2. Amy en Anna De zon is al een paar uur onder de hemel verdwenen wanneer Amy uit haar slaapkamer raam kijkt. Ze ziet hoe Anna op de duikplank klimt.
3. Ze begrijpt niet hoe haar zus zo laat nog met zoveel energie een bommetje kan maken. Ze denkt terug aan de woorden van Anna en pakt haar pyjama.
4. Ze gaat op de rand van het bed zitten en staart naar haar voeten. Met een zucht staat ze op en gaat achter haar keyboard zitten. Zou Anna gelijk hebben? Ziet Luke niets in haar?
5. Ze drukt zachtjes op de toetsen en een somber geluid vult de kamer. Ze hoort voetstappen op de trap en loopt snel naar haar bed. Ze schuift de dekens opzij en gaat liggen. Ze staart net zolang tot ze elk hoekje van het plafond kent.
6. De volgende ochtend is ze weer vroeg wakker. Anna ligt nog in bed, wat voor Amy geen verrassing is. Ze gaat achter de computer zitten en opent haar mail. Ze typt de woorden die ze de hele nacht in haar hoofd heeft herhaald.
7. Ze leest de tekst nog eens en nog eens. Uiteindelijk drukt ze op de deleteknop en sluit de computer af. Anna loopt net de trap af. ‘Lekker geslapen?’ vraagt ze in het voorbijgaan. Amy mompelt wat en volgt haar naar de bank. ‘Ik heb slecht geslapen.’ Legt ze uit.
8. Anna kijkt haar verbaasd aan. ‘Ik dacht dat jij op een roze wolk leefden?’ ‘Heel grappig.’ Zegt Amy geïrriteerd. ‘Door jou woorden begon ik te twijfelen.’ Anna rolt met haar ogen.
9. Amy gaat verder. ‘Wat nou als je gelijk hebt en hij me helemaal niet leuk vindt. Misschien heeft hij al een vriendin.’ Anna zucht opnieuw. ‘Ik wilde je alleen maar bang maken.’ Amy lijkt nog niet echt overtuigd, maar de mobiel van Anna gaat en ze staat op.
10. Ze kijkt naar het nummer en loopt dan snel naar buiten. ‘We hadden toch afgesproken dat ik jou zou bellen.’ Sist ze in de telefoon. ‘Wanneer wil je afspreken?’ Ze luistert naar het antwoord. ‘Oké dan. Ik zie je vanmiddag.’
11. Ze drukt haar telefoon uit en de achterdeur gaat openen. Amy stapt naar buiten met haar bikini in haar hand. Anna schenkt haar een lach toe en loopt dan naar binnen, klaar om haar plan uit te werken.
12. Binnen gaat ze achter de computer zitten en kijkt even snel naar buiten. Amy zwemt rustig rond. Ze opent het adresboek van de campus en vindt al snel de naam die ze zoekt. Ze typt een kort berichtje en leest het nog eens over.
13. ‘Wat doe je?’ De stem van Amy duikt naast haar op. Ze drukt snel op verzenden en kijkt haar zus onschuldig aan. ‘Ik mailde even iets naar een andere student.’ Liegt ze.
14. Amy kijkt haar twijfelend aan, maar loopt dan toch naar boven. Ze kleedt zich om. Anna doet raar. Eerst dat telefoontje, waar ze duidelijk niet bij mocht zijn, maar ook dat mailtje.
15. Aan het eind van de middag is Amy met haar paper bezig en legt Anna haar kwast neer. ‘Ik ben even weg.’ Mompelt ze. ‘Je hoeft niet op mij te wachten voor het eten.’ Zegt ze en voor Amy kan reageren is ze de deur uit.
16. Wanneer ze aankomt, ziet ze dat Bas er al is. Ze haalt even adem en denkt aan het doel waarvoor ze dit allemaal doet. Dan stapt ze op Bas af.
