SlideShare a Scribd company logo
1 of 9
Ilse Colman
Melissa Stremersch
Nathalie Geerinck
Inge Van Den Steen
Ellen Dejonghe


                     1
Bewegingstussendoortjes


Dierenpuzzel

Spelverloop
- Iedereen krijgt een puzzelstuk van een dierenpuzzel.

- Je beeldt het dier uit dat jij gekregen hebt. Daarna loop je door de klas terwijl
je het uitbeeldt. Zoek de klasgenoten die hetzelfde dier uitbeelden als jij.
Vorm dan de puzzel.

- De groep die het eerst de puzzel heeft samengebracht, wint.

Opmerking
Indien het uitbeelden te moeilijk is, mogen de leerlingen ook het geluid maken
dat bij zijn/haar dier past.


Tijdsduur
5-10 minuten


Benodigdheden
Dierenpuzzel per 4 – 6 kinderen




                                                                                  2
3
Acrobaten

Spelverloop

De circusdirecteur is op zoek naar nog zeer goede acrobaten. Hij heeft mij
gevraagd om mee te helpen zoeken. Hij vroeg of ik eens wou kijken of er in
deze klas goede acrobaten zitten!

Maar een acrobaat zit niet stil, hij beweegt. Dus we moeten ons achter onze
stoel zetten.
Ik ga eens kijken of er in deze klas goede acrobaten zitten, dan kan ik dat
zeggen tegen de directeur!

•    Elke acrobaat springt ’s morgens 10 keer omhoog.
•    Daarna maakt hij cirkels met zijn armen. Eerst kleine cirkels. De cirkels
     worden groter en groter en groter!
•    Vervolgens maakt hij zich klein en wordt hij zeer groot ( de kinderen maken
     hurken neer en springen dan in de lucht om zich zo groot mogelijk te
     maken).

Weet je wat de acrobaat daarna doet?
Hij gaat op bezoek bij de apen.
- Wie kan er eens een aap nadoen?
- We gaan allemaal eens een aap nadoen.

’s Middags zorgt de acrobaat ervoor dat de apen fit genoeg zijn. Daarvoor moet
de acrobaat bewegen zoals een aap beweegt.
“We zijn dus nu allemaal apen”.
• De acrobaat laat de apen eerst 2 keer in het rond draaien.
• Daarna springen de apen 2 keer zeer hoog en tikken ze de grond.
• De apen openen hun armen en klappen in hun handen. Dit doen ze 3 keer.
• En als laatste mogen de apen dansen!


….

Tijdsduur
5 minuten


Benodigdheden




                                                                              4
Beloningssysteem

Uitleg

Omdat we rond het thema circus werken, leek het ons een leuk idee om in de klas een
grote circustent te zetten. Dit zal kinderen zeker en vast aanspreken.
We starten ons thema met een bepaalde figuur uit het circus die een verhaal vertelt.
Het komt er op neer dat het circus nu nog helemaal leeg is en dat ze door flink te zijn
dieren, personen en versiering kunnen verdienen om in hun circustent te hangen. Op
het einde van de stage wordt het dan een kleurrijke en sfeervolle circustent die door
de kinderen is gemaakt.

Wie mag er een prentje in de circustent hangen?
In de loop van de dag gaat er een knuffel(s) bij flinke kindjes op de bank zitten. Al wie
die dag de knuffel op zijn bank heeft gehad, mag een prentje op de circustent kleven.


Pedagogische waarde

We hebben voor dit beloningssysteem gekozen, omdat we wouden afstappen van het
traditionele systeem van goede punten. We vinden het leuk dat kinderen flink moeten
zijn en beloond worden met een knuffel die bij hun komt zitten op de bank. Kinderen
van het eerste leerjaar zijn enorm geboeid door knuffels en willen dan ook heel graag
dat die knuffel ook eens bij hun op de bank komt zitten. Verder is het leuk om met
heel de klas samen te werken aan de circustent. Kinderen vinden het al leuk op zich
om een prentje te kleven in de tent waar ze zelf willen. Ze zullen zich dan ook in de
dag willen bewijzen dat ze ook flink kunnen zijn. Naarmate we verder gaan in de stage
krijgt de tent meer kleur en komt er een leuke sfeer in de tent. Kinderen zullen er fier
op zijn dat ze de dieren, personen en versieringen zelf hebben verdiend. Om dan de
kers op de taart te zetten zouden we op het einde een klein ‘feestje’ willen geven,
want heel de circustent is compleet, en ze hebben er waarschijnlijk allemaal heel hard
voor gewerkt.
Het leuke aan dit beloningssysteem is dat het zowel individueel als klassikaal is.
Individueel om de knuffel op hun bank te hebben en een prentje op de tent te kunnen
kleven, maar ook het klassikale, want ze werken met de hele klasgroep aan een mooie
circustent.




