Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos op de tweede zondag na Pasen C 2016 (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
2. Niet zien en toch geloven –
o God, als Jij mij helpt
dan zal ik Jou toch loven,
hoezeer ik, overstelpt
door allerhande plagen,
door twijfel en verdriet,
naar het waarom blijf vragen –
toch zing ik Jou dit lied!
3. Niet zien en toch geloven:
vertrouwend verdergaan,
niet horend, als een dove,
niet ziende, blind voortaan,
niet reikend met mijn handen
naar meer dan Jij mij geeft,
maar wijs door scha en schande
geloven dat Je leeft!
( Troost André / ‘Geef vrede’ )
4.
5. Heer ontferm U over ons
Christus ontferm U over ons.
Heer ontferm U
(WyllinJosé)
Dan nog, dan nog klamp ik mij
klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade,
Ik zal red mij, red mij roepen
of zoiets als heb mij lief.
6. Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde, Geest van licht en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
7.
8. G e l u k k i g w i e n i e t z i e t e n t o c h g e l o o f t ,
d i e h o o p t o p l e v e n u i t d e d o o d g e b o r e n , -
h i j d i e h e t h o u d t b i j w a t e r i s b e l o o f d :
' u i t s t e r v e n d g r a a n
o n t k i e m d h e t n i e u w e k o r e n ' ;
d e m i n s t e m e n s , g e m a r t e l d , l e e g g e r o o f d ,
h i j z a l , b i j G o d ,
n o g o o i t v a n z i c h d o e n h o r e n !
9. Maar ongelukkig hij die niet gelooft,
eer hij Gods toekomst
tastbaar ziet bewezen.
Al zag hij mensen,
ooit het licht ontroofd,
bij duizendtallen uit de dood verrezen;
al zag hij draak en duivelstuig onthoofd,
hij zag zijn ongeloof nog niet genezen!
(vanOpbergenJan/‘Zovriendelijkenveilig)
10.
11. [Voorganger]
Ik geloof dat het leven
mij geschonken werd
door God, onze Vader, bron van liefde.
[Allen]
Ik geloof dat ik geroepen ben
om mee te werken aan een toekomst
die voor elke mens menswaardig is.
12. [Vg]
Ik geloof in die uitzonderlijke mens
die niet geleefd heeft voor zichzelf.
[Al]
Ik geloof in die mens
die wij kennen als Zoon van mensen
en Zoon van God,
die een ereplaats gaf aan mensen
die over het hoofd werden gezien.
13. [Vg]
Ik geloof dat zijn Geest onder ons werkt
als wij in zijn naam samen zijn
en wij elkaar levenskansen geven.
14. [Al]
Ik geloof dat zijn Geest
ons telkens weer aanspoort
om naar elkaar om te zien
en zo mensen te worden
met en voor elkaar
15. [Voorganger]
Ik geloof dat ons leven
niet zal eindigen in het zinloze niets
[Allen]
Maar dat wij eens zullen leven
bij de bron van liefde
die voor ons dit leven schonk.
Amen.
16.
17. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
18.
19. [Voorganger] In jouw naam zijn wij hier samen.
Wij noemen Jou God en Vader.
Niemand heeft Je ooit gezien,
maar elke dag opnieuw
is het duidelijk hoe Je werkzaam aanwezig bent
daar waar mensen elkaar vinden
en van elkaar houden,
waar mensen de handen in elkaar slaan
en kleine stappen zetten
om deze wereld om te bouwen
tot jouw wereld..
20. [Allen]
Wij zien Je aan het werk, God,
in de ontluikende liefde tussen mensen,
in de groeiende solidariteit,
in blijvende verbondenheid,
in de kleine en grote inzet
voor vrede en gerechtigheid.
21. [Vg]
Wij zien Je aan het werk
in Jezus, jouw Zoon:
de woorden die Hij sprak
waren jouw woorden en worden nu de onze.
Zijn keuze voor kleine mensen was jouw keuze
en wordt nu de onze.
22. [Al]
In Hem heb Je jouw droom
in onze handen gelegd:
dat lammen niet lam blijven
en doven niet doof.
Dat er voor elke mens
leven mogelijk is, leven in overvloed.
23. [Vg]
Hem willen wij hier noemen als inspiratie,
als wegwijzer voor ons leven,
als blijvende oproep om te blijven doen
wat Hij heeft gedaan.
24. [Al] Daarom bidden wij Jou:
beziel ons met jouw Geest.
Dat wij vanuit zijn inspiratie
weten wat groeikracht heeft.
Dat wij midden de ontmoediging
de fantasie bewaren en wegen blijven vinden
naar de nieuwe toekomst
die Jij ons in handen hebt gegeben.
Dat onze hand niet slaat,
dat onze mond niet verraadt,
dat wij geen mens verloochenen.
25. [Vg]
En dat wij niet vergeten
hen die op ons blijven rekenen:
zij van wie wij houden
en zij van wie wij nog niet genoeg houden.
26. [Al]
Dat wij niet vergeten
hen die naast ons staan,
ons voorgaan en bemoedigen,
en hen met wie wij samen op weg zijn
naar menswaardiger samenleven.
27. [Vg]
Dat wij evenmin vergeten hen die van ons
zijn heengegaan:
dat zij tot ons blijven spreken,
onder verder oproepen en inspireren,
ook nu zij gestorven zijn.
28. [Al]
Beziel ons met Jouw Geest,
dat wij elkaar bewaren
en voortstuwen in de rechting van
menswaardigheid.
Dat wij waakzaam zijn
om de tekens van de hoop te zien
en dat wij zelf zo een teken mogen worden.
Daarvoor willen wij ons inzetten
- samen – met Jou en voor Jou
vandaag en alle dagen. Amen.
29.
30. Vrede voor alle mensen, de vrede van de
Heer.
Vrede voor jou, voor mij, voor ons: de
vrede van de Heer.
(Schollaert Paul )
31.
32. W i j g a a n w e e r v e r d e r , v o l v a n h o o p
o p o n g e b a a n d e w e g e n
m e t o n z e d r o o m o p h i n d e r l o o p
d e m e e s t e f e i t e n t e g e n .
D e o n r u s t h o u d t o n s o p d e b e e n
e n d o e t o n s v e r d e r r e i z e n ,
e e n s t e m d i e k l i n k t d o o r a l l e s h e e n
e e n G o d n i e t w e g t e p r i j z e n .
33. Z i j n w o o r d h o u d t a a n i n o n s g e m i s
d a t a l l e s k a n v e r k e r e n ,
d a t v r e d e h i e r b e s t a a n b a a r i s
e n o n r e c h t o m t e k e r e n
H i j d o e t o n s k i e z e n v o o r d e m e n s
b e d r e i g d , v e r a r m d , v e r g e t e n .
H i j v o e r t o n s n a a r d e l a a t s t e g r e n s
o m v a n e l k a a r t e w e t e n .
34. S j a l o o m , g e l u k o p d e z e r e i s .
H e t d u u r t m i s s c h i e n n o g e e u w e n
m a a r t w i j f e l n i e t m e e r a a n d e w i j s :
' h e t l a m h u i s t b i j d e l e e u w e n ! '
(vanOpbergenJan/JanWillemvandeVelde)