2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...Jacques Van Dinteren
In het kader van het Interreg-project ‘Revitalisering Oude Industriehavens’ kregen de acht deelnemende steden te maken met een aantal gelijkaardige problemen, zoals de omgang met erfgoed.
Een consortium bestaande uit The Missing Link, Royal Haskoning en Kleio Advies BV adviseerde zes van de acht deelnemende steden in dit Interreg-project over de omgang met het erfgoed. De adviesbureaus hebben veel ervaring met het benoemen van de historische identiteit van plekken
en weten deze ervaring te benutten in nieuwe toepassingen. Samen met de havensteden werkten ze verhaallijnen uit, die de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe wijken zullen bevorderen.
Dit hoofdstuk geeft het traject weer dat het consortium met de steden heeft doorlopen. Werkbezoeken en een workshop brachten verscheidene leerpunten naar boven, en gaven steden de gelegenheid om te leren van elkaars aanpak. Het proces maakte duidelijk dat erfgoed meerdere betekenissen heeft en dat de waarde van erfgoed subjectief is. Wat wel en niet te bewaren bleek bovendien niet alleen een praktische keuze,
maar heeft ook te maken met doelgroepen. Alleen door een vooraf geformuleerde visie op de omgang met erfgoed, kan het meerwaarde toevoegen aan de ruimte.
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
During the fourth industrial revolution there could be competition between science parks and innovation districts. The latter seems to be a better answer to changing demand by innovative companies and knowledge workers. However, the science park concept is not static. We think the science park has its own position amidst industrial innovation campuses and innovation districts. But (old, depreciated) science parks need to adjust to the new era. Management of science parks might find inspiration in the characteristics of innovation districts. We propose three considerations that might help science parks to remain competitive:
Consider adding housing (including an impact on service level and reachability);
Consider a shift towards multiple target groups;
Consider to lay more emphasis on community management.
Especially with regard to the first two considerations one has to keep in mind that a science park is not a closed entity. Setting out new strategies also requires a re-orientation of the position and role of science parks in their urban and regional context.
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
Innovation districts are urban areas with networks of knowledge-producing organisations such as universities, research bodies, teaching hospitals, cultural institutions, and knowledge-intensive businesses. Innovation districts are becoming the locations of choice for spin-out, start-up, and scale-up science and technology driven firms, as well as for larger businesses undertaking research and development.
There has been previous work on innovation districts in the US and London, but the UK story is less well-known. This paper looks at the progress and lessons from the six innovation districts that form the UK Innovation Districts Group. Whilst these projects are at different stages of development, their success to date and future potential is clear. Through major investments in new campuses and cultural buildings, public spaces, physical and digital infrastructure, and proactive curation of social, research and business networks, innovation districts are emerging as some of our most significant and productive economic locations.
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...Jacques Van Dinteren
In this paper, we focus on the role of universities in innovation districts. Regarding the growing interest in innovation districts, the question arises if an innovation district can do without a university. Or, the other way round, can a university campus be a good starting point for an innovation district? Can an innovation district be successful without a university? In which way can a university function as a catalyst in innovation district development?
The outcomes of research and recent developments suggest that it is relevant to have a university or an annexe of a university in an innovation district, as distance does matter. However, there are yet no hard research outcomes that make it clear that the success of an innovation district is dependent upon a university. Apart from that, the cases described here, in short, suggest that the establishment of a university or annexe can help the development of an innovation district by creating trust and contributing to a positive image of the development.
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en OrganisatieJacques Van Dinteren
Moderne economieën worden gedragen door kennisontwikkeling en innovatie. Kennis is zo belangrijk, dat het leidt tot wereldomspannende netwerken. Toch blijft nabijheid van belang. Dat heeft geleid tot concentratiepunten: science parks, industriële co-innovatieparken en innovatiedistricten (tezamen: ‘innovation areas’). Die komen echter alleen tot stand als in de regio aan essentiële voorwaarden kan worden voldaan. Op de locatie zelf vraagt dat onder meer om een zeer specifiek management dat in de afgelopen drie decennia sterk is geëvolueerd. Het richt zich op gebouwen, maar is zich in de loop van de tijd veel meer gaan richten op het organiseren van kennisuitwisseling en creëren van een community. Duidelijk is ook geworden dat een innovation area moet worden gezien als onderdeel van een regio. Uiteindelijk is juist de regio essentieel, met daarbinnen een aantal innovation areas. Met dat schaalniveau zijn we ver weg van het gebouwniveau. Daarmee wordt de betekenis van de specifieke R&D-gebouwen niet ontkend, maar wordt duidelijk gemaakt dat dit in het geval van innovatieve bedrijven en kennisinstellingen slechts een element is in een uitermate complex geheel.
