag ik het jongetje.
Zijn moeder glimlacht. Ze zegt: ‘He's learning to be a fish.’
Op een dag koop ik een bloeddorstige hond.
Ik noem haar Love en wanneer ik haar
uitlaat zing ik ‘Love will tear us apart’.
Ik kan even geen soundscape meer horen.
Er zat ooit een Hans bij mij in de klas. En
later werkte ik samen met iemand die zo
heette. Dat was mijn tweede Hans.
Leuk nieuw tv-format:
De Rijmende Rechter.
Net R. uitgebreid gecomplimenteerd met
haar smaak in vrouwen.
Wie A zegt mag het daar gewoon bij laten.
Als ik een flauwe, grove mop zou weten
(puur hypothetisch natuurlijk), dan zou ik 'm
vertellen aan de platte peterselie.
Hypathetisch
Didier kwam doorgaans beter uit zijn
woorden dan uit zijn daden.
Stalkshow
Als ik toch iets minder tijd besteedde aan
boeken op mijn leeslijst zetten en iets meer
tijd aan het lezen van boeken...
Dat is lief.
Dat is life.
verdubbbbelen
(kon men zichzelf soms maar)
‘Later als ik groot ben,’ zegt het kind. En als
hij eenmaal groot is: ‘Later, als ik dood ben.’
Net iemand heel efficiënt begroet.
Ik zei: ‘Fijne da-aag!’
Moest plotseling denken aan een rookworst
die ik ooit at. Hij was drie maanden over
datum maar ik ben er niet ziek van geworden.
Als Theo over borsten begon, kon hij
meestal rekenen op gezucht van Wilma.
Ze protesteerde echter niet wanneer hij met
smaak vertelde over corporate identity'tjes.
Dit zijn curieuze dingen in het leven.
Ik loop over straat en vind zomaar een los vlechtje.
Magneet
Mag niet
Om een beetje hip & happening te klinken
zeg ik weleens dat ik mijn studie psychologie
jaren geleden al liet crowdfunden. Ik vertel
niet dat de crowd uit twee mensen bestond
en dat die twee mensen mijn ouders zijn.
‘Vind je 't goed als ik het voorwoord
even naar je forward?’
Het woord ‘awkward’
is zelf ook awkward.
instant
in stand
Keihard gefietst om een regenbui voor te
zijn. Precies op tijd en doorweekt van het
zweet mijn bestemming bereikt.
In de trein pelde iemand een sinaasappel.
Dat klonk als het lostrekken van
maandverband uit een onderbroek.
De schrijver doet niets
anders dan proberen bij
zinnen te komen
Soundchecken met 80-plussers:
‘Perfect, Ria. Niks meer aan doen!’
In de winter maak ik geen indruk.
Ik stak een middelvinger op, maar droeg wanten
Oh die telefoons.
Wat is nog echt en wat is 'n app?
Er is bezoek.
We eten kletskoppen
en zwijgen.
Roel was niet dol op groepsactiviteiten.
Hij bezocht de meeste eventjes maar eventjes.
Hij was trendsitter én babysetter.
Ramp-zalig

More Related Content

Similar to "Alle bitches helpen" - 2017 in Facebookposts

Krantenbericht VROUW
Krantenbericht VROUW Krantenbericht VROUW
Krantenbericht VROUW Julia Simon
 
The happening - 1
The happening - 1The happening - 1
The happening - 1stefax
 
Waargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripper
Waargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripperWaargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripper
Waargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripperVIPTarotSalonOpenKaa
 
Hoe Kon Je 2
Hoe Kon Je 2Hoe Kon Je 2
Hoe Kon Je 2yvy66
 
Mysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes OctaviusMysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes OctaviusDanielle Dijkstra
 
Mysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes OctaviusMysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes OctaviusDanielle Dijkstra
 
StadsGezichten_online
StadsGezichten_onlineStadsGezichten_online
StadsGezichten_onlineFrank Penders
 
Some were Born to Sing the Blues.
Some were Born to Sing the Blues.Some were Born to Sing the Blues.
Some were Born to Sing the Blues.SvenjaSimStone
 
Ardente Amore
Ardente AmoreArdente Amore
Ardente AmoreShirley *
 
03-14 Boekenkatern-interview gideon samson
03-14 Boekenkatern-interview gideon samson03-14 Boekenkatern-interview gideon samson
03-14 Boekenkatern-interview gideon samsonAnnemarie de Haas
 

Similar to "Alle bitches helpen" - 2017 in Facebookposts (20)

De Facebookmonologen 2014
De Facebookmonologen 2014De Facebookmonologen 2014
De Facebookmonologen 2014
 
10G. Anthony 1.1
10G. Anthony 1.110G. Anthony 1.1
10G. Anthony 1.1
 
Krantenbericht VROUW
Krantenbericht VROUW Krantenbericht VROUW
Krantenbericht VROUW
 