                                                                                        5
Didactische materiaal


Taal:

  • Boeken, verhalen om een les mee te starten of om rond te werken. Bijvoorbeeld
    om een les stellen rond op te bouwen.
    Voorbeelden: Paddington naar het circus, Tiny in het circus, Kijk en leer: Het
    circus, …
    Hierbij kan de leerkracht gebruik maken van prenten. Op de prenten staan
    personages, dieren van uit het circus die ook in het verhaal voorkomen. Zo
    kunnen de leerlingen achteraf aan de hand van de prenten het verhaal
    reconstrueren. Ze hangen dan bijvoorbeeld de prenten in chronologische
    volgorde.
  • Verkleedkledij voor een les drama: goochelhoed en stokje, clownspak,
    clownneus, …




Wiskunde:

  •     Magneten met daarop een clown, goochelaar, acrobaat, …
        Deze kunnen gebruikt worden aan bord om bijvoorbeeld de hoeveelheid 5 te
        splitsen. Zo kunnen alle splitsmogelijkheden van 5 getoond worden aan bord.




                                                                                 6
•   Jongleerballen kunnen gebruikt worden om het optellen en het aftrekken aan te
      leren.
      Bijvoorbeeld: An heeft 2 jongleerballen, Piet heeft er 3, hoeveel hebben ze er
      samen?


Beweging:

  •   Materiaal om zelf kunstjes van een clown uit te proberen: hoepels,
      jongleerballen, springtouwen, omgekeerde banken (evenwicht van de
      koorddanser), diablo’s, …


Wereldoriëntatie:

  •   De leerlingen kunnen naar de film Dumbo kijken. Achteraf kan de film
      besproken worden. Wat hebben we gezien? Welke dieren zagen we in het
      circus? Welke kunstjes deden ze? Was er een clown? Wat deed hij allemaal? …




                                                                                  7
Taal en rekenen


Rekenen




Materiaal:

Voor elk kind een clown en tien ballen.

Sfeerschepping:

Je vertelt de kinderen dat we samen met hen naar de clownschool gaan om te kijken
of clowns goed kunnen jongleren.
Wat denken jullie? Gaan ze dat goed kunnen?

Kern:




                                                                                    8
Je zegt tegen de kinderen het aantal ballen waar de clown mee start. Maar oei, het is
te moeilijk voor de clown en er vallen er een paar naar beneden. De moeten ze
wegnemen en in het vierkantje leggen. Hoeveel blijven er nu nog over?

Slot:

De kinderen mogen zelf eens uitproberen met hoeveel balletjes ze kunnen jongleren.




                                                                                        9

More Related Content

Similar to Werkbundel Circus

Krokuskriebels | Terugkomdag MOT
Krokuskriebels | Terugkomdag MOTKrokuskriebels | Terugkomdag MOT
Krokuskriebels | Terugkomdag MOT
FARO
 
Workshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de Averegten
Workshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de AveregtenWorkshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de Averegten
Workshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de Averegten
PIME
 
Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij
Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De BoerderijSuggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij
Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij
eennieuwbegin
 
Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)
Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)
Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)
BibliotheekPutte
 
Opdrachtfiche omgevingsboek ine de lange
Opdrachtfiche omgevingsboek ine de langeOpdrachtfiche omgevingsboek ine de lange
Opdrachtfiche omgevingsboek ine de lange
IneDeLange
 

Similar to Werkbundel Circus (20)

Studio100 kampen
Studio100 kampenStudio100 kampen
Studio100 kampen
 
Krokuskriebels | Terugkomdag MOT
Krokuskriebels | Terugkomdag MOTKrokuskriebels | Terugkomdag MOT
Krokuskriebels | Terugkomdag MOT
 
Workshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de Averegten
Workshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de AveregtenWorkshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de Averegten
Workshop een worm met een bontjas: kleuteractiviteiten de Averegten
 
GO! News 001-002
GO! News 001-002GO! News 001-002
GO! News 001-002
 
Speelboek zomervakantie 2019
Speelboek zomervakantie 2019Speelboek zomervakantie 2019
Speelboek zomervakantie 2019
 
Stay at-home activiteitenprogramma kdv week4
Stay at-home activiteitenprogramma kdv week4Stay at-home activiteitenprogramma kdv week4
Stay at-home activiteitenprogramma kdv week4
 