While the emphasis early on was on the physical development, along the way developers started realising that science and technology parks (STPs) require an entirely different approach. This paper starts with presenting an overview of the development of the STP-concept and the impact of management on the success of these parks. In The Netherlands that success is to a certain extent often hampered by the fact that several parties are involved, having their own responsibilities. A simple model is described in which daily management can have control over the socio-economic and the physical aspects. This model can also be used for co-innovation parks and the upcoming concept of innovation districts (all together: innovation areas). In the last part it is stated that changing concepts have led to changes in management and this evolution will continue due to, among others, globalisation.
2011 - Handboek voor waterfrontontwikkeling in kleine en middelgrote steden -...Jacques Van Dinteren
In het kader van het Interreg-project ‘Revitalisering Oude Industriehavens’ kregen de acht deelnemende steden te maken met een aantal gelijkaardige problemen, zoals de omgang met erfgoed.
Een consortium bestaande uit The Missing Link, Royal Haskoning en Kleio Advies BV adviseerde zes van de acht deelnemende steden in dit Interreg-project over de omgang met het erfgoed. De adviesbureaus hebben veel ervaring met het benoemen van de historische identiteit van plekken
en weten deze ervaring te benutten in nieuwe toepassingen. Samen met de havensteden werkten ze verhaallijnen uit, die de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe wijken zullen bevorderen.
Dit hoofdstuk geeft het traject weer dat het consortium met de steden heeft doorlopen. Werkbezoeken en een workshop brachten verscheidene leerpunten naar boven, en gaven steden de gelegenheid om te leren van elkaars aanpak. Het proces maakte duidelijk dat erfgoed meerdere betekenissen heeft en dat de waarde van erfgoed subjectief is. Wat wel en niet te bewaren bleek bovendien niet alleen een praktische keuze,
maar heeft ook te maken met doelgroepen. Alleen door een vooraf geformuleerde visie op de omgang met erfgoed, kan het meerwaarde toevoegen aan de ruimte.
2019 - The 4th industrial revolution and science parks - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
During the fourth industrial revolution there could be competition between science parks and innovation districts. The latter seems to be a better answer to changing demand by innovative companies and knowledge workers. However, the science park concept is not static. We think the science park has its own position amidst industrial innovation campuses and innovation districts. But (old, depreciated) science parks need to adjust to the new era. Management of science parks might find inspiration in the characteristics of innovation districts. We propose three considerations that might help science parks to remain competitive:
Consider adding housing (including an impact on service level and reachability);
Consider a shift towards multiple target groups;
Consider to lay more emphasis on community management.
Especially with regard to the first two considerations one has to keep in mind that a science park is not a closed entity. Setting out new strategies also requires a re-orientation of the position and role of science parks in their urban and regional context.
2019 - The emergence of innovation districts in the UK - Paper for 36th iasp ...Jacques Van Dinteren
Innovation districts are urban areas with networks of knowledge-producing organisations such as universities, research bodies, teaching hospitals, cultural institutions, and knowledge-intensive businesses. Innovation districts are becoming the locations of choice for spin-out, start-up, and scale-up science and technology driven firms, as well as for larger businesses undertaking research and development.
There has been previous work on innovation districts in the US and London, but the UK story is less well-known. This paper looks at the progress and lessons from the six innovation districts that form the UK Innovation Districts Group. Whilst these projects are at different stages of development, their success to date and future potential is clear. Through major investments in new campuses and cultural buildings, public spaces, physical and digital infrastructure, and proactive curation of social, research and business networks, innovation districts are emerging as some of our most significant and productive economic locations.