The happening - 1
The happening - 1The happening - 1
The happening - 1
 
Isabell Griffith 1.0
Isabell Griffith 1.0Isabell Griffith 1.0
Isabell Griffith 1.0
 
1.0
1.01.0
1.0
 
De Facebookmonologen van 2010
De Facebookmonologen van 2010De Facebookmonologen van 2010
De Facebookmonologen van 2010
 
Waargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripper
Waargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripperWaargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripper
Waargebeurd liefdesverhaal: Mijn jaar met Lewis, leven met een male stripper
 
Hoe Kon Je 2
Hoe Kon Je 2Hoe Kon Je 2
Hoe Kon Je 2
 
Mysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes OctaviusMysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes Octavius
 
Mysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes OctaviusMysterie van Johannes Octavius
Mysterie van Johannes Octavius
 
Episode 1.1
Episode 1.1Episode 1.1
Episode 1.1
 
Vooruitzicht.
Vooruitzicht.Vooruitzicht.
Vooruitzicht.
 
StadsGezichten_online
StadsGezichten_onlineStadsGezichten_online
StadsGezichten_online
 
Some were Born to Sing the Blues.
Some were Born to Sing the Blues.Some were Born to Sing the Blues.
Some were Born to Sing the Blues.
 
Capturing of my Soul 3
Capturing of my Soul 3Capturing of my Soul 3
Capturing of my Soul 3
 
Colson #20
Colson #20Colson #20
Colson #20
 
Ardente Amore
Ardente AmoreArdente Amore
Ardente Amore
 
ukenpiep
ukenpiepukenpiep
ukenpiep
 
03-14 Boekenkatern-interview gideon samson
03-14 Boekenkatern-interview gideon samson03-14 Boekenkatern-interview gideon samson
03-14 Boekenkatern-interview gideon samson
 

