16. Botgroei in beenderen Primair botvormend centrum Secundair botvormende centra Kraakbeen wordt vervangen door botweefsel
17. Botgroei en “remodeling” 1 2 4 a b 3 1+3 = groei van kraakbeen 2+4 = groei van been a = groei van been (osteoblasten) b = afbraak van been (osteoclasten) Mitotische chondrocyten Verkalking Dode chondrocyten Botvorming
Editor's Notes
Embryologische oorsprong steunweefsel Steunweefsel ontstaat vanuit mesenchym , een embryonaal weefsel dat uit mesoderm ontstaat. Er ontstaan vier soorten blasten die weer leiden tot vier verschillende soorten steunweefsel: fibro blast bindweefsel: los (vet, lamina propria), vast (elastisch, pezen) chondro blast: kraakbeen (hyaline, elastisch en vezelig) osteo blast: bot (vast en spongieus) hemocyto blast: bloed (lymfocyten, leukocyten en erytrocyten) Steunweefsel is soms wel doorbloedt , terwijl bijvoorbeeld kraakbeen niet doorbloedt is. Steunweefsel bestaat niet alleen uit cellen, maar bevat met name veel niet- levende extracellulaire matrix (proteoglycanen). Steunweefsel heeft een functie in het verbinden (bindweefsel), steunen (bot, kraakbeen), beschermen (bot, kraakbeen, vetweefsel), isoleren (vetweefsel) en transporteren van stoffen (bloed). Naar Marieb (4 th ed., p. 119)