Digibordles eenden tellen & hoeveel eendjes zijn er kwijt?
Wie ben ik lente (
1. Wie ben ik?
Alle kinderen krijgen een werkblad. Je kunt de kinderen ook verdelen in tweetallen, zodat ze
tegelijkertijd het samenwerken oefenen. Daarnaast is dit voor de zwakke lezers ook fijn.
Verdeeld door de ruimte hangen raadsels die gaan over boerderijdieren. De kinderen lezen
het raadsel, kijken welk nummer op de kaart staat en schrijven hetzelfde nummer bij het
juiste boerderijdier op hun werkblad.
Er zijn zes verschillende raadsels die de kinderen moeten vinden en lezen. Je kunt de kaarten
in het lokaal ophangen, maar je kunt er ook een buitenactiviteit aan koppelen.
Je kunt het spel ook buiten spelen. Leg de raadsels verspreid over het schoolplein. De
kinderen proberen zo snel mogelijk de raadsels op te lossen.
Plusopdracht
Laat de kinderen met behulp van informatieboeken zelf raadsels over boerderijdieren
bedenken en opschrijven.
2. Als de zon opkomt dan hoor je mij.
Dat is best wel vroeg hoor.
Wie ben ik?
1.
Houd je van melk? Dan vind je mij
vast een leuk dier.
Wie ben ik?
2.
3. Ik waak op het erf. Ken ik jou niet?
Dan blaf ik naar je.
Wie ben ik?
3.
Bee, bee… mijn vacht is wit en ik
ben fijn warm en zacht.
Wie ben ik?
4.
4. Ben je een muis, dan pak ik je!
Ook spin ik graag in de hooiberg.
Wie ben ik?
5.
Klim je op mijn rug? Dan gaan we
een stukje in galop.
Wie ben ik?
6.