SlideShare a Scribd company logo
1 of 20
Klierwerking
als reactie op prikkels
1
http://www.youtube.com/watch?v=DfsdNm-vbQE
1. Klieren zijn effectoren
Voorbeeld:
• Snijden van uien
 huilen  reactie op prikkel
• Voedsel kauwen
 speeksel  reactie op prikkel
 klierwerking = secretie
• Stoffen afgescheiden door klieren = klierproducten
 Reactie op prikkel: klieren = effectoren
2
• Plaats waar klierproduct terecht komt
 exocriene of endocriene klier
• Traan-, talg- en zweetklieren
 klierproduct aan lichaamsopp. = uitwendig milieu
 Exocriene klieren
3
2. Excocriene klieren
2.1. Bouw van exocriene klieren
• Trosvormige klieren
• Klierzakjes met kliercellen  daarrond glad spierweefsel
• Afvoerbuis naar uitwendig milieu
•
•
•
•
•
4
• Waar ligt het klierzakje?
5
Doorsnede van onderkaakspeekselklier
• Naast klierzakjes ook verspreid
liggende kliercellen
• Vb: slijmvliezen in mond,
dunne darm,…
• Klierproduct rechtstreeks aan
uitwendig milieu
6
2.2. Aanpassingen van exocriene klieren
aan hun functie
• Exocriene klieren  scheiden klierproduct af naar uitwendig
milieu
• Hoe?
 door afvoerbuis
7
3. Endocriene klieren
• Sommige klieren
 klierproducten in bloed
= inwendig milieu
= endocriene klieren
• Klierproduct = hormoon
 hormoonklieren
In bloed voor transport
naar plaats waar ze actief zijn
= signaalstoffen
8
Voorbeeld: Adrenaline
• Geproduceerd in bijnieren
Beïnvloedt de werking van
verschillende organen
 Doet je sneller reageren bij
gevaar
9
• Gamers: winden zich vaak op
 veel adrenaline komt vrij
• Op den duur: gewenning
 lichaam kan niet meer zonder
• Adrenalineverslaving ook vaak
bij extreme sporten:
- bungeejumpen
- stuntvliegen
- bergbeklimmen
- …
10
3.1. Bouw van de endocriene klieren
• Endocriene klieren = groepjes kliercellen of klierblaasjes
omsponnen met haarvaten
• Voorbeeld: schildklier
• Stoffen opnemen uit het bloed  schildklierhormoon
 regelt algemene stofwisseling + groei en ontwikkeling
11
Doorsnede door de menselijke schildklier
12
3.2. Aanpassing van endocriene klieren
aan hun functie
• Endocriene klieren hebben geen afvoerbuis
• Exocriene klieren wel
• Endocriene klierweefsel = omgeven door haarvaten
 zeer efficiënt hormonen rechtstreeks
afgeven aan bloed
13
• Tot welke groep behoren volgende hormonen?
Exocriene klieren Endocriene klieren
14
Traanklieren Talgklieren
BijschildklierenMaagwandklieren
Schildklieren
HypofyseHypothalamus
Speekselklieren
• Tot welke groep behoren volgende hormonen?
Exocriene klieren Endocriene klieren
15
Traanklieren
Talgklieren
BijschildklierenMaagwandklieren
Schildklieren
Hypofyse
Hypothalamus
Speekselklieren
4. Samengestelde klieren
• Alvleesklier = samengestelde klier
= zowel endo- als exocrien klierweefsel
• Speelt een rol bij:
• Over hele lengte: afvoerbuis  zeer veel klierzakjes die
alvleessap produceren
16
de spijsvertering
• Tussen de klierzakjes  groepjes endocriene klieren
 klierproduct in bloed
= eilandjes van Langerhans
• Endocriene kliercellen: verschillende hormonen
- β-cellen (bètacellen): insuline
- α-cellen (alfacellen): glucagon
17
Constant houden
glucosegehalte bloed
5. Samenvatting
• Klieren = effectoren  reageren op prikkels
• Gevolg = afscheiding of secretie van klierproduct
• Exocriene klieren
18
Wat? Bouw en aanpassingen
- Klierproduct:
naar uitwendig milieu
= uitwendige secretie
- Klierzakjes + afvoerbuis
Vb: speekselklieren
- Verspreid liggende kliercellen
Vb: slijmvliezen dunne darm
- Bouwstoffen uit bloed
• Endocriene klieren
19
Wat? Bouw en aanpassingen
- Klierproduct:
naar bloed
= inwendige secretie
= hormoon  hormoonklieren
- Groepjes kliercellen of klierblaasjes
Vb: schildklier
- Geen afvoerbuis
- Bouwstoffen uit bloed
• Gemengde klieren
• Zowel endo- als exocrien klierweefsel
• Voorbeeld: alvleesklier
20
Exocrien klierweefsel Endocrien klierweefsel
- Klierzakjes:
 alvleessap voor spijsvertering
- Afvoerbuis naar spijsverteringskanaal
= uitwendig milieu
- Eilandjes van Langerhans
 kliercellen die insuline en glucagon
produceren
---> regeling glucosegehalte in bloed
- Geen afvoerbuis
 secretie in bloedbaan

More Related Content

More from Thomas Soetewey

More from Thomas Soetewey (9)

Micro organismen 1. Bacteriën
Micro organismen 1. Bacteriën Micro organismen 1. Bacteriën
Micro organismen 1. Bacteriën
 
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelselHet zenuwstelsel
Het zenuwstelsel
 
Het skelet
Het skeletHet skelet
Het skelet
 
Vitaminen
VitaminenVitaminen
Vitaminen
 
Het west europese weer
Het west europese weerHet west europese weer
Het west europese weer
 
