3. LEX RIBUARIA (ca. 620)
Hoofdstuk 36 – Doodslagen
– ‘Als een Ribuariër een andere Ribuariër heeft gedood, wordt hij
voor 200 schellingen als schuldig aangemerkt.’
– ‘Als een Ribuariër een Aleman, Fries, Beier of Saks heeft gedood,
wordt hij voor 160 schellingen als schuldig aangemerkt.’
– ‘Als een Ribuariër een Romein heeft gedood, wordt hij met 100
schellingen beboet.’
4. LEX RIBUARIA (vervolg)
Hoofdstuk 36 – Geestelijken
– ‘Als een Ribuariër een diaken heeft gedood, wordt hij met
300 schellingen beboet.’
– ‘Als een Ribuariër een priester heeft gedood, wordt hij met
600 schellingen beboet.’
– ‘Als een Ribuariër een bisschop heeft gedood, wordt hij met
900 schellingen beboet.’
9. BEULSFAMILIES – Beul van Breda
Frans Kleijne
– 1761
Johannes Libordius Kleijne
– 1776
Johannes Jacobus Kleijne
– 1785
(tevens chirurgijn)
10. BEULSFAMILIES – ’s-Hertogenbosch
David Hendrik Kleijne x Catharina van Anholt
– 1742
Johannes Libordius Kleijne x Maria van Anholt
– 1785
(tevens onbevoegd chirurgijn)
(1819 : geldboete 25 guldens)
Johann Hendrik Kleijne
– 1816
14. INSTRUCTIE voor de BEUL
van de BARONIE van BREDA (1761)
Artikel 15 – Voor elke persoon die hij effectievelijk pijnigt,
de koorden en roeden daaronder begrepen,
zes guldens voor elke keer dat het plaatsvindt.
– Als hij niet pijnigt, maar de verdachte in zijn
tegenwoordigheid met de pijnbank wordt
gedreigd, drie guldens.
15. FILIPS WIELANT, Corte instructie
in materie criminele (ca. 1510)
CAPUT 37 – 1. De manier van pijnigen is ter discretie van de rechter.
Deze moet de pijngrens vaststellen conform de leeftijd,
fysieke gesteldheid en gezondheid van de verdachte.
– 2. Geleidelijk opvoeren van de pijn overeenkomstig de
ernst van de feiten, de vermoedens en verdenkingen,
en de antwoorden die de verdachte op de vragen geeft.
Terughoudendheid zodat het lichaam van de verdachte
niet verminkt, beschadigd of al te zeer gekwetst wordt.
20. CESARE BONESANA BECCARIA,
Dei Delitti e delle Pene (1764)
De Verlichting
(tweede helft 18e eeuw)
KLASSIEKE RICHTING
Rationeel strafrecht
> codificatie
> humanisering
21. BATAAFSE REPUBLIEK (1795-1806)
en KONINGRIJK HOLLAND (1806-1810)
BATAAFSE REPUBLIEK (1795-1806)
> Bataafse Omwenteling (1795)
> Staatsregeling (1798) : opdracht tot codificatie
KONINGRIJK HOLLAND (1806-1810)
> Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland (1809)
> Wetboek op de Regterlijke Instellingen en Regtspleging
in het Koningrijk Holland (1809)