17. ‘Ik heb je toch niet lang laten wachten?’ Bas schudt zijn hoofd. ‘Gelukkig.’ Zucht ze overdreven. ‘Ik ben blij dat je er bent.’ Anna knikt. ‘Ik wil graag bij je zijn.’ Zegt ze en legt haar hand tegen zijn wang om dit te bevestigen.
18. Ze buigt zich voorover en fluister in zijn oor. ‘Ik heb aan je gedacht. De hele tijd.’ Hij begint weer zenuwachtig te lachen, maar Anna gaat door. ‘Ik kon je maar niet vergeten.’
19. ‘Ik wilde bij je zijn, maar het kon niet. Mijn zus hield me in de gaten.’ Ze buigt wat naar achter en kijkt in zijn ogen. ‘Ik was zó blij toen je belde.’ Bas glimlacht verlegen. ‘Laten we maar naar binnen gaan.’
20. Ze hebben afgesproken in een café buiten de campus. Bas komt hier duidelijk vaker en ze volgt hem terwijl hij naar binnen loopt. In een afgelegen hoekje gaan ze zitten.
21. Ze praten een tijdje tot de zon onder de horizon verdwenen is. ‘Basje?’ zegt Anna met een lief stemmetje. ‘Zou ik je nog een gunst mogen vragen?’
22. Bas kijkt haar vriendelijk aan en knikt voorzichtig. ‘Ik zit een beetje over mijn examen in. Ik dacht de hele dag aan jou en ik heb geen moment kunnen studeren. Zou je niet nog één keertje kunnen helpen?’ zegt ze met een zoete stem, maar Bas kijkt bedenkelijk.
23. ‘Ik weet niet of ik dat kan.’ Mompelt hij. ‘Niemand komt erachter. Alleen jij en ik.’ Zegt ze en Bas knikt. ‘Nog een keertje dan.’ Anna lacht. ‘Je bent geweldig.’ zegt ze en schuift naar hem toe zodat hij zijn arm om haar heen slaat. “Dit was een eitje.”
24. Dave en Tessa ‘Goedemorgen.’ ‘Goedemorgen.’ Tessa neemt een hap van haar tosti en kijkt door haar wimpers naar Dave die de trap af komt. ‘Lekker geslapen?’ Dave knikt en pakt een pan voor zijn tosti.
25. In stilte eten ze hun ontbijt op. De sfeer is de laatste dagen flink achteruit gegaan. Tessa doet er alles aan om Dave uit de weg te gaan na het laatste ongelukje. ‘Ik ga vast.’
26. Ook nu gaat ze alleen naar college terwijl ze normaal toch echt samen gingen. Dave volgt haar zwijgend. Hij heeft geen idee wat hij tegen haar moet zeggen en ontwijkt haar dan ook.
27. Wanneer Tessa de volgende avond thuis komt, gaat haar telefoon. ‘Hoi mam.’ Zegt ze vrolijk als ze de naam van Susan op het schermpje ziet. ‘Natuurlijk gaat het goed met me.’ Zegt ze verbaasd.
28. ‘Waarom zou het niet goed gaan?’ Ze luistert naar het antwoord. ‘Ik moest gewoon even wat bespreken met Dave. Natuurlijk zijn er geen problemen tussen ons. We zijn gewoon vrienden en hebben het gezellig samen.’
29. Natuurlijk vindt ze het lief van haar moeder dat ze bezorgd is, maar ergens schaamt Tessa zich ook. Is het zo opvallend dat er iets is tussen haar en Dave? Of verbeeld ze zich alles gewoon? Ze gaat voor de spiegel staan en beveelt haar spiegelbeeld: ‘Jullie zijn vrienden en vanaf nu doen jullie zoals vrienden.’
30. Ze zucht even. ‘Ik moet er gewoon in geloven.’ Zegt ze en met een vriendelijke lach draait ze zich om en pakt net als Dave een boek uit de kast. “Zeg iets aardigs!” gaat het door haar hoofd. ‘Het weer is mooi vanavond, vind je niet?’ Dave kijkt even op van zijn boek en knikt vriendelijk terwijl Tessa ineen krimpt van schaamte.