2018 - The university as a catalyst in innovation district development - Pape...Jacques Van Dinteren
In this paper, we focus on the role of universities in innovation districts. Regarding the growing interest in innovation districts, the question arises if an innovation district can do without a university. Or, the other way round, can a university campus be a good starting point for an innovation district? Can an innovation district be successful without a university? In which way can a university function as a catalyst in innovation district development?
The outcomes of research and recent developments suggest that it is relevant to have a university or an annexe of a university in an innovation district, as distance does matter. However, there are yet no hard research outcomes that make it clear that the success of an innovation district is dependent upon a university. Apart from that, the cases described here, in short, suggest that the establishment of a university or annexe can help the development of an innovation district by creating trust and contributing to a positive image of the development.
2017 - Ruimte voor kennisontwikkeling - Management en OrganisatieJacques Van Dinteren
Moderne economieën worden gedragen door kennisontwikkeling en innovatie. Kennis is zo belangrijk, dat het leidt tot wereldomspannende netwerken. Toch blijft nabijheid van belang. Dat heeft geleid tot concentratiepunten: science parks, industriële co-innovatieparken en innovatiedistricten (tezamen: ‘innovation areas’). Die komen echter alleen tot stand als in de regio aan essentiële voorwaarden kan worden voldaan. Op de locatie zelf vraagt dat onder meer om een zeer specifiek management dat in de afgelopen drie decennia sterk is geëvolueerd. Het richt zich op gebouwen, maar is zich in de loop van de tijd veel meer gaan richten op het organiseren van kennisuitwisseling en creëren van een community. Duidelijk is ook geworden dat een innovation area moet worden gezien als onderdeel van een regio. Uiteindelijk is juist de regio essentieel, met daarbinnen een aantal innovation areas. Met dat schaalniveau zijn we ver weg van het gebouwniveau. Daarmee wordt de betekenis van de specifieke R&D-gebouwen niet ontkend, maar wordt duidelijk gemaakt dat dit in het geval van innovatieve bedrijven en kennisinstellingen slechts een element is in een uitermate complex geheel.
While the emphasis early on was on the physical development, along the way developers started realising that science and technology parks (STPs) require an entirely different approach. This paper starts with presenting an overview of the development of the STP-concept and the impact of management on the success of these parks. In The Netherlands that success is to a certain extent often hampered by the fact that several parties are involved, having their own responsibilities. A simple model is described in which daily management can have control over the socio-economic and the physical aspects. This model can also be used for co-innovation parks and the upcoming concept of innovation districts (all together: innovation areas). In the last part it is stated that changing concepts have led to changes in management and this evolution will continue due to, among others, globalisation.
Een segmentatie van bedrijfslocaties is van belang om bedrijven een geschikte vestigingsplek te bieden. Het gaat daarbij niet alleen om monofunctionele werklocaties (bedrijventerreinen en kantorenparken), maar ook om verspreid voorkomende locaties in of buiten de stad. Bij voorkeur is een dergelijke segmentatie breed toepasbaar en herkenbaar voor zowel overheden als ondernemers. In dit artikel wordt een voorstel gedaan voor een indeling op basis van mate van verwevenheid en ruimtelijke kwaliteit.
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke OrdeningJacques Van Dinteren
Het streven naar een sterkere menging van functies wordt geremd door de bestaande wetgeving op onder meer het vlak van milieu. Door niet zo zeer te kijken naar een menging van gebouwen, maar de toekomstige plekken waar gewerkt kan worden als uitgangspunt te nemen, komen mogelijkheden meer en eerder in beeld. Dat laat onverlet dat op bestaande werklocaties ook wel een en ander mag veranderen.
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Met een schok hebben we het ons moeten realiseren: je kunt niet alleen maar nieuw bouwen. Aandacht voor het bestaande en de vernieuwing ervan is essentieel. Dat geldt zeker ook voor bedrijventerreinen; een onderwerp met hoge beleidsactualiteit. De vraag die daarbij speelt is wanneer ingrijpen aan de orde is. Wat de een (bijvoorbeeld de wethouder) verouderd vindt, hoeft de ander (bijvoorbeeld de ondernemer) nog niet zo te ervaren. Een zo objectief mogelijk instrument moet worden ingezet om de veroudering te meten. Daarbij is er rekening mee te houden dat de drempelwaarde voor verschillende typen van terreinen kan variëren en daarmee de mate van ingrijpen. Van elk terrein de kwaliteiten willen maximaliseren leidt tot overinvesteringen.
