2. Tor tilt de mooie eikel
met moeite op zijn rug
hij loopt verder door het bos
al gaat het niet zo vlug
dan vindt hij ineens
een eikel op zijn pad
‘zo’n mooie grote herfstvrucht
heb ik nog nooit gehad!’
3. Tor scharrelt weer verder
met zijn mooie buit
de eikels zijn erg zwaar
hij komt haast niet vooruit
weer een stukje verder
verdraaid, wat ziet hij daar?
nog een mooie eikel
ligt zomaar voor hem klaar
4. ‘wat doe jij nu?’ roept Kever
‘het spoor dat ik hier leg
is voor mijn keverkindje
zo vindt zij de weg!’
dan is daar in de verte
Kever in de weer
zij heeft twee eikels bij zich
en eentje legt zij neer
5. Tor legt nu zo snel hij kan
de herfstvruchten terug
eikels heeft hij nu niet meer
maar wel een stijve rug
Tor moet ervan blozen
‘sorry Kever, dat wist ik niet
ik leg de eikels snel terug
zodat je kind het spoor weer ziet’