31. De volgende ochtend gaat het gelukkig beter. ‘Hoe gaat het met je studie?’ vraagt ze luchtig tijdens het ontbijt. ‘Goed, ik heb het meeste al wel doorgenomen en mijn paper is ingeleverd. En jij?’ Het gesprek komt lekker op gang en Tessa vergeet even al haar gevoelens.
32. Na het ontbijt stelt Tessa voor om af te wassen en met een vriendelijke glimlach ruimt ze alles op. Dave kijkt even naar haar. Ze lijkt zo anders, zo vrolijk, minder afstandelijk, maar tegelijk ook weer heel ver weg.
33. Gelukkig hebben ze de dagen erna weinig tijd om aan hun gedachten en gevoelens te besteden. Er moet hard geleerd worden voor het examen.
34. Gelukkig verloopt het ook deze keer weer voorspoedig en ze hebben allebei weer een 10. ‘Gefeliciteerd.’ Zegt Dave hartelijk en ook Tessa is vrolijk. ‘Jij ook.’
35. Amy en Anna Geërgerd drukt Amy op het knopje van haar wekker en draait zich nog eens om. Waarom gaat de wekker altijd te vroeg? Ze merkt dat ze niet meer kan slapen en gaat op de rand van het bed zitten om zich uit te rekken.
36. Buiten is alles nog donker en alleen de zwakke tuinverlichting verligt het balkon. Amy opent de deur en stapt naar buiten. Ze tovert haar opdrachten tevoorschijn en begint te schrijven.
37. Wanneer het licht wordt, komt ook Anna uit haar bed. Een glimlach zit losjes op haar gezicht en Amy kijkt haar onderzoekend aan terwijl ze naar de ezel loopt.
38. Toch heeft Amy geen tijd om iets te vragen, want de bel gaat. ‘Ga jij maar.’ Zegt Anna en schildert gewoon door. Geërgerd loopt Amy naar de deur, maar haar stemming verbetert meteen wanneer ze ziet wie er voor de deur staat.
39. ‘Wat een verrassing.’ Mompelt Amy terwijl ze zich losmaakt uit zijn omhelzing. ‘Een leuke verrassing?’ vraagt hij met een grijns op zijn gezicht. Amy knikt. ‘Heel leuk. Kom binnen.’ Samen gaan ze op de bank zitten en Anna lacht. ‘Dat heb je weer mooi geregeld.’ Fluistert ze tegen zichzelf.
40. Amy gaat wat onwennig naast Luke op de bank zitten. ‘Wil je wat drinken? Ik kan koffie zetten als je wilt?’ Luke schudt zijn hoofd. ‘Wat eten dan?’
41. Luke lacht even. ‘Nee, het is echt goed zo. Alleen naar je kijken is al genoeg.’ Amy kleurt rood en kijkt naar haar handen. Al haar zelfvertrouwen lijkt ineens verdwenen zijn als sneeuw voor de zon.
42. Ze slikt even. ‘Meen je dat?’ Luke knikt vol vertrouwen en Amy staart lang in zijn bruine ogen. Het lijkt of ze verdwaald is en de uitgang niet meer kan vinden. Zijn stem trekt haar naar de uitgang.
43. ‘Ik heb veel aan je gedacht de laatste dagen. Ik kon je geen moment vergeten.’ Amy knikt. ‘Ik heb ook aan jou gedacht. Elk moment van de dag.’
44. Hij lacht en kijkt haar stralend aan. ‘Wat zullen we ermee doen?’ vraagt hij en Amy lacht ook. ‘Wat dacht je van zoenen?’ klinkt een stem die ze allebei vergeten waren.
45. Amy kijkt haar zus met een vernietigende blik aan. Luke staat op. ‘Misschien moeten we dat voor een andere keer bewaren. Ik heb over een paar minuten college.’ Hij omhelst haar en Amy lacht, maar ze voelt de teleurstelling. ‘Ik kijk er nu al naar uit.’ Zegt Luke en drukt een kus op haar wang.