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO MagazineJacques Van Dinteren
Steeds vaker wordt het beheer van de ruimte bij locatie- en gebiedsontwikkeling meegenomen in de afspraken tussen overheid en ontwikkelende partners. Ook bij bedrijventerreinen komt dit in beeld. Over een dergelijke samenwerking tussen publieke en private partijen wordt in dit verband soms wat lichtvaardig gedacht.
Onder het oude regiem van wet- en regelgeving op de grondmarkt was het niet altijd mogelijk om bij locatieontwikkelingen een goed of redelijk kostenverhaal te realiseren bij ontwikkelende partijen. Om tegemoet te komen aan de geconstateerde problemen is per 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en, als onderdeel daarvan, de Grondexploitatiewet (hoofdstuk 6 Wro)) ingevoerd. De vraag is of het nieuwe instrumentarium inderdaad gaat werken zoals beoogd.
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...Jacques Van Dinteren
Plotseling stonden ze op de Haagse politieke agenda: de bedrijventerreinen. Het ruimtebeslag ervan, de verouderingsproblematiek en de negatieve bijdrage aan de verrommeling van Nederland waren onder meer de aanleiding. In een brief aan de Tweede Kamer hebben ministers Van der Hoeven en Cramer onomwonden laten weten dat regionale planning en samenwerking essentieel is om beter met bedrijventerreinen om te gaan. Wat moet dan veranderen?
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of information and innovation.
Research results (mainly in the United Kingdom) suggest that for entrepreneurs the importance of proximity to other firms and universities is limited when it comes to strategic knowledge. Being established on a science or technology park can nevertheless be interesting for firms: a stimulating informal circuit can occur and, moreover, the proximity of a university offers possibilities to attract young talent. With regard to attracting people in a labour market that will become more and more stressed in the coming decade, the high quality of the buildings and environment of a science park can be of importance. In that light a science park could be a real estate concept rather than an engine for innovation. If such a high quality development will have success attention has to be paid to, among others, location, market and target group identification, management and customer orientation.
In this paper I will elaborate these ideas and I will present the results of research on two science parks in the Netherlands. Are these parks of importance for the regional economy (linkages, innovation) or are science parks mainly a real estate concept?
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of strategic information and innovation.
Birmingham komt uit een diep dal. Eind jaren tachtig werd een nieuwe koers ingezet om tot een radicale ombuiging te komen. Nadat eerst een aantal grote publieke investeringen waren gedaan, werd vervolgens de samenwerking met private partijen in gang gezet. Een groot aantal projecten zorgt voor een opgaande lijn met Brindleyplace als een opvallende locatieontwikkeling. Maar Birmingham is er nog niet.
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
De ideeën rond duurzame bedrijventerreinen hebben in het verleden vrij sterk gestalte gekregen langs de lijn van de ecologie. De maatschappelijke en economische invalshoeken mogen echter niet worden vergeten. Juist de gebrekkige aandacht voor grondkosten en investeringen in gebouwen (als economisch aspect) heeft geleid tot een weinig duurzaam gebruik van bedrijventerreinen.
De laatste jaren wordt kritischer gekeken naar de behoefteramingen voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties. De kritiek concentreert zich op de rol van het beleid van verschillende overheden bij het ontwikkelen van bedrijventerreinen, het ontbreken van kwalitatieve locatiekenmerken in de behoefteramingen en de vraag of de prognoses wel juist zijn. In dit artikel beargumenteren wij dat veranderingen in de economie en wijzigingen in ruimtelijke voorkeuren vragen om aanpassingen in de prognosemodellen, in het bijzonder de BedrijfsLocatieMonitor.