"Alle bitches helpen" - 2017 in Facebookposts

  • 3. “Peuters aankleden in de winter kost bijna een kwartier per stuk.” - Mijn moeder
  • 5. Voor een winkel waaide een reclamebord om. Ik liep op dat moment door de Heilige Geeststraat.
  • 6. ‘Het wordt koud doch rechtvaardig.’
  • 7. R. ligt op de bank. Ze heeft haar ogen dicht en murmelt soms ‘mmm-hmmm’ of ‘ja’. ‘Wat doe je?’ vraag ik. ‘Ik leg verbanden.’
  • 8. Ik typte: ‘Ik ben zen.’ De autocorrect vulde dat aan met ‘uwachtig’.
  • 10. Woord van de dag: tamarindesap.
  • 12. Als ik een foodtruck had zou ik 'm Dolle Pretzel noemen.
  • 13. Ik breng R. ontbijt op bed. ‘Alsjeblieft.’ ‘Je kunt beter zeggen “alsjebliefje”, daar zit dan al “liefje” in.’
  • 14. Met R. naar een historisch museum: ‘Het gaat bij mij het ene oog in en het andere oog uit.’
  • 15. ‘Ik ga even een ommetje maken.’ ‘Waarommetje?’ ‘Daarommetje.’
  • 17. ‘Mevrouw, wilt u de kleding eerst proberen?’ ‘Ik pas.’
  • 18. ‘En, hoe was je dag?’ ‘Snel om.’
  • 19. Ik praatte tegen R. tijdens Wie is de mol? Als reactie zette ze de tv iets harder.
  • 20. ‘Goedemorgen dweiltje,’ zeg ik tegen R. ‘Liever dweilorkést,’ bromt ze slaperig. ‘Maar ik hoor geen muziek.’ Daarop doet ze met gesloten ogen een trompetje na.
  • 21. Aan de andere kant van het gangpad in de trein: een jongetje van een jaar of acht met een bril en een strenge oma.
  • 22. Lang regen de levebroek!
  • 23. ‘En daar heb je Veerle met haar vuurvaste vingers.’
  • 24. ‘Ik doe jou soms echt tekort’, zeg ik tegen R. ‘Je zou wat meer voor jezelf moeten opkomen.’
  • 25. ‘Voor dat grapje krijg jij een tien met een gniffel!’
  • 26. ‘En, wat schaft de pot vandaag?’ ‘Hé, effe dimmen jij!’
  • 27. Dat op het schoolplein Clara overgaf en - toen de klas het zag - ook drie anderen.
  • 28. Het vallende mes in een reflex met je voet opvangen.
  • 29. Woord van de dag: mondzorgtraject.
  • 30. We bekijken de medewerkerspagina op de website van een bedrijf waar ik overweeg te solliciteren. R. wijst naar de foto van een strenge, wat vermoeid ogende vrouw en zegt: ‘Astrid is wel aan vervanging toe.’
  • 32. ‘Ik weet er het fijne niet van,’ zei de pessimist.
  • 33. Woord van de dag: Putzerlebnis.
  • 34. Toen een deelneemster aan het debat moest hoesten, reikte iemand anders aan tafel naar zijn glas water, en nam zelf een slokje.
  • 35. ‘Ik ben een geoliede machine’, zegt R., wanneer blijkt dat de koffie en de opgeschuimde melk precies tegelijk klaar zijn.
  • 36. Ik heb net urenlang keihard gewerkt om een briefje achteloos te laten klinken.
  • 37. Zojuist, bij een stoplicht, probeerde een Franstalige man met glanzend zwart haar en een goed verzorgde snor mij een messenset te verkopen voor 15 euro. Ik vind mijn leven uitermate interessant.
  • 38. Typte per ongeluk LonkedIn.
  • 39. ‘Ge zijt ne engel!’ ‘Zeg maar “je” hoor.’
  • 40. Wilde ‘vrouwelijk’ typen, maar tikte per ongeluk ‘vrouwenlijk’. Krijg je ervan.
  • 41. Dat er een woord bestaat voor afwisselend de ene, dan de andere kant op gaan. En dat dat woord ‘zigzaggen’ is. Het leven is toch schoon.
  • 42. Met de flanse slag.
  • 43. Autocorrect verandert ‘husband’ in ‘huisband’. I declare you huisband and wife.
  • 44. En bij de thee een bonbon met koffiesmaak.
  • 45. Teruggelezen in een oud bestand: ‘Ze kauwde kauwgom en veilde haar nagels.’
  • 46. ‘Hoest met de verkoudheid?’ stuurde een vriend.
  • 47. De po kwam Jo vaak goed van plas. Pas.
  • 48. R. vond dat ik veel over mezelf praatte. ‘Kun je dat iets minder doen?’ vroeg ze. ‘Ze zal het proberen,’ zei ik zuinig.
  • 49. Ik zat op een pleintje in de zon toen twee verpleegsters met vier bejaarden naast me kwamen zitten. Het bleek te gaan om drie vrouwen en een man. De man zat in een rolstoel en leek uit één kleur te bestaan. Hij had een beige jasje, een beige korte broek, beige sokken, beige benen, een beige gezicht, wit haar, een bruine stok en bruine leren schoenen.
  • 50. Als schrijver heb je veel macht en een tikfout kan ingrijpende gevolgen hebben. Zo is zojuist het hele genre van een verhaal gekanteld toen een van mijn personages besloot te gaan dineren in een dropje in de bergen.
  • 51. Zegt de kunstenaar: Er is geen vraag naar wat ik maak maar er is ook geen vraag naar mij en ik besta.