Beeld Insectenboekje
Beeld InsectenboekjeBeeld Insectenboekje
Beeld Insectenboekje
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboek
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboek
 
Opdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboekOpdrachtfiche omgevingsboek
Opdrachtfiche omgevingsboek
 
Sintanimaties Idee Fiks 2018
Sintanimaties Idee Fiks 2018Sintanimaties Idee Fiks 2018
Sintanimaties Idee Fiks 2018
 
Opdrachtfiche omgevingsboek simoens _ lise
Opdrachtfiche   omgevingsboek   simoens _ liseOpdrachtfiche   omgevingsboek   simoens _ lise
Opdrachtfiche omgevingsboek simoens _ lise
 
lesmap_spinnemoesj
lesmap_spinnemoesjlesmap_spinnemoesj
lesmap_spinnemoesj
 
Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij
Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De BoerderijSuggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij
Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij
 
Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)
Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)
Folder over kamishibai (Bibliotheek Putte)
 
Speelboek paasvakantie 2019
Speelboek paasvakantie 2019Speelboek paasvakantie 2019
Speelboek paasvakantie 2019
 
Sintanimaties Idee Fiks 2015
Sintanimaties Idee Fiks 2015Sintanimaties Idee Fiks 2015
Sintanimaties Idee Fiks 2015
 
GO! News 001-Extra
GO! News 001-ExtraGO! News 001-Extra
GO! News 001-Extra
 
Stay at-home activiteitenprogramma kdv en po week6 twerkel
Stay at-home activiteitenprogramma kdv en po week6 twerkelStay at-home activiteitenprogramma kdv en po week6 twerkel
Stay at-home activiteitenprogramma kdv en po week6 twerkel
 
Opdrachtfiche omgevingsboek ine de lange
Opdrachtfiche omgevingsboek ine de langeOpdrachtfiche omgevingsboek ine de lange
Opdrachtfiche omgevingsboek ine de lange
 