2007 - Science parks en universiteiten - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Om kennisuitwisseling tussen universiteiten en bedrijven, maar ook tussen bedrijven onderling te bevorderen zijn
vooral in de laatste twee decennia science parks tot ontwikkeling gekomen. Gaat het hier om sec vastgoedontwikkelingen of hebben deze werkmilieus een duidelijke meerwaarde voor universiteiten en de regionale economie? Een kleine literatuurverkenning
Veranderingen in de economische structuur hebben de afgelopen decennia geleid tot verschillende typen van werklocaties. Het toenemende belang van kennis, interacties en de verkrijgbaarheid van hoogopgeleiden geven nu aanleiding voor nieuwe concepten. Niet langer staat het bedrijf centraal, maar nu ook heel nadrukkelijk de werknemer. In Nederland zijn dergelijke concepten al in enkele gebouwen terug te vinden en sinds kort wordt het bij de ontwikkeling van nieuwe werklocaties toegepast.
Met de komst van de Tweede Maasvlakte in 2011 wordt het mogelijk om de oudere havengebieden dichterbij de stad Rotterdam grondig te herstructureren. Enkele grootschalige bedrijven uit de oudere havengebieden zullen immers gaan verplaatsen naar het nieuwe havengebied. De oude Stadshavens krijgen daardoor enorme mogelijkheden om enerzijds de bedrijvigheid een vernieuwingsimpuls te geven en anderzijds de haven en de stad beter met elkaar te verbinden. Het Stadshavensgebied is 1400 ha groot en is hiermee de grootste herstructurering van havengebieden op het vasteland van Europa. Volop kansen dus voor de vastgoedsector.
Ondanks de marktvraag naar kwalitatief hoogwaardige historische woon- en werkomgevin-gen, zijn projectontwikkelaars en beleggers terughoudend bij investeringen op dit terrein. Een constatering die voor het Projectbureau Belvedere aanleiding vormde om te laten on-derzoeken wat de vastgoedsector op het gebied van onroerend cultureel erfgoed doet, wel-ke kansen deze sector voor de toekomst ziet en onder welke voorwaarden . De focus lag daarbij op grotere gebouwen en complexen, omdat kleine cultuurhistorische objecten (zoals woonhuizen) doorgaans probleemloos door de markt worden opgenomen.
Een segmentatie van bedrijfslocaties is van belang om bedrijven een geschikte vestigingsplek te bieden. Het gaat daarbij niet alleen om monofunctionele werklocaties (bedrijventerreinen en kantorenparken), maar ook om verspreid voorkomende locaties in of buiten de stad. Bij voorkeur is een dergelijke segmentatie breed toepasbaar en herkenbaar voor zowel overheden als ondernemers. In dit artikel wordt een voorstel gedaan voor een indeling op basis van mate van verwevenheid en ruimtelijke kwaliteit.
2010 - Hoe werken we straks en waar - Stedenbouw en Ruimtelijke OrdeningJacques Van Dinteren
Het streven naar een sterkere menging van functies wordt geremd door de bestaande wetgeving op onder meer het vlak van milieu. Door niet zo zeer te kijken naar een menging van gebouwen, maar de toekomstige plekken waar gewerkt kan worden als uitgangspunt te nemen, komen mogelijkheden meer en eerder in beeld. Dat laat onverlet dat op bestaande werklocaties ook wel een en ander mag veranderen.
2010 - Een oud bedrijventerrein is niet altijd verouderd - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Met een schok hebben we het ons moeten realiseren: je kunt niet alleen maar nieuw bouwen. Aandacht voor het bestaande en de vernieuwing ervan is essentieel. Dat geldt zeker ook voor bedrijventerreinen; een onderwerp met hoge beleidsactualiteit. De vraag die daarbij speelt is wanneer ingrijpen aan de orde is. Wat de een (bijvoorbeeld de wethouder) verouderd vindt, hoeft de ander (bijvoorbeeld de ondernemer) nog niet zo te ervaren. Een zo objectief mogelijk instrument moet worden ingezet om de veroudering te meten. Daarbij is er rekening mee te houden dat de drempelwaarde voor verschillende typen van terreinen kan variëren en daarmee de mate van ingrijpen. Van elk terrein de kwaliteiten willen maximaliseren leidt tot overinvesteringen.