  • 52. Wil iemand alsjeblieftalsjeblieftalsjeblieft een literaire avond vlak voorbij het Maas- Waalkanaal organiseren: Spoken Weurt.
  • 53. ‘Mooi beeldrijm op deze foto: jouw koortslip en de apple crumble.’
  • 54. ‘Wie het eerst de titel raadt, hoeft niet te koken!’ roept R. over een liedje dat ze zelf heeft opgezet.
  • 55. R. gaat naar het park. Ze heeft een rugtas vol werk en een ‘vertiertasje’ bij zich.
  • 56. Zondag in het park: de jongens die het slechtst zijn in frisbee blijken even later veel aanleg te hebben voor hoelahoepen.
  • 57. Op vijf hoog vloog zojuist een duif tegen het raam. Het is weer lente.
  • 58. In een keer het woord ‘feuilleton’ goed geschreven. Deze dag is (nu al) gelukt.
  • 59. Woord van de dag: jobbeschrijving.
  • 60. Woord van de dag: contentstrateeg (lekkere ophoping van medeklinkers)
  • 61. Woord van de dag: ambtswoning. (vanwege de lettercombinatie ‘mbtsw’)
  • 62. Van te veel lijnzaad worden de vogeltjes dik.
  • 63. R. heeft vrij. Ze drinkt koffie in bed, leest een boek en zegt ineens: ‘Ik ben aan het spinnen zonder geluid.’
  • 64. R. stond op het punt om lamsribben te gaan kopen en vroeg zich hardop af of ze wel zonder make-up de deur uit kon. ‘Make-up of niet,’ zei ik, ‘het zal de slager waarschijnlijk een worst wezen.’
  • 65. R. heeft de Matthäus-Passion opgezet en danst in haar pyjama het Zwanenmeer.
  • 66. Sinds een verkeerde afslag noemen we hem de sTomsTom.
  • 67. We waren aan zee. Het leven lachte ons toe. We riepen dingen als: “Everybody be cool, this is a strawberry!”
  • 68. Herhaaldelijk gestruikeld over het woord ‘meteorologie’. Terug naar bed gegaan.
  • 69. ‘Is dit je lievelingsbrood?’ ‘Zeg ik niet.’ :|
  • 70. Vervelend paradoxje: Als de schrijver probeert haar zinnen te verzetten, is ze gewoon nog aan het werk.
  • 71. De dingen waarvan mensen zeggen ‘slaap er nog een nachtje over’ zijn doorgaans precies de dingen waarvan ik nachtjes wakker lig.
  • 72. O wee als de schrijver haar zinnen op je zet.
  • 73. ‘Leer mij ons kennen.’
  • 74. Ik heb vandaag een kinderfeestje. Dat wordt bellen geblazen.
  • 76. Ik ging zwemmen in het tijdvak voor andersvaliden. Ik wist niet zeker of ik welkom was, bij het dameszwemmen is het immers ook niet de bedoeling dat er mannen meedoen. Toen ik het bad betrad was het rustig en niet heel anders dan op andere dagen. Wel was er een vrouw die langzaam heen en weer liep in de baan met het bordje ‘snelle zwemmers’. Dit zorgde voor enige verwarring toen even later daadwerkelijk een snelle zwemmer op die plek in het water dook. De vrouw is toen vertrokken.
  • 77. Woord van de dag: gebadmintond.
  • 78. ‘Jij was echt een huilbaby,’ zei mijn moeder op het familiefeestje terwijl ze met een taartvorkje in mijn richting prikte. R. at rustig haar mond leeg, veegde wat kruimels weg met een servet en zei: ‘Dat is ze nog steeds.’
  • 79. ‘Haar lichaam was plat als Holland.’
  • 80. Woord van de dag: manegegebeuren.
  • 81. Je pols heet je pols vanwege je puls.
  • 82. Woord van de dag: programmamaken.
  • 83. Ik droomde dat ik een Duitse tegenkwam die zei: “Ich hab’ meine Periode.”
  • 85. Ik was bij boekhouder Guido Huysmans van Huysmans+. De + bleek zijn dochter Lies te zijn, die al twaalf jaar meewerkt in het bedrijf.
  • 86. R. probeerde mij net te slaan met de bieslook.
  • 87. R. ligt in het gras te slapen. Op haar buik ligt een boek. De wind slaat af en toe een bladzijde om.
  • 88. Als je door iets aan een opgestoken middelvinger denkt, is er dan sprake van een aso-ciatie?
  • 89. Als ik een vlog had zou ik elke aflevering afsluiten met: ‘Tot de vloggende keer!’ Maar gelukkig heb ik geen vlog.
  • 91. “Jij zwakt wat je zegt altijd af.” “Dat doe ik niet! Of ja, misschien, heel soms.”
  • 92. We hebben eindelijk een frisbee, tafeltennisbatjes, badmintonrackets. Maar het waait altijd in Park Spoor Noord.
  • 93. “De jeugdverpleegkundige nodigt iedere leerling apart uit voor een gesprek. Ook meet en weegt zij de (aangeklede) leerling.”
  • 94. Geen kunstwerk kunnen zien zonder een kunstwerk te willen zijn.
  • 95. Ruud en Herma gingen speciaal naar Parijs om lekker te flirten bij de Sjans Élysées.
  • 96. In Antwerpen kun je in ongeveer 12 minuten van de Boterhamstraat naar de Belegstraat fietsen.
  • 97. Zingeving: iemand de hele tijd zijn zin geven.