Overstromingen en ruimtelijke structuur
Overstromingen en ruimtelijke structuurOverstromingen en ruimtelijke structuur
Overstromingen en ruimtelijke structuur
 
Milieuproblemen en de oorzaken ervan
Milieuproblemen en de oorzaken ervanMilieuproblemen en de oorzaken ervan
Milieuproblemen en de oorzaken ervan
 
Gesteenten
GesteentenGesteenten
Gesteenten
 
Gevolgen van de platentektoniek
Gevolgen van de platentektoniekGevolgen van de platentektoniek
Gevolgen van de platentektoniek
 

Klierwerking

  • 1. Klierwerking als reactie op prikkels 1 http://www.youtube.com/watch?v=DfsdNm-vbQE
  • 2. 1. Klieren zijn effectoren Voorbeeld: • Snijden van uien  huilen  reactie op prikkel • Voedsel kauwen  speeksel  reactie op prikkel  klierwerking = secretie • Stoffen afgescheiden door klieren = klierproducten  Reactie op prikkel: klieren = effectoren 2
  • 3. • Plaats waar klierproduct terecht komt  exocriene of endocriene klier • Traan-, talg- en zweetklieren  klierproduct aan lichaamsopp. = uitwendig milieu  Exocriene klieren 3 2. Excocriene klieren
  • 4. 2.1. Bouw van exocriene klieren • Trosvormige klieren • Klierzakjes met kliercellen  daarrond glad spierweefsel • Afvoerbuis naar uitwendig milieu • • • • • 4
  • 5. • Waar ligt het klierzakje? 5 Doorsnede van onderkaakspeekselklier
  • 6. • Naast klierzakjes ook verspreid liggende kliercellen • Vb: slijmvliezen in mond, dunne darm,… • Klierproduct rechtstreeks aan uitwendig milieu 6
  • 7. 2.2. Aanpassingen van exocriene klieren aan hun functie • Exocriene klieren  scheiden klierproduct af naar uitwendig milieu • Hoe?  door afvoerbuis 7
  • 8. 3. Endocriene klieren • Sommige klieren  klierproducten in bloed = inwendig milieu = endocriene klieren • Klierproduct = hormoon  hormoonklieren In bloed voor transport naar plaats waar ze actief zijn = signaalstoffen 8
  • 9. Voorbeeld: Adrenaline • Geproduceerd in bijnieren Beïnvloedt de werking van verschillende organen  Doet je sneller reageren bij gevaar 9
  • 10. • Gamers: winden zich vaak op  veel adrenaline komt vrij • Op den duur: gewenning  lichaam kan niet meer zonder • Adrenalineverslaving ook vaak bij extreme sporten: - bungeejumpen - stuntvliegen - bergbeklimmen - … 10
  • 11. 3.1. Bouw van de endocriene klieren • Endocriene klieren = groepjes kliercellen of klierblaasjes omsponnen met haarvaten • Voorbeeld: schildklier • Stoffen opnemen uit het bloed  schildklierhormoon  regelt algemene stofwisseling + groei en ontwikkeling 11
  • 12. Doorsnede door de menselijke schildklier 12
  • 13. 3.2. Aanpassing van endocriene klieren aan hun functie • Endocriene klieren hebben geen afvoerbuis • Exocriene klieren wel • Endocriene klierweefsel = omgeven door haarvaten  zeer efficiënt hormonen rechtstreeks afgeven aan bloed 13
  • 14. • Tot welke groep behoren volgende hormonen? Exocriene klieren Endocriene klieren 14 Traanklieren Talgklieren BijschildklierenMaagwandklieren Schildklieren HypofyseHypothalamus Speekselklieren
  • 15. • Tot welke groep behoren volgende hormonen? Exocriene klieren Endocriene klieren 15 Traanklieren Talgklieren BijschildklierenMaagwandklieren Schildklieren Hypofyse Hypothalamus Speekselklieren
  • 16. 4. Samengestelde klieren • Alvleesklier = samengestelde klier = zowel endo- als exocrien klierweefsel • Speelt een rol bij: • Over hele lengte: afvoerbuis  zeer veel klierzakjes die alvleessap produceren 16 de spijsvertering
  • 17. • Tussen de klierzakjes  groepjes endocriene klieren  klierproduct in bloed = eilandjes van Langerhans • Endocriene kliercellen: verschillende hormonen - β-cellen (bètacellen): insuline - α-cellen (alfacellen): glucagon 17 Constant houden glucosegehalte bloed
  • 18. 5. Samenvatting • Klieren = effectoren  reageren op prikkels • Gevolg = afscheiding of secretie van klierproduct • Exocriene klieren 18 Wat? Bouw en aanpassingen - Klierproduct: naar uitwendig milieu = uitwendige secretie - Klierzakjes + afvoerbuis Vb: speekselklieren - Verspreid liggende kliercellen Vb: slijmvliezen dunne darm - Bouwstoffen uit bloed
  • 19. • Endocriene klieren 19 Wat? Bouw en aanpassingen - Klierproduct: naar bloed = inwendige secretie = hormoon  hormoonklieren - Groepjes kliercellen of klierblaasjes Vb: schildklier - Geen afvoerbuis - Bouwstoffen uit bloed
  • 20. • Gemengde klieren • Zowel endo- als exocrien klierweefsel • Voorbeeld: alvleesklier 20 Exocrien klierweefsel Endocrien klierweefsel - Klierzakjes:  alvleessap voor spijsvertering - Afvoerbuis naar spijsverteringskanaal = uitwendig milieu - Eilandjes van Langerhans  kliercellen die insuline en glucagon produceren ---> regeling glucosegehalte in bloed - Geen afvoerbuis  secretie in bloedbaan