Werkbundel Circus

  • 1. Ilse Colman Melissa Stremersch Nathalie Geerinck Inge Van Den Steen Ellen Dejonghe 1
  • 2. Bewegingstussendoortjes Dierenpuzzel Spelverloop - Iedereen krijgt een puzzelstuk van een dierenpuzzel. - Je beeldt het dier uit dat jij gekregen hebt. Daarna loop je door de klas terwijl je het uitbeeldt. Zoek de klasgenoten die hetzelfde dier uitbeelden als jij. Vorm dan de puzzel. - De groep die het eerst de puzzel heeft samengebracht, wint. Opmerking Indien het uitbeelden te moeilijk is, mogen de leerlingen ook het geluid maken dat bij zijn/haar dier past. Tijdsduur 5-10 minuten Benodigdheden Dierenpuzzel per 4 – 6 kinderen 2
  • 3. 3
  • 4. Acrobaten Spelverloop De circusdirecteur is op zoek naar nog zeer goede acrobaten. Hij heeft mij gevraagd om mee te helpen zoeken. Hij vroeg of ik eens wou kijken of er in deze klas goede acrobaten zitten! Maar een acrobaat zit niet stil, hij beweegt. Dus we moeten ons achter onze stoel zetten. Ik ga eens kijken of er in deze klas goede acrobaten zitten, dan kan ik dat zeggen tegen de directeur! • Elke acrobaat springt ’s morgens 10 keer omhoog. • Daarna maakt hij cirkels met zijn armen. Eerst kleine cirkels. De cirkels worden groter en groter en groter! • Vervolgens maakt hij zich klein en wordt hij zeer groot ( de kinderen maken hurken neer en springen dan in de lucht om zich zo groot mogelijk te maken). Weet je wat de acrobaat daarna doet? Hij gaat op bezoek bij de apen. - Wie kan er eens een aap nadoen? - We gaan allemaal eens een aap nadoen. ’s Middags zorgt de acrobaat ervoor dat de apen fit genoeg zijn. Daarvoor moet de acrobaat bewegen zoals een aap beweegt. “We zijn dus nu allemaal apen”. • De acrobaat laat de apen eerst 2 keer in het rond draaien. • Daarna springen de apen 2 keer zeer hoog en tikken ze de grond. • De apen openen hun armen en klappen in hun handen. Dit doen ze 3 keer. • En als laatste mogen de apen dansen! …. Tijdsduur 5 minuten Benodigdheden 4
  • 5. Beloningssysteem Uitleg Omdat we rond het thema circus werken, leek het ons een leuk idee om in de klas een grote circustent te zetten. Dit zal kinderen zeker en vast aanspreken. We starten ons thema met een bepaalde figuur uit het circus die een verhaal vertelt. Het komt er op neer dat het circus nu nog helemaal leeg is en dat ze door flink te zijn dieren, personen en versiering kunnen verdienen om in hun circustent te hangen. Op het einde van de stage wordt het dan een kleurrijke en sfeervolle circustent die door de kinderen is gemaakt. Wie mag er een prentje in de circustent hangen? In de loop van de dag gaat er een knuffel(s) bij flinke kindjes op de bank zitten. Al wie die dag de knuffel op zijn bank heeft gehad, mag een prentje op de circustent kleven. Pedagogische waarde We hebben voor dit beloningssysteem gekozen, omdat we wouden afstappen van het traditionele systeem van goede punten. We vinden het leuk dat kinderen flink moeten zijn en beloond worden met een knuffel die bij hun komt zitten op de bank. Kinderen van het eerste leerjaar zijn enorm geboeid door knuffels en willen dan ook heel graag dat die knuffel ook eens bij hun op de bank komt zitten. Verder is het leuk om met heel de klas samen te werken aan de circustent. Kinderen vinden het al leuk op zich om een prentje te kleven in de tent waar ze zelf willen. Ze zullen zich dan ook in de dag willen bewijzen dat ze ook flink kunnen zijn. Naarmate we verder gaan in de stage krijgt de tent meer kleur en komt er een leuke sfeer in de tent. Kinderen zullen er fier op zijn dat ze de dieren, personen en versieringen zelf hebben verdiend. Om dan de kers op de taart te zetten zouden we op het einde een klein ‘feestje’ willen geven, want heel de circustent is compleet, en ze hebben er waarschijnlijk allemaal heel hard voor gewerkt. Het leuke aan dit beloningssysteem is dat het zowel individueel als klassikaal is. Individueel om de knuffel op hun bank te hebben en een prentje op de tent te kunnen kleven, maar ook het klassikale, want ze werken met de hele klasgroep aan een mooie circustent. 5
  • 6. Didactische materiaal Taal: • Boeken, verhalen om een les mee te starten of om rond te werken. Bijvoorbeeld om een les stellen rond op te bouwen. Voorbeelden: Paddington naar het circus, Tiny in het circus, Kijk en leer: Het circus, … Hierbij kan de leerkracht gebruik maken van prenten. Op de prenten staan personages, dieren van uit het circus die ook in het verhaal voorkomen. Zo kunnen de leerlingen achteraf aan de hand van de prenten het verhaal reconstrueren. Ze hangen dan bijvoorbeeld de prenten in chronologische volgorde. • Verkleedkledij voor een les drama: goochelhoed en stokje, clownspak, clownneus, … Wiskunde: • Magneten met daarop een clown, goochelaar, acrobaat, … Deze kunnen gebruikt worden aan bord om bijvoorbeeld de hoeveelheid 5 te splitsen. Zo kunnen alle splitsmogelijkheden van 5 getoond worden aan bord. 6
  • 7. Jongleerballen kunnen gebruikt worden om het optellen en het aftrekken aan te leren. Bijvoorbeeld: An heeft 2 jongleerballen, Piet heeft er 3, hoeveel hebben ze er samen? Beweging: • Materiaal om zelf kunstjes van een clown uit te proberen: hoepels, jongleerballen, springtouwen, omgekeerde banken (evenwicht van de koorddanser), diablo’s, … Wereldoriëntatie: • De leerlingen kunnen naar de film Dumbo kijken. Achteraf kan de film besproken worden. Wat hebben we gezien? Welke dieren zagen we in het circus? Welke kunstjes deden ze? Was er een clown? Wat deed hij allemaal? … 7
  • 8. Taal en rekenen Rekenen Materiaal: Voor elk kind een clown en tien ballen. Sfeerschepping: Je vertelt de kinderen dat we samen met hen naar de clownschool gaan om te kijken of clowns goed kunnen jongleren. Wat denken jullie? Gaan ze dat goed kunnen? Kern: 8
  • 9. Je zegt tegen de kinderen het aantal ballen waar de clown mee start. Maar oei, het is te moeilijk voor de clown en er vallen er een paar naar beneden. De moeten ze wegnemen en in het vierkantje leggen. Hoeveel blijven er nu nog over? Slot: De kinderen mogen zelf eens uitproberen met hoeveel balletjes ze kunnen jongleren. 9