Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos tijdens de Drievuldigheidszondag 2014, (Sint Amanduskerk Erembodegem) met als thema: “God boven, in en naast ons”. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Driekoningen. Viering in WZC De Hopperank (Ten Bos 2024)
Drievuldigheidszondag 2014 (God boven, in en naast ons) 4
1.
2. 1.
Zij zit als een vogel, broedend op water,
onder haar de chaos van de eerste dag;
zij zucht en zij zingt, moeder van de schepping,
wachtend op het Woord totdat zij baren mag.
2.
Zij zweeft boven zee, zweeft boven de bergen,
zoekend naar een plaats onder de hemelboog;
zij rust in de schoot, wachtend op het wonder
dat zich daar ontvouwt, verborgen voor ons oog.
3.
Zij danst in het vuur, schouwspel zonder weerga,
maakt de tongen los, taal en getuigenis,
bekeert, inspireert al wie naar haar luistert;
niets brengt haar tot zwijgen, vurig als zij is.
4.
Want zij is de Geest, een met God in wezen,
gift van de Verlosser aan zijn aardse bruid;
de sleutel is zij, toegang tot de Schriften,
vogel uit de hemel, witte vredesduif.
7. Kome over ons Uw Geest,
Uw kracht tot vrede.
Geef het kwaad geen macht, over ons.
(
(Taizé)
8. A a n b i d t e n d a n k t u w V a d e r , G o d
d i e l e e f t v a n e e u w i g h e i d ;
A a n h e m b e h o o r t h e t k o n i n g s c h a p e n a l l e h e e r l i j k h e i d .
V e r k o n d i g t h e m e n l o o f t z i j n n a a m ,
b e z i n g t z i j n w o n d e r m a c h t ;
d a n z a l o p a a r d e v r e d e z i j n
v o o r w i e z i j n h u l p v e r w a c h t .
9. A a n b i d t e n d a n k t u w V a d e r , G o d
d i e l e e f t v a n e e u w i g h e i d ;
A a n h e m b e h o o r t h e t k o n i n g s c h a p e n a l l e h e e r l i j k h e i d .
V e r k o n d i g t h e m e n l o o f t z i j n n a a m ,
b e z i n g t z i j n w o n d e r m a c h t ;
d a n z a l o p a a r d e v r e d e z i j n
v o o r w i e z i j n h u l p v e r w a c h t .
10. A a n b i d t e n d a n k t d e K o n i n g s z o o n ,
d i e i n d e w e r e l d k w a m ,
e n a l d e z o n d e n v a n z i j n v o l k
g e h o o r z a a m o p z i c h n a m .
N u n o d i g t H i j z i j n b r o e d e r s u i t
o p ' t g r o t e k o n i n g s f e e s t
E n w a a r H i j l e e f t a a n V a d e r s h a n d ,
d a a r h e e r s t e e n g o e d e G e e s t .
11. A a n b i d t e n d a n k t d e K o n i n g s z o o n ,
d i e i n d e w e r e l d k w a m ,
e n a l d e z o n d e n v a n z i j n v o l k
g e h o o r z a a m o p z i c h n a m .
N u n o d i g t H i j z i j n b r o e d e r s u i t
o p ' t g r o t e k o n i n g s f e e s t
E n w a a r H i j l e e f t a a n V a d e r s h a n d ,
d a a r h e e r s t e e n g o e d e G e e s t .
Oosterhuis/16deeeuw
12.
13. Houd in je stad, je huis,
en in heel jouw eigenheid,
een plaats van welkom open
voor wie er honger lijdt.
Wees voor alwie moet vluchten
een waarlijk toevluchtsoord.
Door hem de deur te wijzen,
verzaak je aan Gods woord.
Deel mee van wat je hebt
en doe wel. Zie toch niet om.
Vermoed in alwie aanklopt,
God zelf die zegt: ‘Ik kom’
Keer nooit terug naar chaos,
die tijd van steen voor brood,
van huis en hart gesloten –
dat wordt pas echt jouw dood
17. [Allen]
Ik geloof in de God van Jezus,
als een Vader met ons op weg,
naast ons in goede momenten,
ons dragend als het moeilijk wordt.
18. [Vg]
Ik geloof in Jezus,
die van zichzelf kon zeggen:
'Ik ben de Weg'.
19. [Al.]
Hij is onze reisgezel,
een vriend onderweg,
de betrouwbare gids
die zijn leven geeft
opdat niemand
onderweg zou bezwijken.
20. [Vg]
Ik geloof in de Geest,
de stille, ongeziene kracht
op onze levensweg..
Hij houdt Gods licht in ons brandend.
21. [Al]
Ik geloof in de gemeenschap
samen op weg,
van mensen
die blijven geloven in breken en delen.
Ik geloof dat wij samen op weg zijn
naar leven ten volle in eeuwigheid.
Amen
22.
23. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
24.
25. Die naar menselijke gewoonte met een eigen naam genoemd werd
toen Hij in een ver verleden werd geboren ver van hier,
(al.) Die genoemd werd: Jesjoe, Jezus zoon van David en Basteba
zoon van Ruth en zoon van Boaz, zoon van Juda en van Tamar,
zoon van Adam, zoon van mensen, die ook zoon van God genoemd wordt,
heiland, visioen van vrede, licht der wereld, weg ten leven,
levend brood en ware wijnstok, die, geliefd en onbegrepen,
werd bewaard in taal en teken als een eeuwenoud geheim,
als een wachtwoord doorgegeven, als een vreemd vertrouwd verhaal,
die een naam in mijn geheugen, die de stem van mijn geweten,
die mijn waarheid is geworden: Hem gedenk ik hier en noem ik
als een dode die niet dood is, als een levende geliefde
die gekozen heeft te leven voor de armsten van de armen,
helpman reisgenoot en broeder van de allerminste mensen.
die ten dage dat Hij rondging door de dorpen van zijn landstreek
mensen aantrok en bezielde hen verzoende met elkaar
die niet steil en ongenaakbaar niet hooghartig als een heerser
maar in knechtsgestalte leefde die zijn leven voor zijn vrienden
(vz.) prijsgaf, door een vriend verraden,
die getergd tot op het kruis, voor zijn vijand heeft gebeden
die van God en mens verlaten is gestorven als een slaaf.
(...) [consecratie]
(al.) die gestrooid is in de akker, als het kleinste van de zaden,
die daar wacht een lange winter in de stilte van de dood
die als graan geoogst zal worden, die als brood gedeeld wil worden
om in mensen, mens te worden die verborgen in zijn God
onze vrede is geworden, onze ziel tot rust gekomen
die ons groet vanuit zijn verte die ons aankijkt van dichtbij
als een kind, een vriend, een ander, Hem gedenk ik hier en noem ik
en beveel Hem bij je aan als een levende geliefde
(vz.) als de mens die naast je is.
44. 1
Nu gaan de schriften langzaam dicht
maar in ons hart schijnt nog het licht,
Gods Woord dat met ons mee zal gaan
in wat ons hier is voorgedaan.
2
Straks is er weer het dag’lijks brood,
is de bekoring levensgroot,
geef dat Jouw Geest dan bij ons blijft
Jouw woord in onze daden schrijft.
3
De warmte van dit samenzijn,
gaat mee als troost en als refrein
dat niet meer loslaat, vurig brandt
tot diep in onze binnenkant.