  • 98. 6 juni 2017 Pootje gehaakt door de wind
  • 99. Woei, dat moment dat iemand al lacht en dan de grap pas snapt.
  • 100. ‘Wij moeten ook meer tijd met onze kinderen doorbrengen,’ zei ik gekscherend toen een man op tv vertelde dat hij zijn zoon en dochter niet had zien opgroeien. ‘Ik ben al heel vaak bij jou,’ zei R. en ze grinnikte er gemeen bij.
  • 101. ‘Heb je een beschuitje voor jezelf gemaakt?’ ‘Op het bord waar jij net ook voor jezelf een beschuitje hebt gemaakt.’
  • 102. “Wij zijn geen bankstel.”
  • 104. Dacht dat de batterij van mijn iPod leeg was maar het bleek een nummer van Radiohead.
  • 105. Ik mag van R. niet meer zeggen: ‘Ze komen je halen,’ wanneer we in de verte de sirene van een politiewagen horen.
  • 106. Er is niks mis met de longen van Barry Atsma
  • 107. Ik gaf een workshop ‘Schrijven over de moestuin’ in een verzorgingshuis. Een man zei: ‘“k was graag een plant geweest. Planten worden ouder dan mensen en ze voeren geen oorlogen.” Een vrouw wees hem erop dat planten elkaar wel degelijk verdringen en verstikken en dat er zelfs planten bestaan die insecten opeten. Een andere man zei: “Ik heb thuis een vleesetende plant: mijn vriendin.” Hij was ook degene die even later, toen iedereen zat te zwoegen op een haiku, een couplet voor een carnavalsliedje schreef.
  • 108. En daar heb je Brenda met haar belabberde borstcrawl.
  • 109. Hij keek haar emojiloos aan.
  • 110. Uitgeschoten met de haarlak. Mijn voorhoofd zit vandaag in elk geval goed.
  • 111. Slogan voor een golfbaan: ‘Geef uw leven weer schwung!’
  • 112. ‘Mag ik een foto maken van jouw gezicht, met onder elk oog een stukje brood en dat ik dan op Facebook zeg dat ik van twee walletjes eet?’ ‘Nee.’ :|
  • 113. Ik aaide een dikke grijze bulldog die ik op straat tegenkwam. Hij hing met zijn volle gewicht tegen me aan en snurkte soms een beetje. ‘Hoe heet ‘ie?' vroeg ik aan de jongen die erbij hoorde, toen ik na lange tijd opstond en de haren van mijn broek klopte. ‘Fleur.’
  • 114. Dat gevoel wanneer iemand een lange anekdote vertelt en je aan het einde denkt: je had er waarschijnlijk bij moeten zijn, heb ik soms ook met muziek (jazz).
  • 115. Kunnen we het ritueel om bij een concert we want more te roepen waarna de band terugkomt voor een toegift niet op veel meer beroepsgroepen toepassen? Voor een buschauffeur zou het bijvoorbeeld betekenen dat ze - na veel gejubel uit de bankjes - nog een paar haltes verder rijdt. Voor de chirurg dat ze wat hechtingen voor het laatst bewaart. De accountant zou na zijn berekeningen nog een paar kolommen aan het Excel-bestand kunnen toevoegen en de wetenschapper zou het warme congreszaaltje even verlaten, bij terugkomst een hand door het haar halen en zeggen: 'Vooruit, één experimentje dan. Ik heb nog drie slides.'
  • 116. Liep langs een restaurant, dacht: nemen we niet te vaak genoegen met een gereserveerd tafeltje? Zouden we niet steevast een warm tafeltje aangeboden moeten krijgen, een belangstellend of uitbundig?
  • 117. ‘Ik was de knapste vrouw aan boord,’ zei Jacqueline en niet: ‘Ik was de enige vrouw aan boord.’
  • 118. Woord van de dag: opvolgmelk.
  • 119. Toen er een stukje kaas op de grond viel was de kat er als de kippen bij.
  • 120. R. wilde persé mijn neusgaten kussen. Ze is nog steeds niet terug.
  • 121. ‘Ik volg de Vierdaagse op de voet.’
  • 122. ‘Ik wil je iets leuks laten zien.’ ‘Ben ik het, in de spiegel?’
  • 123. ‘Wil jij ons huis houden?’ ‘Is dat een strikvraag?’ ‘Het is een woordgrapje.’
  • 124. Ik had de gewoonte ontwikkeld om wanneer R. iets zei in de trant van: ‘En als we terugkomen, gaan we -’ haar snel te onderbreken met: ‘Áls we terugkomen…’ (op onheilspellende toon en met op en neer bewegende wenkbrauwen) Nu wil ze dat ik daar weer mee stop.
  • 125. Eenwoordgedicht van de dag: protocoltrui.
  • 126. Vandaag ontdekt: de klinkerbotsing in het woord ‘auto-ongeluk’.
  • 127. R. en ik spelen weleens scenes uit de Rijdende Rechter na, waarbij de onderhandelingen over wie mr. Frank Visser mag zijn zomaar kunnen uitmonden in hevige ruzie. ‘Dit is mijn uitspraak en daar zult u het mee moeten doen,’ roept een van de twee dan nog, meestal tevergeefs.
  • 128. Wanneer ik langs een bushalte fiets altijd die neiging om luid knarsend tot stilstand te komen en op vanzelfsprekende toon tegen iemand te zeggen: ‘Stap maar op.’