46. Amy laat hem uit en legt haar vingers op de plek waar zijn lippen haar wang raakt. Op een roze wolk gaat ze naar de woonkamer. ‘Ik ga ook naar college.’ Mompelt ze tegen Anna. Anna knikt alleen maar en schildert rustig door. Wanneer Amy terug komt staat ze er nog steeds, maar dit keer aangekleed.
47. Amy maakt wat te eten en kijkt haar zus tijdens het eten zo min mogelijk aan. Na het eten verdwijnt ze naar boven om te studeren. Vlak voor ze naar bed gaat, kruipt ze nog even achter haar keyboard. Een veel vrolijkere klank vult dit keer de kamer.
48. Ze speelt een tijdje verder en voelt hoe het vrolijke gevoel van de muziek op haar inwerkt. Ook Anna hoort de muziek en loopt met een lach naar haar slaapkamer. Luke heeft goed gereageerd op haar mailtje en Amy is duidelijk een stuk gelukkiger.
49. En gelukkig heeft Amy weinig tijd om boos op haar zus te zijn. De dag erna is het examen en Amy is al vroeg uit bed om te studeren.
50. Anna maakt zich opnieuw nergens zorgen om en met een goed gevoel vertrekt ze naar haar examen. Amy is een stuk zenuwachtiger.
51. Gelukkig zijn die zenuwen nergens voor nodig en ze halen het allebei. Met een 10 komen ze thuis. ‘Gefeliciteerd.’ Zegt Amy nog steeds verbaasd dat ze Anna nooit met een boek heeft gezien. ‘Jij ook.’
52. Pim en Carmen Fluitend opent Pim de koelkast. Het adoptiebureau is gebeld en er wordt naar hun aanvraag gekeken. Als de aanvraag goedgekeurd wordt, zullen ze binnenkort een tweede kindje krijgen.
53. Hij pakt de ingrediënten voor de zalm bij elkaar en begint met de bereiding. Als een volleerde kok draait hij de vis om en begint met de salade. Hij heeft een goed gevoel en fluit rustig verder.
54. Carmen is intussen boven en loopt naar de roze kamer van Nienke. ‘Hoi Meisje.’ Fluistert ze en Nienke komt langzaam omhoog. Met slaperige oogjes kijkt ze naar haar moeder.
55. Nienke wordt aangekleed en Carmen neemt haar mee naar beneden. Ze zet haar in de stoel waar Pim al een bordje heeft klaar gezet. Ze graait meteen met haar handje in de pap.
56. Carmen pakt het bordje op en maakt haar handjes schoon. Ze pakt een lepeltje en geeft het bordje dan terug. ‘Netjes eten.’ Zegt ze en Nienke knikt. Carmen kijkt nog even hoe Nienke het lepeltje pakt en gaat dan naast Pim zitten.
57. Zwijgend begint ze te eten. Pim merkt meteen dat er iets is en legt zijn hand op die van haar. ‘Wat is er, Carmen?’ vraagt hij met een lieve blik.
58. Carmen kijkt hem aan en ziet zijn lieve ogen. ‘Wat nu als ons verzoek afgewezen wordt. Misschien krijgen we dan wel nooit een broertje of zusje voor Nienke.’
59. Pim luistert naar haar twijfels en wrijft met zijn duim over haar hand. ‘We kunnen nu niets anders dan afwachten. Ik heb er een goed gevoel over.’ ‘Alsof jou gevoel altijd gelijk heeft. Je had niet eens door dat ik al die jaren tegen je gelogen had.’
60. Pim trekt zijn hand terug en Carmen schrikt van haar eigen reactie. ‘Sorry, dat had ik niet moeten zeggen.’ Fluistert ze. ‘Ik begrijp wel dat je zo reageert, maar je moet wat meer vertrouwen hebben. Het komt echt wel goed.’ Zegt Pim. ‘En trouwens, mijn gevoel had wel gelijk toen ik jou. Ik wist toen al dat ik je voor altijd bij me wil hebben.’