2010 - Bedrijventerreinenmanagement is geen PPS - RO MagazineJacques Van Dinteren
Steeds vaker wordt het beheer van de ruimte bij locatie- en gebiedsontwikkeling meegenomen in de afspraken tussen overheid en ontwikkelende partners. Ook bij bedrijventerreinen komt dit in beeld. Over een dergelijke samenwerking tussen publieke en private partijen wordt in dit verband soms wat lichtvaardig gedacht.
Onder het oude regiem van wet- en regelgeving op de grondmarkt was het niet altijd mogelijk om bij locatieontwikkelingen een goed of redelijk kostenverhaal te realiseren bij ontwikkelende partijen. Om tegemoet te komen aan de geconstateerde problemen is per 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en, als onderdeel daarvan, de Grondexploitatiewet (hoofdstuk 6 Wro)) ingevoerd. De vraag is of het nieuwe instrumentarium inderdaad gaat werken zoals beoogd.
2009 - Sterkere regionale aanpak van bedrijventerreinenbeleid noodzakelijk - ...Jacques Van Dinteren
Plotseling stonden ze op de Haagse politieke agenda: de bedrijventerreinen. Het ruimtebeslag ervan, de verouderingsproblematiek en de negatieve bijdrage aan de verrommeling van Nederland waren onder meer de aanleiding. In een brief aan de Tweede Kamer hebben ministers Van der Hoeven en Cramer onomwonden laten weten dat regionale planning en samenwerking essentieel is om beter met bedrijventerreinen om te gaan. Wat moet dan veranderen?
2009 - Science parks a real estate development or regional economic value - P...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of information and innovation.
Research results (mainly in the United Kingdom) suggest that for entrepreneurs the importance of proximity to other firms and universities is limited when it comes to strategic knowledge. Being established on a science or technology park can nevertheless be interesting for firms: a stimulating informal circuit can occur and, moreover, the proximity of a university offers possibilities to attract young talent. With regard to attracting people in a labour market that will become more and more stressed in the coming decade, the high quality of the buildings and environment of a science park can be of importance. In that light a science park could be a real estate concept rather than an engine for innovation. If such a high quality development will have success attention has to be paid to, among others, location, market and target group identification, management and customer orientation.
In this paper I will elaborate these ideas and I will present the results of research on two science parks in the Netherlands. Are these parks of importance for the regional economy (linkages, innovation) or are science parks mainly a real estate concept?
2009 - Science parks - economic engines or a real estate concept - Real Estat...Jacques Van Dinteren
Given the increased importance of knowledge as a production factor in many companies it is not surprising that there is a growing interest in the development of science and technology parks. These parks often have a high quality. The question comes up whether a science park is a real estate concept or an ‘engine’ that stimulates the exchange of strategic information and innovation.
Birmingham komt uit een diep dal. Eind jaren tachtig werd een nieuwe koers ingezet om tot een radicale ombuiging te komen. Nadat eerst een aantal grote publieke investeringen waren gedaan, werd vervolgens de samenwerking met private partijen in gang gezet. Een groot aantal projecten zorgt voor een opgaande lijn met Brindleyplace als een opvallende locatieontwikkeling. Maar Birmingham is er nog niet.
2008 - Bedrijven als sprinkhanenplaag - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
De ideeën rond duurzame bedrijventerreinen hebben in het verleden vrij sterk gestalte gekregen langs de lijn van de ecologie. De maatschappelijke en economische invalshoeken mogen echter niet worden vergeten. Juist de gebrekkige aandacht voor grondkosten en investeringen in gebouwen (als economisch aspect) heeft geleid tot een weinig duurzaam gebruik van bedrijventerreinen.
De laatste jaren wordt kritischer gekeken naar de behoefteramingen voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties. De kritiek concentreert zich op de rol van het beleid van verschillende overheden bij het ontwikkelen van bedrijventerreinen, het ontbreken van kwalitatieve locatiekenmerken in de behoefteramingen en de vraag of de prognoses wel juist zijn. In dit artikel beargumenteren wij dat veranderingen in de economie en wijzigingen in ruimtelijke voorkeuren vragen om aanpassingen in de prognosemodellen, in het bijzonder de BedrijfsLocatieMonitor.