  • 129. ‘En mocht u vallen, dan graag het kunstwerk als laatste,’ zei de mevrouw van de kunstuitleen toen ze erachter kwam dat ik het schilderij op mijn fiets zou vervoeren.
  • 130. Is iemand met een fotografisch geheugen een geheelonthouder?
  • 131. Nadat een Vlaamse conducteur had omgeroepen dat we op onze bagage moesten letten omdat er gauwdieven aan boord konden zijn, boog de Nederlandse man aan de andere kant van het gangpad zich vertrouwelijk naar me toe en fluisterde: ‘Gelukkig heb ik geen goud bij me.’
  • 132. Een woord dat klinkt als zijn betekenis: quatsch.
  • 133. We gingen wandelen in Nationaal Park Hoge Kempen en overnachtten in Genk. Het was een vergetelijke ervaring.
  • 134. ‘Dat klinkt gek.’ ‘Ik zal het anders formulieren.’ ‘Wat?’ ‘Ik zal het anders formuleren.’
  • 135. R. noemt kritiek tegenwoordig ‘gratis observatie’. Heel goed en gezellig voor het huwelijk want ik hou van gratis dingen.
  • 136. Oh wat was iedereen in Zeeland hoedhehumeurd.
  • 137. Woord van de dag: randanimatie.
  • 138. Sinds ik een vrouw met één been in het zwembad zag, vraag ik me af of als ik een been moest missen, ik van het andere de nagels zou lakken. (Zo van: het leven is een feestje, maar je moet zelf de slingers ophangen.)
  • 139. ‘Zullen we paper-scissor-rocks doen over wie dit opruimt?’ probeert R. met de zes tassen vol festivalspullen waar ze net mee is thuisgekomen.
  • 140. Het woord ‘onoverzichtelijk’ is zelf ook onoverzichtelijk.
  • 141. Zegt Tjerk: ‘Ik ga liever vragen stellend dan stelling nemend te werk.’
  • 142. Woord van de dag: Kustslak.
  • 143. Voor mijn haiku-project stuurde ik een mailtje. Ik zag na het zenden pas dat ik de mail was begonnen met ‘Hai’.
  • 144. R. hangt boven de pan met natte risotto en roept: ‘Verdampt noch mal!’
  • 145. ‘What's in it for you?’ ‘You.’ ‘And what's in it for me?’ ‘Me.’
  • 146. Ik wilde ‘domino-effect’ schrijven, maar schreef ‘dominee-effect’. Even later ‘in gebed’ in plaats van ‘ingebed’. En ik hoor het mijn ouders bijna denken. Dat God zich in het kleinste kan manifesteren, in een spatie, in een klinker.
  • 147. Dat ik mijn beschuitje staand naast R. opeet en ze het volume van haar laptop wat hoger zet.
  • 148. Ik hef uit volle borst ‘Papegaaitje leef je nog’ aan. R. sluit vermoeid haar ogen maar wiegt - in de stilte die valt - wel precies op de maat van ‘ieja, deeja’.
  • 149. R. draagt een trui in de kleur van haar oorschelpjes.
  • 150. Een beetje haast hebben en daardoor zingen: ‘Parsley, sage, rosemary and time.’
  • 151. Weten dat er even geleden een punaise op de grond gevallen is, toch met blote voeten van het krukje stappen.
  • 152. Er zat een vrouw met een rokershoestje, een plastic zak en een blik bier bij de fontein. Ik wilde niet de vrouw zijn maar wel het blik bier (hebben).
  • 153. Tegen de barman zeggen we: drankjewel.
  • 154. ‘Wij willen niet als een stuk vlees behandeld worden. Wij zijn volwaardige burgers!’
  • 155. Autocorrect verandert zo'n in zon. Het wordt zon dag.
  • 156. Woord van de dag: topopmerking.
  • 157. Er voer een bootje langs met de naam Zeeaster, ik heb secondenlang verbijsterd naar de letter ‘a’ gekeken. Een verbijstering die ik - voor zover ik me kan herinneren - nooit eerder bij een letter heb gevoeld.
  • 159. Het gaat met hups en downs.
  • 160. The love of my life dat ben jij. En the love of my wife dat ben ik.
  • 162. Ik lees ergens dat Buson in zijn leven “precies” 2783 haiku’s schreef. Die aanhalingstekens zijn – in combinatie met het slaapgebrek dat ik de afgelopen vijf nachten heb opgebouwd (mug) – genoeg om me volkomen uit het veld te slaan. Ze spannen samen, schiet het door mijn troebele hoofd, die aanhalingstekens zijn net trillende vleugeltjes.
  • 163. ‘Let maar niet op mij hoor, this is just the vriendschap talking.’
  • 164. De dag is nog jong en ik heb al een koolmeesje uitgeknipt.
  • 165. Een nieuwe sake op de markt brengen, met als merknaam For Goodness'.
  • 166. Zoals de dirigent zich voorover werpt om het applaus in ontvangst te nemen, net een theedoek aan een haakje.
  • 167. Ooit, op een huisfeest, kwam een meisje dat ik niet kende naar me toe om te zeggen dat ze zwanger van me was. De gesprekken in de kamer vielen stiel. ‘Snertverdikkie!’ riep ik uit, ‘en we zijn zo voorzichtig geweest!’ Wanneer we elkaar vanaf toen tegenkwamen, een paar keer per jaar, op de universiteit of in de disco, speelden we verder in datzelfde verhaal. Het kind werd geboren, we dronken lauw bier, goedkope wijn, kibbelden over de opvoeding, over geld, over huisdieren, over een omgangsregeling, we studeerden af, het leven. Net dacht ik plotseling aan dat fictieve kind. Het moet een jaar of dertien zijn. Misschien begint het komende week wel aan de middelbare school.
  • 168. Alle klinkers in één naam: (Simone de) Beauvoir.
  • 169. ‘Wat knáp!’ zei een kennis nadat ik op een familiefeest een fris en geestig toespraakje had gehouden. ‘Je zou daar echt iets mee moeten doen!’ Maar dat heb ik toch, dacht ik verward en pas uren later.
  • 170. Ik vergeet steeds dat de flat waarin ik woon Residentie De meeuw heet. Ook na bijna een jaar ben ik nog elke keer verrast als mijn oog op de zilveren letters op de gevel valt. Als iemand me zou vragen: ‘Hoe heet jouw flat?’ zou ik nooit antwoorden: ‘Residentie De meeuw.’ En als iemand me zou vragen: ‘Weet jij wie er in Residentie De meeuw woont?’ zou ik nooit zeggen: ‘Ik.’
  • 171. R. doet soms een hulpeloos kuchje terwijl ze ook gewoon kan vrágen om een glaasje water.
  • 172. De koelkast maakt kusgeluidjes (ik weet niet of ik hem dan moet laten repareren of juist niet).
  • 173. Een peign in the oir.
  • 174. Ik liep de kelder/garage in om mijn fiets te pakken en trof daar de bovenbuurman die zijn auto stond af te stoffen (met een plumeau).
  • 177. Zelf een boekje gemaakt maar de inkt stinkt.
  • 178. She puts the hunk in hunkeren.
  • 179. R. heeft goed geslapen. Ze doet in haar pyjama een stukje moderne dans op het geluid van de koffiebonenmaler.
  • 180. Het is voor niemand leuk om zijn zin niet te krijgen. Maar voor een schrijver is het ’t ergst.
  • 181. Iemand vroeg me of haiku high culture is. Ik zag dat voor me als hai kulture.
  • 182. Mompelen klínkt ook als mompelen.
  • 184. Iedereen was blij met de content.
  • 185. But correct me if I'm wrng.
  • 186. De vrouw met het restje mayonaise in haar mondhoek betrekt de hele coupé bij het oplossen van haar kruiswoordpuzzel.
  • 187. Monotoon klínkt ook monotoon.
  • 188. ‘Deze komiek is heel lachdrempelig.’
  • 189. Ik zei tegen R. dat ik 60% van haar grapjes leuk vind. Daarop hield ze een stevig pleidooi (vol leuke gebaren en gezichten, want die tellen ook mee) en nog tijdens de ham- andijvieschotel stelde ik mijn oordeel bij naar 80%. Maar dat is nog steeds niet genoeg. Elke keer als ik nu lach, vraagt ze met een gek stemmetje: ’90%? 87% misschien? 85%?’
  • 190. Ik maak steeds vaker iets ter gelegenheid van niets.
  • 191. Werd wakker met in mijn hoofd de zin: ‘Oehlala, de meisjes van terrorismebestrijding.’
  • 192. In plaats van Car Free Sunday verstond de IJslandse jongen Care Free Sunday. Ik liet het zo.
  • 193. De wekker was al drie keer gegaan maar we lagen nog in bed. ‘Customer journey,’ zei ik. ‘Customer 4 life. Conversieoptimalisatie. Best next actions. E-mail automation. Propositiecontent. Customer experience management. Profiling en personalisatie. Privacywetgeving. Sales funnel.’ Toen vond R. het ineens helemaal niet meer moeilijk om op te staan.
  • 194. Geld speelt geen/moet rol(len).
  • 195. Een dode kan bevriezen. Een dode kan ontdooien. Kon een dode maar ontdooien.
  • 197. In de 20 minuten dat ik buiten was wilde een trillende/zwetende jongen even bellen met mijn telefoon, was ik getuige van een aanrijding tussen een motor en een auto en heb ik een man per ongeluk de weg naar de hoeren gewezen. Ik ben weer binnen.
  • 198. Woord van de dag: gedeletet.
  • 199. Daar loop je dan, met je fietstas.
  • 200. ‘YOLO.’ ‘Als je zo doorgaat wel, ja.’
  • 201. Ik zag een treinconducteur wachten op de bus.
  • 203. R. ligt de hele middag ziekjes op de bank van onder haar dekentje naar me te loeren. ‘Waarom kijk je steeds naar mij?’ ‘Je bent het enige dat beweegt.’ ‘Ben ik jouw tv voor de dag?’ ‘Ja, en ik hoef niet te zappen.’
  • 204. Als ik ooit een zoon krijg, noem ik hem Ernst. En als zijn leven veel tegenspoed kent, zullen de mensen zeggen: ‘Kijk, daar heb je bittere Ernst.’
  • 206. ‘Het enige dat ik wil baren,’ zei Willeke een beetje kribbig (niemand wist waarom), ‘is opzien.’