2007 - Science parks en universiteiten - Real Estate MagazineJacques Van Dinteren
Om kennisuitwisseling tussen universiteiten en bedrijven, maar ook tussen bedrijven onderling te bevorderen zijn
vooral in de laatste twee decennia science parks tot ontwikkeling gekomen. Gaat het hier om sec vastgoedontwikkelingen of hebben deze werkmilieus een duidelijke meerwaarde voor universiteiten en de regionale economie? Een kleine literatuurverkenning
Veranderingen in de economische structuur hebben de afgelopen decennia geleid tot verschillende typen van werklocaties. Het toenemende belang van kennis, interacties en de verkrijgbaarheid van hoogopgeleiden geven nu aanleiding voor nieuwe concepten. Niet langer staat het bedrijf centraal, maar nu ook heel nadrukkelijk de werknemer. In Nederland zijn dergelijke concepten al in enkele gebouwen terug te vinden en sinds kort wordt het bij de ontwikkeling van nieuwe werklocaties toegepast.
Met de komst van de Tweede Maasvlakte in 2011 wordt het mogelijk om de oudere havengebieden dichterbij de stad Rotterdam grondig te herstructureren. Enkele grootschalige bedrijven uit de oudere havengebieden zullen immers gaan verplaatsen naar het nieuwe havengebied. De oude Stadshavens krijgen daardoor enorme mogelijkheden om enerzijds de bedrijvigheid een vernieuwingsimpuls te geven en anderzijds de haven en de stad beter met elkaar te verbinden. Het Stadshavensgebied is 1400 ha groot en is hiermee de grootste herstructurering van havengebieden op het vasteland van Europa. Volop kansen dus voor de vastgoedsector.
Ondanks de marktvraag naar kwalitatief hoogwaardige historische woon- en werkomgevin-gen, zijn projectontwikkelaars en beleggers terughoudend bij investeringen op dit terrein. Een constatering die voor het Projectbureau Belvedere aanleiding vormde om te laten on-derzoeken wat de vastgoedsector op het gebied van onroerend cultureel erfgoed doet, wel-ke kansen deze sector voor de toekomst ziet en onder welke voorwaarden . De focus lag daarbij op grotere gebouwen en complexen, omdat kleine cultuurhistorische objecten (zoals woonhuizen) doorgaans probleemloos door de markt worden opgenomen.
BIRDS DIVERSITY OF SOOTEA BISWANATH ASSAM.ppt.pptxgoluk9330
Ahota Beel, nestled in Sootea Biswanath Assam , is celebrated for its extraordinary diversity of bird species. This wetland sanctuary supports a myriad of avian residents and migrants alike. Visitors can admire the elegant flights of migratory species such as the Northern Pintail and Eurasian Wigeon, alongside resident birds including the Asian Openbill and Pheasant-tailed Jacana. With its tranquil scenery and varied habitats, Ahota Beel offers a perfect haven for birdwatchers to appreciate and study the vibrant birdlife that thrives in this natural refuge.
Presentation of our paper, "Towards Quantitative Evaluation of Explainable AI Methods for Deepfake Detection", by K. Tsigos, E. Apostolidis, S. Baxevanakis, S. Papadopoulos, V. Mezaris. Presented at the ACM Int. Workshop on Multimedia AI against Disinformation (MAD’24) of the ACM Int. Conf. on Multimedia Retrieval (ICMR’24), Thailand, June 2024. https://doi.org/10.1145/3643491.3660292 https://arxiv.org/abs/2404.18649
Software available at https://github.com/IDT-ITI/XAI-Deepfakes
Microbial interaction
Microorganisms interacts with each other and can be physically associated with another organisms in a variety of ways.
One organism can be located on the surface of another organism as an ectobiont or located within another organism as endobiont.