  • 207. Nog vaak moet ik denken aan de man in een supermarkt die op de vraag: ‘Kan het u dan niet schelen wat voor leven de kip heeft gehad?’ antwoordde: ‘Kan het de kip iets schelen wat voor leven ík heb gehad?’ Ik stel mij deze vraag inmiddels ook regelmatig en constateerde net met enige spijt dat het de kant-en- klare in de magnetron opgewarmde pannenkoeken helemaal niks (!) kon schelen wat voor leven ik heb gehad.
  • 208. Cafeïnevrije koffie gedronken. Door het placebo-effect toch nog wakker gelegen.
  • 209. Ik kom vanavond door een straatje dat de Vlaszak heet. Nu al zin in.
  • 210. Denk maar niet dat ik de kermis.
  • 212. ‘Je bent net een krop sla die een nachtje in een natte theedoek in de koelkast heeft gelegen.’
  • 213. ‘Ik ken jou langer dan vandaag,’ zei ik net tegen iemand die ik gisteren heb ontmoet.
  • 214. Het was 💛 winter.
  • 215. Ik wil gewoon iemand met handdoekdroog haar in een bezemschoon huis.
  • 216. ‘Zo,’ zei de drummer, ‘aan de slag!’
  • 218. Schreef per ongeluk ‘ondertieteling’. (Freudiaans momentje)
  • 219. ‘Zal ik ook hemdjes meenemen?’ vraagt R., die een koffer inpakt voor Noorwegen, hoopvol. ‘Ja, ik denk dat dat heel lekker is,’ zeg ik (ze glundert al) ‘voor onder je dikke trui.’
  • 220. ‘Nee, hij is elders anders.’
  • 221. Je kan mij 's nachts wakker maken voor jou.
  • 222. Ik noem het liever goodmintonrackets. 🍾
  • 223. Ontroerd door het woord ‘buxusje’.
  • 224. In de bibliotheek wordt een aquarium op de grond geprojecteerd. Op die projectie ligt, op zijn buik, een Japans jongetje. Zijn moeder zit even verderop met zijn jasje op haar schoot naar hem te kijken. ‘Word je niet nat?’ vraag ik het jongetje. Zijn moeder glimlacht. Ze zegt: ‘He's learning to be a fish.’
  • 225. Op een dag koop ik een bloeddorstige hond. Ik noem haar Love en wanneer ik haar uitlaat zing ik ‘Love will tear us apart’.
  • 226. Ik kan even geen soundscape meer horen.
  • 227. Er zat ooit een Hans bij mij in de klas. En later werkte ik samen met iemand die zo heette. Dat was mijn tweede Hans.
  • 228. Leuk nieuw tv-format: De Rijmende Rechter.
  • 229. Net R. uitgebreid gecomplimenteerd met haar smaak in vrouwen.
  • 230. Wie A zegt mag het daar gewoon bij laten.
  • 231. Als ik een flauwe, grove mop zou weten (puur hypothetisch natuurlijk), dan zou ik 'm vertellen aan de platte peterselie.
  • 233. Didier kwam doorgaans beter uit zijn woorden dan uit zijn daden.
  • 235. Als ik toch iets minder tijd besteedde aan boeken op mijn leeslijst zetten en iets meer tijd aan het lezen van boeken...
  • 236. Dat is lief. Dat is life.
  • 238. ‘Later als ik groot ben,’ zegt het kind. En als hij eenmaal groot is: ‘Later, als ik dood ben.’
  • 239. Net iemand heel efficiënt begroet. Ik zei: ‘Fijne da-aag!’
  • 240. Moest plotseling denken aan een rookworst die ik ooit at. Hij was drie maanden over datum maar ik ben er niet ziek van geworden.
  • 241. Als Theo over borsten begon, kon hij meestal rekenen op gezucht van Wilma. Ze protesteerde echter niet wanneer hij met smaak vertelde over corporate identity'tjes.
  • 242. Dit zijn curieuze dingen in het leven. Ik loop over straat en vind zomaar een los vlechtje.
  • 244. Om een beetje hip & happening te klinken zeg ik weleens dat ik mijn studie psychologie jaren geleden al liet crowdfunden. Ik vertel niet dat de crowd uit twee mensen bestond en dat die twee mensen mijn ouders zijn.
  • 245. ‘Vind je 't goed als ik het voorwoord even naar je forward?’
  • 246. Het woord ‘awkward’ is zelf ook awkward.
  • 248. Keihard gefietst om een regenbui voor te zijn. Precies op tijd en doorweekt van het zweet mijn bestemming bereikt.
  • 249. In de trein pelde iemand een sinaasappel. Dat klonk als het lostrekken van maandverband uit een onderbroek.
  • 250. De schrijver doet niets anders dan proberen bij zinnen te komen
  • 251. Soundchecken met 80-plussers: ‘Perfect, Ria. Niks meer aan doen!’
  • 252. In de winter maak ik geen indruk. Ik stak een middelvinger op, maar droeg wanten
  • 253. Oh die telefoons. Wat is nog echt en wat is 'n app?
  • 254. Er is bezoek. We eten kletskoppen en zwijgen.
  • 255. Roel was niet dol op groepsactiviteiten. Hij bezocht de meeste eventjes maar eventjes.
  • 256. Hij was trendsitter én babysetter.