Microbial interaction may be positive such as mutualism, proto-cooperation, commensalism or may be negative such as parasitism, predation or competition
Types of microbial interaction
Positive interaction: mutualism, proto-cooperation, commensalism
Negative interaction: Ammensalism (antagonism), parasitism, predation, competition
I. Mutualism:
It is defined as the relationship in which each organism in interaction gets benefits from association. It is an obligatory relationship in which mutualist and host are metabolically dependent on each other.
Mutualistic relationship is very specific where one member of association cannot be replaced by another species.
Mutualism require close physical contact between interacting organisms.
Relationship of mutualism allows organisms to exist in habitat that could not occupied by either species alone.
Mutualistic relationship between organisms allows them to act as a single organism.
Examples of mutualism:
i. Lichens:
Lichens are excellent example of mutualism.
They are the association of specific fungi and certain genus of algae. In lichen, fungal partner is called mycobiont and algal partner is called
II. Syntrophism:
It is an association in which the growth of one organism either depends on or improved by the substrate provided by another organism.
In syntrophism both organism in association gets benefits.
Compound A
Utilized by population 1
Compound B
Utilized by population 2
Compound C
utilized by both Population 1+2
Products
In this theoretical example of syntrophism, population 1 is able to utilize and metabolize compound A, forming compound B but cannot metabolize beyond compound B without co-operation of population 2. Population 2is unable to utilize compound A but it can metabolize compound B forming compound C. Then both population 1 and 2 are able to carry out metabolic reaction which leads to formation of end product that neither population could produce alone.
Examples of syntrophism:
i. Methanogenic ecosystem in sludge digester
Methane produced by methanogenic bacteria depends upon interspecies hydrogen transfer by other fermentative bacteria.
Anaerobic fermentative bacteria generate CO2 and H2 utilizing carbohydrates which is then utilized by methanogenic bacteria (Methanobacter) to produce methane.
ii. Lactobacillus arobinosus and Enterococcus faecalis:
In the minimal media, Lactobacillus arobinosus and Enterococcus faecalis are able to grow together but not alone.
The synergistic relationship between E. faecalis and L. arobinosus occurs in which E. faecalis require folic acid
This presentation offers a general idea of the structure of seed, seed production, management of seeds and its allied technologies. It also offers the concept of gene erosion and the practices used to control it. Nursery and gardening have been widely explored along with their importance in the related domain.
TOPIC OF DISCUSSION: CENTRIFUGATION SLIDESHARE.pptxshubhijain836
Centrifugation is a powerful technique used in laboratories to separate components of a heterogeneous mixture based on their density. This process utilizes centrifugal force to rapidly spin samples, causing denser particles to migrate outward more quickly than lighter ones. As a result, distinct layers form within the sample tube, allowing for easy isolation and purification of target substances.
Evaluation and Identification of J'BaFofi the Giant Spider of Congo and Moke...MrSproy
ABSTRACT
The J'BaFofi, or "Giant Spider," is a mainly legendary arachnid by reportedly inhabiting the dense rain forests of
the Congo. As despite numerous anecdotal accounts and cultural references, the scientific validation remains more elusive.
My study aims to proper evaluate the existence of the J'BaFofi through the analysis of historical reports,indigenous
testimonies and modern exploration efforts.
Embracing Deep Variability For Reproducibility and Replicability
Abstract: Reproducibility (aka determinism in some cases) constitutes a fundamental aspect in various fields of computer science, such as floating-point computations in numerical analysis and simulation, concurrency models in parallelism, reproducible builds for third parties integration and packaging, and containerization for execution environments. These concepts, while pervasive across diverse concerns, often exhibit intricate inter-dependencies, making it challenging to achieve a comprehensive understanding. In this short and vision paper we delve into the application of software engineering techniques, specifically variability management, to systematically identify and explicit points of variability that may give rise to reproducibility issues (eg language, libraries, compiler, virtual machine, OS, environment variables, etc). The primary objectives are: i) gaining insights into the variability layers and their possible interactions, ii) capturing and documenting configurations for the sake of reproducibility, and iii) exploring diverse configurations to replicate, and hence validate and ensure the robustness of results. By adopting these methodologies, we aim to address the complexities associated with reproducibility and replicability in modern software systems and environments, facilitating a more comprehensive and nuanced perspective on these critical aspects.
https://hal.science/hal-04582287